De stem uit België

1655 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 18 Mai. De stem uit België. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/s17sn04h5p/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

IBurad i 21, RUSSELL SQUARE london, w.c. Téléphonai Muaeum 267. IDe Stem JSÊËL uit J5 ClQiC. imno /«nn nu irinroi iun Abonnement : 2sh. vmt 3 maanden. Subscription : 2sh. for 3 months. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Prankrijk : 2.50 t fr. Voor de soldaten : lsh f of 1.50 fr. I jde Jaargang, Nr. 35. (Blz. 1459-1470.) Opiage: 10,800. VRIJDAG, MEI 18, 1917. Registered at g.p.o. as a Newspaper. 12 blz. i^d IMoraal en Oorlog. Naar aanleiding van het vliegersbedrijf tegei T7 : 1 .<• 1. 1 fclWUl 5. [ Hoe groot de verontwaardiging ook wa: i telkens ons bericht werd dat Engelsche hos ! pitaalschepen door de Duitschers getor pedeerd waren, toch vern-amen de vriendei der moraal met leed, dat als vergeldings : maatregel voor Duitsche gruweldaden, ge ! allieerde vliegers-, den 14 April, een bom menaanval hadden ondernomen op Freiburg in-Breisgau en d'aardoor onschuldige burger: hadden gewond en gedood. Doch eene zaal i verheugt ons. Zoo die aanslag op eene on versterkte stad door menigeen in Engelanc werd goedgekeurd en geprezen, toch werc liij met \eel meer klem en gezag in he Bntsche Hoogerhuis en in sommige organei der Engelsche pers gelaakt en gedoemd al een eerlooze en onzedelijke handeling. El dit is waarlijk eeii opbeurend schouwspel dat, voor zooverre wij weten, niet word aangetroffen in Duitschland. Talloos zijn di zedelooze aanslagen door dit land in dezei oortog gepleegd, en daartegen werd niet ii den. Rijksdag noch in de gezaghebbende per: geprotesteerd. De barbaarste gruwelstukkei worden daar beschouwd als "militaire maat regelen," waartegen het ongeoorloofd is di stem der eer en der menschelijkheid te ver heffen : waar het militair bestuur heeft ge sproken, moet de moraal het stilzwijgen be houden of zich deemoedig neerleggen bij di onfeilbare uitspraak van het legerbestuur Zoo is het, Goddank, niet in Engeland : daa is de christen vrij en mag hij in 't openbaa: pleiten voor het recht der .menschelijkheid er der christelijke zedenleer. Dit is het grooti onderscheid tusschen Engeland en Duitsch land : aan de boorden van den Rijn viert d( barbaarschheid hoogtij ; in Londen heeft d( moraal nog stem in het kapittel. Het toepassen van vergeldingsmaatregelen. Toch zal het nuttig zijn den bommen aanval op Freiburg wat nader te beschouwei en de meeningen daaromtrent te toetsen aai de regelen, die wij vroeger in "De Stem' hebben opgestel'd aangaande het recht vai I toepassing van vergeldingsmaatregelen [ Daaruit zal blijken, dat bij sommigen daar I over verwarde, onjuiste of verkeerde ge I dachten heerschen. la de "Times" van 10 Mei, verklaar [ T. E. Holland, dat het "niet zijn voornemei I is den v'.iegersaanval te beschouwen van he [ standpunt der politieke doelmatigheid of de I hooger-e zedelijkheid " ; hij wenscht enke | te doen opmerken dat het vraagstuk kan be I schouwd worden "uit het oogpunt i° de: [ internationale wet, 1° der praktische doel I matigheid en 30 der zedelijkheid en der eer,' | en hij verlangt, dat in het bespreken vai I het onderwerp die drie panten zoudei I uiteengehouden worden. Wat hem aangaat i hij wil den bommenaanval " niet beoordeeler [ uit zedelijk oogpunt," doch hij ziet daarii I "geene overtreding der internationale wet." Het is natuurlijk altijd goed verschillendi I vraagstukken uit elkaar te houden. Ma a: ■ aangezien de professor prijs stelt op "duide I lijk denken," zullen de moralisten hem doei I opmerken dat het hier njet eene academischi I beschouwing geldt over weerwraakmiddelei I in 't algemeen, doch het beoordeelen van eei I concreet feit, en dat daarbij de voorgeslagei I splitsing van moraal en internationale we I niet te pas komt. Het feit, zooals het doo: I den schrijver zelf in zijn vorigen brief aar I de "Times" van 7 Mei wordt herinnerd, i: I namelijk dit : " De operatie (de vliegers I aanval op Freiburg) was met opzet er oj I aangelegd om letsel te veroorzaken aan der | eigendom en de burgerlijke bevolking, nie I bij wijze van wraakneming, maar bij wijzi I van vergelding," met het gevolg dat menigf I onschuldige menschen gedood werden.—D< ■ vraag is nu, of dit mag. De "international* I wet" laat vergeldingsmaatregelen toe, ant i woordt men. Doch dit "toelaten" is onver I mijdelijk afhankelijk van de zedenleer. Waa: I het internationale overeenkomsten geldt b.v ■ aangaande het gebruik van wapenen tusscher ■ strijders of " handelingen die in het lich ■ der natuurwet noch goed noch slecht zijr ■ op zich zelf," dan bestaat er wel eene zede I lijke verplichting die overeenkomsten t< ■ onderhouden, dewijl men "zijn 'woord ver- ■ pand heeft " ; doch die verplichting is enke ■ "loorwaardelijk," namelijk zoo lang de vijan< ■ zelf getrouw blijft aan zijn verbintenis. D< ■ bommenaanval op Freiburg echter was geen< I militaire onderneming ; het was een aanva I op non-combattanten (zooals de Duitschf I Zeppelinaanvallen op Engelsche steden) er I deze valt niet zoozeer onder het beheer de: I "internationale wet," in de moderne be-I teekenis van het woord, doch onder de ver I plichtingen der "internationale zedelijk | heid," welke " absolu ut " is en steeds bindenc | blijft, zelfs wanneer de vijand ze niet onder I houdt. Wanneer Prof. Holland den aanva I goedkeurt als niet strijdende met de Inter-I nationale wet en tevens toegeeft dat mer | dien kan beschouwen "als tegenstrijdig me I ons gevoel van menschelijkheid en eer," dar rukt hij twee dingen uit elkaar, die haai j feitelijk onafscheidelijk met elkaar verbonder [ zijn : de handeling met de zedelijke waard< I die er natuurlijkerwijze aan vastkleeft. Terwijl ik mijn pen even neerleg om he j nieuws van den dag te lezen, vind ik in d< "Times" van hedea, 12 Mei, volgend brief ji van Arnold F. Hills aan het adres van Prof Holland: "Het is 'in het belang van hel ) duidelijk denken ' uiterst intéressant te ver-1 nemen van zulk een gezaghebbend man als Prof. Holland, dat de ' Internationale wet: heelemaal niet in verband staat noch mei ' praktisch voordeel ' noch met ' zedelijk-heid,' noch met ' eer.' Solvantur tabulae risu ! "—Inderdaad, de bewering vam den professor ka'n enkel lachlust verwekken bij nadenkende lieden. Doch de dwaling, die bij de behandeling der Internationale wet de zedelijkheid uitschakelt, is zeer verspreid : het is juisit het euvel onzer moderne tijden. We zullen daar, later, nog een staaltje vai aantreffen. [ In het Lagerhuis had Mr. Bonar Law ter 1 aanzien van hetzelfde vliegers-bedrijf een ander ongelukkig woord. Toen Mr. France L hem vroeg, of het beste vergeldingsmidde! , niet was de Hunnen te bevechten en te j verslaan volgens de Britsche overleveringer te land en ter zee, antwoordde de kanselier t aanhalingen wat breed uitmeten. " Een groot gedeelte der christelijke opinie van dit land," zei de Anglikaansche aartsbisschop van Kantelburg, "keurt ten zeerste de toepassing van represaille-maatregelen àf. Die ziens-wijze wordt allerwege gedeeld. Het edel-denkende volk, overal in dit land, is besloten den oorlog te steunen met al zijn kracht en daarvoor ailes ten offer te brengen, maar het begeert uit dezen oorlog te komen met ongerepte eer en reine handen, Men moge niet kunnen zeggen dat, dewijl de Duitschers tôt den laagsten trap van eerloosheid zijn gedaald, wij de begeerte hadden hen na te vol'gen ; moge men liev-er kunnen zeggen, dat wij hun het onbenijdbare monopolie wilden overlaten van hun smadelijke minachting van ailes wat eerbaar en welvoegelijk is in het oorlogvoeren. Het christelijk oordeel van Engeland is, dat we uit dezen oorlog" zouden komen met reine handen en nooit behoeven beschaamd te zijn, wat ge- Burgerlijke gevangenen in Sennelager De Engelsche avondles. Februari 1917. L - dat hij het daarmee volkomen eens was, doch | hij voegde erbij : " Wij denken ook, dat onder i sommige omstandigheden weerwraakmaat-, regelen ' onvermijdelijk ' zijn." Betreurens-waardig ! Niemand loochent, dat er gevallen zijn waarin vergeldingsmaatregelen, _ die [ binnen den kring van het geoorloofde blijven, L terecht mogen toegepast worden; maar praktijken, zooals de bommenaanval op Freiburg, die indruischen tegen de Internationale zedelijkheid, zijn altijd "vermijde-lijk." Men is nooit in de noodzakelijkheid kwaad te doen : Nulla est nécessitas de-linquendi, zei Tertullianus. Bonar Law spreekt hier nagenoeg de Duitschers na, die tôt verschooning van al hunne euveldaden vanaf de eerste schending van België's grondgebied tôt het in den grond boren van het laatste neutrale schip door hunne zeeroovers, steeds den geest van het kwaad, de " moodzakelijkheid' dit tyramnieiwoord— hebben ingeroepen. "Wanneer, zoo vraagt terecht ' The Nation " (5 Mei) zullen de wet-gevers eens leeren, dat geen euveldaad ooit onvermijdelijk is, en dat het beter is te kunnen verschijnen voor de vierschaar van den ' Tijd ' met zuivere handen, dan eenig stoffel'ijk voordeel te winnen—zooals Duitschland in België—of zijn wraaklust te koelen door het ombrengen van onschuldigen." Men zal dan ook begrijpen met welk een leed het nieuws van den luchtaanval op Freiburg door het christelijk denkende Engeland ontvangen werd ; een leed even groot als het genoegen van het Duitsche volk bij het vernemen hunner euveldaden. Ik spreek j beurtenis ook aan het licht zal komen." In denzelfden zin sprak Lord Beresford, die aile " luchtaanvallen op open steden" afkeurde, dewijl dit tôt uitwerksel heeft "het dooden van vrouwen en kinderen." Te ver-geefs voerde Lord Curzon van Kedelston verzachtende omstandigheden aan ; Lord Buckmaster antwoordde hem: "Indien we eens beginnen met af te dalen tôt het peil onzer vijanden, dan zullen we de zegepraal missen, al winnon we den oorlog ; al wonnen we gansch de wereld, we zouden onze eigen zielen verspelen." Ai die woorden, alsook die van den bis-schop van Winchester werden luide toege-juicht. Het protest tegen zulke luchtaanvallen werd eveneens ondersteund door Lord Parmoor, door Graaf Loreburn en met nog meer klem door Graaf van Selborne, die deze merkwaardige woorden sprak, waar-mee wij de aanhalingen zullen sluiten : "Het grootste gevaar dat we in dezen oorlog te vreezen hebben is, dat we zouden neer-dalen tôt het peil der Duitschçrs. Ik hoop dat mijn geliefd vaderland nooit in den minsten graad bezoedeld zal worden met de afgrijselijke eerloosheid der Duitschers. Zij hebben opzettelijk verklaard, dat dé wetten van Christus niet de handelingen der naties behooren te regeeren. Dat loochen ik. De wetten van Christus ziin bestemd om zoowel de daden der naties als die der enkellingen te beheerschen. Het gouvernement moge verzekerd zijn, dat zulks de overwegende meening is in dit land, die bezorgd is om de eer van Engeland." mer met enKei van ue jcyugeibciie , ; dezen hadden reeds geprotesteerd tegen den vliegers-aanval op Karlsruhe ; ik bedoel hier [ vooral de afkeurende woorden uitgesproken L in het Hoogerhuis en in de Engelsche Pers. ; " Het geldt hier niet, zegt Edward Clarke in j de "Times," een kwestie van wet, maar van Christelijke zedenleer... Professor Holland : kan in de waarheid zijn met te zeggen dat onze aanval op Freiburg niet onwettelijk is, in den zin van overtreding der Internationale wet "—we hebben aangeduid hoe dit moet verstaan wordon.—"Ik protesteerde ertegen als zijnde eene oneer voor onze wapenen en i eene krenking van wetten van hooger in gezag en sanctie dan degene die kunnen uit-; gevaardigd worden door eene Haagsche Conventie." En in een vroegeren brief van den 1 Mei had hij reeds gezegd : "Gedurende ; twee jaar hebben onze persmannen en re-1 denaars terecht de Duitschers aangeklaagd als moordenaars en ' baby killers,' en nu zijn 1 wij ons aan 't verlagen tôt hun peil met ; hunne euveldaden na te volgen." Maar wenden wij ons naar het Hooger-t huis ; daar zullen we stemmen hooren, waar-^ over het Engelsche volk en de christenen ; van aile landen terecht fier kunnen zijn. Men vergeve het ons derhalve, zoo wij de Verzachtende omstandigheden. Ik wilde wel voor schatten dat zulke taal gesproken was in het Parlement van mijn vaderland. Zij strekt Engeland tôt eer en toont dat de christelijke gedachte er nog diep is ingeworteld. Voorzeker men heeft ook stemmen vernomen van mannen, die den bommenaanval op Freiburg verschoonden ; maar zelfs de meening van dezen, hoezeer wij ze ook afkeuren, is toch eenigszins be-grijpelijk, wanneer men denkt aan de krank-heid der menschelijke natuur en aan de bar-baarsche boosheid der Hunnen. En daarom is het wellicht eene overdrijving de vrees uit te spreken dat Engeland door dezen enkelen aanval zoo in eens dreigt neer te zinken tôt het peil der Duitsche zedeloosheid. Be-denken we toch dat het tôt zinken brengen van hospitaal schepen, dan wanneer men het recht en de mogelijkheid heeft om zich te vergewissen dat het werkelijk uitsluitend hospitaal schepen zijn, eene afgrijselijke euveldaad is, aandruischend tegen de heiligste oorlogswetten ; bedenken we, dat de aanval op Freiburg, zooals Graaf Curzon getuigde, niet dan met aarzeHng onder-nomen werd, omdat het toepassen van vergeldingsmaatregelen ingaat tegen de En gelsche wijze van oorlogvoeren, en hij ver-klaarde dat het Gouvernement zeer "ver-heugd " zou zijn, indien "het mogelijk ware overeenkomsten te treffen met het Duitsch gouvernement, waar bij wij van onzen kant borg zouden staan dat we ons zouden ont-houdjen van zulke représaille-maatregelen, indien zij beloofden voortaan de hospitaal-schepen ongehinderd te laten." Dat getuigt zeker van goeden wil ; en ter verschooning van de onderneming tegen Freiburg brengt dan de edele Graaf in, dat "hetgeen wij ge-daan hebben niet een daad van bestrafl&ng of wraakneming was op den vijand ; het was een maatregel van voorbehouding en be-veiliging voor ons eigen volk in de toekomst. Het was er op aangelegd om den vijand af te schrikken en te verhinderen dat hij zijne euveidaden tegen de menschelijkheid zou herhalen." Wellicht is die beschouwing be-kwaam om in het 00g van sommigen het euveldadige van den aanslag weg te nemen. Wanneer nochtans de edele Graaf er aan toevoegt : " daarom mag men zeggen, dat deze handeling niet enkel praktisch doch ook ' zedelijk ' gerechtvaardigd is," dan kunnen wij daarin zijne meening niet bij-treden, en bevinden dat zij in tegenspraak komt met zijne eigen vroegere bekentenis, dat hij "wat de zedelijke zijde van het vraagstuk aangaat, niets heeft af te dingen op de zienswijze van den aartsbisschop van Kantelburg." Immers het geldt hier «en vergrijp tegen onschuldige non-combattanten ; die zoo te dooden is een kwaad, en de zedenwet laat niet toe het kwade te doen, zelfs met de bedoeling om daaruit het goede te doen voortspruiten. Indien het een werke-lijke 'afweer' van een onrechtvaardigen aanrander gold, dan zou de moraal op dit dooden niets af te wijzen hebben ; men mag immers zijn leven of dat van anderen, zelfs met bloedvergieten, verdedigen ; doch dan moet het werkelijk—actu—in gevaar zijn ge-bracht, en de afweer moet geschieden enkel tegen degenen die het op ons leven gemunt hebben. Dat was hier niet het geval : het zijn niet de inwoners van B'reiburg die op dit oogenblik de hospitaalschepen met hunne gekwetsten kelderden, en daarom mocht men dezer ondergang niet vergelden met den dood van onschuldige vrouwen en kinderen. Zoodoende blijven wij getrouw aan de be-ginselen, die wij reeds vroeger hebben toegepast op den Duitsch^n inval in België. T SX . *TT\tr o A ^/lAV /Ia f v L uv uiuimuiuiwio i Een woordeke voor hen die wellicht te veel vergeten zijn ! Zij maien- een hoogst belang-rijk be9tanddeel uilt van het léger. Ik ben zeker dat zij zich zelf de belangrijksten denken, en of z-ij missen daarin, zou ik niet kunnen zeggien. Ieder regimentt in het legex denkt zich het onmisbaarste, en het belang-rijksts. Ieder afdeeHmg ziet zichzelf in het licht der onontbeeirlijkheid. Zoo de Leger-staf, zoo de officiere®, zoo de aalmoezeniers, zoo de piotten, zoo de lanciers, zoo de grenadiers, zoo de genie, zoo de werkersploeg, zoo de klerken ach.ter 't front. En waiarlijk er wordt reeds genoeg gevochtem in Europa, om ook nu, al is -het maar met de pen, uit te vechten welk legeibestanddeel het belangrijk-ste is. En een Legerstof die al die verschil-lende besltanddealein tôt een hiarmonisch wer-kend geheel moet omscheppeti, zonder ze ta pletten of te Itrenken in een machien, heeft voorwaar geen gemaMcelijke taak. Waar is de helderziende en kranige màn die in deze driftige 'en omvolmaakifce wereld aan. elks recht zijn plajats geven kan, zoo dat er geen reden meer wezen kan voor geklaag, gemor en ontevredenh-eid? Hij kan dat, die de menschelijke drifiten uitzuiveren kan em regelen naar het goede. De naam vain wie dat kan, is geen m-enschennaaim, en leeft niet meer op deze weareld, en als Hij er leefde, Hij was een steen des aanstoots voor de meesten. Meni9ciien rij'n geen engéten, laat ons dat nooit vergeiten. En een menschenleger is geen eragelen'leger. Wie weet er dat niet? Miaiar toch het dichtst bij de engelenscharen, bij de engelenbewaaxders komen de brankar-diers, zoo niet altijd als personeo, toch door hunne bedienimg. Zij zijn eiigelen' van barmhartigheid. Als zwantkijkende menschen komen weeklagen over de slechtheid van de wereld spijts deze oorlogsramp, dan zeg ik hun dat zij eenzijdig kijken en enkel de schaduw zien en niet het licht. In dezen tijd van 'hoogste ellende, werkt niet de zoete, vreedzame engel van liefde, vain liefdadigheid, van edelmoedigheid^ vam barmh'artigheid? Geestelijke en licha. melijke barmhartigheid, maax ze druipen als zegeningen uit de boorden van de kleederen vian d-uizenden. En wat anders deed Ons Heer binsit zijn aktief leven? En is een glas water aan een der zijnen gegeven niet aan Hem zelf gegeven? En wat zal Ons Heer zeggen op den laatsten dag, wat anders als : Komt, gebeixedijden, want ik had honger en gij hebt mij gespijsd, ik had dorst en gij hebt mij gelaafd, enz. ! En is barmhartigheid niet het dagelijksch werk van den. br-ankardier? En dat werk wordt in menschenoogen dik-wijls verkleind en vergeten omdat de mensch zoo ondankbaar is. Damkbaarheid is zulk een schoone deugd, dat zoo weinigen ze waarlijk bezitten. Barmhairtigheid is stil, eenvon-dig, en ootmoedig. Zij maakt geen lawijd en daarom wordt ze dikwijls niet erkend door

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De stem uit België appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1916 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes