De stem uit België

2075 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 12 Novembre. De stem uit België. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/4x54f1nm8j/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Registered at the General Post Office as a Ncwspàper. Telephoon: Central 12 86. HT 12 Bladz. Be Stem uit Belgie L'Echo de Belgique Bureel : 55, Russell Square, W.C. Abonnement: is. çd, voor drie maanden. Subscription : is, 9d, for three months- 2de Jaargang.—Nr. 8. Oplage 20,200. VRIJDAG, NOVEMBER 12, 1915. Abonnement voor Holland : 1 fl. 1 H voor Frankrijk. 2 fr. 1 IlCw JLil. SERVIE WEEHSTAAT NOG STEEDS. Over Beminnen en Haten. Het Evangelie is voor aile tijden en aile volken, voor Staten en indivi-duën, voor vrede en oorlog. Maar zijne voorschriften zijn niet altijd even gemakkelijk na te leven. Dat ondervinden wij maar al te wel in deze rampzalige dagen, nu de gemoederen zoozeer geschokt zijn door de weeën van den verschrikkelijken oorlog. Men schijnt nu zoo weinig genegen te zijn om te luisteren naar de stemme van Christus, die gezegd heeft : Bemin niet enkel uwe vrienden—dat doen 00k de heidenen!—doch bemin uwe vijanden. Hard, zeer hard, klinkt nu dat woord in veler ooren. En, inder-daad, wij hebben toch zoôveel geleden, persoonlijk misschien, maar zeker in onze naastbestaanden en in ons eer-lijk en geliefde vaderland: zooveel onschuldig bloed werd vergoten, zooveel wetten werden geschonden, zoôveel onrechtvaardigheden gepleegd. En wij zouden de hartvochtige ple-gers van zoo tallooze euveldaden moe-ten beminnen? Wij zouden ze niet mogen haten ? Ik mag de Evangelieleer niet veran-deren, maar voor sommigen zal het nuttig zijn er eene uitlegging van te hooren, naar de beginselen der chris-telijke zedenleer ; want het Evangelie kan in den hartstocht en onder den druk van het lijden wel verkeerd be-grepen worden. Van vorenaf moet men deze woorden van Bossuet wel in acht nemen : " God, die zoo goed en zoo wijs is, gebiedt ons niets onmoge-lijks."* * * Het gebod : " Bemin uwe vijanden," is inderdaad zoowel in den oorlog te onderhouden als in vredestijd, en toe-passelijk evenzeer op Staten als op individuen ; maar dat wil niet zeggen, dat men zelfs in vredestijd, aan andere volken een even hevige liefde moet toedragen als aan zijn landgenooten. Hier past vooral het gezegde, dat de geordende liefde met zijn eigen zelven begint. Daarenboven, de liefde die men vooral in oorlogstijd aan zijne vijanden verschuldigd is, zal wel op de eerste plaats eene negatieve zijn, die hierin bestaat, dat men zich jegens hen niet schuldig maakt aan onrechtvaardigheden, noch in zijne gedach-ten.noch in zijne woorden of werken. Toch is men niet verplicht den vijand eene " bizondere " genegenheid toe te dragen, noch daàrvan teekenen te ge-ven ; het is genoeg dat aile verderfe-lijke gesteltenis uit het gemoed ver-bannen zij. De " gemeene " liefde, die men den vijand moet toedragen, ■ brengt mee, dat men hem van zijne | gebeden niet uitsluite, en men er niet | op aanstuurt om het kwade met het kwade te vergelden : dat men zich ook ; bereid gevoele om hem vergiffenis te schenken, wanneer hij, na schuld | bekentenis die vergiffenis, of formeel of met gelijkwaardige aanduiding, zal verlangen. Tegenover de liefde staat de haat. Maar merken wij al dadelijk op, dat deze tweederlei is : de " verfoeiings-haat" en de "vijandige haat." Deze laatste, die altijd zonde is, heeft tôt strekking, in den vijand steeds het kwade te zien. In dit geval gevoelt men "blijdschap" over het kwade, het ongeluk, de schande van den evennaaste, en wel " voor zooverre dit kwaad is" ; met spijt en "'droefenis" daarentegen ziet men in hem " het goede " en het geluk, zoodat deze haat in zijn wezen rechtstreeks tegenover-gesteld is aan de liefde, die hij dan ook volkomen uitsluit. Van een anderen aard is de "ver-foeiingshaat," die in de tegenwoordige omstandigheden zoo gemakkelijk bij de Belgen kan opkomen en meeren-deels geheel onschuldig zal zijn, ja, soms loffelijk kan wezen. Wanneer deze namelijk voortspruit " uit eene rechtvaardige oorzaak," dit is, uit groote onrechtvaardigheden, uit wree-de schelmstukken, welke werkelijk verfoeiing verdienen en ons hevig schokken, zooals de Duitsche bar-baarschheden inderdaad zijn, dan druischt hij geenszins aan tegen de orde der gerechtigheid. In dit geval moet evenwel opgemerkt worden, dat de verfoeiing "moet stand houden in de oorzaak," in die euveldaden ; of, indien hij vergezeld gaat met de be-geerte van het kwade in de "perso-nen," in den vijand zelf, dan moet die wensch geschieden " met het oog op een waarachtig goed." Zoo kan men b.v. den Duitschen vijand verfoeien om de onheilen, die uit zijne wandaden voortspruiten en van God mag men vragen, dat hij gedood of gekastijd worde, zoodat hij verder onbekwaam zij om meer kwaad te stichten. * * * Uit het liefdegebod en haatverbod heeft men soms verkeerde gevolgtrek-kingen afgeleid. Er zijn zedenpredikers geweest, dit uit een zeker gevoel van grootmoe-digheid, zo'oals zij dit noemen, ver-schooning gevraagd hebben voor de Duitschers en eischten dat men een sluier zou werpen op hunne gruwelda-den! Die eisch is niet rechtmatig ; zoo verbittert men wellicht de gemoederen nog meer, want de euveldaden onzer overweldigers zijn niet te ver-dedigen. Wel is het verboden deze te overdrijven, doch wij mogen ze in al hare gruwzame werkelijkheid ten toon spreiden en doen zien tôt welke uitspattingen legerbenden kunnen varvallen, die de zedenwetten met voeten hebben getreden en nog alleen luisteren naar de inspraken eener bar-baarsche vaderlandsliefde Afgrijzen daarvan " gevoelen " en dat ook " uit-drukken" is heelemaal geen zonde, maar loffelijke verfoeiingshaat. Anderen hebben het doen voorko- men, alsof wij onze handen niet ten hemel mochten opheffen, om van God de overwinning onzer wapenen af te smeeken. Dat is,meenen zij, op eene ongeoorloofde wijze kwaad toewen-schen aan den vijand. Verkeerde voorstelling ! want wij wenschen zoo-doende geen kwaad om het kwade ; wij wenschen de neerlaag van den vijand, opdat daaruit het goede zou voortspruiten voor ons en voor ieder-een. Wel laten wij aan Gods raadsbe-sluit de beslissing over van hetgeen meest zal overeenkomen met het wel-zijn der zielen, maar in deze onze zaak, die wij met de diepste overtuiging . eene gerechtige noemen, mogen wij de straf vragen voor het gepleegde kwaad. Onze soldaten zijn geen moordenaars ; zij zijn als scherprech-ters, die in naam van het gekrenkte recht, de euveldaad kastijden. Trou-wens, een land gelijk het onze, dat onrechtvaardig is aangevallen, be-hoort heelemaal niet aan Duitschland de andere kaak aan te bieden. Evan-gelische raden bestaan er niet voor de Staten. Onze soldaten mogen dus fel vechten ; er dapper .opslaan : zoo zijn zij de dienaars der gerechtigheid. Sommigen ook meenen, dat wij, als aanbidders van een liefdevollen God, reeds nu den vredekus moeten geven aan verstokte Duitsche vijanden. O, voorzeker, het is ons verboden iets te doen wat een toekomstige verzoe-ning onmogelijk zou maken of den haat zou doen verkankeren. Het is verkeerd uit het leven en de geschie-denis van het vijandelijk volk allerlei vermeende of ware feiten op te rake-len, die het zouden aantasten in zijne christelijke eer ; verkeerd, enkel de slechte hoedanigheden te herinneren en de goede te loochenen of te klei-neeren. Dat is onrechtvaardig. Wij zullen liever de ware deugden van het Duitsche volk op prijs stellen en ho-pen, dat het eens, beter onderricht omtrent de gepleegde euveldaden, in zijne christelijkheid kracht genoeg zal vinden om schuldbekentenis af te leg-gen, berouw te toonen en het gepleegde onrecht te herstellen. Intusschen slaan wij de blikken op Christus aan het kruis. Hij schonk vergiffenis, niet aan den verstoken zondaar, wel aan den rouwmoedigen moordenaar ; en hij bad voor allen. * * * Opdat nu de verfoeiingshaat niet zou overslaan tôt vijandigen haat, die het kwade wil om het kwade en voor altijd de deur toesluit voor verzoening, zullen wij goed doen eens in overwe-ging te nemen, hoezeer men zich daar-door zou verpruisen! Want de vol-kerenhaat is juist de ondeugd, die op Duitschland een zoo afschuwelijke vlek heeft geworpen. Het haatge-dicht van Lissauer is zoo afgrijselijk boos, dat men het een weerklank kan noemen van helsche vermaledijdin- gen. De Duitschers zelf zijn er thans beschaamd over geworden. Heeft het u integendeel niet getrof-fen, dat uit de brieven der strijdende soldaten die toon van haat niet ver-nomen wordt ? Moed, ja ; verfoeiing, ja; maar een eigenlijke haat niet. Integendeel, wat heerlijke voorbeel-den soms. In een brief, medegedeeld aan " De Tijd," spreekt een Brugsche jdngeling den wensch uit, samen met den Duitschen soldaat, die hem doo-den zou, het hemelrijk binnen te gaan. En in de " Echo de Paris" beschrijft een ooggetuige de laatste stonden van een Fransch soldaat, doodelijk ge-kwetst neerliggend naast een Duit-scher op het slagveld. Na zijn crucifix gezoend te hebben, reikte de eerste het over aan den zieltogenden vijand, die het ook zijn lippen drukte. Dat was een vredekus in Christus, die bei-den met elkaar verzoende, en als vrienden voor Gods rechterstoel deed verschijnen. In aile geval, de ware vijandige haat is onchristelijk, en wie daarbij de schouders zou ophalen, mag wel be-denken dat hij, die de christelijke zedenleer niet handhaaft, weinig te verwijten heeft aan de Duitschers. Indien .dezen de christelijke leer geëerbiedigd hadden, zouden ze den inval in België niet gewaagd hebben, noch daar zoo barbaarsch zijn opge-treden. Willen wij het recht hebben hun de euveldaden te verwijten, dan moeten we zelf de wetten van het Christendom onderhouden. Zonder deze staan aile rechten op losse schroeven. Eindelijk vergeten wij niet, dat de ware haat eene zwakheid is. Het is een teeken dat men zijne hartstochten niet breidelen kan ; de haat verwoest, maar bouwt niets op ; hij kan het hart verteren, maar niet aanprikkelen tôt groote daden. De haat, zegt een En-gelsch wijsgeer (Charles Plater) " ver-laagt en verkracht den nationalen geest." Daarom ware het sommigen aan te raden niet steeds den mond vol te hebben van hunne " sainte haine." Die uitdrukking althans klinkt vreemd in Voor Kleederen voor Heeren en Jongelingen naar aile keus en voor den = OORLOG, — opgemaakt of op bestelling wende men zich tôt de groote : : en verraaarde magazijnen : ; THE DON, 27/30, Holborn Viaduct, E,C. Tr

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De stem uit België appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1914 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes