De stem uit België

511112 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 27 Octobre. De stem uit België. Accès à 16 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/xk84j0fh0h/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

IBureel : 21, RUSSELL SQUARE, LONDON, W.C. Téléphoné: Muséum 267. De Stem uit Belgie. VOOR GOD EN VADERLAND. Abonnement : lsh. 9d. voor 3 maanden. Subscription : lsh. 9d, for 3 months. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.25 ▲ fr. Voor de soldaten : lsh. w of 1.50 fr. I jde Jaargang, Nr. 6. (Biz. 1151-1162.) VRIJDAG, 27 OKTOBER 1916. Registered at the General Post Office as a Newspaper. 12 blz. I d. NOTA VAN DEN UITGEVER. Abonnementen — Aile onze vrienden zetten we drin-gend aan voort te werken om nieuwe abonnementen te winnen voor de Stem. Frontbladzijden— Nog een twintigtal exemplaren zijn beschikbaar aan 6d. of als premie voor elk nieuw aangebracht abonnement. Chineesche postzegels.— Missionarissen stuurden ons ter ondersteuning een pak Chineesche postzegels. Voor zooverre de voorraad strekt kunnen de liefheb-bers die er om vragen een Chineeschen postzegel bekomen per elk nieuw abonnement dat zij aanbrengen. Te koop op ons bureel.—*COLDWELL, " The Catho-lic Platform," 9d. vrachtvrij ; WANTE, " Consum-matum est," kruisbeeldschilderij, 6d. Oude nummers.—Gevraagd nummers 1, 7, 9 en 10 van onzen tweedcn iaargan«?. >.igents.—Fr »ijn no« belangrijke plaatsen in lan i en -n jLondeu waar ons blad met vrucht en profijt voor den vcrkooper kan worden te koop gebo-den. Wie zich met zulk verkoop wil gelasten schrijve naar ons bureel om de voorwaarden. In het U ger.—Voor het leger geven wij De Stem aan 0.10 fr. per nummer, wanneer men minstens tien nummers per week neemt. Zeer velen bezorgen ons blad aan die voorwaarden aan onze jongens. Dat hun voorbeeld nog meer nagevolgd worde. Een Paladijn van het Vatikaan. Wanneer wij uit de opstellen van den heer Brouwers tegen Em. de Bruyne al de onfat-soenlijke uitdrukkingen en voorstellingen verwijderen, komt zijn schrijven hoofdzake-lijk neer op het volgende verwijt: In plaiats van u te verheugen over de deelname van Italië en Roemenie aan den oorlog, moest ge liever uwe wettige Overheid, den Paus van Rome "erkenr.en en eerbiedigen." De Hillegorasche stiijder, zooals men ziet, treedt op als de Paladijn van het Vatikaan ! "Het Opperhoofd der Roomsche Kerke, zegt hij, Heeft reeds lang de voortzetting van den oorlog veroordeeld, betreurt elke uitbrei-ding daarvan... "Wend uw blikken naar het Vatikaan, luis-ter naar hetgeen daar gezegd wordt. Doet gij dat niet, dan vervtrekt gij ons in het ver-moeden, dat gij u zelf met voorbijzien van de wettige overheid, op den troon van het Gezag wilt verheffen, tôt groot nadeel van uwe eigen Roomsch-Katholieke beginselen." Wij zullen ons maar niet boos maken bij het lezen van zulke aanmatigende en hoogst onrechtvaardige taal ; doch voor een katholieken Belg, zooals de heer de Bruyne, die in jn opstel eene onberispelijke leering en christelijke gevoelens verkondigde, moet het toch wel pijnlijk zijn zoo van den Hillegom-schen predikstoel vermaand te worden tôt gehoorzaamheid aan den Paus van Rome ! De heer de Bruyne ziet met millioenen andere katholieken in de deelname van andere landen aan den wereldoorlog een middel om den oorlog spoediger te doen eindigen en een gerechtige zaak te doen zegevieren. Niemand ïan hem dat recht betwisten, noch bewijzen dat hij daarin onchristelijk handelt ; want op zich zelf strijdt zulk een gewenschte deelname geenszins tegen de "Roomsch-Katholieke beginselen." Integendeel; of zou de heer Brouwers meenen, dat Benedictus XV te niet wil doen wat Plus IX heeft opgebouwd? Deze heeft namelijk in zijn Syllabus juist de ont-kenning van het recht van interventie als geheel zedeloos afgekeurd, dewijl hij in de 62e Propositie de volgende stelling veroor-deelde: "Het beginsel, hetwelk genoemd wordt non-interventie, behoort uitgeroepen te worden en in praktijk gesteld." Het spreekt van zelf, dat het recht van ingrijpen, door den Paus gebillijkt, beperkt is, zooals we in ons vorig opstel zeiden, door sommige voorwaarden, waarvan de voornaamste is, dat de deelname ingegeven worde door naastenliefde of gerechtigheid en minstens niet onwelkom zij. Op de aag dan van den Hillegomschen schrijver: "Dwalen wij, Katholieken, af, loopen wij gevaar met heidensche ideeën besmet te worden, indien wij elke uitbreiding van den oorlog ten gunste van de Entente afkeuren?... Wie dit durft bevestigen geeft te kennen, dat hij 1 het rechte oordeel ' niet meer bezit." Welnu, ) die vraag, durven wij, met den heer de Bruyne, gerust "bevesti-gend " antwoorden, op gevaar af van in de oogen van den heer Brouwers het "rechte oordeel" te missen. Want die stelling, zoo in hare algemeenheid opgezet—"elke uitbreiding"—druischt aan tegen den Syllabus; zij. huldigt dit zelfzuchtig non-interventionisme, volgens hetwelk, zooals Lawrence ("A Hand-book of Public International Law," 8th éd., '9H) zegt, "een Staat geen plichten heeft 'egenover andere Staten in de groote familie der naties." Ik ga natuurlijk uit van de aller-duidelijkste waarheid, dat wij een gerechtigen oorlog voeren. En zoo blijken de "Roomsch katholieke beginselen," waarheen de heer de Bruyne gewezen wordt, goed overeen te komen met de leering van zijn Catechismus. •„.aar komt dan de heer de Bruyne,—met de nullioenen Belgische, Fransche, Engelsche atholieken—niet te kort aan de " gehoorzaam-eid" jegens den H. Stoel? Heeft dan de sus niet "reeds lang de voortzetting^van den oorlog veroordeeld" en "betreurt" hij niet elke uitbreiding daarvan "? Ik weet niet of deze uitdrukkingen geheel juist zijn ; maar zeker is dat de Paus naar den vrede verlangt, en er voor ijvert, dat hij treurt omdat deze n'.et komt. Hij treurt gelijk wij allen treuren, ■et enkel over de uitbreiding van de slach-lng, maar over het aar.leggen en het aanhou-en van een oorlog, dien het ontaarde uitschland en Oostenrijk over Europa heb- ben ontketend ; wij treuren omdat zoovele gewesten verwoest worden door vrienden en vijanden, zoovele vaders en zonen het leven moeten laten, zoowel in de vijandelijke legers als in de onze ; wij treuren zelfs bij elke uitbreiding, dewijl zooveel wapengeweld noodig is om den vijand neer te vellen ; doch wij, onschuldig aangeranden, verheugen ons, tel-kens door edelmoedige hulp de overwinning over het kwaad zekerder wordt gemaakt. Wanneer we bedenken, zooals we zullen aan-toonen, dat deze oorlog, door Duitschlands schuld, naar aile waarschijnlijkheid, niet eindigen kan zonder de overwinning door wapengeweld van een der partijen, dan mogen we oordeelen, dat onze H. Vader die gevoelens niet zal wraken, doch hij zou liever hebben dat de internationale twisten door onderlinge overeenkcmst konden beslecht worden—waarover later. De heer Brouwers zegt overigens meer dan hij verantwoorden kan. Hij beweert dat de Paus "reeds lang de voortzetting van den oorlog veroordeeld " heeft. Indien dit zoo is, dan moet hij maar spoedig in " De Tijd " "In dezen wereldoorlog behooren wij, katholieken, ons meer dan ooit in eerbied, liefde en gehoorzaamheid te scharen rondom den H. Stoel... Wij dienen op de eerste plaats tôt het werk van den vrede mede te werken, niet het minst door gebed en meer-dere terugkeer tôt God." "Alwie geen vrede wil, tenzij Duitschland en Oostenrijk eerst verslagen worden, werkt den Grooten Benedictus in zijn vredeswerk tegen en deze miskenning van den Koning aller volkeren zal zich eens wreken..." Als Belgen, die minstens evenveel getrouw-heid aan den H. Etoel hebben getoond als de Hollanders, durven wij getuigen dat gedurende gansch dezen oorlog "De Stem uit België" nooit nagelaten heeft, naar haar best vermogen, den Paus van Rome te verdedigen tegen de aanvallen zijner vijanden. En wij hopen nooit te kort te komen aan den "eerbied, liefde en gehoorzaamheid " die wij Hem verschuldigd zijn. De vermaning van den heer Brouwers tôt den heer de Bruyne komt zeer te onpas. 's Pausen woorden behartigen wij, doch het Dr. Van de Perre en Mr. Frans Van Cauweïaert op bezoek bij onzen beminden Dr. Laporta.—Lincoln, 17 Oktober, 1916. nogmaals zijn kunst uitoefenén en een hevig artikel schrijven tegen zijnen eerbiedwaardi-gen vriend, Kardinaal von Hartmann. Deze heeft immers pas, met versmading van 's Pau.-sen " veroordeeling," zijne diocesanen aange-zet om edelmoedig bij te dragen in de laatste oorlogsleening, opdat onze Duitsche overwel-digers zouden kunnen voortgaan met meer Belgen, Franschen en Engelschen te doodén in hunnen onrechtvaardigen aanvalsoorlog. Of de Paus openlijk "den" Duitschen oor-log veroordeeld heeft, weet ik niet ; maar hiervan ben ik zeker, dat hij " een " oorlog veroordeeld heeft, namelijk dien tegen België. Indien dus de heer Brouwers er zoozeer aan hecht op te treden als Paladijn van het Vatikaan, dat hij dan zijn scherpversneden pen eens gebruike om de " eerbiedwaardige kerk-voogden van Duitschland met hunne onder-hoorigen " aan te sporen hun invloed te gebruiken op hun gouvernement en te vragen dat het althans dezen werkelijk "veroordeel-den " oorlog zou staken, zijn soldaten zoo spoedig mogelijk zou terugtrekken uit een land, waar deze hemeltergende schelmstukken hebben bedreven, en hetwelk zij tegen aile recht bezet houden. De Paus heeft onzen verdedigingsoorlog niet "veroordeeld"-—hij heeft alleen den Duitschen inval veroordeeld. Onze Koning, onze wettige overste, acht het zijn plicht met de bondgenooten zich te blijven verdedigen tegen den barbaarschen aanrander. Als vaderlanders juichen wij hem toe en verheugen wij ons, wanneer anderen ons helpen in die verdediging. Wie heeft nu het recht met den verbolgen Hollander het "vermoeden" te koesteren, dat wij zoodoende onze "wettige overheid voorbijzien " en ons willen verheffen op den troon van het Gezag? De Paus vraagt dat men de wapens zou neerleggen en zonder bloedvergieten de zaken in der minne beslechte. Zelden heeft een Paus op meer indrukwekkende wijze gespro-ken, en daarom verdienen zijne woorden een nader onderzoek. In een laatste opstel van 6 October zet de heer Brouwers zijn "katholiek standpunt" uiteen, en meent dat het ook het onze moet zijn. zal nuttig zijn eens te onderzoeken to-t wie zij gericht zijn, en welke "medewerking " ver-langd wordt. Van de gewone geloovigen, de "katholieken," de "kinderen der eene, ware Kerk" wordt ongetwijfeld, zooals J. W. Brouwers zegt, als medewerking tôt den vrede, het "gebed" gevraagd. Welnu, wij blijven niet in gebreke zulks te doen, al bepalen wij ons niet tôt "zijn" gebed; dagelijks vragen wij aan God dat de zoo gewenschte vrede zoo spoedig mogelijk kome. Wordt nu nog van " ons " een andere " wer-king " vereischt? Moeten wij in verzet komen tegen onze gouvernementen, de handhavers onzer rechten, die niet genegen zijn in de huidige omstandigheden een vrede te sluiten met de Centralen en verklaard hebben de wapens niet te zullen neerleggen voordat de zegepraal bevochten is? Ik vraag me af, of de heer Brouwers genoeg-zaam de inrichting der Kerk begrijpt. Wanneer de Paus eene actie verlangt van zijne kinderen, geschiedit dit altoos door de tus-schenkomst van kardinalen en bisschoppen. Deze zijn de onmiddellijke herders ouzer zie-len, die ons de boodschap van den Paus over-brengen, opdat wij, door de woorden van den Paus op eigen hand uit te leggen, niet zouden af dwalen van het rechte pad. Onze geestelijke overheid nu heeft behalve het gebed geene andere "werking" voorge-schreven. Toen de Paus, als Vader aller Christenen, tôt vrede had vermaand, waren er eenigen in Engeland, die zoo maar seffens eene beweging op touw wilden zetten, om vrede te sluiten met Duitschland. Zij han-delden wellicht volgens den wensch van den heer Brouwers. Doch hunne actie ontmoette een hopeloos fiasco. Zij hadden gewerkt op eigen hand, zonder voorafgaande toestemming van de bisschoppelijke overheid. Zij werden door deze niet gesteund, en wij begrijpen dat onze kerkvoogden daartoe zeer gegronde re-denen hadden ; aan hun oordeel moeten wij ons onderwerpen. En hoe zou ook onze geestelijke overheid zulk eene actie aanleggen, nu de Duitsche bisschoppen, die op de eerste plaats hadden moeten arbeiden voor de waar heid en den vrede, zich geheel afzijdig gehou-den hebben. Sedert lang had de Paus den inval in België veroordeeld, sedert lang hadden de Belgische bisschoppen een onderzoek gevraagd over de gruwelen der Duitsche sol-dateska ; hebben de bisschoppen der Centralen de veroordeeling van den Paus aan hunne onderhoorigen bekend gemaakt? Zijn ze ingegaan op het voorstel onzer bisschoppen? Indien ze dit gedaan hadden, dan ware de vrede daardoor reeds nader gebracht. Doch na zulk eene handelwijze kan men begrijpen, dat de bisschoppen der Entente zich onmach-tig gevoelen om bij hunne gouvernementen iets voor den vrede te ondernemen ; tereeht konden zij oordeelen, dat hunne actie als revolutionair zou bescl. luwd worden. De waarheid is, dat de Paus zich hoofdza-kelijk richt tôt de staatslieden en de gouvernementen. Doch hier staan we voor groote zwarigheden. De H. Vader is voorzeker in zijne roi, wanneer hij de bazuin des Vredes laat hooren, en wij zijn verplicht zijn woorden ter harte te nemen. Doch zijn vredes-ambt is eilaas niet meer zooals in de Middel-eeuwen. Toen Luther in een groot gedeelte van Europa de eenheid des geloofs verwoestte, gelijk hij nu, door zijne volgelingen, de eenheid der zedenleer dreigt te verscheuren, gaf hij tevens een knak aan het vredesambt des Pausen, die voortaan niet meer de Vader zou wezen van al de staatslieden. Wel kan hij nu nog uitgekozen worden als scheidsrechter, en wij voor ons zouden den grootsten prijs stellen op zijne bemiddeling ; doch er zijn omstandigheden, die zijne tusschenkomst tôt nu toe bemoeilijken. Zonder te kort te komen aan den eerbied, dien wij den H. Vader verschuldigd zijn, meenen wij, dat het ons wel geoorloofd is eenige redenen op te geven, waarom o.a. de staatslieden van Engeland zich niet geneigd toonen om in te gaan op de voorstellen van den H. Stoel. Wij zullen dit doen aan de hand van P. Sydney F. Smith, S.J., die daarover een merkwaardig artikel geschreven heeft in "The Month" (May, 1916). De moeilijkheden komen niet van den Paus zelven. Wij zijn overtuigd dat hij zonder aanzien des persoons een vrede zou vragen, gesteund, zooals hij zoo dikwijls herhaald heeft, op de rechtvaardigheid en het welzijn van alleu. Duitschland zelf is de hinderpaal. De staatshoofden der gealliëerden zijn priu-cipieel niet tegen een minzame vereffening der internationale twisten. Sir Grey had op den vooravond van den oorlog voorgesteld de staatsverwiîîkelingen langs vriendschappe-lijken weg op te lossen, gelijk het de katholieke leering vergt. Zijn voorstel werd echtsr van de hand gewezen en het bloedbad begon. En sedert dien is er heel wat gebeurd ! Een vereffening vereischt uiteraard dat er aan weerszijde een vast geloof besta in de zede-lijke bindende kracht der getroffen overeen-komst, anders zou er geen waarborg bestaan, dat de bepalingen van het verdrag door beide partijen zouden nageleefd worden. Doch de Duitschers begonnen den oorlog met te ver-zaken aan de verplichting van een tractaat, dat hun Staatshoofd plechtig gezworen had te onderhouden. Zij hechtten er niet meer waarde aan dan aan een "vodje papier." En daarenboven zij hebben tegenover België nagenoeg aile artikels der Haagsche Convenue met voeten getreden, terwijl zij zich geër-gerd toonden toen zij later meenden hunne tegenstanders te kunnen beschuldigen on-troaw te zijn geweest aan een of ander artikefc dierielfde Conventie, Hoe kunnen daarna, de staatslieden der Entente nog vertrouwen hebben in het woord van Duitschland ; hoe is het mogelijk met dit land een verdrag te sluiten? Dit zal niet voordat Duitschland tôt het zedelijk bewustzijn is teruggekeerd en verklaard heeft, dat het wederom een geslotea verdiag bindend acht voor 't geweten. Doch daarmee zou de moeilijkheid niet geheel zijn weggeruimd. Want is het te hopen dat de Centralen, na de vermaning van den Paus, onvoorwaardelijk zullen afzien van dien zucht naar wereldverovering en het gebruiken der onzalige middelen daartoe, waa*-d°or zij de sympathie verloren hebben van gausch de beschaafd? wereld? En zelfs, indi :n dit zoo was, kan men vertrouwen, dat onze vijanden, onmiddellijk na het sluiten van den vrede, niet weer opnieuw zullen beginnen en wel onder meer gunstige omstandigheden? Ziedaar het gevaar. Eh daarom verlangen onze staatslieden, dat er eerst echte waarborgen zouden bestaan tegen de onder-nemmgen van het onmenschelijke militarisme.Eilaas van zulk een uitzicht zijn we nog verre verwijderd_ De Duitschers gaan steeds voort met het ineenzetten van veroverings-plannen en zoozeer hebben zij aile beginselen, feiten, wetten verordeningen, gebeurte-nissen op den kop gezet ; zoozeer hebben zij onder hun landsvolk den volkenhaat aange-blazen, dat onze staatslieden aile betrouwen op hunne oprechtheid hebben verloren. Op slot von rekening zal men merken dat de grootste hinderpaal voor den vrede niet gelegen is in de internationale twisten zelve noch in de ziel van Duitschland ; niet zoozeer in de gepleegde gruweldaden, dan in de e'gengerechtigheid, waarmee dat volk voort-gaat zijne euveldaden goed te praten. De verdragen zouden niet gesloten worden tusschen gelijkaardige personen. Léon Mattrv

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De stem uit België appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1916 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection