De stem uit België

2050 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 03 Août. De stem uit België. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/251fj2b12s/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Bureel: 21, RUSSELL SQUARE LONDON, W.G. Téléphone: Muséum 267. De Stem uit Belgie. Abonnement : 2sh. voor 3 maanden. Subscription : 2sh. for 3 months. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.50 fr. Voor de soldaten : lsh. of 1.50 fr. 3 de Jaargang, Nr. 4C (Blz. 1563-1570.) Oplage: 11,100. VRIJDAG, AUGUSTUS 3, 1917- Rcgistered at G.P.O. as a Newspaper. 8 blz. i^d. AAN ONZE LEZERS.—Dank aan ontvangen steun van abonnenten riskeeren wij het de naaste- week op «12 blz. uit te komen : dit vermindere echter den steun niet dien men ons biedt, want 't is slechts bij zeer schrappe uitrekening dat wij het dekken der 12 blz.-uitgaven geregeld krijgen. De Ultra-Pacificisten en de Bijbel. Vele Ultra-Pacificisten, zijn achtenswaar-dige menschen ; zij prediken de wet der broe-derliefde en ijveren voor vredesgezindslheid, het ideaal van den christelijken godsdienst. Doch, terw :j,l zij zich hullen in den mantel> van bovennatuurlijke deugdzaamheid en zich aandienen als voorstanders van het zuiverste christendom, laten zij zich geleiden^in het uitleggen der H. Schrift, door de protestant-sche dwaling van het privaat onderzoek, met het noodlottig gevolg, dat zij aangaande het wezen van den ooriiog vervallen in ketterijen, aandruischend tegen de natuurwet en den waren zin der heilige Boeken. In een vorig opstel betoogden wij, dat het Ultra-Pacifisme in strijd is met de wet der natuur ; heden leveren wij het bewïjs, dat het beroep op den Bijbel, om den oorlog als een onwettig middel ter verdedig'ng van een recht uit te roepen, evenmin steekhoudend is. Het is heel vreemd, dat men het oorlog-voeren als tegenstrijdig met Gods wetten heeft durven verklaren, terwijl de Schriften van het Oud-Verbond vol staan van krijgsrumoer. Natuurlijk, in den Bijbel worden zoowel de euveldaden ails de deugden van de menschen verhaald ; en daarom is het enkel vermelden van wapenfe'ten niet een bewijs, dat strijd-voeren gewettigd is. Maar men kan in de gewijde Boeken, vanaf Abrahams tijden tôt in de dagen der Machabeërs, vele voorbeelden aanwijzen van oorlogen, die door God recht-streeks waren opgelegd. En. dit is voorzeker wel eene aanduiding, dat de oorlog niet uiteraard een kwaad is. Nu kan men wel inbrengen, dat de Israêl'eten meerendeels handelden als G'ods werktuigen in het be-traffen der afgoderij, doch 00k de heilige God zal geen slecht midd&I opleggen om tôt een goed einddoelte komen; en Çiovendien deze uitlegging is niet geldig voor zulke oorlogen, welke tusschen verschillende deelen van het Joodsche volk gevoerd werden. Overigens wij ontmoeten 00k oorlogen van verdediging en in het boek Deuteronomium (xx) worden de wetten voorgeschreven van den beschaaf-den krijg in 't algemeen, de plichten der menschelijkheid in herinnering gebracht en een verbod uitgevaardigd teg'en "het slaan van vrouwen, kinderen, grijzaards en het schenden van fruitboomen " ; wanneer vredes-voorstelilen van de hand worden gewezen moet de hoogepriester voôr de gelederen verschij-nen om aan het leger moed en vertrouwen in te boezemen : "Luistert, zonen van Israël,— zoo zal hij spreken,—heden gaat ge slag leveren aan devijanden ; dat uw hart niet ver-sage, weest zonder vrees, zonder schrik, want uw God Jehovah stapt op met u, om te strij-den en te redden." Zoo werd miristens de mogelijkheid van een gerechtigen oprlog aan-genomen ; en zij die dit ontkennen moeten het bewijs leveren, hoe God z'jn goedketiring kon hechten aan het herhaald gebruik van de zoogezegde onwettige oorlogspraktijk in een ras, dat Hij bijzonderlijk van verderf wilde vrij waren. Wellicht zullen de Pacificisten met die gevolgtrekking instemmen en zeggen : onder het Oud-Verbond heerschte nog een onvol-maakte jwet, en wij begrijpen, dat in die tijden het oorlogvoeren door God geduld werd ; maar dat geldt niet meer voor het Nieuwe-Verbond, hetwelk het Rijk van den Messias, van den Vredevorst, inluidde en waarin eene volmaakte wet werd gepredikt, die overal een geest van zachtheid, liefde en vergiffenis ademt ; deze is bepaald tegen de toelaatbaarheid van den oorlog. De waarheid is, dat in de Schriften van het Nieuw Testament zeer weinig te lezen staat, waaruit wij Jezus' houding tegenover den oorlog kunnen opmaken. Nergens wosdt het krijgvoeren door Hem uitdrukkelijk goed-gekeurd, doch 00k nergens uitdrukelijk afge-keurd. Het feit alleera vanden oorlog wordt door Hem erkend, en het vormt zelfs een gewichtig deel van 4e schokken, die naar Zijne voorspelling Jeruzalem's val en het einde van het toen levend geslacht zullen voorafgaan. Dan, zegt Hij, zullen er oorlogen zijn en de eene natie zal opstaan tegen de andere. Doch er komen in de Evangeliën plaatsen voor, waaruit wij althans zijdelings kunnen besluiten, dat noch zijne leerlingen noch Jezus den wapendienst als een onzede-lijk bedr'jf beschouwden. De Zaligmaker predikt gehoorzaam'heid jegens de Romein-sche gezagvoerders, die door waper<geweld hun bewind over Judea handhaafden. Een Romeinsch honderdman van Capharnaum, een soldaat van beroep en vriend der joden, ©ntvangt enkel lof van Hem, niet één woord van berisping om het bedrijf dat hij uitoefent. Dit is wel een bewijs dat Jezus het oorlogvoeren niet veroordeelde, wat Hij zeker zou gedaan hebben, indien het wezenlijk een kwaad was, dewijl Hij andere maatschappe-lijke euvelen, o.a. de echtscheiding, in het Oud-Verbond gedu,ild, met scherpe woorden lcastijdde. Evenmin kan men' de ongeoorloofdheid van den oorlog opmaken uit de handelwijze van Jezus' volgelingen. De Hl. Lukas (vii, 1-10) venhaalt dat "soldaten" bij den H. Joannes den Dooper kwamen ofli onderricht te worden. Deze deed hun niet verstaan, dat zij van hun beroep moesten afzien om Gods wraak te vlieden ; hij drukte hun enkel op het hart, dat zij niemand valschelijk zouden aankla-gen, geene onwettige afpersingen zouden ple-gen, maar tevreden zijn met hunne soldij. Dit "valschelijk aanklagen" voert ons tôt de ondersteling, dat deze "soldaten" niet eigen-lijk tôt den krijgs, doch tôt den belastings-dienst behoorden. Maar in het geval van Cornélius, den honderdman, wiens bekeering dezelfde Evangelist verhaalt in de "Hande-lingen " (x, xi), hebben we zeker te doen met een krijgsman : hij was een vriend der joden, werd belijder van den christelijken godsdienst en proseliet op den koop toe. En in het ver-haal zijner bekeering staat niets, waaruit men kan afleiden, dat hem werd opgelegd aan zijn beroep vaarwel te zeggen om a'is christen te kunnen leven : de krijgsdienst werd der-halve niet beschouwd als onvereenigbaar met de christelijke gevoelens. lossen, dient men in acht te nemen, dat de voorschriften van Jezus onmogelijk op dezelfde wijze en in denzelfden graad op een-ieder toepassing kunnen hebben. Ind'en reeds dezelfde wet niet kan gelden voor ouders en voor Kinderen, voor gehuwden en ongehuwden : dan is dit evenmin zoo voor gewone individuen en voor zulken die stre-ven naar volmaaktheid, voor enkelingen en voor Staten, dewijfii beide niet dezelfde be-stemnrng hebben. Jezus is eene dubbele Wet komen precken : eene oude, die het kwaad uitroeit, en eene niuwe, die tôt volmaaktheid aanspoort. Die eerste wet is niet verschillend van diegene, welke Israël op de toppen van den Sinaï had gehoord. Maar de Zaligmaker bekraohtigt deze, legt meer nadruk op haar bindend en gez.aghebbend karakter. Tegenover de stel-sels en de twisten, die haar hadden verduis-terd, legt Hij den waren zin er van uit; en tegenover de spitsvondigheden, die haar hadden neergehaald tôt uiterlijke en stoffe-lijke gebruiken, ontsluiert Hij al hare draag-wijdte zelfs voor het innerlijke leven. Van LETCHWORTH.—De Belgische kinderen na de H. Mis. De Pacificisten steunen echter veel meer op een reeks uitspraken van onzen Godde-lijken Meester, waarvan de geest, naar het schijnt, in een geheel andere richting zou wijzen dan de slotsom, waartoe wij tôt nu toe gekomen zijn. Zij halen teksten aan, waaruit men besluiten kan, dat het Christe-lijk ideaal geheel tegenstrijdig is met het opeischen van recht bij middel van wapen-geweld en zelfs met het verzet tegen een ongerechtigen aanrander. Het is.de ileering, waarin Jezus aanprijst "geen weerstand te bieden " ; een leering, welke diepe wortelen heeft in het Evangelie en op vele plaatsen tôt uitdrukking komt. Petrus, die ter verde-diging van Jezus optrad in den Hof der Olijven en het oor afsloeg van den dienaar der hoogepriesters, werd door zijn Meester geboden het zwaard in de scheede te steken, "want," zoo zeide Jezus, "wie het zwaard trekt, zal door het, zwaard vergaan" (Matth. xxvi, 52). Met eene nog grootere duidelijk-heid heeft de Zaligmaker dien geest van chris-telijke lijdzaamheid en zachtzinnigheid aan den dag gelegd in zijne bekende bergpredi-k'ng: "Gij hebt gehoord, dat aan de ouderen werd gezegd : Oog voor 00g, tand voor tand ; en Ik zeg u biedt geen weerstand aan den booze, doch indien iemand u op de rechter wang slaat, biedt hem dan de andere. Zoo iemand u voor het gerecht uw kleed opeischt, gee fhem dan 00k uw mantel... Gij dan, weest volmaakt, geiijk uw Hemelsche Vader volmaakt is " (Matth. v.). Er zijn er heden, die met die woorden geen raad weten. Indien het niet eens geoorloofd is zich te verdedigen, hoe kan het dan ooit toelaatbaar worden op den invallenden vijand aan te stormen. Zoo men zijne aanranders steeds moet liefhebben, hun het ongelijk ver-geven, zich onderwerp'en aan het onrecht ; hoe is het dan nog mogelijk den oorlog—die in zijn wezen een opvordering van rechten is, een eischen van herstel, een wreken van mishandel'ngen—als vereenighaar met het christendom te beschouwen? Sommigen mee-nen dan 00k dat Jezus' lessen niet meer voor onzen tijd geschikt zijn ; dat men de bakens der zedelijktheid door Hem gepredikt moet verzetten. Wel neen ! de Zaligmaker sprak voor aie eeuwen, doch zijne leering moet niet afgeleid worden uit een'ge afgezonderde teksten en verkeerd begrepen figuurlijke uitdruk-kingen; zij moet steunen op de richting van gansch zijn leven; zij moet niet uitgelegd worden volgens eene eigendunkelijke mee-ning, maar onder de voorlicht'ng van den H. Geest, voortlevende in Zijne Kerk. Oin de schijnbare tegenstrijdigheid op te \ deze wet sprak Jezus toen Hij zeide : "serva mandata " ; zij is. voor iedereen en zoowel voor maatschappijen als voor enkelingen. Maar de Zaligmaker heeft 00k zulke zielen willen tegemoet komen, dit naar volmaaktheid en vereeniging met zijn hemelschen Vader verzuchten ; en daarom voegt hij bij de voorstihxiften van de Oude Wet zijne evan-gelische "raden." Aan den mensch, zoo hartstochtelijk aan de aarde gehecht, vreest Hij niet te vragen, dat hij zich van die aarde zou losmaken en zijne bezittingen ten offer brengen ; Hij durft hem uitnoodigen zich de voortplanting van het bloed en de huwelijks-vreugde te onitzeggen, in het ïichaam te leven als een engel; den mensch, zoo tuk op onaf-hangelijkheid, durft (hij aanzetten om zijn wil prijs te geven en uit vrije verkiezing zich te onderwerpen aan het gezag van een ander. Ziedaar "raden," welke verplichtingen mee-brengen voor zulke personen, die naar den staat van geestelijke volkomenheid streven ; maar daarmee worden niet aan andere per-sonen, die tôt die hoogte niet begeeren op te stijgen, hunne tijdelijke rechten ontnomen : zij behouden het recht om te huwen, om te bezitten, om te beschikken over hunne eigen levenstaak. Zoo heeft 00k de Staat enkel zulke verplichtingen en behoudt hij zulke rechten, welke met zijnen aard overeenkomen. Dewijl voor hem niet eens een eeuwig leven bestaat en ihij enkeîl ingericht is voor tijdelijke doeleinden, zoo is hij 00k niet geroepen om naar eene geestelijke volmaaktfheid te streven en op zijne levenswijze de Evangelische raden toe te passen. Voor hem gelden niet de woorden, waarmee Jezus zijne bergpreek be-sloot: "Weest volmaakt, zooals mijn Hemelsche Vader volmaakt is." Er is bovendien eene andere beschouwing, die nog beter het verschil doet uitkomen tusschen de verplichtingen van enkelingen en die van een maatscljappij. Deze laatste is enkel een "persona moralis" ; zij bestaat met voor zichzelf, doch voor het welzijn harer leden. Terwijl een individu zijn schatten aan ande-ren kan uitdeelen om zelf in eeuwige armoede te leven, dan kan men zulke opoffering niet vragen van een Staat, die enkel voor het tijdelijke bestaat en voor de welvaart zijner onderdanen te zorgen heeft. Zoo wij als christen individuen het ons aangedane onredht mogen kwijtschelden en geen wraak mogen uitoefenen tegen de boozen ; dan is dit geen voorschrift voor den Staat, die juist geroepen is om de rechten zijner onderhoorigen te verdedigen : het is hem niet geoofloofd de andere kqak te bieden aan een onrechtvaardi-gen aanrander. "Het zou er lief uit zien, zegt Vittoria, indien de tyrannen, de dieven en overweldigers de vrijheid hadden om on-gestraft onrecht te bedrijven, de vredelieven-den en onschuldigen te onderdrukken, en dezen het bevel hadden om z ch niet te verdedigen." (De jure belj'li, t Dl. 1 q. 6.) Een liefdezuster kan in het verzorgen der zieken haar leven blootstellen voor het heil van hare ziel en die van anderen, maar feulk een mar-telaarschap moet niet het lot zijn van een Staat, voor wien geen honderdvoudige ver-gelding in het hiernamaals te wachten staat. Men heeft wel in dezen oorlog gesproken van Belg;e als martelaars-natie ; doch dit is een figuurlïjke uitdrukking, welke slechts in zooverre de waarheid weergeeft als haar lijden uiterlijk gelijkt op een martelie : maar ons vaderland heeft zich niet ten offer gebracht enkel om Frankrijk te redden ; het heeft zich verdedigd uit welbegrepen e:genbelang, om zijne eer als natie te bewaren, om zijn ge-zworenkplicht te volbrengen en daardoor de gunst der besçhaafde wereld en de bescher-ming van machtige naburen te verzekeren. Aan de hand van die beginselen kan men al de teksten uitleggen, die door de Pacificisten tegen den oorlog zijn ingebracht. Het gebod van "geen weerstand te b eden " en "het zwaard in de schede te steken" zijn niet toepasselijk op Staten. Léon Maury. o Het Belgisch Nationaal Feest. In de Westminster KathedraaI. De overgroote menjigte die op doen 21 =>n Juli, verjaardag van het Be'gisch Nationaal Feest, naar de Westminster KathedraaI stroomde om er het Te Deum bij te wonen, getuigt dat een driejarig verblijf in den vreemde het gevoel van vaderlandsliefde en van hoop op terugketer slechts heeft aange-vuurd.Daar waren tegenwoordig : Pr:ns en Prinses Napoléon, Graaf de Lalaing, de Duke of Buc-cleuch, Sir John Knill, den Lord-Mayor ver-. tegenwoordigend, M. de Fleuriau, in naam van den Franschen afgevaardigde ; Graaf de la Panousse ; Generaal Graaf de Jonghe d''Ar-doye ; Graven de Grunne en Davignon, de Belgische Consul M. PoLret, Ridder Carton de Wiart, Generalen Falize, Meiser en Van Loo, enz., enz. Wanneer Zijne Hoogw. Mgr. Butt, Bisschop van Amycla, Z'jne Hoogw. Mgr. Dewachter, en Mgr. Janssens he't choor waren binnenge-treden, besteeg de welbekende kanselredenaar Eerw. Pater Henusse, S.J., het , spreekge-stoelte, om het vrij en vrank optreden van ons onzijdig maar aangevallen België in dezen oorlog in warme woorden te huldigen. Hij toonde aan dat België's moedig optreden, zoowel in het verleden als in 1914, niet a'Jeen op een gevoel van eer berustte, maar op een dieper gevoel van recht, en onYecht gegrond was. 't Is alsof hij op aile Belgen—en met recht—toepaste de oude Vlaamsche leuze "Ze wilden wat was recht, en wonnen wat ze wilden." Hij zegt ook dat we, met voile betrouwen in de toekomst, met onzen bemin-den Kardinaal aan het hoofd, voor Koning, Vaderland en Vrijheid moeten bidden. Na het O Salutaris, het Te Deum, en het Tantum ergo, speeWe de orgel de "Brabançonne," "God save the King," en "Vers l'Avenir."In Queen's Hall. Niettegenstaande de hooge prijzen was het hier ook vol. Nagenoeg dezelfde hoogge-plaatste personen waren hier tegenwoordig als in de KathedraaI. Nadat Mr. Standaert hem met eenige woorden van welkom onthaald had, begon Enge-lands eerste minister, Lloyd George, zijne knappe, welgfewikt en gewogen redevoering, die hij als antwoord toereid had op de dubbel-zinnige redevoering van den nieuwen Duit-schen tijkskanselier. Wij hebben die histo-rische rede in haar geheel gegeven onder de rubriek "Rond den Oorlag." De daverendetoejuiching die hem ^nder-broken had wanneer hij zei dat België zijn voli'iedige vrijheid moest terughebben, be-groette hem nu weer. Dan nam Minister Hyimans het woord. Eerst dankte hij Mr. Lloyd George voor'de schoone woorden waar. mee hij over ons dand, onzen Koning en ons leger gesproken, en ons nieuwen moed, hoop en betrouwen ingeboezemd had. Dan spreekt hij over de diepe vaderlandsliefde die ons allen bezielt, over dien krachtdadigen wil waarin we zoo vastberaden zijn ons land te heroveren, onze steden herop te bouwen, onze nijverheid en handel te doen herleven, en ons zelven te versterken tegen dergelijke mo-gelijke nieuwe aanvallen a"s we nu beleefd hebben. Den 4 Augustus 1914 hebben wij den aanvaller diep het hoofd1 geboden en niettegenstaande de overweldiging van ons vaderland, niettegenstaande de barbaarsche middelen die de vijand gebruikt om overal schrik te verwekken, niettegenstaande zijne pogingen om tweedracht te zaaien ;n ons beproefd vaderland, zijn toch nog aile Belgen hun Koning en Vaderland meer dan ooit ge-trouw en vastberaden tôt het einde toe met de Bondgenooten in het harnas te springen ter verdediging van ons recht en onze vrijheid. Daarna nam M. Standaert het woord. Hij herinnert ons dat België altijd een vrij land is geweest of ten minste altijd voor die vrijheid gestreden heeft en zu'iks deden Vlamin-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De stem uit België appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1914 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes