De stem uit België

1690 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 10 Novembre. De stem uit België. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/j96057h65x/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Bureel i 21, RUSSELL SQUARE. LONDON, W.C. Téléphoné! Muséum 267. De Stem VOGR GOD EN VADERLAND. uit Belgie. Abonnement : Ish. 9d. voor 3 maanden. Subscriptiçn : Ish. 9d. for 3 months. Voor de Vsreenigde Staten : 50 cîs. Voor Hoiîand : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.25 fr. Voor de soldaten : Ish. of 1.50 fr. jde Jaargang, Nr. 8. (Blz. 1175-1182.) VRIJDAG, 10 NOVEMBER 1916. Registered at the General Post Office as a Newspaper. 8 blz. I ^d. Bij gebrek aan plaats moest vele belangrijke stc tôt volgend nutnmer blijven liggen. Men helpe zoi gen voor nieuwe abonnementen, verkoop en onde: steuning, opdat wij niet meer zooals nu, elk vierd nummer tôt 8 blz. zouden moeten inkrimpen. Onze "doode" Jongens. ALLERZIELEN MA AND. Novembermaand is de maand van de doo den, de maand van de "zieltjes," lijk 's volk: liefdeverkleinwoord zegt, ten minste voor hei die nog in de kerkelijke beteekenis en wijdin; der dagen en maanden gelooven, en den tijc niet tellen met regen- of zonnedagen, me goednieuws- of slechtnieuwsweken. me maanden van kleine of groote geldwinst. De Allerzielenmaand herinnert den katho liek aan het groote, diepzinnige en troostrijki geloofspunt, de gemeenschap der heiligen namelijk aan de innige betrekking en dt wederzijdsche dienstwisseling die er bestaai tusschen de heiligen in den hemel, d< lijdende zielen in het vagevuur, en de strij dende Kerk op aarde. Dit geloofspunt i' van zoo groot belang dat het een heel andei mzicht geeft in en uitzicht geeft aan hci menschelijk bestaan, omdat het verruimc wordt door den gezichteinder van het eeuwij leven hiernamaals. Het is van zoo grooi belang in deze tijden van volkslijden er stervende massas, dat de protestantschc godsdiensten, ijskoud en gillig als zij zijn het ons benijden omdat zij geen antwoord kunnen geven op die angstvraag : "Wat ge-wordt er van mijn gesneuvelden zoon? Za! ik hem dan nooit meer terug zien? " Vaderlandsliefde immers, dat een eindig gevoel is, kan geen bevrediging schenken aan het oneindig-smachtend menschenhart, en de vaderlandsliefde ondergaat noodzakelijker-wijze al de schommelingen en verwikkelingen der oorlogsgebeurtenissen, die dikwerf niet uitgaan van louter vaderlandsliefde ofschoon zij zich in schijnselen van vaderlandsliefde inwikkelen. Allerzielen ! Hier ook in den vreemde missen wij er te veel het hoogheilige en diep-aandoenlijke van, want de katholieke gods-dienst ontvouwt zich hier niet met dezelfde machtig-liturgische luister en plechtigheid als bij ons. Nog nauwelijks immers zijn de hoogschal-raeiende feestliederen der Kerk op Allerhei-Hgendag uitgestorven, of 't klokje klept in den deemsterenden avond lijk een zieltje in nood, en heri^Phert- aan endeklok _ en begra-ving der di-erbaren ; de regen zijpelt neer, als tranen van lijdende zielen, en de gure winden zoeven en slaan tegen de kerkeven-sters. En binnen, komen de gekapmantelde vrouwen, en de christenen in rouwe, lang-zaam en weemoedig, en de paternosters die tikken op de stoelen, stooren alleen de stilte. En voor het altaar in rouwgewaad zingt de priester de hoop-en rouwkreten van Jeremias en Job, en de Kerk breekt wonden open en balsemt ze weêrom toe. Dat is Allerzielen-dag in 't land, ginder over de zee_. Maar zoo telken jare Allerzielenmaand zoo'n diepe en troostrijke beteekenis heeft, hoe meer in dezen tijd, dat er nevens dui-zende slagvelden, duizende kerkhoven liggen aangelegd waar duizenden, gekneusd en geradbraakt, versplinterd en verpulverd, ver-koold en doorkorven, begraven liggen onder de Kruisen ! KRUISEN. Om 't even waar ge de oogen slaat, hier in de blakke velden, Daar staat een houten kruis geplant, daar liggen doode helden ! Ze rijzen zinnebeeldig schoon de kruisen, en bewogen Voel ik hun broederlijken groet in mijn mistroostige oogen... Ze breiden, hier en daar ten toon, boetvaardig de armen open Lijk neêrgeknielde apostels, die mirakelen verhopen. Daar nadert rfiemand hier bij dag deze ongetooide graven, Tenzij soldaten die gebukt, langsheen de loopgracht draven. Gegroet ! wie onversaagd en vrank verkozen hebt te sterven, Ononderworpen, naast uw zwaard, bloedrood en bot van 't kerven. Het need'rig kruiske daar geplant te midden van de velden, Het is een kruis van eere op de borst der doode helden ! Zoo zingt de jonge schoone dichter Fritz Francken van uit de bloedgrachten op 't Vlaamâche front. Is het niet bevreemdend dat het kruis, het teeken van den christen, het vaandel der christelijke beschaving, voor onze zoo ont-kerstende maatschappij toch het eereteeken is gebleven, ten minste in het aanschrfn van den dood ! Is het niet pakkend te weten eu te zien dat de jongens zelf uit 't hout der streek, het kruiske timmeren op 't graf der doode "maatjes," denkend dat misschien ®orgen een andere voor hen ook zulk een kruiske timmeren zal? O gij die voorbijgaat, gedenkt, vandaag mij, morgen gij. Buizende jongens, bloemen frisch ontlo-«n in het zonneleven, liggen verwelkt onder e kruisen, hun lichaam rood bebloemd met ^onden. Duizende katholieke bondgenooten Z1jn gevallen op de slagvelden van Europa, f met hetzelfde "Credo" op hun lippen, en dezelfde hoop op het eeuwig leven als onze j katholieke soldaten. Zooveel anderen vielen die levend in een ander geloof als het onze, wellicht goedgeloovig waren, of door de me-: nigvuldige werking der goddelijke Voorzie-nigheid het licht der waarheid en den dauw der genade bij hun sterven en door hun sterven hebben ontvangen. Want deze oorlog moge enkele oppervlakkige geesten over de zedelijke en godsdienstige begrippen der menschheid doen twijfelen, wie echter zich niet blinddoeken wil voor het bovennatuur-lijke, weet dat in het aanschijn van den dood de wereldkomedie van den oorlog voor elken soldaat eene persoonlijke zielstragedie wordt. : En waarom zouden wij in christelijke ver- gevingsgezindheid niet spreken over onze gesneuvelde vijanden? In massas zijn zij velen werden nooit begraven; hun ledematen, werktuigen en vaten welke de heilige Geest gebruikte, in zijn genadewerking, werden verpulverd door het oorlogsvuur. Anderen werden samengeworpen met haast, in kuilen en krochten, met de handen krampachtig gespannen in de macht der onmacht, en met een doek gebonden over het hoofd, opdat dt aarde die op hun nedervalt hun voorhool'd niet bevuilen zou waarop hun ideaal spie-gelde. Anderen liggen begraven in de lan-den der bannelingschap en ik weet Beigische menschen die van tijd tôt tijd bloemen met gebeden nederleggen op hun graven. Ze slapen allen hun laatsten slaap, maar hun zielen leven. I-Ielaas, zooveel moeders leven nog tusschen hoop en angst, en weten niet of ze gebeden zeggen "voor hun levende of doode kinderen. Immers, internationale DE VERSCHIJNING AAN THOMAS. Naar het tweede zijluik, geschilderd door Meester YVante voor St. Bonifaciuskerk te Brussel, en onthuld enkele dagen voor den oorlog. gestorven, voor wat zij hun recht dachten of hun recht waanden. Misschien vlamde in de meeste zielen geen haat. Oorlogsplicht was hun sacrificie. De zielen kennen geen geslacht, geen ras, geen natie, geen partij. Zij zijn aile beelden Gods, wij zijn hun nevenbeelden, hun broeders, geroepen om samen te zijn in het huis van den hemelschen vader. Bidden voor hunne zielen, dat is het sublieme der christelijke liefde. In de bovennatuurlijke opvatting des levens en der wereld, is de zaligheid van één enkele ziel gansch dezen oorlog waard en al België's lijden. Zoo groot in Gods oogen is één men-schenziel.Onze "doode" jongens. O wij hebben er zoovelen te herdenken. De toi dien wij aan den oorlog hebben be-taald is er een hevige geweest in al de klassen onzer maatschappij. Waar zij al begraven liggen weten wij nog niet : rond Luik, rond Namen, rond Haelen, rond Leuven, rond Antwerpen, rond Gent, rond den IJzer, in eenzame hoekjes ter plaatse waar zij vielen, of op gemeenschappelijke kerkhoven. Zoo- wetten, zonde.r hart, bekommeren zich niet om moeders angsten, en is de vijand meester in het land, hij is ook meester om moeder-harten te folteren door onzekerheid en onwe-tendheid.Waarom we onze "doode" jongens moeten gedenken. ' Het moge schoon en verdienstelijk en gazet-achtig zijn welsprekende woorden te uiten over den heldenmoed onzer gesneuvelden en er al de gemeenplaatsige, geestdriftige of haatheete woorden bij te sleuren,—die woorden vervliegen, en de graven gaan toe, zoo dikwerf onder den gedenksteen der vergetel-heid. De menschen immers kunnen niet lang leven in hooge gevoelens, de zelfzucht sluipt heimelijk binnen, en lijk helaas de dagen komen dat verminkte IJzerhelden, on-gezien en ongegeerd, zullen op hun krukken strompelen langs de straten, zoo zullen ook de dooden worden vergeten, en meest wat niet dood is van hen, hunne onsterfelijke ziel. Dat mag niet. 't Is een feit. Wij zien onze jongens geern ; onze levende jongens in hun fonkel- sa/finirWTnTTWTfigrilWMi nieuwe khaki—en, buiten hier of daar een verwaaide Belg die gierig en gretig geld wil slaan uit den oorlog—we zijn altijd geneigd om ze te helpen. Onze jongens zijn schoon omdat zij zoo grootmoedig hun jeugd willen als een sacrificie opdragen. Zijn ze minder schoon, eens dat zij het sacrificie van hun leven hebben volbracht? En sterft onzs liefde met hun dood? Hun ziel sterft niet, en liefde gaat eerst en meest naar de ziel. Wij—als volk—zijn fier op ons leger Tan den IJzer, dat ons een historié heeft geschon-ken, en een overlevering voor de toekomstige geslachten. Maar het volksleven en de historié hebben deze eigenaardigheid dat zij de gedachtenis der dooden levendig houden. Uit strenge plicht van rechtvaardigheid en dankbaarheid, moeten wij als land en volk na den oorlog, de jongens van den IJzer beloo-nen, door voorrechten en voorkeus ; uit dezelfde strenge plicht van rechtvaardigheid moeten wij de doode jongens vereeren en helpen, en er is maar ééne hulp mogelijk, en ééne hulp vereischt : de christelijke ziele-hulp.Tusschen de jongens van den IJzer is er zoo menig simpele soldaat, zonder maat cf vriend, verwante of beschermeling, moeder-ziel alleen. Naar de zulken moeten we eerst een hulpende hand reiken. Zooveel zulken zijn dood, niemand's vrienden, onbekenden, glorierijk vergetenen en verlatenen. Zij hebben ook een onsterfelijke ziel. Niemand bidt voor hen, omdat niemand ze kent. Laat ons bidden voor de vergetenen ! 't Moge waar zijn -dat velen door hun heldendood, bekrooning van een heilig-zuiver leven, regelrecht den hemel zijn binnenge-treden ; 't moge waar zijn dat er een groote zuiveringskracht ligt in den heldenmoed op het slagveld, .omdat die dood in zekeren zin een martelaarschap is, wie echter is zoo zuiver en vlekkeloos dat hij kan bestaan voor den vlekkeloozen God in den vlekkeloozen hemel ! Il; kan mcKir niet verstaan dat zoo weinig Beigische menschen missen laten lezen voor onze doode jongens. Hebben zij dan de waarde van het sacrifieie der mis vergeten? Waarom volgen zij het voorbeeld niet na der . Ieren? of is dit toe te schrijven aan de be-narde vluchtelingentoestanden? Ik denk het niet, maar hier worden wij weêr gewaar dat zooveel vluchtelingen fel verzwakt zijn in hun bovennatuurlijk leven en hun boven-natuurlijk geloof ! Daar ligt het groot gevaar van 't huidige Beigische nationalisme. Het doet me zoo pijnlijk aan te zien en te vernemen dat Beigische Clubs in Engeland, en elders, gedurende Novembermaand, vader-landsche bezoeken doen aan de kerkhoven waar onze "doode" jongens rusten, en er redevoeringen houden zonder ooit God te-verncemen of het eeuwige leven, en er bloemen nederleggen, zonder een privaat en nog minder een openbaar gebed. Zijn we nog katholieken, of zijn wij heidenen geworden? Ik noem zulke heidensche betoogingen—hoe vaderlandsch ook ze worden rondgebazuind —ontheiligingen. Want wij, priesters, weten dat die jongens gestorven zijn in vrede met God, bijgestaan door den priester, en de rechten van de Heilige Kerk, dat zij wel gezondigd hebben, maar den Vader, den Zoon en den heiligen Geest niet hebben verloo-chend. Want, Goddank, de Belg is nog geen godloochenaar, en 't geloof van moeder, waarin velen als zwakkelingen hebben ge-leefd, is hun sterkte geweest om er in te sterven. Wanneer schetsen de almoezeniers ons hunne ondervindingen aangaande de godsdienstige ziel onzer strijdende en stervende jongens? Wij mogen het geloof niet onder de koornmaat verbergen. Plaatst het op de kandelaars, als een licht in deze duistere tijdeD, van vertwijfeling en zedelijke verzwakking. Eert en siert de graven en de kruisen met bloemen en kransen, jawel, maar laat ook door uw gebeden het louterend verzoenings-bloed van den Gekruisigde uit het kruishout vloeien over de graven, over de lijken, over de lijdende zielen van onze "doode " jongens. Onze " doode " jongens leven. Waar is nu, o dood, uw zegepraal? Onze "dooden" zij leven in de gedachtenis van ons volk, en ons volk voelt den polsslag des levens dieper en feller in hem, omdat 't leven met de dooden de zielen verruimt. Waar is nu, o dood, uw zegepraal? Onze "dooden" hebben ons land bevrijd. Hunne moeders hebben hun gezegd met den Macha-beër: "Riddert u ten strijde en houdt stand, want het is beter voor ons te sterven in den oorlog, dan ons land en onze heiligdommen te zien ontrukt." Zij hebben het levensrecht der kleine volkeren gehandhaafd, en door hun voorbeeld de toekomst veilig gemaakt. Waar is nu, o dood, uw zegepraal? Hun gestorven lichamen zijn de zaden van een nieuwe vaderlandsliefde, van een nieuwen opofferingsgeest, van een nieuw vrijheidsge-voel, van nieuwe eerlijkheid, met een woord van al die gaven en deugden, voor dewelke een volk geestdriftig zijn bloed spaarst uit duizend wonden, maar spaarst in gloriestralen door de eeuwen en de geschiedenis. Waar is nu, o dood, uw zegepraal? Zij zijn gestorven, niet omdat gij het wildet, maar omdat zij het wilden. Zij wisten waarom zij stierven. Zij waren fier te sterven voor wat zij wisten. Zij zijn wel gestorven, in vrede met den Heer, zonder vrees voor den dood noch voor wat volgt; wel gestorven in den zin voor welk hunne moeders ta buis

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De stem uit België appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1916 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes