De stem uit België

3270 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 29 Septembre. De stem uit België. Accès à 18 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/9z9086407x/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Bureel : 21, RUSSELL SQUAK LONDON, W.C. Téléphoné: Muséum 267. Stem uit Belgie. Abonnement : lsh. 9d. voor 3 maanden. Subscription : lsh. 9d. for 3 months. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.25 fr. Voor de soldaten : lsh. of 1.30 fr. 3 de Jaargang, Nr. 2. VRIJDAG, 29 SEPTEMBER 1916. Registered at the General Post Office as a Newspaper. 12 blz. I y'] ci■ NOTA VAN DEN UITGEVER. Inschriivingen.—Nog vele inschrijvers zijn ten achter met het yernieuwen hunner inschrijving voor dezen nieuwen jaargang, lsten trimester. Binnen enkele dagen zien wij onzen abonnentenlijst na, en schorsen dan het zenden naar wie ten achtere is. Men herin-nere zich dat het geld ontvangen per post in Engeland niet bestaat. Men stelle dus niet uit zijn postal order in te sturen. Nieuwe Abonnenten.—Missionarissen stuurden ons ter ondersteuning een pak Chineesche postzegels. Voor zooverre de voorraad strekt kunnen de liefheb-bers die er om yragen een Chineeschen postzegel heb-ben, per elk nieuw abonnement dat ze aanbrengen. Dit geldt natuurlijk voor de abonnementen van 1/9 of 2.25 fr. Oude nummers.—Wie zendt er ons nummers 7, 9, 16, 24, van den 2den jaargang? Dank op voorhand. Te koop op ons bureel.—Frontbîadzijden met portret van Mgr. De Wachter : 6d. of 0.60 fr. COLDWELL, The Catholic Platform, 7d. Consummatum est, Kruisbeeldschilderij door Wante, 6d. Vluchtelingen-gevaren. Ons Standpunt. In Engeland ook is niet ailes volmaakt. Wij behooren ten andere niet tôt hen die aan de Bondgenooten aile volmaaktheden toe-kennen en aan onze oorlogsvijanden aile on-volmaaktheden ten laste leggen. Wij be-vechten niet het goede en het groote dat is in een volk, maar wel het onrecht, namelijk het militarisme, en lijk Vandervelde zegt, " aile " militarisme, en wij voegen er bij dat het oorlogsverloop en onze kijk in de wereld-politiek ons geleerd hebben dat het militarisme maar een enkele is der vele uitingsn van het onrecht en de autocratie, en dat onze arme menschenwereld lijdt aan de melaatsch-heid van heel wat autocratien. De vluchteling, die in Engeland aanlandde stond plots voor een nieuwe wereld, en ailes scheen hem wonder toe, schoon en groot, des te meer omdat de geestdrift voor België hoog oplaaide en de Engelsche gastvrijheid koninklijk was. Maar de tijd spoedde heên, en de gemoederen werden koel en normaal, alhoewel de zedelijke en krijgskundige roi van België's houding met den dag in een heerlijker daglichf kwam te staan. De Bel-gen ommentom verspreid, en meer en meer te huis, begonnen te zien, te hooren, te kijken en te peilen in de hoeken en kanten van 't Engelsche leven, van 't Engelsch karakter, van de Engelsche business-wereld, en zwe-gen veel omdat zij veel peisden, en spraken, soms, omdat 't wel moest, hun goed- of af-keurend oordeel uit. Over de gebreken van onze gastheeren spraken we niet openbaar: niet uit platbroe-kerij, noch minder uit vleierij, maar wel uit beleefde kieschheid voor onze gastheeren, en nog veel meer omdat we dachten dat het tôt een gezonde opvoedkunde behoort de licht-zijden van een volk te openbaren tôt navol-ging, eerder dan te smalen. op de schaduw-zijden. Wanneer het echter blijkt dat die schaduwzijden een gevaar kunnen zijn voor de zelfstandigheid van ons volk, dan ware zwijgen onvergeefiijk, want het tijdperk van ons volks hoogste uiting van zelfstandigheid, mag voor de zelfstandigheid Van ons volk verblijvende in Engeland niet noodlottig zijn. Het spreekt van zelf dat we bij 't beoor-deelen van een vreemd volk er wel moeten voor zorgen onzen eigen volksaard niet aan te stellen als de maatstaf der volmaaktheid. Het springt immers rap in 't oog dat datgene wat wij, bevooroordeeld, bij anderen afkeu-ren, in zich zelf, met betrekking op de eigen-aardige toestanden, op de ligging, en de historié van een. land, heel goed kan zijn. Indien wij, bijvoorbeeld, die uit de landbouwstreek van Vlaanderen, komen, volgens onze gedach-ten en gewoonten, een nijverheidstreek lijk Lancashire beoordeelden, ons oordeel zou volstrekt zijn van nul en geener waarde. Anderszins echter kunnen we vrij een oordeel vellen over Engeland, omdat wij daarin fel geholpen worden door de vrije Engelsche pers, die ongesnoerd en onberoerd, almaar-door plukhaart en in kritiek haar finantieel bestaan schijnt te vinden. Godsdienstige gevaren. Een groot gevaar voor den godsdienst onzer landgenooten is het protestantisme—Church of England en non-conformisme—werkelijk niet geweest. Immers in onzen modernen tijd, zijn de burgers van een katholiek land ofwel katholiek, ofwel ongeloovig : ze blijven niet halfweg, maar drijven door. Anderzijds is de kracht en de genade van het katholiek geloof werkdadig in elke Belgische ziel en zet zich van meet af schrap tegen aile ket-terij. En ten slotte, het protestantisme iâ te koud, te eentonig, te formalistisch, te kwak-zalverig, en te veel verbrokkeld, om indruk te maken op het geweten van een katholieken Belg die—spijts ailes—weet en voelt dat de godsdienst iets ernstigs is, iets hoogheiligs en gezaghebbends, en 't blijkt klaar genoeg dat het Engelsch-Saksisch ras wel eerbiedig is voor godsdienst, maar dat de enkelingen— de volksklas bijzonderlijk—zich om gods-dienstpraktijk niet bekreunen, maar natuur-menschen geworden zijn, om niet te zeggen hei-denen, die 't geld, de vreugde en 't leven voor hun zelfgenoegzamen god hebben verkoren. Dat is voor ons katholieken het groot mys-terie. Daaruit volgt dat het protestantisme geen bekeeringen heeft gemaakt onder de Belgische vluchtelingen, tenzij men volgelin- gen noemt, de enkele onzelfstandige Belgen— 't zij ongeloovig, 't zij geloovig—die uit gedweeë vleierij of uit verliefdheid schijnhei-lig en onovertuigd hymnen zijn gaan meê-zingen in protestantsche diensten. Het gevaar voor den godsdienst onzer vluchtelingen ligt echter veel meer in den gedachtenkring van het protestantisme welke zij willens nillens ondergaan, des te meer naarmate zij hier den katholieken gedachtenkring, waarin ze te huis leefden moeten ont-beren en dien kring des te min ontberen kunnen naarmate de oorlog allerlei vraagstukken heeft naar voor geroepen, voor wier oplos-sing zij ongewapend waren. Veel Belgen, die nooit vast in hun geloof stonden, zijn gaan twijfelen aan de waarheid en de deugdelijkheid van het geloof. "Zoo er een God is, waarom al dat lijden," en ze hebben met hun menschenverstand willen zeker en vast somtîjds in betrekking met den duivel. l Moet ik er ten slotte bijvoegen dat de onwetendheid in godsdienstzaken—die reeds groot was—nog grooter wordt omdat de vluchteling zoo zelden het woord Gods hoort in eigen taal. Maar Goddank de tijd is lang heên dat de gazetten schreven " que l'abbé X. avait fait un sermon très patriotique " onder ons gezegd, op gevaar af, den godsdienst te verwereldschen en te nationaliseeren. Gevaren voor de kinderen. Het verstandelijk gevaar komt voort uit het feit dat er niet overal Belgische scholen zijn, omdat er niet overal Belgische scholen kunnen zijn om allerlei billijke of onbillijke redenen. Doch zelfs daar waar Belgische scholen zijn stooten wij niet zelden tegen den onverbiddelijken wil der ouders, die hunne " Heilige Maria, bid voor ons, nu en in de ui kijken in wat we noemen de mysteriën van Gods goedheid en wijsh&id. "Of zoo er een God is, hij is met ons niet bezig." Zij wil-den doorpeilen de wegen der Voorzienigheid. Zij zijn, zonder het te weten, rationalisten geworden, en hebben aile bovennatuurlijke opvatting overboord gegooid. Zij zijn mo-dernisten omdat zij het bovennatuurlijke geledigd hebben van zijn inhoud. En der-halve lacht hun het rationalisme toe van den Engelschman die positief zich eerst en meest bekommert met wat hij ziet, hoort, voelt, tast, verstaat. De groote beteekenis van het lijden in het bovennatuurlijk leven ontsnapt hun geest en hart; en Christus navolgen, in wat Hij eerst en meest was, de schuldelooze Lijder, daar op denken zij niet meer. 't Is het groot gevaar dat den katholieken godsdienst in België bedreigt : de verslapping, en de verwereldlijking van het bovennatuurlijk leven, en van het geloof ; en mag hier de vraag niet gesteld worden of katholiek sociaal en politiek stelsel wel genoegzaam bouwde op den grond van het bovennatuurlijke? Neemt die sociale en politieke organisatie weg—die toch voor het lichaam en deze.wereld zijn—en ge zult zooveel zielen zien slap vallen omdat ze innerlijk niet in het geloof zijn vastgesteld. Waar is de katholieke bovennatuurlijke zelfstandigheid gevaren? En de vluchteling rationalist doet zijn oogen open, en hij ziet hoe rondom hem de Engelschman zich niet bekommert om strik-ten godsdienstigen plicht, zich niets aantrekt van de vier uitersten des menschen, het begrip van de zonde buiten 't privaat leven bant, kortom een natuurmensch is levende natuurlijk in een natuurlijke maatschappij, en toch gelukkig schijnt, gerust, tevreden, plezierig... en onze vluchteling volgt hem na, omdat het zoo gemakkelijkst is, en 't hart zegt tôt het verstand : " doe hier lijk alleman, als ge weêr te huis zijt in 't vaderland, dan doet ge weêr lijk vroeger." Ze vergeten—die natuurmenschen—dat 't bovennatuurlijke het eenig blijvende is en dat het hiernamaals eeuwig is. Zij vergeten dat gelooven in den echten zin is : leven van 't geloof. En wat volgt er dan heel dikwijls? Omdat ze geen waar noch diep geloof hebben, en toch niet voortkunnen zonder godsdienst, ze worden bijgeloovig, en juist lijk de Engelsch-mans zetten zij hun gedacht op spiritisme en waarzeggerij. Zij slaan er geloof aan zelfs aan bedrieglijke kunsttoeren, en vergeten dat een katholiek den duivel niet mag te rade gaan. Want in Engeland is het spiritisme ir onzer dood," naar de Schilderij van Michiels. kinders liever naar de Engelsche scholen zenden., weerom uit die slavelijke gedweeheid die helaas veel Belgen kenmerkt. Een enke'e opmerking hier. Wij vragen niet Engelands liefdadigheid, maar wij vragen hulp en voor-lichting van Engeland om door ons eigen werk en door ons eigen instellingen ons familie-leven hier en ons nationaal leven te verze-keren. En ten tweede, beschouwen de ouders wel dat hunne verengelschte kinderen twee jaren achteruit zullen zijn, ten minste, en dat in een tijd, dat volksgeleerdheid de eenige redding is van 't klein België na den oorlog? Eveil belachelijk is de houding der Belgische ouders, die zich zelf "les gens tout à fait bien " wanende, de verengelsching hunner kinderen als iets permantelijks en " chic " aanzien. Zij verbeulemansen hunne kinderen: twee, drie talen of opvoedingen kan het weeke kinderverstaud zich niet even-wichtig en harmonisch aaneigenen, en 't kind moge nog zulk een "nice accent" hebben en de gewone uitdrukkingen opgeraapt hebben, werkelijk kent dat kind maar een hon-derd woorden, omdat het geen gedachten heeft en van de taalschakeeringen die het taaleigen uitmaken, weet dat kind niets. Neem een Engelschen werkman die slechts zijn taal kent, hij staat voor mij oneindig hooger dan de drietalige verbeulemanste Belg, omdat hij een is en derhalve in voeling met de heele Engelschsprekende wereld en heel het Engelschdenken van hoog tôt laag. Wat woorden onberispelijk kunnen uitspreken is geen taalkennis. Taalkennis is denken in een taal, en men leert maar denken in één taal, de moedertaal. Dat is het eerste begin-sel van aile zielkundige opvoedkunde. Ik zal nu geen oordeel vellen over het Engelsch onderwijs en zijn waarde. In dezen laatsten tijd kunt ge in al de Engelsche gazetten lezen dat de Engelschen zelf hun onderwijs onvolledig vinden en ontoereikend en eene herinrichting eischen, ofschoon ik graag erken dat er heel wat goede eigen-schappen steken in 't Engelsch onderwijs-stelsel die wij ten onzen bate kunnen onder-nemen. Maar het Engelsch onderwijs wordt niet voortgezet door persoonlijk werk van de kinders, na de school, te huis. Daar ligt een gevaar voor de kinders dat ze verstandelijk lui kunnen worden en hun vlijt om te leeren verliezen. De Belgische ouders klagen daar-over dat hunne kinderen lui, speel- en sport-ziek worden. Maar er zijn andere gevaren voor de kinderen. Ik bedoel de onbeleefd-heid, om niet te zeggen de stoutheid, de zor- geloosheid, en de verwaandheid. Waaruit komt dat? Omdat zij, eigen beleefdheid ont-wend, en nog onervaren in Engelsche beleefdheid, blijven hangen tusschen de twee, zonder te weten wat zij eigenlijk moeten doen, en hoe om beleefd te zijn; omdat zij, ten tweede, door de Engelsche geestdrift voor de Belgen, en de Engelsche sentimentaliteit voor het "nice child, nice girl and nice boy" ver-troeteld werden, en daardoor, zijn gaan denken dat zij iets waren en dat ailes hun toege-laten was ; omdat, ten derde, zij door de kennis van hun Engelsch boven hun ouders, kop sprongen, en zoo den eerbied voor het ouderlijk gezag verloren ; omdat zij, ten vierde, daar waar vader afwezig is voor Içgerdienst of voor den arbeid, en moeder te bezig, vrij en onafhankelijk zijn ; omdat zij, teni vijfde, den invloed van het eigen, en huiselijk familieleven missen, omdait zij, ten zesde, op zijn Engelsch, een straatleven leid-den, zonder keurige keus van -gezelschap. Dat ailes is zoo waar—en de verbetering van dien toestand is zoo dringend—dat ik veel ouders heb hooren klagen vol angst om wat gebeuren kan wanneer de kinderen, eens vijf-tien, zestien jaar geworden, de gevaarlijke jaren, hun onafhankelijkheidsgeest driest en stout doordrijven, en willen meester spelen en vergeten 't groot gebod : " Eert vader en moeder, opdat gij lang moget leven op aarde." Dat de ouders dus van nu af uit hunne oogen kijken, want volgroeide boomen kan men niet meer plooieru Pater L. J. Callewaert, O.P. (Vervolgt.) O Lloyd Royal Belge. VI.—VERSCHEIDENE STELSELS VAN STAATSTUSSCHENKOMST. 2.—Staatsondersteuning. "Zooveel hoofden, zooveel zinnen," zegt een Vlaamsch spreekwoord, dat hier allerbest toepasselijk is. Een heel boek zou ontoereikend zijn om al de mogelijke wijzen waarop de Staat een zeevaartmaatschappij onder-steunen kan, te onderzoeken. Om er maar enkele van te noemen : De Staat kan een kontrakt sluiten, gunstig aan de maatschappij voor het vervoer der brieven ; hij kan een som geld betalen in verhouding tôt de tonnen-maat der vloot der maatschappij ; hij kan speciaal ondersteuning verlenen aan bijzon-dere lijnen, voor het aanleggen in bepaalde havens van België ; hij kan gunsten toeken-nen in de havens ; gunsttarieven op de spoor-wegen inrichten voor de goederen, die met de schepen vervoerd worden ; hij kan lasten leggen op de vreemde schepen; hij kan zelfs de havens sluiten voor vreemde schepen. Dat laatste radikaal stelsel heeft lang bestaan in Engeland. Reeds in 1381 onder Richard II, was het verboden iets in Engeland in- of uit- te voeren tenzij in Engelsche schepen. Die wet werd dan eens afgeschaft en dan weer terug in 't leven geroepen. Zoo werd het in 1646 verboden uit de Engelsche colonies koopwaren in en uit te voeren tenzij in Engelsche schepen. Niettegenstaande dat de wet eerder nadeel dan voordeel aan Engeland bracht, en zelfs mede grootelijks oor-zaak werd van den oorlog met Holland, toch werd ze eeuwen lang in 't leven gehouden. Eerst in de voorgaande eeuw werd ze afgeschaft. En er bestaat thans weer een stroo-ming onder zeker Engelsche groepen om ze terug herin te voeren. De Duitsche Staat die veel aan staatsex-ploitatie deed, kwam integendeel weinig tusschen in private industrie. Slechts enkele voorbeelden zijn mij daarvan bekend, namelijk de beperking van potasch-mijn-exploita-tie, de ondersteuning van de industrie van optisch glas en van zeevaartlijnen. Welnu de Duitsche Staat kwam ter hulp aan de scheepvaart, door het verleenen van gunsttarieven op de spoorwegen naar Duitsche havens. Zoo worden Duitsche koopwaren naar havens van Duitschland gezonden, ingescheept in Duitsche schepen, van daar naar Rotterdam of Antwerpen vervoerd, om verder door Hollandsche waterwegen of Belgische spoorwegen tôt hun bestemmingsplaats in Duitschland te worden gevoerd. Dit vervoer kon evengoed langs Duitsche spoorwegen zijn gebeurd. Gebeurde het niet dan waTs het met de bedoeling vrachten te bezor-gen aan Duitsche schepen. Het gouvernement heeft dus vele middelen ten dienste om de nationale scheepvaart te bevoordeelen. De meeste opgegeven middelen kunnen echter alleen dienst doen wanneer de vloot reeds bestaat. De onze was nog om zoo te zeggen in te richten. Dus moest de Staat werkdadiger optreden. De Staat kon ofwel aandeelhouder worden in de maatschappij en deelen in de winsten en in de verliezen ; ofwel kon hij obligaties nemen aan ten vasten percent of interest. Beide vormen hebben hun voordeelen en hun nadeelen. Engeland gaf een voorbeeld van Staats-tusschenkomst door aandeelhouder te worden eener "Olie Cie. in Persië," in 1909. De voortbrengst der olie was in handen van enkele groote eigenaars. Engeland heeft veel olie noodig voor veel zijner oorlogschepen die olie verstoken in plaats van kolen. En-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Périodes