De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1298 1
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 11 Mars. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/w950g3jb4x/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Berste Jaargang ty. 3g Donderdag il Waart 1915 5 Cents DE VLAAMSCHE STEM ALGEMEGN BELCISCH DAGBLAD Een volk zal niet vergaan! Eendracht maakt machtl efURCTIEBUREEL I Hoofdopstellor : Voor ABONNEMENTEN wende men aich tôt ào JLflministratis van het blad: PALEISSTRAAT 81, AMSTERDAM. - TELEFOON No. 9922 Noord. Hr ALBER(K OESWARTE PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. 0, Vtomsehe Stem versehljnt te Amsterdam elke* dag de* morgens " vom. aaskondigingen vende men zich toi de Firma J, H DE BUSSY, °P V'VoLnem "sprtfs vooruitbetaling: Veer Holland « Belgi* Opsfe/raadî ^ ROKIH 60, AMSTERDAM. „ jMr f 12.50 — per kxfartaal / S.50 — per tna»ntl / 1.25, CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ Voor Kngeland en Frankrijb frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per Mr jAH £QQEN. — ANDRE DE RIDDER .ADVERTENTIES: 25 Cents ]>er regel kn-«rt»al — Tri. 2.75 per maand. ... 1 —. . . . . . _ . . korte inhoud labladzijde: De Belgiêohe geest en de tucht. — TV Tim mtrrryinn. Duitecho bescbaring. — Pan. Kleine Kroniek. Bekeateniœen van Dilitsch'ô zijde. w»t Noderland aan België dank*,, Je bUduijde: Dit het Vaderland. Brierc® uit Antwerpen. — A. vn* Soefe» Eigen initiaiief in de nood. J»utje Verdure (17). — Myîi Streuvcls, 3ebl»dzijde: De Européesche Oorlog. Brier.n uit P&rjje. — Wilma Knaap. Uit dé Kampen. Tooaeel, — .indrf. de Bidder. Voor de Tîitgovekenen. 4» bi sd B ijde: lie Verslag der Onderzoekscommïssie. Orenricht aw Pers. Belgiflcb Protest-. De Belgische geest en de tacht. Veel is er gesproken over tucht in dezer oorlog. Al te gemakkelijk werd de Duitach* tucht met de Belgische individueele onaf-hankclijkheid vergeleken, de eerste verheer-lijkt, en op de twoede als van révolutionnaires «tard afgegeven. Wij beschouwen ever die_psychologische toeetanden. Wa* is eerst tucht ? Een der menigvul-dige vormen van de opleiding, die yoora' ha*r doelemde vindt, in het zich schikker naar zekere verordeningen, die de orde ali «frondslag hebben. Zoo îuidt de theorefcischfl uifclcgging. Zeer uiteenloopend is echter in de prak-fcijk de toepassing. Vooraleerst moet in aan-rnerking worden genomen de heerschend< gcesfc onder hen die zidk moeten onderwer-pen. Het optreden moet verechiUen al naai mûn met min of meer bt*chfta-fde, min oi meer onfrtfikkolde goe^te-n te doen heeft. Kie-œand zal betwisten, dat de teugels losseï inogçn bangen, "waar persoonlijk- plichtsbe wî bcetaotj dan icaar gwn aoîfstendige jeesfc bij het individu te bespenren is, daai wa&r bij irieh verechuilt of passief wordt, oi nog, te aanvallend en gevaarlijk, wanneei iij aan aicbuelva •wordt crv^tgelaten. Ir dit opricht heeft tuebt beel "wat> beteekeni: in den tegenwoordigen, reusachtigen strijd Tnsschen tuebt en fcuchfc bestaat ecbtei «en oneinclig vfrschih Ons Belgoach volk enxe dappere strijders op 't slagveld kendei geeii dwang, waa.r dwang overbodig is. Wi kenden slechts vrijheid van doen en laten zcmder «lecbte bedoelingen, «n al wordt d< tengel gevierd, toch hebben wij immei' ge toond vat wij konden door zelfvertrouwen wrlijkbeid en werkzaamheid, en daarvoor i: bij on s geene discipline met een monsterge laat noodig. En toch op het gegeven oogen tlik,. zonder overeenkomst noefi gebiedend< dwingeiandij, heeft ons volk, zijne lenee ge trcniw, de eendracht veten te handhav^n «n volgde vol geeetdrift, koningsgeBindex zoowel als republikeinen, met bart en zie ons koningspa-ar en: ,,Leve de Koning!" h b;j ons geene alleeiilijke uiting, voortg^sfpro ten uit banale overeenkomst., maar vel eet kreet des harten, een kreet van ware liefde niet opgedrongen, maar spontaan! Wij be Kitten vooral individueel plichtsbesef. Wi zijn geen gedeelte van oen door den meestei slechts op te draaien machiene, wij zijn be-vnst van onze -raardigheid als menech, ei vij doen zonder brutale commando'» va' enzen leidera behaagt, dat weten orna lcideft aelf het beete en daarom eerbiedi gen zij hunnerzijds onae rechten. Dat is onw gemoedelijke, verstandige tncht. Tnsschen aile koren zit kaf, en wanneei «nkele rnmoerige Belgen zich nitgelatei hebben tegen hunne oversten, dan waren he w roorzeker die klaagden uit loutere zwak heid; zij vr>rmen d« noodig# uitsionderinge] op den regel. Het n een publiek geheim dat talrijk< Î>nit»cher5 zich, zonder weerrîfcand te bied.cn overgaven, wanneer geen Feldwebcl toezâch ftield, wannoer het daverend: ,,Vorwarts F hun niet als een 2rweepslag in de oorei klonk, waimeer geen bulderend officier he] fiutteloos, cnerbarmelijk in 't vuur aond. Elkeen weet, dat de Ihiitsche bezettingï tr-^pen in België maar al te gaanie lie Biiiitaine pak wiseelen tegen de burgerklee ding, en wie zal vertellen hocvele Duitscher «>nder het minst daartoe gedwongcn te woi Hollandsch gobied in veili| n<ud hebben gecteld. Het bedreigingswoor ,,Kaar het front!", dat ia de geducht r ci' WaaTom - Omdafc de ware vaderlandî iiefdo ©r met diep inzit, omdat het bij d Duitschers iets machinaals », luid t© roc pau : ,,Hoch !" bij het uitepreken van 's ke: » aers naam, omdat hun vernuffc den Duii *chera langzamerhand doet beeeffen, da 8e?.1?, wmiien meor voor hun vaderland m< ge.ijK xs, dat de heethoofdige pangermanii ^ hem overbluft, in de luren gelegcl het ,.^û^ zyQ nu de gevolgen van tucl i!' esommigen ook voc m'Btlçvàh léger w*aschten ! Hoeve^l pi gens gaven 2açh niet als vrijwilliger aan. Zelf na de droevig© gebéurteniseen, na de verBchrikkelijke teistering, die ons land ' doorataan heeft, den dood trotseerend om zich over Holland naar het front te begeven. TV hoorde met fierheid verklaren, dat zich te Maessyck voor 't gansche distrikt slechts een tiental miliciens van de nieuwe lich-ting, bij de Duitsche overheden hebben aan-gemeld. Want bij ons klinkt het woord ,,front" heel anders dan bij onze tegonstan-ders, het beteekent den sleutel van de ver-loren haardstede, het dorado waar men de zoete vruchten des roems plukt, de poort waar men onderdoor moet om bij de over-winning met lauweren op het voorhoofd. d€ goboorteplaate binnen te treden.... Er be-^taat heimwee naar het front, men hoort het opzwe^len en bot versterven van den ,,Y1 aamî?chen Leeuw", dien de oprukkende ffoldaten uit voile borst zingen en de aan-doening dringt in het gemoed. Dat soort 1 van heimwee îb ook meer vernuftelijke tucht, zachte tucht, tucht door gemeenschap van 'gedachten, door ideale owreensterm-ming der goesten In ons luilekkerlandje werd door niemand oorlc^ verwaoht ; oorlog was een utopie, wij waren dus niet zoo geoefend, niet zoo vaardig. Maar juist daarom! Dat is het welspre-kend bewijs van' onze waarde geweest, dat is de reden waarom de heele wereld onze kleine natie bewondert, dat wij verraat wer-den, maar, bewust dat het recht aan onze iiide was. dadelijk -n-eeretand goboden hebben aan dfn overwelddger, en da-arom hebben wii juist onvergeetbren roem geoogat. Het is een feit, dat de Umtaohers met ' overgrw;te macht drie ma&nden niet ons him banden hebben vol gehad, zonder dat wij «eholpen wepden, en dat wij thans met on-vermoeibaren mœd, onze dnokleu-rige vlag, glorievol blijvem verdedigen, en stand honden op dat kleine stnookje gronds van ons dierbaar Vlaanderen.... En nu gij, die voor ons Belgisch léger een oogenblik de Duitsche manier hebt ge-wenscht, voelt gij nu dat. men nooit ee® Belgisch hoofd met Duitsche hersens zal kun-nen vullen, dat men nimmet hetzij "Vnaming d Waal, in Duitscher zal kunnen her- Nero, cmze zelistandige waardigheid moet ongeschonden blijveu, zoowel als orne be-ginselen moeten gehandhaafd. y ?' moet iets hcel apartf wezen, îeta afzonder-liiks, zonder vervalscht mengsel... Wij moeten onzen nationalen geest gaaf bewaren. Die geest dat zijn wij, dat zijn onze ouders, onze kinderen, onze velden en onze landouwen, onze steden en onze dor-pen, onze heuvelen en onze dalen, onœ TO-achtvolle jkasteelen en onze schilderachtige bÔOTenwomingen ; onzo geest, dat is ons Vlaanderen en ons Walenland, vereemgd door het. besef van spontané tucht, hand m hand strijdende; onze geest, dat zijn onze dichters en onze schilders, onze kunstenaars en onze geleerden, onze geschiedenis en onze nationale in6tellingen ; onze geest zit in den roem verworven in het bloed ran onze broeders ; onze geest is heel ons volk, heel ons Belgisch leven... Laten wij dièn geest onaangetast voort-leven. Met dien geest. heeft ons de wereld leeren kennen en Ije-renderen, met dien geest hebben wij allen, aie één man, ieder in onne sfeer, eene nieuwe taak aanvaard, bereidvaardig den roep van het vaderland beantwooids met dien geest zijn wij sterker geworden in den strijd voor Ideaal ©n Recht. . Die geest is onze manier, onze zachte tncht ligt erin opgesloten, onder den vorm van broederlijke liefde, handreiking van den sterke aan den zwakke, toenadeiing van klassen, dat begrip is het dat bij het daarginda in België onder den heersclien-den nood Kjdende volk den moed versterkt^.. het vertrouwen bewaart... Dat begrip van tucht zal ons de eindoverwinning goven WILLY 1TM JtERM ANS. Duitsche beschaving. ' Naar het Hamburgsch Handelsblad Dezer dagen zei Staat beeebaving op z'n Duitsch Aan de spits der rij. Nimmer schond een Duitsch soldaat Anders huis of goed, Nimmer plaste een Duitsche laars In onscbuldig bloed. Wat in Belgio is geschied — Kan 't wel anders zijn? — Is der Belgen eigen werk, Zoo van groot als klein. i Kathedralcn, belfort, liai, ç, Staken zij in brand, En de schuld, die schoven zij ' Op het Duitsche land. e\ Moordenaars en plunderaars Van hun eigon stam, Hebben zij de daad ; den naam i- Kreeg het Duitsche lam. ,tj Duitsche onschuld, wees gerustî M Gaat de leugen anel, Oeh, de waarheid op het Liatst Achterhaalt haar wel ! Voor Kultuur, rechtschapenheidj Eerlijkheid induis, ^ Iioon den nooblen PickelUaub r ,l>an het iizerça Ki-ui-s l L- PAN- Kleine Kroniek. i Hoe de Duitschers hunne bondgenooten helpen. Konstantinopol zal het wel niet lang meer uithouden. De onverwinbare veete van het Mohamedaansch geloof begint te wan-kelen. De zeven hemelen van Allah zijn reeds meer dan vol met de zonen van het profeten-volk en de stedehouder van het . Deutsche Walhalla heeft onlangs nog bi-zondere kredieten aan Wilhelm aangevraagd om z'n heldenparadijs uit te breiden. Doch, edelmoedig als altijd, heeft de Duitsche Regoering hulp gezonden aan het bedreigde broederland. En wat een hulp, mein Gott ! Ja, hm, soldaten zenden was oumogelijk, en brood nog onmogelijker, en geld dient tôt niets, want daar koopt ge geen jonge-lingen mee, als go uw voorraad opgeruimd hebt in roemrijke gevechten ! Maar helpen moésten ze en ze hebben dan weer ,,etwac kolossales" uitgevonden. De Turken zijn simpolen van geest en zullen zich wel laten foppen door de zooveel sluwere aanhangers van von Bernhardi. Zoo is de eer gered en zullen de Islamie-ten den Kaiser zegenen met hun allervroom-ste gepeinzen. En in wat dat ,,etwas k'olossales", hun reddende hulp, bestaat? Wel, vrienden, ze hebben niets beter gevonden dan een hun-nêr kulturdragers te zenden en zoo werd Turkije verblijd met de komst van een.... professor, een zekeren Sckmidt, dien ze uit louter dankbaarheid tôt bijgevoegd minier ter van oorlog benoemden ! ! ! De belegeringen van Constantlnopel. De ,,Daily Ghronicle" vertelt: ,,Gedurende de '1585 jaren van zijn be-otaan is de stad Constantinopel 26 keer be-legerd en S maai ingenomen geworden. ,,De gedenkwaardigste belegering was welliclit die, welke Baldwin in de 13de eeuw heeft ondernomen. Hij spaarde noch vrouwen, noch" kinderen, noch de schatten der kerken. ,,Zou Baldwin de voorganger der Kultur zijn geweest? ,,Wat de Turken betreft, die zich in 1453, aan het slot van een derden a-an val., van de stad rneeeter maakten, zij leidden hun be-stormingen n*et voldoende menschelijk-heid... Het waren geen Jong-Turken." De aanraking van de Turkomannen met de Allemannen is den eersten inderdaad noodlottig geweest. En er is wel mogelijk-heid, dat de Halve Maan eerlang zijn laat-ste kwartier krijgt» Poging tôt omkcoping dor Italiaansche pers. De „Popolo Romano" en de ,,Secolo" hebben verschillende Italiaansche journalis-ten ervan beschuldigd,een reis door Duitsch-land te hebben gemaakt, geheel op kosten van een consortium, en in ruil voor Duitsch-gunst-ige correspondenties. De directeur van de ,,Secolo" doet in dat opzicht de volgende mededeeling: ,,Toen de oorlog uitbrak konden onze correspondenten te Berlijn en te Weenen niets uitrichten en de Italiaansche gezanten gaven hun den raad naar Italie terug te keeren. Oostenrijk en Duitschland zochten thans onze bladen te beïnvloeden en in September kwam iemand bij mij, die mij mededeelde, dat een groep Duitsche indus-trieelen besloten had op hun kosten een zeker getal Italiaansche journalisten een reis te <ioen maken door de verwoeste strekén, ten einde een voor Duitschland gunstig rapport uit te brengen. Met verontwaardiging sloeg ik het aanbod af. Eènige dagen later kwam een ander bij mij, die voorstelde mededeelingen en artikelen op te nemen, welke met tien en zelfs vijftien francs per regel betaald zouden worden. Het was weder dezelfde groep industrieelen, vau wie dit voorstel uitging. Wat later kwam een vriend mij vertellen, dat de Duitschers in spéciale luxetreinen reisjes door Duitschland en Oostenrijk arrangeerden, ook al weer tegen ver-goeding van gunstige artikelen. Men deelde hem mede, dat waarlijk ernstige en eerlijke journalisten op dit soort voorstellen niet in konden gaan. Dergelijke voorstellen werden ok aa.n de andere bladen gedaan." De directeur der ,,Secolo" had te Rome gelegenheid den minister te raadplegen. Deze vertelde ^ïm, dat een Duitsch agent naar Italie ge-Komen was, om zooveel dagbladen mogelijk, om te koopen; hij was er echter slechts in geslaagd met kleinere blaadjes van den weg der eerlijkheid af te brengen. De heer Russo van de Italiaansche Pers-Vereeniging, ge-vraagd waarom niet opgetreden werd tegen al die kleine Duitschgezinde blaadjes, die als paddestoelen uit den grond rijzen en waar-van men niet begrijpt hoe ze kunnen bo-etaan, antwoordde: ,,Er is ons niet ge-vraagd om er tegen op te treden of eon onderzoek naar in te stellen". In elk geval blijkt dat het niet altijd onvoordeelig is voor den koning van Pruisen te werken. Het moet er echter wel slecht met een zaak uitzien, die zulke verdedigers noodig heeft î Laster. Een duitsch priester, Karl Sonnenschein genoemd, heeft een auto-tocht.je door België gemaakt en zijn reisindrukken aan de ,,Kôl-nische Volkszeitung' toevertrouwd. Ook de Weensche ,,Reichspost" heeft dit verhaal gedrukt. Daarin nu lezen wij het volgende: ,,In de vlaamsche. streken is het misschien gebeurd dat de priesters de burgers hielpen, wanneer deze de Duitsche soldaten bestreden."Wat zegt ge van zulke ta al ? De Vlaamsche priesters hebben ,,misschien'^ !) op de Duitschers geschoten... Indien hooger genoemde auto-reiziger be-wijzen heeft, waarom komt hij er niet mede voor den dag? Of beschuldigt die man misschien zonder bewijzen' In hetzelfde artikel komt de volgende be-wering voor: ,,Gansch anders was de houding der Waal-sche geestelijken. Men mag zeggen dat, op weinige uitzonderingen na, de belgische geestelijken onze troepen niet al te slecht ontvingen. Het verwijt dat zij aan de vijan-delijkheden zouden hebben deelgenomen, kan heden door niemand meer ernstig opge-nomen worden." Wat niet belet, dat zoowel in de Waalsche als in de Vlaamsche bisdommen, Narnen, Luid, enz., een groot aantal priesters door de Duitsche Kultur-soldaten vermoord werden. Nooit echter zal de Eerwaarde Heer Sonnenschein, welke blijkbaar meer den pin-helm dan de waarheid eert, erkennend dat die priesters onscbuldig ter dood werden ge-bracht.Hongersnood. Een nieuw bewijs van den angst, die op Duitschland en Oostenrijk weegt, angst voor den naderenden hongersnood, ligt in het be-sluit genomen door keizer Franz Jozef. De Oostenrijksche Vorst heeft toegesteind in het beplanten met aardappelen van zijne eigen-dommen en parken, van de verschillende keizerlijke domeinen en ook van de Weensche plantsoenen. Tevens heeft de keizer do edelen en groote grondbezitters aangezet zijn voorbeekl ie volgen. Men beelde zich den ongelukkigen grijsaard in, zijn oude melan-kolie uitdroomend in zijne tôt aardappelveld omgewoelde parken, waar achter de boom-tronken, in den mist, de klagende gedaan-ten ijlen van zijn tragisch leven, waar het bleeke spook van den komenden honger dreigt, met holle wangen, met skelet-mager-te, met groene huid... Hoe de Duitschers de jeugd opvoeden. 's l's ver gckomen met de Teutoniî-che beschaving ! Ware haar reddeloos failliet niet zoo dicht nabij, dan zou het misschien de moeite loonen onze verontwaardiging te doen oplaaicn met de macht van het woord der eenige, levende Waarheid. Maar nu... Met een stervende heeft men medeîijden; en stervende wenscht men goeje reis naar de eeuwige vergetelheid... Tôt stichting^ onzer lezer3 willen wij hun echter het droevige verhaal niet onthouden, waaxuit nogmaals hun enovertroffen opvoe-dingssysteem blijkt en hun talent om de ,,kinderkons" in te wijden in de poëzie en de liefelijke sclioonheid van het... slagveld. 1500 leden van de Jugendwehr van Biele-feld hebben het kamp, waar 30.000 Fran-eche en Engelsche krijgsgevangenen verblij-ven, met hun bezoek vereerd. Zij zijn er naar toe getrokken als zondagslui die hun vrijen middag gaan doorbrengen in de dier-gaarde om er de in stevig-gegrendelde kooien opgesloten wilde dieren te bewonderen. En evenals die menschen genoegen vin-den in het onmachtig brullen van het naar vrijheid smachtende dier, hebben zij zich verheugd in het met lamheid geslagen leven, dat het vaderland verdedigde en door een ongelukkigen sameuloop van omstan-digheden tôt over gave gedoemd werd. Op zeker oogenblik werd het den Fran-schen te machtig. Hun warme drift sloeg op en eensklaps klonken hun liederen, hezield met gouden lichtdroomen van wor-denden zege. Maar de jonge studenten in het kultu-risme, met hun hoog besef van menschlijk-heid, brulden tegen, brutaal, dom, vlegel-achtig. Instede dat gevoel van liefde te eerbiedigen, instede zoo kiesch te zijn en te zwijgen, wanneer leedvoldragen mannen iets te zeggen hebben, moesten zij hun Teutoonsch gemoed luchten in een bar-baarsch huilen van ,,Deutechland, Deutach-land uber Ailes"... maar niet over den Yzer, hé? 1400 van die jonge kerels hebben zoe hun vaandel van Duitsche ridderlijkiheid hoog gehouden. De honderd overblijvenden hebben gezwegen uit eerlijke schaajnte ; misschien ook wel uit het vroegrijpe besef van het naderende einde hunner studio* ir de 7,hoch kultur Tî Bekentenisssn van Duitsche zijde lu „Le Journal'' lezen wij het volgende, onder dagteekening van 2 dezer: ,,Een konvooi krijgsgevangen Duitsche offi-cieren is heden van het station te Toulon ver-voerd naar Entrevaux. Onder lien bevonden zich kapitein Lindermann, van het 78ste, luite-nant Roth van Jiet 74ste en Iuitenant Rieth-brok van het 92ste linie-regiment, gevangen genomen in den loop der laatste gevechten in de omstreken van Perthes. ,,Kapitein Lindermann, die vader van vier kinderen is en voor de mobilisatie onderwijzer was, yerklaarde, dat hij nu twijfelt aan de overwinning van Duitschland, daar het naar zijn meening gedwongen is over een te uitge-strekt front te vechten. ,,Hij was", voegde hij er aan toe, ,,zeer aenuwachtig geworden door het le\*en in do loopgraven, dat voor de Duitschers zeer neerdrukkend is." In zijn compagnie deelden tnllooze ofîicieren en soldaten zijn gevoelen ; zij waren overtuigd, dat de Duitsche legerberichien, waarmede men hen in kennis stelde, verminkt waren en men hun sommige waarheden verheelde. ..De luitenahts Roth en Riethbrok, van hun kant, erkennend, dat het geveclit bij PerUies, waar zij krijpgovangen zijn gemaakt, tôt do bloedigsto behoort, en zij bekennen, dat het Duitsche 92sto or geheel en al gedecimeerd is geworden. In do loopgraven-linie, waar Iuitenant Riethbrok was, KÎjn slechts twee offi-cieren, waaronder hijzelf, en tien soldaten aan den dood ontsnapt. Aile krijgsgevangenen zijn er voldaan over, een strijd te verlaten, dion zij afschuwelijk vinden." De vrees,- de vrees schijnt dus reeds in het Duit«che léger in te sluipen en haar sloopings-werk te verricliten. Als tegenhanger drukken wij hieronder een gedeelte af van een brief, d.d. 12 Februari 1.1., aan zijn ouders, van den soldaat in het Fransclie leger Arthur Knaap, zoon en broer van onze medewerkers Otto en Wilma Knaap: .."VVilma heeft mij uw teide laatste brieven gezonden. TT zegt, dat u niet heel gerust zijt over mijn lot, en toch schrijf ik "VVilma ge-regeld.,,Ik heb den heer Van der Vlugt gezien, die ziekenverpleger in mijn régiment is. ,,Op het oogenblik zijn wij op zeer geringen af stand van de vuurlinie ingelegerd. Het dorp is gebombardeerd geworden. Gelukkig zijn er slechts eenige gekwetsten, geen dooden, uit-gezonderd twee koeien. ,,Ik heb verscheidene brieven en briefkaarten uit Holland ontvangen, van menschen, die ik niet ken en die tocli zoo beminnelijk zijn om mij géliik te wenschen. Het is mij natuurlijk onmogelijk hun te autwoorden ; ik heb nauwe-lijks den tijd oni u te schrijven. ..Het schijnt, dat zoodra de maand Februari afgeloopen is, men ons voor eenige dagen rust-tijd zal geven. Er zijn er onder ons, die het noodig hebben. na drie moanden campagne. Wat mij betreft, ik zie er beter uit dan bij "het vertrek en ik hen zelfs dikker geworden. ,jDan, dien rusttijd, geloof ik, dat het uur zal gekomen zijn van de groote beslissende aanvallen. ,,Het is heel zonderling, maar ik heb nog niets ontvangen van al wat mij uit Holland is gezonden geworden, noch pakketten, noch geld. Maar dat is niets. Mij ontbreekt hier heelemaal mets. ,,Eergisteren hebben wij een hevig bombardement moeten verduren. ledereen was genood-zaakt, zich in de kelders te verbergen. Geen ongelukken echter. ..Vanavond gaan wij naar do loopgraven terug, voor twee weken. Men had een vyftiental vrijwilligers noodig voor een kleinen post, op geringen afstand van de Duitsche loopgraven. Wij kornen er in een gat. Wij kunnen er niet uit, en wij nemen levensmiddelen mee voor zoolang wij er blijven. Het spreekt van-zelf, dat ik een van de vijftien ben. Elken nacht zullen wij drie patrouilles vormen, zooals ik het reeds gedaan heb, plat op den buik voort-kruipend naar de vijandelijke loopgraven, ten einde de opstellingsolaats der mitrailleuses onz. te verkennen. Wij vertrekken vanavond met een Griekschen sergeant (een advokaat) en een icorporaal. ..Hebt geen vrees, lieve paatje en maatje en kinderen. Het is noodzakolijk. dat men er heengaat ; en ik ga er heen met de lioop, met de zekerheid, terug te komen. ,,Wij zijn nu gehard. Ik, bijvoorbeeld, ver-rlraag het gebrek aan slaap, de vermoéienis, de kou tien, twintig maal beter dan vroeger. Mijn handen zijn hard geworden, en ik geloof niet, dafc ik nu piano zou kunnen spelen. Ik slaap op stroo en ben tevreden, het te hebben. Het eenige vervelende is het ongedierte, dat mon in het stroo op zijn lijf krijgt. Wij moeten ons dikwijls schoonniaken, want de luizen zijn talrijk en verhinderen ons te slapen. ,,Enfin, dat ailes zal eens eindigen, en spoedig, hoop ik. Ik denk dikwijls aan u beiden en aan de zusters en broers, en heb u allen lief." Wij behoeven niet te vragen, wië meer ,,feu sacré" heeft: deze Nederlandsche vrijwilliger in het Fransché leger of de Duitsche luitenants Rith, Riethbrok en Lindermann. Welke Ger-maansche schrijver zal eenmaal een pendant durven schrijven van „La Débâcle" van Emile Zola? Want ze komt, do Teutoonsche „débâcle", de Germaansche instorting, lang-zaam misschien, maar zéker.... Zie onze telegrammen en laatste legerberichien op de derde bladzijde, Wat Hederland aan België dankt y a a?- cumlciding van het gedrag van freule de Savornin. Lohmcm, dat ook de inmrjc ver-ont waar di/jing van vdt Ilollandcrs heeft op-gewekt, zijn we zoo vrij de aandacht van onze lezers te vestigen op het onderstaand artikel, dat in September 1910 in: ,,De Nc-(j crlander" verscheen, toen de Koning en de Koningin van België Nederlavd bezochten. Nu het bezoek van het Belgisch Vorsten-paar weder tôt het verleden behoort, willen wij vooral op de lichtpunten in onze verhou-ding tôt. België nog eens het oog vestigen. Zuid-Nederland is veel eerder dan Noord-Nederland tôt beschaving gekomen, omdat Zuid-Nederland veel eerder tôt welvaart kwam. De rijke Vlaamsche steden als Antwer-peu, Brussel, Gent, Brugge euz. zijn ware centra geweest van kuusten, letteren en we-tenschappen, toen de Noord-Nederlanders nog niet veel meer waren dan een volk van visschers en boeren, zooals eens door Busken Huet is gezegd. Vlaanderen en Brabant beteekendeu toen heèl wat meer dan Holland en Zecland. Eerst langzamerhand werd de verhouding omgekeerd, totdat eindelijk het zwaartepunt van Brussel naar Amsterdam was verlegd. Het begin was de groote trek der beste Zuid-Nederlanders naar het Noorden, teu einde aan de tirannie der Spanjaarden te ontkomen. Zij brachten hier hun talenten, hun schatten, hun- beschaving, hun invloed, en toen is ook Noord-Nèderland intellectueel iets gaan beteekenen, maar reeds voor dien tijd hadden Hollandsche graven, die de 6ë-hoeften van het land begrepen, Zuid-Nederlanders als Jacob van Maerlandt en Jan van Heelu aan de beschaving van Noord-Nederland dienstbaar trachten te maken. Zuid-Nederland gaf ons groote kooplieden als De Geer, Moucheron en Le Maire, een dichter als Vondel, die wel in Keulen is ge-boren, maar wiens ouders toch uit België kwamen, krijgslieden als Boisot, Lumey en anderen, beeldhouwers als Quellinus en later ook Rover en Stracké, geleerden als Plau-cius en staatslieden als Marnix van St. Al-degonde en Aerssens. ,,Zoo kan het gebeuren," schrijft Jonck-bloet, dat sede'rt de laatste paren der zes-tiende eeuw, Holland de bakermat der nieuwere Nederlandsche ontwikkeling werd, dat wetenschap, kunst en letteren hier in ongelooflijk korten tijd eene buitengewoon hooge vlucht konden nemen, die Europa zou verbazen. Van dit oogenblik houdt de geschiedenis der middeleeuwen op. Zoo België tôt dien tijd aan de spitse s tond, van nu af zou Holland de eereplaats innemen. Maar het geteisterde Zuiden, kon dien bloei zonder naijver aanzien, want het waren vooral zijne za-aiere, die daar den oogst bereidden. " Toch is het voornaamste nog niet genoemd. België gaf ons ook ons Vorstenhuis ! Uit vîanden (Luxemburg) irwamen de Oranjes, toen zij zich in Duitschland ves-tigden.Reeds dat feit alleen zou voldoende zijn den Belgen voor altijd aanspraak te geven op onze vriendschap en onze dankbaarheid. Wie zal ook' den invloed berekenen, die de groote Belgische schilders, musici, letter-kundigen en bouwmeesters, ook wanneer. ze in België bleven, op Noord-Nederland hebben uitgeoefend en nog uitoefenen? Hoe heerlijk bloeide de Vlaamsche schil-derschool, toen de Nederlandsche zich eerst begon te vormen ! Op muzikaal gebied zijn de Belgen de leermeesters geweest van heel Europa. Zij en de Duitschers zijn bij uitstek muzikale volken, en ook do prachtige Vlaamsche let-terkunde gaat nog steeds voort ook voor Ne-derland een rijken oogst op te leveren. Ook voor ons Godsdienstig leven hebben wij veel aan België te danken. Zuid-Neder-land gaf ons het Calvinisme, dat ten slotte ook in liet Noorden overheerschend werd en het Luthéranisme grootendeels verdrong. De Fransc-he gemeenten, die nu nog in Neder-land bestaan, waren oorspronkolijk gevormd door uitgeweken Walen, waarbij na de her-roeping van het Edict van Nantes, de Hu-genoten zich aansloten. De naam: ,,Waalsche Gemeenten" wijst dat nog aan. Laten dus de bonden tusschen Nederland en België steeds nauwer worden, laat er toe-nadering zijn, waar die mogelijk blijkt. Het steeds meer ontwakend Nederlandsch besef der Vlamingen maat in Noord-Nederland weerklank vinden. Tal van Nederlandsche Juristen zullen, naar wij verwachten, gevolg geven aan de rçitnoodiging hunner Brusselsche confrères, tôt bijwoning der Antwerpsche en Brusselsche congressen. De taaloongressen leiden ook steeds op-nieuw tôt verbroedering, en zoo is er menig gebied waarop Nederlanders en Belgen zich één kunnen gevoelen, zonder htriunerd te worden aan de kloven, die hen schsiden en aan de tegeustrijdige belangen die ziçh yoor 1880 zoo sterk deden golden,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes