De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1207 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 30 Septembre. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/bg2h70924r/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

' ^ysteJaàrgam NO. 221 Dondergai, 30~Seplemberl915 S Cent DE VLAAMSCHE STEM I m volk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt mac ht REDACTIE- EN ADMIHISTRATIEBUREELENI KALVERSTRAAT 64, bovenhuia, AMSTERDAM, Telefoon No. 9922 Noord, Onder leiding van RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSP.RIJS (by vooruitbetaling): Voor Nederland per jaar cld 6 60 - per kwartaal gld. 1.7o - per jnaand gld. 0.75. Voor België, Engelond, FrankrMk per uùmmer) Z Pr«zen> met verhooging van verzendingskosteu (2y, ceïit ADVERTENTIES 20 Cent peï regel. Mededeeling* VOOR DE ICAHPEN. jfMr aanleiding van het artikel „In 't iamp" van Zondag j.l. ontvingen we, vai vooruitstrevende Vlamingen uit de kampeu .jltijke dankbetuigingen en de verzekerm; van jiun onomstootbare wil, om spijts aile: let begonnen werk door de drijven. Da doet ons deugd aan 't harte en toont on: „o» eens te meer dat onze werking de rech te en zuivere is. Het genoegen inocbten wij ook de opgav ,an versclieidene abonnementen voor d< 1-ampen van geïnterneerden en vluchtelin (eD boeken. Een begunstiger die teekendi Vlaming" gaf ons in overweging een in téekeningslijst te openen in ons bladvooi je verspreiding van De VI. Stem in d< tampon-. Zeer gaarne zullen wij daarto< over»aan en zullen daarmede beginnen al: te de toestemming der milde schenkers zullen ontvangen liebben. Ten einde onze jongens niet alleen geeste-'[jk op te beùren maar ook stoffelijk te steu nen. kunnen wij met genoegen bekend ma-!:n dat het college van liquidateuren er il] toeîostemd heeft aile advertenties van werk-îevers kosteloos op te nemen. M. DELBECQUE. Administrateur. ICern. ZOO LI-IDT NU DE DICHTER. HIJ, STOTJ1 VAN STAP. 0)1 DEN TREURIGEX GANG VAN ON5 -JONGELINGSCHAP. ZIJX LIEFDE GROEIT, ABM VOLK, M El TJW NOOD. EN HIJ WENSCHT IX ZIJX HART t GROOT OF DOOD. 0 YLAANDERLAXD, DAAR IS SCEULD IN tTW SCHAND, DES GHIJPT DIE II LIEFHBEFT DEN GEESEL TER HAND. EN' SLAAT I", EN 8LAAT ZICH TERZELF- DERTIJD, ALS EEN VADER DOEX DIE ZIJN KINI KASTIJDT. RENÉ DE CLERCQ. le sdere Weg. „Geen zorgen voor morgen, deze dag beft genoeg aan zijn eigen taak". Eeef vraar.' Niettemin heeft liet zijn nut aile gebeurlijkheden onder de oogen te zien i en rekening te hcuden met den loop dien onze weg in een verdere toekomst nemen kan. Indien de Belgisclie Regeering, jammer-i lijk haar pliclit en welbegrepen voordeel .verziiimend, volliardt in haar zwijgen te-genover. den roep om recht van het sedert 1S30 verongelijkte en thans voor een stief-vaderland zijn bloed vergietend Vlaamsche volk; indien ook de Volkenraad, die vroeg ci laat over Europa zal liebben te beraad-;iagen, den inzet van dezen wereldoorlog vergetend, alleen aan liet Vlaamsche volk zijn recht op zelfstandigen groei en bloei ontlioudfc en liet staatkundig samenleven van Vlaanderen en Wallonië herstelt op den onden voet van rechtsongelijklieid (wat, ook volgeus Fr. van Cauwelaert België op den duur onbestaanbaar maakt) ; dan, zoo ichroef ik reeds vroeger, wordt het zaak de tflrbewuste Vlamingen ,,op te stellen in hechte gelederen om ze daarna te laten ttormloopen op het eerste en wellicht voornaamste vijandelijke bol werk: de huidige tieswet." De huidige kieswet, dat weet ieder Belg, '-'een bespotting van de vrijheid die iedere *euze uiteraard vooronderstelt. Ik, ^aamsch Katholiek (Vlaamsche Liberalen ^ Socialisten verkeeren in 't zelfde geval), i°m op den dag van de 6temming voor een 1:jst le staan, samenge6teld als b.v. deze: Frauskiljon. Halve Vlaming, ï'ranskiljon. Heele Vlaming. Nu ^an ik twee dingen dcen. Ofwel, ik { ;iu boven aan 't hoofd van de lijst en dan ik mijn stem aan aile vier, dus ook aan Franskiljons, die in de Kamer de ■-•snsbelangen van ;t Vlaamsche volk zul-'en tegemverken, en aan den halven Vla-ûlmo» die, als de nood aan den man komt, |,'jn ^ 'aamschen plicht zal verzaken. Ofwel, ' • g^ef een voorkeurstem aan den heelen 'amiug, maar — en dit is het bespottelijk 0;!billijke — dit heeft oogoed als geen ' ^erksel, want mijn stem komt toch ten '-'Je aan de garische lijst, zoodat ik, tegen overtuiging in, gedwongen door de be-^ -Mn der kieswet, mijn stem geef ook 11 'ie», die ik beschouw als verderfelijke ^•'egenwcordigere van mijn volk. Het ge-ls mede omdat in de ,,poils" de ^ a01f'° ^ei" kandidaten feitelijk evenmin : 7, /ol'"olnen vrijheid en naar billijkheid «H Vastge8fceld — dat ik, Vlaming, de st- ; 1 Vân m*Jn V0W nioet helpen be-fcacht ^1 ^ ^uu. -ûiisbruikte staatkundige Een Kieswet die zoo'n gevolgen heeft, die, door het binden van d© vrijheid, elke keuze tôt een bespotting maakt, is onbil'lijk en L dient het lot te ondergaan van al wat on-, billijk is. Elk rechtsohapen Belgisch bnr-' ger moet wenscihen en helpen zorgen dat» - zoo'n Kieswet verdwijnt. } Doch dan rijst de vraag:' wat komt er in de plaats? Welke yerkiezingsregeling ; waarborgt heb zekerst en doelmatigst de - vrijheid der keuze en bewenkt dat de volks-vertegenwoordiging wakrlijk en zuiverlijk i s wat haar naam beteekent? Ik ben nodh staatkundigte noch rech.tsge-| leerde van beroep, maar ik kan daarom tooli wel zeggen welk stelsel mijn persoonlijke voorkeur heeft; in gemeente, provincie en rijk enkelvoudig en algemeen stemrecht voor aile mannen en vrouwen van 25 jaar (be-houdeais bovendien één of meer stemmen toe te kennen aan personen, die een nader aan te duiden be.wijs van algemeen geeste-lijke ontwikkeling kunnen overleggen), welk stemrecht zou getemperd worden door een îechtvaai'dig stelsel van evenredige vertegen-woordiging der partijen. En in ieder geval een regeling die niet meer dwingt tôt stemmen op wieai men niet stemmen wil, zoodat wij, Vlamingen, gele-1 genheid krijgen om steeds Vlamingen, en nog wel hééle Vlamingen, naar de Kamer te zenden. Bestaat er kans op een herziening van de huidige kiesAvet na den oorlog en op de totstandkoming van een kieswet die het ideaal dichter benadert? Indien aile teekens niet bedriegen: ja. En zoo ge althans één, en veelzéggend, tee-ken hebben wilt: de benoeming van M. van de Velde tôt minister van staat. Is dat geen straal van hoop in den don-keren .Vlaamschen nacht? . J. DE COCK. ■' ■ ma» —+-<>-rsnn~m. Kaiitteekeningen. yiaarideren bevrijd van aZlcn zuidelijkcn dwcing. — Amst., Versluys, 1915. I. V e r a n t w o o r d e 1 ij k II e i 3. De brochure, waarvan de titel hierboven «taat, van de hand van den Noord-Neder-lander J. D. D o m e 1 a N i e u w e n h u i s Nyegaard, den Gontschen Evangeli-schen Predikant, brengt in de eerste plaats de kwestie van de verhouding tôt Vlaanderen van den stambewusten Nederlander naar voren. De heer Nieuwenhuis toch treedt in dit werk je op, zoo niet met de allures van den leider, dan toch als de zelfbewuste woord-voerder van wat hij noemt de ,,Jong-Vlaamsche Beweging". Ons is niet bekend in lioeverre*dit stre-ven, dat het tôt stand komen van een Groot-Teutonië als ideaal erkent, aanhan-gers ondér de Vlamingen telt. Mocliten er zulken zijn, zoo willen wij hopen dat zij diep doordrongen zijn van de verantwoor-delijkhcid, die zij op zich hebben geladen tegenover het Vlaamsche Volk. Maar dan dienen zij ook in te zien, dat het belang van ons volk niet zou gediend zijn door het aanvaarden van het leiderschap van een man, die tegenover dit volk met hen geen gelijke verantwoordelijkheid deelt. Ongetwijfeld dienen wij allen, leden van den Nederlandschen Stam, den heiligen eed van trouw aan onzen stam te hebben gezworen en er voor in te staan ook met onze daden. Maar de bereidwilligheid om te getuigen van deze trouw moet in band zijn gehouden door een klaarbewust verantwoor-delijksgevoel.De loyauteitsverplichting die het Staats-verband waarin wij politiek leven met zich brengt, is een der factoren (en niet een der geringste) die onze verantwoordelijkheid beheerschen. Deze loyauteitsverplichting staat in directe verhouding tôt het Staats- i verband: zij wordt er door bepaald. Valida ar dat de loyauteitsverplichting der Nederlanders, en hiermede hun verantwoordelijkheid, zeer afwijkt van die der Vlaamsche Belgen. Hier blijkt dan ook een klove tusschen den Nederlander Nieuwenhuis en de Vlamingen die de denkbeelden zouden aankleven door hem in zijn brochure voorgestaan. In verband met deze klove is de heer Nieuwenhuis onbevoegd, om — hoe warm hij ook voor Vlaanderen voelt — in den naam van welke Vlaamsche fractie oojc te epreken. Uit den toon en den opzet zijner brochure blijkt echter .overtuigend, dat hij zich hier van geenszins bewust is. ÏI. Fantazie. IMaast de verbijsterende overlading met aanhalingen waaraan deze brochure lijdt en waardoor de roode draad er telkens en tel- , kens weer in zoek raakt, treft het meest het absoluut gémis aan politieken zin waar-van de schrijver blijk geef t. Van hot be-gin tôt het einde is dit geschrift een toome-loos doorliollen op het Romaansch-hatend Germaansch-gezind thema. Zoo kon de schrijver er toe komen de volgende onthutsende zànsneden n.eer te «chriivçnî, ,,Wellicht is onze Nederland6che taal volgens Maeterlinck un informe et vaseu. jargon nu nog tôt een grootsch taakgeroepenals dezewereld oorlog voor bij z a 1 z ij n. Onze taa toch is, zooals de Duitsche schrijver Gersten hauer opmerkt, de natuurlijke verbindings schakel tusschen Duitsch en Skandinavisch Reeds de Middeleeuwsche De Meyer noemde haar de echoonste van aile Ger maansche talen. Sierlijk. rijk aan spreek woorden, aan beeldspraak en 't geschikts voor welsprekendheid. Onze taal in vereen voudigden vorm — op zijn Afrikaansch -is het gemakkelijkst te leeren, voor ail Germanen, zoo wel voor Denen, Noren ei Zweden, als voor Duitschers en Engelschei en daarom als geschapen, om d< verkeerstaal te worden voo aile betrekkingen in 't Groo Teuton enrijk van de toe komst". Het Nederlandsch het Espéranto vai Groot-Teutonië... Men weet niet wat mei van zooveel fantazie denken moet... He/ is toch duidelijk dat de politieke bezwaren die de verspreiding van een eenheidstaal il den weg staan — het voornaamste bezwaa: is wel, dat elk volk voor zijn eigen taal aan spraak maakt op de invloedssfeer waarovei een internationale taal beschikt — zich ool in Groot-Teutonië bij liet blijvend taalver schil voor onze taal zouden doen gelden. III. N eutraliteitsschending. ,,Ware het niet natuurlijker geweest' vraagt de heer Nieuwenhuis, ,,dat de zonei van Vlaanderen en Brabant in den gewel digen nooit gezienen wereldoorlog... aan d( zijde van hun eigen ras, aan de zijde vai Duitsch Germanje hadden gestaan?" De vraag van den heer Nieuwenhuis ach ten wij niet ontvankelijk. De Vlamingei hadden in Augustus 1914 geen partij t< kiezen tusschen Romanen en Germanen maar te gehoorzamen aan hun staatsburger lijken plicht. Dat zij bij het uitoefenen vat dezen plicht tegenover de Duitsche leger kwamen te staan, is te wijten aan de Duit sche diplomatieke actie, die er niet vooi terug bleek te deinzen, in haar conflict me den Belgischen staat, ook de Vlaamsche be volking onder den voet te loopen. ,,Maar daartoe", vervolgt de heer N. ,;had 't Vlaamsche volk geen macht, immer aile leiders op politiek en militair gebiec waren of Walen of verbelgschte Yla mi ngen'V Wij Icunnen ens niet voorstellen, dat eex zuiver Vlaamscligezinde Regeering in di' geval anders zou zijn opgetreden dan d< verfranschte Belgische Regeering var Augustus 1914. Niet uit Romaanscih of Gennaansch oog piuit is de schending der Belgisclie neutra-liteit te beschouwen: de Belgische Regee-ring stond hier tegenover een staatsrechte-lijk vraagstuk, dat zij heeft opgelost op een wijze als elke regeering (ook bv. die van 51 Germaansclie Nederland, Denemarken of Noorwegen) in haar geval zou hebben ge-daan, als ook een zuiver Vlaamsche Staat, indien die bestaan had, aan zijn eer ver-plicht zou geweest zijn te doen. T)r. A .TAOO"R a. ■ m ■ t*- Op cien IJzer- Dichte bij de kuste, wentelt door het groene weidegras •'t zilver water van den IJzer, effen lijk 'n spiegelglas. Hier en daar, 'n bonté reiger, lijk 'n schildwacht, in het lisch, staat te loeren, op z'n stijve fluitebeenen, achter visch. Boven 't groene gras geslijerd, met 'n witte vlag in top, en 'n zeil, in grauw geweefsel, vaart 'n schip het Noorden op. 't Vaart, en splijt de natte lijk 'n wegge, met z'n scherpen bek, en de waterrimpels zwobblen, nu en dan tôt over 't dek. Uit de biezen vluchten de een den van benauwdheid weg, en gaan lijk 'n bende schruwelaars, al tuiten, op den oever staan. 't Zeil is lijk 'n drake, die den wind in heure muile vangt, en, verschriklijk opgeblazen, Jangs de lucht te grijnzen hangt. OMER K. DE LAEY. Feiten. Ieder soldaat weet maar al te goed, dat' het met de Vlamingen in het leger armzalig gesteld is. Voor den oorlog, ter gelegenheid van de hervorming, der krijgswetten, hebben de Vlamingen hun best gedaan om hier verbetering in te brengen en er is eene zeer onvoldoende verbetering gekomen. Mis-cchicn zouden wij mettertijd op sterker afge-teekende wijze de gevolgen er van gevoeld hebben, maar met het losbreken van den oorlog waren de maatregelen nog te onlangs ingevoerd om tastbare verbeteringen te be-statigen. Althans ons officierenkorps was er te weinig op voorbereid om de nieuwe maat-legelen hunne voile \tucht'baarheid te geven en de overrompelende moeilijkheden van den krijg hadden als gevolg, dat de zaken niet alleen stationair bleven ma-ar zelfs eenen terugslag kregen naar het oude regiem. Men zou nu treffend kunnen schilderen hoe een Vlaamsche soldaat moet lijden en ster-ven voor zijn vaderland zonder erkend te worden voor wat hij is, zonder dat hem de rechtsselijkheid gegund, .jvordt. Maan kwij , willen geene onaaaigen^ane gissingen of be-c knibbelingen doen, wij willen enkel aantoo* e nen, door oenige feiten die wij zelf of onze - makkers beleefd hebben, hoe b*st doorvoeren 1 van 't oude regiem zich afdoende deed gel- - den als eene oorzaak van gedeeltelijke ont- - ieddering, van desorganisatie. Aile soldaten zullen zich herinneren, dat 3 bslangrijke en onbela-ngrijke mededeelingen - door onze oificieren in het Fransch gebeur- - den. Ken de officier Vlaamsch dan lier-b liaalde liij de mededeelingen in die taal, kon - hij gebrekkig Vlaamsch dan herhaalde hij - ze op gebrekkige wijze of wel deed ze her-î halen 't zij door eenen officier van minde1-i ren graad, 't zij door eenen onderofficier, 't i zij door eenen eenvoudigen soldaat. Soms î ook was er nalatigheid en werden zij niet : herhaald voor de Vlamingen. Dikwijls heb J ik dan met sceptisclie bitterheid de classiek ■ geworden opmerking hooren moeten : ,,En voor de Vlamingen lietzelfde." De eerste 1 dagen der mobiehnaking waren de kazernen 1 stampvol en de gezondheid evenals het mo-1 raai der troepe.ii vergden, dat wij daaglijks » een of meermalen een tocht deden in den 1 omtrek. Zoo bevonden wij ons 's Maandags : in eene dreef van het Nachtegaalpark te Antwerpen. Onze commandant, een zeer achtenswaardig maar schier Vlaamschon-L kundig overste, deed eene flinke eu roerende aanspraak tôt de jongens met het doel ze in vaderlandsche en plichtbewuste stemm in g te brengen. Met indrukwekkenden ernst werd er geluisterd. Telkenmale de commandant een gedacht had ontwikkeld moest een kleine korporaal van 17 jaar herhalen wat de overste gezegd Jiad. De Jcorporaal, nog cen kind bijna, deed het met deemoedige eenvoud en gevoell'ooze kortbondigheid. Wat was het gevolg? Bij de Walen bereikte de officier zijn doel, maar bij de Vlamingen ver-ocrzaakte de aanspraak. om wille van de wijze waarop zij gebeurde veeleer verstom-ping en onderdrukking van de goede ge-voeilens die moesten opgewekt worden. De vereiGchte vorm voor zulke aanspraken ont-brak voor de Vlamingen omdat de officier vlaamschonkundig was>. Ik denk dat dit geval zich in vele compagnies voorgedaan moet hebben. Later cok bij andere mededeelingen hebben wij vaa-k hetzelfde gezien. Wat kan men hier anders van zeggen dan dat het betreurenswaardig was : in de plaats van ! geestdrift en plichtbe^ef traden koelheid, i minachting en onverscliilligheid. Oorzaak; vlaamschonkuiide des oversten. Op Woensdag 9 September hadden wij L Àerschot teruggenomen ; in den namiddag . verlieten wij de stad om iti de nabijheid van ( het dorp Gilrode te bivakkeeren. De soldaten. lagen op eenen akker en de officièrent zaten op den graskant. Na eenigen tijd kwam er een soldaat van eene andere Cie op onzen commandant afgetreden en richtte zich tôt hem in zijne West-Vlaamsche ge-westspraak : ,.Onze commandant doet mij vragen waar juist uwe Cie gelegen is. Wat er ook van zij : de commandant begreep den soldaat niet: met zenuwachtige gebaren en ongepaste woorden werd de jongen afge-scheept. Dit was alleszins een kleine desorganisatie die nogmaals het gevolg was van ge-brek a-an kennis der Vlaamsche taal en die erge onheilen lia zich had kunnen slepen. Een makker der vestingartillerie hoorde ik vertellen: ,,Op eene schietoefening werd door den officier bevel gevoerd in het fransch. Een bepaald bevel klonk : Visez la meule. (Mikt op de stroomijt.) in de ge-westspraak van vele Vlamingen wordt ecliter molen ,,meuTen" uitgesproken. Welnu de jongens hadden ,,meU'lein" begrepen en mik-ten onvenvijld op eenen nabijstaanden molen.En een andere makker van het 14de Irgt-vestingleger waarvan een gedeelte in het veldleger dienst deed vertelde mij deze bittere grap: ,,Wij lagen te Heyst-op-den-Berg en opeens werd door een wielrijder ge-meld aan onze oversten dat het 4de regiment versterking vi-oeg. Eene Cie werd afgezon-den maar keerde na eeniga uiYen onverrich-tsrzakc terug. Wat was de oorzaak er van? Een Waalsche wielrijder dienstdoende voor 't 4de lrgt had gemeld aan een wielrijder van ons regiment dat zijn majoor ziek was en seffens den hulp van den dokteir begeerde. De Vlaa.msche wielrijder had misbegrepen èn het verkeerde nieuws overgebracht". Dit-Xaatste feit vooral toont aan dat de samen-werking tusschen Waal en Vlaming aanl'ei ding geeft tôt misverstand en zoo tôt desorganisatie.'k Geloof alliclit dat feiten van dezen aard talrijk voorgekomen zijn gedurende den oorlog, maar dikwijls treffen zij onze aan-daoht niet omdat we er gedurende onze» leger dienst aan gewoon geworden zijn. Ieder soldaat weet ook dat veel jongens, die noch-tans zeer goede 6oldaten en vaderlanders waren, voor den eenen of den anderen dienst niet konden gebruikt worden omdat de taal voor hen een gedurige stronkelsteen was voor de vervulling er van. Ik voorzie dat men na den oorlog eene massa kleine en groote feiten zal kunnen groepeeren welke afdoende zullen bewijzen dat de ongelijke toestanden in taalopzicht eene oorzaak geweest zijn van zwakheid en ontreddering. Hopen wij dat slenter en verblindheid of verstoktheid plaats zullen maken voor goe-den wil èn klaar inzicht als redelijk gevol®-van deze bestatigingen. MILES. Ds-orak. Makkers, Bchenkt de kelken vol, Vol tôt aan den boord, Heden klinken lied en lach. Van mijn lief sinds jaar en dag Heb ik niet gehoord! jOEAN ALFRIED DE LAET. Haar een betere Toekomst. De Antwerpsche geneesheer Dr. Antoon Picard schrijft onder bovenstaanden ibitel in ,,Het Vlaamsche Nieuws": Het zou voor België een groote weldaad zijn, indien de oorlog voor goed een eind kon maken aan de Vlaamsche Beweging. Wanneer men bedenkt wat moeite, en tijd, en geld, en wilskraclit, en talent ver-loren gingen aan ;t bestrijden van de doo-dende verfransching in onze Vlaamsche gewesten, dan vraagt men zich af, of de regeering niet eindelijk zal inzien, dat het voor den Staat voordeeliger zou wezen, om al deze Vlaamsche krachten voor meer posi-tieven arbeid te winnen. Is'liet niet jammer dat geleerde mannen hun wetenschappelijk werk ongedaan lie-ten, om heel en al te gaan in de Vlaamsche Beweging ? Waar in andere Ianden, de minste tak der menschelijke bedrijvigheid tôt eene we-tenschap verheven wordt, blijft hier ailes overgeleverd aan persoonlijken willekeur en onkunde, omdat degenen die het volk zouden kunnen en willen voorlichten al hunne aandacht moeten wij den aan den Vlaamschen strijd. Waar andere volkeren — tôt hun groot voordeel — kunnen beschikken over vak-bladen, en tijdschriften, en handboeken over elk ambacht of beroep, kunnen • de Vlamingen slechts wijzen op ontzaglijke stapels broeliuren, verslagen, verzoekschrif-ten en manifesten, op karrevrachten druk-werk over den Vlaamschen strijd. Hoevele begaafde kerels hebben hunne toekomst en hun heele leven opgeofferd aan de Vlaamsche Beweging! Hoevelen, die zouden geschitterd liebben op sociaal gebied ; hoevelen, die eenen naam zouden verworven hebben in de wetenschap, zijn slecihts ,,flamingantell', geworden, omdat ze 't niet lijdzaa-m wilden aanzien, dat het volk wordt ontaard, vermuilezeld en geeste-lijk vermoord. ■ ... Na den oorlog, die de volkskracht hoe langer hoe meer ondermijmt, zal elk recht-schapen man, het zijne willen bijdragen om volk en land herop te beuren. Het po'litiek geknoei, dat liet land niets gebaat heeft, moet dan voor goed een einde nemen. Het m-ag dan niet meer gebeuren, dat de holle kreet van ,,A bas la calotte!" de straat in rep en roer zet. Het moet ook uit zijn met het sohiandelijk verlagën Van den katliolieken godsdienst tôt eenen politieken knoeiboel: Ik ken schrandere geleer-iden, die ter kerke gaan; ik ken er even beroemde, die niet godsdienstig zijn ; beide werken in 't belang van de menschllieid en beiden zijn mij even sympatiiiek. Mocht de oorlog ons de verzeening brengen tusschen aile weldenkende landgenoo-ten, opdat ze aile vereenigd de hand. aan 't werk zouden si aan om het ontredderde land weer op te bouwen- Mocht men ook inzien dat het ]>licht is de dorre taaltwisten voor eeuwig te doen ophouden, door een einde te maken aan aile pogingen om liet Vlaamsche volk te verfransclien. Al is men er ook in gelukt de hoogere standen van de massa te ver-vreemden, nooit zal men er in slagen liet heele volk in de Latijnsohe besdhaving te | doen opgaan. i Hoe heviger verdruikking ze zullen uitoefenen, hoe vuriger liaat ze zullen doen oplaaien ! Dan zullen de Vlaamschgezinden hunnen tijd niet langer te verbouzelen hebben aan protestmeetings en manifesten. Dan zullen ook zij hunne verbazende werkkracht in dienst kunnen stellen van het vaderland. * se- * Dan eerst, wanneer aile wetten van godsdienst, politiek en taal zullen bijgelegd zijn, dan eerst zal het werk van den yrede grootsch en volledig wezen ! Helaas, de dooden kunnen niet meer ge-wekt worden en de verminkten zullen nooit meer hunne vroegere arbeidsvaardigheid herlangen... En toch onafzienbaar blijft het a-rbeidsveld ! Waar tw«e generaties voor het land verloren gingen, zullen aile beschik-bare krachten noodig zijn, om verder verlies te keer te gaan. Ailes wat het land verzwak-ken kan, moet het voorwerp worden onzer bekommering en onzer studie. Met dubbele kracht zal moeten gestreden worden tegen allerlei maatschappelijke kwa-len, die de volksgezondheid ondermijnen en de geslachten onvruchtbaar maken. Hard-nekkiger dan ooit zullen dienen bestreden te worden: het drankmisbruik, de kindersterf-te, de tuberculose, de ontucht met haren treurigen nasleep van vruchtafdrijving en venerische ziekten. Gezorgd moet er worden voor betere arbeidsvoorwaarden en degelijker arbeids-techniek ; voor ernstiger toezicht op werk-plaatsen en fabrieken ; voor betere woning6-toestanden ; voor een eerlijker belasting-stelsel volgens iukomen en gezinsterkte ; voor doelmatiger inricliting van de welda-digheid; en eindelijk voor een eerlijker kiesstelsel, opdat elke volksvertegenwoordi-ger de voile verantwoordelijkheid van zijne daden dragen zou. Wie ons spreken zal over verbetering vanN den handel en nijverheid, landbouw, veeteelt en visscherij ; heropbeuring van den middenstand enz., zal bij ons een dank-baar gehoor vinden. Wie va-kscholen stichten zal en aan elk-een het beetje wetenschap zal schenkcn, dat hij noodig heeft, om iets te worden in zijn vak en op waardige wijze zijn kost te winnen, zal weldra door liet volk geëerd en gevierd worden. Daar ligt het werkplan van onze toekom-stige po'litiekers. Dat moet het doel wezen van onze toekomstige regeering: Zedelijke en 6toffelijke verhe/fing van het volkj door middel yap. .de volkstaal ! Julius Delbele. Met een vertraging van versclieidene dagen, m dezen tijd van stremming en anoei-hjk verkeer, koant ons het bericht toe van zijn dood, zonder een woord toelichtino-onopgefclaard en onverklaarhaar, want dîê taaie, peessterke man, middelmatig1 van »e-stalte en bouvv, levenslustig en ingezond, was gesteld om een ouden top te schenen En daar verd.wijnt liij, nauwelijks' voor-aauin de vijftig, en tien jaar jonger van uitzicht dan van jaren. Elko mensch is sterfelijfc en de kloek-^b zo° noodig om geknakt te wordeii maar nog vragen wij ons af wat er met di*. Julius Delbeke is gebeurd. Met den oorlog heeft hij zijn geboorto-stad Roeselare niet verla-ten en is op ziin drievoudigen post gebteven van geneesheer volksvertegenwoordiger en schepen van zijn •J j n,.^nds b,jlla een jaar leeft hij on-middellijk achter het Westelijk front, aan dezen kant den IJzer, in het vervaarliik onophoudend gebulder d^r ka-nonnen. Heeft dat het geheime levensw-eefsel van-een gereten? Is hij aan 't kwijnen gegaan of werd hij- plots gevëld ? De laatete maal dat wiji hem za-gen was voor twee jaar te Ingooigemen op het feesfc ter eere van Hugo Verriest. Het was een i: i wederzien na vele jaren. We leerden elkander kennen op de hoogeschool to Leu-ven, m 1885, hij een oudere, bijna, genees-ilieer, en m zijn vooriaatste doktoraat We wa-ren dageJijks bijeen in den „VIaamschen tetudent , het pracht-ig Vlaamsch gasthof in de Statiestraat rechtover den Schonwbui-g en dat vroeger de befaamde Mathieu was. Het was Jul Delbelœ die een Blanke-n^ bergsche restauratie-houder, heer^arvoets had weten over te halen het voornaamste en' schoonstgelegen restaurant van Leuven in een Vlaamsch gasthof te veranderen. Toen was Julius Delbeke, opsteiller en' uitgever van een tijdschriftje De, Welcker waar m hij zijn mooie zœtklinkende yerzen' liet verschijnen. Hij was een stille en toch buitengewoon levenslustige jongen, bescheiden en toch overal bij in de eerste plaats. Voorzitter van mets en leider van ailes. Zachtmoodig en lief doch de hardnekkigste voorvechiter van heel de hoogeschool, vol vuur, vol beslist-heid, vasthoudend en doordrijvend. Een Vlaamsche strijder gelijk er toeu meer waren op de hoogeschool; Adolf Pauwels, Eimel de Visschere, Hektor Lebon, Adel-. fons Henderickx, Emiel Schiltz. . yolksvertegenivoordiger Adelfons Hende^ uc ?.een der" «nkelen, der zeer zeldzamen • wij maken ook eene uitzonderrao- voor Léo Augusteyns — die niet door de politiek als flamingant versaagde, schreef in Ons Volk, nr. van 22 Februari 1913, over Del-beke,, ter gelegenheid dat deza aangeduid was als voorzitter van de Vlaamsche,'Groeu va<n> de Rechterzijde: , J. Delbeke deed zijn middelbare studiën m het kollege te Roeselare toen de beruchte Blauwvoeterie losbrak en maakte deel uit van die schaar moedige en begaafde Vlaamschc knapen van wie Pastor Verriest in zijn ,,Vlaamsche Koppen" ons zoo meni» flink portret heeft geteekend". (Hoe spijt het ons nu, voegen wij er tusschen, dat Hugo Verriest ook de schoone figuur van Julius Delbeke in zijn rij niet cpnani. 't Is wel waar, West-Vlaanderen heeft zoovele uitstekende mannen op Vlaamsch gebied, maar Delbeke was er nu toch een uit de dui-zend.),,Met Albrecht Rodenbach, den leider, was hij innig bevriend. En toen de vervol-ging het nest jonge Blauwvoeten had uit-eengejaagd en Rodenbach naar Leuven was vertrokken was hij het die, in 't geniep wa-ken bleef over het smeulende vuur der Vlaamschgezindheid in afwach/ting dat l>etere tijaen zouden aanbreken... Delbeke kwam aan de hoogeschool in 1879 toen Rodenbach, aangetast door de ziekte die hem wegsleepen zou, Leuven reeds verlaten had." Zoo dat Delbeke in 't kollege te Roese-laere en aan de hoogeschool te Leuven, in den Valamschen strijd de taak afbeurde van Berten Rodenbach. Het doet denken aan den Fakkelrit der Oude Grieken, waarin de jongelingen elkander de brandende flam-bouw moesten overreiken en haar weer bran d end voort geven. Wij zeiden dat Delbeke een stille was in den lande en toch een haantje-vooruit. Adelfons Henderickx haalt nog van hem aan: ,,Weldra werden door hem de Vlaamsche Gilden gesticht. Met het ontstaan der West-Vlaamsche Gouwgilde, waarvan de leden Vlaamsche leute en Vlaamsche geestdrift in de Universiteitstad opwekten, werd ook het tôt dan sluimerende studen-tenleven wakker geechud. Terecht mocht J. Delbeke, die voor elke gebeurtenis op Vlaamsch gebied zijn zang gereed had, in een lied dat weldra populair werd onder de Vlaamsche studenten doelende op de stad Leuven, zeggen : Stille veste, doode stede, — Want de vaart en telt niet mede —» Hoe bedroefd ellendig is 't Als de straat ons liedje niist. Kruipt in 't bed tôt over d'ooren, Burgers! vreest geen' rust verstoren; De etudent is daar nog niet, En gij moogt uw stuk uitslapen. Zijn wij daar, wij, Vlaamsche knapen, Tijd is 't dat ge wakker schiet!... Ware 't niet. dat wij er zijn Dat we leven, dat we rceren En een helschen trein hier voeren Leuven war.e doo4

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes