De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1774 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 22 Mars. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/9c6rx94c8q/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Eerste Jaargang : N°. 50 Maandag 21 Maart 1915 S Cents DE VLAAMSCHE STEM ALGEMEEM BELGISCH DAGBLAD Een voik zal niet vergaan/ Eenc/racht maakt macht i REDACTIEBUREELa PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. — TELEFOON Ho. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschljnt te Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. AbonDementspr;js by vooruitbetaling : Voor Holland en BelgiS per jaar / 12.50 -— per kwartaal / 3.50 — per maand / 1.25. Vocr Kngeland en Frankr^jk Frs. 27,60 per jaar — 3Trs. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdapsteller s Mr. AlBERiK DESVVARTE Opstelraad : QYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. — ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zieh tôt de Adminiatratte Tan het Mad -PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AAXKONDIGINGEN wende nrtn zich: tôt--de Firma J, H OE BIÎSSY ROKIN 60, AMSTERDAM. ADVEETENTIES : 25 Cents per legel Korte Inhoud. lobladzijde. Soldatenmijmering. — Een v rywdinjcr. ' Kleine Kroniek. Onder ^ns. — Edward Peeters. . ftietzsche-fantazïe.. 2e b 1 a d z ij d e. .Hit, het Vaderland. Grens-kroniek. Aan de Belgische grens. Aan het front. ) Do filosoof (11). — Màwrits Sabbe. 3e bladzijde: De Europeesche Oorlog. Brieven uit Par.ijs. — Wilvui Knacip. Feesten en Voordrachten. Belgische Yluchtelingen. Ingezonden Stukken. 4e bl a d z-ij de. Hoe ik Luitenant De Coninck redde. — Wilhj Timnïermaws.-Voor de TJitgewekenen. ^ Onze krijgsgevangenen in Duitsehland. Soldatenmijmering. Aan Cyriel Buysse. Het k Koo'n akelig weer, àl grijs.... Het sneeiuwt... Siœeuivt het in België ook? Sneeuwt het op 4e vebrande afgebroken muren «in wor-tien de donkerè koude puiineu met. een witte dcodkleed bedekt? - En vallen er sneeuw-riofckea ala zaçhte treurige bloemen op s) de graven, de nederige heldengraven. De ai'me-men scheng raven 1 De helden... Ik zio een reeks gezichten 7/io kalm en rustig, en gommage zoo hope-.Joos. Koinmaaidant D. zeer zaclifc van aard, -altijd rustig en kalra ook onder !t vuur, en vol toegevendheid voor de minder moe-digo of do meer zenuwachtige zijner nian-schappen. Zoo was Kommandaiib R niet : een raan uit éénstuk met een ruw bulhonds-gélaat, hartstochtelijk ingenomen met zijn vak en die gèweldig opkwam bij iedere na-latendhedd of zwakheidsteoken van een zij-ner soldaten. Eerst hadden wij hem hatelijk gevonden, hij was zoo sfcreng en barsch ; maar toen, twee dagen voor zijn dood, na de terugtoclit op de Netlie, toen sclieen hij on5 op eens zoo grootsoh... Het regiment Lad zicli op een groote veldvlakte samenge-trokken ; wij lagon a-llen moedelcos en spra-kelooa: cle eerste forteiilinie weggevallein, wat bereidde ons de dag van rnorgen ? Hij licp cngeduldig heen en weer; toen ver-hief hij op eens de stem, we schaarden ons met e&n twintigtial rondom hem en het was of hij de woorddrager van de Gerechtigheid geworden was. Onmeedoogend wraakte hij do- kleinzielige zelfzncht deir Belgisohe kie-zers in de laatste jaren, de onbeduidendheid van een bestuur dat zich het hoofd in de veeren verborg om het dreigend gevaar niet te zien en geen onpopulaire lasten aan het ^olk te moeten opdwingen, de onbekwaam-lie-id van de oude generaals die ons tôt hier-toe geleid hadden, de slechto wijze waarop de, vesting van Antwerpeai versterkt was geweest caidanks de opgedane ervaringen te Luik, Namen, Maubeuge, en eindelijk de laflieid van sommigen onder ons die er sleohts op ait wa-ren zich vedlig te bergen, ei; zich in stilte verheugden telkena als er ©su bevel tôt den teruigtocht kwam. Ieder-een rondom hem knikte toestemmend en we v/aien blij dat hij ons zoo kastijdde. Na al de valsche, walgelijk-overdrevene lof- en. triomfredenen van onze officielle en pri-vate beriohtgevers was het ons een ware verlichting eindelijk een maai te hooren die de begane fouten en zwakheden openlijk voor den dag legde en wie daarvoor a-an-sprakelijk was zoo klaar en moedig durfde sandnidem. Dde rede versterkte ons en toen Hij de laatste woorden uitte: ,,Niets blijftr ons over, jawel toch iets : met eer te ater-v€n"j teen zwoeren wij allen met tranen in de oogen hem tôt in het graf te volgen. Sedert dit oogenblik had hij niets meer ge-^gd, alleen het allernoodzakel ij ks'be Hij liep als een waanzinnige, altijd strak voor zich uitkijkend en ieta mompelende dat hij aan niemand vertelde. Eindelijk, na twee ^agen, vond hij den dood die hem in zijn , gcdaohte de scande eeher kapitulatie be- , ®Paren moest. Velen st-ierven met hem; ook luitenant die zwijgend met achter zijn bril scherp j ^tldjkende en toch goedkeurende oogen ; en een vastberaden plooi in 5t gelaat zijn • chef had aangestaard op den dag der open- -, baring. Ook sergemt V. D. een vroolijke bio»-zende jongen uit een reeerveklas9e dde zoo . opgowekt wist te vertellen over zijn fami- j ho, en zijn betrekking in Antwerpen en ajn leven in de groote stad. i Vijftden dagen later viel ik, a-lleen maar < g^Kwetst, en ik weet weinig van wat er ver- t cr gebeiurde, wel dat mijn vriend J. B. die ; azclfclem dag getroffen werd nu in vreem- ' aarde rust, want hij werd met mij naar ] 1^1 T,VfrV,°erd ei1 stierf in tet hospi- < W i i11 de laatste dagen 1 wJeU ,eilIKm> alhoewel hij ook student c T0 de hoogeschooî, maar hij was t o r ©n had een anderen gedachtenkring. I * Wafi ©en v,xxaderbare jongen, heel stil < van a-ard, diikwijls glimlachend maar nim-mer lachiende een serene natuiur. die over ailes een bedaa-rd oordeel had, een vereen-zaamde, die graag op zij bleef. Ik had hem op den duur getemd, wij hadden samen \eel geredeowist en waren het op sommige puuten eena geworden. Hij: maakte deel uit van ans universitaire groep en zoowel in het Kajitonnemenit als gedurende de marches of op patrouilles bleven we veel samen. Hij komt terug in vele heri-nnerin-gen, ik mis hem wel. Als ik hem nu voor mijn geeat oproep, dan zie ik hem meest zooals hij in in de laatste dagen was: met holle waingen rood van koorts, zwakke lij-dendo oogen. zich voortsleepend tuœohen de twee verpleegsters die hem uit het bed hielpen, en ik. hoor hem met zijn vroeger zwiare stem nu hoog en hol klinkend zacht kieunen als een lijdend kind. Maar hij was ecn moedige, en toen men hem aanbood om zijn fami lie te verwittdgen opdat zijn ou.ders hem zouden opzoeken, toen weiger-da liij,; zijin vader was te teergevoelig en zou hem zoo niet kunnen zien; en als hij sterven moe6t dan had hij maar liever al-leen te ster\ren. Twee dagen - geleden heb ik weer den dood vernomen, van iemand uit de Kom-pa-gnie, de ,,strop". Er waren vele Gente-naars bij ons, die allen ,,strop" heetten, maar als men van ,,de s trop'J sprak dan was hem die men bedœlde. Het was een levendige jongen van de jongste klas, altijd er op uit om met iemand een jaar slagen te kunnen verwisselen, overigens met een gouden aard, steeds lcichend en diep erken-telijk voor de vriendscliap die men hem be-tuigde. Het was een prachtigo jongen — niet van gelaat, dit was gewoon — maar hij had zulke soepele vlugge bewegingen. Ik doik met entroering terug aan zijn heldhaftig gedrag bij de inneming van Aersclict. Dreig&nd sfconden de leege hui-zen daar aan beide zijde^i van de straat, daarin vereshuilde zicli mitebliieu de vij,and. Yoor we verder gingen moe&ten ze a-llen doorzocht worden : gevaarlijk weirk! Hij was de rna.n, sloeg met de kolf van zijn geweer de ruiten stuk, kroop het huia bin-neh als een aap en in een oogwenk had hij a-1 de kamers doorsnuffeld, de trappen op-goklommen e.n zijn laohend gezicht ver-scheen zogjvi-^end aan het dakvenstert-je tusschen de roode pannen. Hoe dikwijls was hij niet op buitengewo-ne wijze on'bsnap. Eetns na den val van Antwerpen waa lii j naar G eut getrokken en had daar zijn oudera bezocht. Wie weet in welk klein liuisje bij de Muide. Weten zij daar het droeve nieuws 1 En ons eerste doode, ook hem kan ik maar niet vergeten. De eerste sergeant Y. hij was adjudant bij den majoor, en deze keef den heelen dag om zijn na-latendheid. Hij zag er zoo bedeesd uit, en altijd zoo be-drukt. ,,V. heeft weer een kosîtelijk sigaar van den majoor bokomen" liep het geruoht onder de mannen rond. Alleon met zijn vrouw en kindje sclieen hij gelukkig en die volgden hem overal waar het maar kon, te Borgerhout, Wijneghem of Lier. En die gedachte viel ons aanstonds wreed toen wij bem daar voor ons za.gen liggen, de eerste getroffen, hij-, altijd zoo uigdl'aichen, de eerste... martelaar. Maar een doode is er wiens heugenis meer dan de andere eerbiedig ; hem zag ik ^een één keer gedurende mijn oorlogstijd — alleen maar op zijn &terfbed liggende — , îij speelt geen roi in mijin soldatenherinne-ringen, maar zijn gedachte verliet me zel-^en van af den dag dat ik mij als vrijwil-iger aanmeldde. Hij was en bleef. voor mij let voorbeeld van wat een officier kon zijn, în ik die vroeger geglimlacht had over het ?ut van het Belgische léger, ik begreep op ïens het diep ernstige en het grootsche van .vat zijn leveoi geweest was. Dcor zijn dood /oelde ik eerst liet onherroep>elijke onheil loor den oorlog gesticht: hij was mijn >roer. Zwaarmoedig fomber, gekleurde gcdach->en die mij omringen, die zich aan mijn :iart heohten als klimop aan de bouwval-.ige muren, ik weet niet of ik wel doe om i zoo aan het lioht te brengen. Ik lijd er bij )m vreomdelingen in mijn intiemste zelf >innen te laten ; zoo ik het doe is het al-ten maar opdat bij 't zien van. het kom-:îexe en ernstige van het oorlogszieleleven, ;ij zich van de eenzijdige simpele hartstoch-en bevrijden om de problemen van dit îur zachtmoediger en dieper in te gaan. Het sneeuwt, het sneeuwt nog altijd; nu ^eene witte pluimpjes die grillig en angzaain als dorre bladeren nederdalen, naa-r kleinere d minore vlokkes, die liaas-ig en in groot getal nedervallen, al grijs m vuil als een weinig gestolde regen. Ach-er den grijzeai nevel zie ik onze soldaten, i.ls een die er bij geweest is zo zien kan : t Gezicht grauw van 't slechte alapen en îet niet gewassclien zijn, met neus en ►ore-n rood van koude, en de ongeschoren :in bedekt met rosse zwarte haren die wild [oorheen als cnkruid groeien, de pet is diep et op de ooren getrokken, den wollen doek toog om den hais, de lippen zijn op een igaret( ala ware a a Lxen cr^r.oeâd, het) lioofdi is diep in de schondetra gezonken, d( handen verachuileii zich in de brœkzakkei en de rug is krom. Ein zoo wandelen zc daar bibsreaid, en met eeai weinig gesmol-ten regen in de ooghaartjes of in deai baard, de oogen knijipend om te kunnen zien, stampend met de voeben of ze bij. iederen pas de een tegen den ander slaande. Van. tijd tôt tijd hoort men de schelle stem van een Waal die eeu grap vertelt: een paai- makkei-s lachen, maâr de vroo-lijkheid breddit zicîh ]iiet uit. Straks als het weer wat opklaa-rt zullen ze allen wel huai goede luim terug vinden, maar dit is het slechte oogenblik, waar ieder zich op do lippsn bij.tei moet om geen verwen-sching te uiten tegen het noodlot dat ze daar nog steeds vast lioudt. Het sneeuwt, zonder oplwxiden, altijd maa.r door. Het sneeuwt op al mijin jongen levensinoed*, op al mij.ii verwachtingen en mijn droomen. Niet het verlies aan rij-kdommen noeb aan mensohen stemt nu treurig. Ik beoetf er het nuttige, het zielverheffende van. Ook het mooie van den oorlog heb ik diep woten te genieten, het gemakkelijke pliçht-vervullen, het dagelijks gereed staan Voor den dood, het door een gemeenscliappelijik ideaal bezield en gedreven worden, en meer dan al het overige: de broederlijkheid die in de raaigen hcei-sclit en die der klassen oj-dersclieid vtrgeten doet, de aristocrati-sche verfijoiixi^ van den patriciër, het wan-trouwen van den werkman. Maar ik bcef voor het slechte, dat groeit en omvang neeant ook bij1 de besten. Ik voel de Belgische harten verdord en ik zie somb&r; de vuisten gebald en aile leed en aile vèrmoeienissen mtgestaan met d en oog op dat ééne doel : wraak. Al onze mooie begrippen van menschelijk-lï-eid^ en menschenliefde, de zelf de dia ons in toorn deden opstaan bij de gru-welen door de Duitschers bedreven zijn nu als 't ware uitgedcofd en hebiben plaajts gemaakt voor dat tene pri-mitieve, domme gevoel der gerechtigheid die kwaad met kwaad wil vergelden. Dat dit gevoel zich van de eenvoudigo naturen meetser maakt ik zou het beat begrij'pen, maar dat ook de hooggeplaatste, de man-nen met verantwoordelijkheid en gezag er zich niet tegen verdedigon, of den moed niet hebiben het bij de anderen te bestrijden, dat aoht ik liet ergsts wat we in d-ien oorlog bsklagen moeten. Ik beef als ik denk aan het uur dat 01121e troepen Duitsehland zullen binnendringen. Ik beof ook a.ls ik denk aan den gee&tes-toestand van de corlogvoeirende machten na den oorlog, als de vrede slechts een wa-penstalsta-nd wordt, door de volkeren alleen gcteekend omdat ze uitgeput zijn en die bij de bondgencoten den wenscli zal achter laten Duitcshland tcch eens te straf-fen. Of zal ze de verpletterende nederlaag van den Germaanschen reus bekrachtigen met zulke wreecîe voorwaarden dat liij met zijn heede ziel Hijft smachten naar revanche. Het laatste vind ik niet minder vree-selij'k dan het eerste Want die oorlog moet de laatste zijn en moet als gevolg 0113 de uitvœring brengen van de nationalistisohe dweeperij en c'en onverdraagzamen vorm van de vader-landsliefde.Ik weet niet of liet met deaen oorlog gedaan zal zijn, ilc weet niet of de verwe-zenlijking va-n dat ideaa.1 do wereldvrede voor gosn honderd jaren weer verdaagd zal werdéu. Maar ook a.ls dit gebeurt za,l ik het, mot verlooclieneii nccli wanàopen Ik geloof in de macht van het Goede. Die macht is voor het oogenhlik op ons ge-vallem en in die macht moeten we voort. Haat mag ncodzakelijik wezen voor raen-sehen die voor het plichtageroel niet vat-boar ajai. Maaj- die nacht zal niet eeuwig o'iijveai bestaan. Nog zien we op het land ' zwarte kale boomen liun lange armen nuet uitgerefcte vingera en wanhopige ge-baren nitrekken naar den hemel, maar ■Kjeldra. zullen er overal groene twiigen en bladertjes schiet«n; de lente komt en bren^rt voor het landgchap een nieuw getooi. Ook in onze harten zal de zon eens strate}, en ;noge het nog zc0 lang wezen toch lioud de oogen op dien dag geveatigd • aen dag dat wijs geworden Duitsohers weer l'X on» laJid welkom zuJlen wezen en dat onaa twee groote nabureai van Zuid en Oost, de onde wrokken vergotende, hmn scheadsgrens zullen ontwapenen... Als deze oorlog zal gedaan zijn dan moet de groote oorlog weer beginnen, de wereld-kruistooht de oorlog aan den oorlog. Niet met wijze uitvindingen maar met een le-îend woord van liefde moet die oorlog m-voerd worden. Geen nieuwe kmisitmatige middelen voor het oplossèn der konflikten mooben er uitgevonden worden, ook de nulhoenengebouw van Carngie herft den gruwel met vcorkomen, alleen in de harten der mensohen zal het nieuwe Vredespaleis opgebouwd worden. MaKen v, e ons van nu af aan voor dien grcot-eti s.tnjd gei-eed. BEN yRIJJWLLIGBR. Kleine Kroniek. Aan Louis Piérard. Na Dr. Jacob in do Vlaamsche Stem, vindt «en Hollander liet noodig aan den lieer Piérard — in den Amsterdanomcr zelf, waarin dozes stuk versolieen — ophelderingen te vra-gen, aangaando de aware miskenning van de Yla-amsclio Bewoging, die Piérard op zijn go-weten heeft geladen. Zieliier heb schrijven van den h eer C. do Boer : WalcTi en Vlamingcrî. In het iwimmer van 21 Februari van dit bladi was op de ,,Internationale Tribiino-' he(-woord gegeven aan een Belg, do heer Louis Piérard, die dUar over de tegéii.woordigo toe-stand sprak „comme Belge, comme Wallon, comane socialiste." Blijkem zijn uitlatingien als Waal lioopt en verwadit de heer Piérard, dat het gemee neoh appel i k lijden van W;\len en Vlamingen aan BeJgië de gewenste eenheid aal brengen, en dat 'beide rassen elkandér in Jt vervolg meer zullen waarderen en beter be-grijpen. Deze woorden zijn verkwikkend ^oor wio enigszins op de hoogte is van de wijze waarop de woordvoerders der Walen gewoon Z'jn te spreken te schrij-ven over al wat Vlaams (lees dikwijls: Germaans!) is: des te groter is^ dan ook de "teleurstelling wàtineer de heer Piérard hierop onmiddellik laat volgen: ..Sans abdiquer jamais devant certaines exagérations ridiculement gaîiopliobes, ixmrquoi les Wallons (comme d'ailleurs les Français) irappren-dra-ient-ils pas plus volontiers le netTlaiidais, qui a- une littérature aussi riche que l'allemand?" Het is .niet mijn. bedoeling hier op dit oogenblik de Vlaa-mse lewestie op te xakelen, maar ik m een dat een zo volslagen inisken-ning van het wezen zelf dier kwostie als waar-van deze uitlating blijk geert, nièt geheel 011-lK*antwoord mag blijven. Deze oorlog moet en-kan een einde maken à an de bestàande wan-verhouding tussen Walen en Vlamingen, maar dan zullen de heer Piérard en zijn geestver-wanton moeten .beginnen do Viaamso bewe-ging te -begrijpen, d.w.z. zich eindelik cens grondig op de hoogte te stellen van een zaak waarover zij zo dikvrijls s-preken. En op dat punt kan de heer Piérard juist hier m ,»eder-land veel lozen. waar men van. de Vlaamse kwestie heel wat beter op de hoogte is dan in 't algemeen i 11 de Waak-l5elgiese provincies of in de omgeving van mannen als prof. Wil-motte en de diohter Maeterlinck. Misscdiien vinden wij dan nog eens in de heer Piérard een zeer te^ waarderen medestrijder voor wat op dit ogenblik ook blijlvba-ar een van zijn idealen is : onder linge waardering van Walen en Vlamingen. De Hertog van Arembfcrg. Een lezer sehrijft aan. do ,,N. Ct." : In België is men zeer verontwaardigd over den Hertog van Aremberg, die met zijn voor-vaderen minstens 1-50 Jaren lang een zeer weelderig paleis te Brussel bewoonde en begin Aipgustus spoorloos verdv/een. Men- vertelt aldaar. dat de Duitscho soldaten zijn verschil-lende ka-steelen in België volkomen spaarden en dat hij Duitsch officier in het Oosten was. Hij behoor-t tôt de grootste landeigenaars van Europa. 1 Ik kan u tha-ns als vaststaand mededeelen, dat hij weHcelijk chef is van een Duitsch dragonder-regiment in Polen, dat met goedvin-den van do Belgische Komanandantur de zeer kostibare inhoud van het paleis te Brussel naar Duitsohland is overgebraeht en de hertog na den oorlog met zijn familio zijn thoofdvcrblijf op een zijner Duitscho landgoederen zal vesti-gen.In België komt hij in ieder geval niet meer terug. De Hertog is het hoofd der familie, die ,ik dacht dat te Weenen t-huis behoorde. Do anderen zijn Prins. Een Prinoe d'A is président van do Suez-Kànaal-iSlaatsohappij. Of die nog te Parijs is? En ze gingen hun varkens teilen.... Dit zal misschien, 11a vele jaren in Duitsehland en elders, door de volkslogenden verkaald worden. Want nu wordt ons of-.ficieel uit Duitschla-nd meqgedeeld, dat iedere lx>er het aaiital der in zijn stallen aanwezige varkens bij de bevoegde over-heden moet opgeven. In een boek van Jules Verne la^en we eens dat een groep ontdekkingsreizigers ergens in een onbekende en onbewoonde streek aanlandde. Vruchteloos sochten zij levensmiddelen, en toen de hongersnood met rasse schreden aansnelde, begonnen zij eens na te zien wat ze nog bezateu. En de slotsom was: dat ze 110g drie maanden te leven hadden. De Duitschers toonen ook rëeds eenige bezorgdheid voor de tœkomst. De aard-appelen beginnen schaaKb te worden en de Teutoonsche Michel meent niet ten on-rechte dat de Duitsch© varkens te veel ,,Kartoffeln" verobberen. Daarnaar nu zal een officieel onderzoek ingesteld worden, waarvan we natuurlijk met belangstelling den uitlag afwaohten. Nadat de ,,Emden" z&nk. Teen het beruchte vrijbuiter-schi'p, |do ,,Emden", in den grond was geboord, îjesloot een groep bewoners van do stad Emdén eene insclirijvingslijst te openen om. onmiddellijk den ( verloren kruiser op te bouwen. Dat gel>eurde op lOen November. Op dit oogenblik bereikt do inschrijving de fabelacli- tige som van 1635 mark en 49 pfennig. Men heeft uitgerekend dat. aïs (het zoo voort 1 gaat, do noodige som tegen liet jaar 32S0 zou zijn bijeengebracht. De vaderlandslievende vrijgevigheid begint 1 in Duitsehland zichbbaar ta ver minder en. Von dor Goltz bij zijn Turksohe gefoofs-genoo ten. Sinds Pase'ha Von der Goltz uit het ,.rus-tige'J België ging loopen en z'n benijdenswaardi-ge plaats overliet aan Von Bissing, hebben wij maar weinig meer van hem vernomen. Wij wisten wel dat hij liever z'n oude liefde ging opzoeken in Turkije, dau het land der Belgische dapperen in te wijden in do zegoningen der kultur. Ze moeten hem daar vor6telijk ont-vangen hebben, in d© geheime hoop dat het non toch eens eindelijk zou gaan dagen in den Oosten, als het licht uit het Westen komt. Maar helaas, het heeft niet gebaat. De Dnit-sclie Pasolia ôs er niet in geslaagd de z^ven hemel en in beroering to brengen. Die taak was hem to zwaar. ' Na België: Mohammetl En dat op zijn grijaen oudei'dom! Het schijnt dat hij enkele dagen geleden, eens, klaps uit Smyrna verdwenen is, waar hij zich bevond om de veixlediging op zich to nemen. Hij was er ree<ls tweo voile dagen, toen hij hét ineens in z'n kop kreeg een pleizierreisje te gaan maken en met den eersten trein naar een onbekende plaats vertrôk. Sindsdien heeft men van den heJdhaftigen verdediger niets meer gehoord. De Daily Chronklc weet to vertellen, dat hij op gewelddadige wijze den dood gevonden heeft! Àch kom, beste confrater, niet zoo tragisch! 'Von der Goltz naar 5t pie-renland ? Wel mensch, hoe kom-je daaraan ? ij weten het beter. De iameuze generaal heeft hem gepoetst. en houdt zich ergens veilig verborgen in een of anderen harem, waar liij de verdediging van Jt vrouwenkié^sreclit op zich gonomen heeft. Smyrna is volgens hem toch Jiopeloos verloren, en nu leeft hij in de goede hoop door z.ijp werk van feminisme tôt ridder in de Orde van den.... Kousenband te worden benoemd î Hoe de Duitschers hun vuiinishak vereeî-en. Te Oharlottenburg deed liet gemeentebestuur volgend bericlit aan de huismoeders overhan-digen : Om op te luinyen in d r Iwuken < POLI T1EVE.HOIÎDEN 1NG. De afval van het huishouden moet afzonder-lrjk vérzameld worden : No. 1. Ascii en stof. No. 2. Keûkenafval. Overblijfselên van vleesch, visch, groenten, fruit, aardappelschi lien, beenderen, brood. kaas, pens en ^aden. No. 3.- Andore afval : Papier, glazen, dweilen, metalen. stroo, flesschen, hoxit, conservodoozen, hniden en Ieder. regenschermen, hoeden, kleederen, bedde-goed enz. Het niet na leven der verordeningen wordt door de politie gestraft. DE MAGISTRAAT. In tijd van nood -zullen zij met die collectie van afval en resties wel een flink kultuurmaal samenstellen 3 Zie<fe-ze vltegem? De Duitsche .schreeuwers, die kelen als ge-speende varkens, hebben gemeend ook in Italië hun muzikalo geluiden ten beste to moeten geven. Zo hebbeîi gedaeht dat de oude veste van Rome, Waar uit het licht der wereld straalt, zich verbinden zou met het kristelijke land van den nieuwen godsdienst. Wel waren er tractaten ton overeenkomsten. maar door de schending der Belgische onzijdigheid had Duitsehland aile recht verbeurd en had Italië het recht, zoo niet den plicht, zijn bondge-nootschap met 's Kaisers goddelijk ministe-rium to verbreken. Desniettegenstaande hebben zoo'n paar heertjes het in hunnen bol gekregen, propa-ganda voor de Duitsche Wahrheitszaak in het land van Virgilius te maken. Maar hoo zo ont-vangen werden! 't Was vermakelijk 0111 te zien. Er is nooit zoo hard ..awoert" geroepen als toen. En ondanks die algëmeene betuigingen van warmo sympathie, gingen die herrschaften maar steeds voort, tôt de Italiaansche Regee-ring het beu werd, en aan den grooten kuisch een begin gemaakt heeft. Reeds hebben do ge-broeders B rose h, correspondenten van het Wiener Taqeblatt en de Fra.nkfortcr Zeitung, beric-ht ontVangen dat kunnen oprukkên met den eersten Schnellzug! ]5én zwaluw maakt de Lente niet. Andero zwaluwtjes worden binnenkort uit het Zuiden te Ber'lijn ver-wacht. En of ze komen zullen!.... Berlijnsch Schetsje. Een Zondagmiddag van regen3 sneeuw, wind. Op het achterperron van de voHe tram staa-t een landweor-onderofficier, man op jaren al. Moeilijk beent hij den wagen bin-nen, neemt tegenover zijn vrouw plaats. Ze wil hem een zakdoek geven om het natte gezicht, waarop de straaltjes loopen, af te vegen. Hij weigert mopperend, laat het druppelen op de uniform. Moppert steeds door in onver6taanbare klanken met een gezicht aïs een iesegrim. Dan haalt hij heel omslachtig een sigaren. koker uit den zak, monstert aile sigaren, neemt er één uit. En mopperend loopt hij weer naar het achterperron t nagekeken door de passagiers. De vrouw zegt met een vuurood gezioht: Hij heeft een schot in het hoofd gekregen en na dien tijd doet hij zoo vreemd... Zie onze leleçjrammen en laatste SegerbenchferB op de derde bladzijde. Onder ons. VI. Yooraleer eciiter ons eerste boek ter hand to nemen, acht ik het nood&akelijk nog eens eveu in te gaan op de vereisclite hoedanigheden uio noodig zijn om tôt de gewenschte menschen-kennis te geraken. Reeds op zich zelven zijn zij van zulk groot gewicht dat het vrijwol 011-mogelijk is waarlijk wijsgeerigen vooruitgang te doen in het leven zonder zo in dûcht-igo mate to bezitten. Want het nïin of meer wel-gelukken van aile .volgende studio op het leven staa-t in redlitstreeksche verhouding tôt den trap van gevorderdheid waartoe men het ge-bracht heeft in de toepassing de25er hoedanig-heden.De eerste vereisclite is gezond'■ ver stand. Dat schijnt nu wel eene op ruime sohaal vorspreide waarheid te zijn, maar er is niets van. Gezond verstand is juist wat do meeste menschen in de minste mate bezitten, en reeds voor eonigo jaren vermeidde ik in mijn maandschnft-Minerva dat de Japanners aan hunno hoogere soholen „leergangen van gezond verstand" op-gericht Ihebben. Om gezond verstand to toonen, mag men zich niet laten medeslepen door de zoogezegde ,,openbare meening", maar is men verplicht eerst grondig to onderzoeken of die oponbare meening gewottigd en gevolgma-tig is of niet. Wie als scliaap van Panurgus handèlt, wie ,,huilt met de wolven waarmedo hij in t boscîi is", mag hoegenaamd niet als mensch met gezond verstand aanzien worden. De tweed e ver eischte is eedijkheid-. Niet die eerlijkheid die zich onthoudt van ,,stelen, tôt stelen Hielpen, gestolen goed koopen of bewaren, het loon der arbeiders onthouden, in processen ol: koopmansschappen eenig bedrog of valsch-heid gebruiken", zooals de catechismus zich uitdrukt — die eerlijkheid is verplichtend voor iodereen. De eerlijkheid die ik hier bedoel be-treft ons zelven, onze moeningen, onze over-tuigingen : 't is de eerlijkheid in het wikken en wegen onzer daden. Ieder van ons weet dat, bij liot eerste opzicht, de waarde eeniger wooi-den of daden vermeerdert of vermindert naar- mate zij van ons zelven of ran anderen koinènî In liet beoordeeîen van anderen wordt daaren-boven gewoonlijk een merkelijk gewielit gehecht aan de betrekking waarin zij tôt ons staan. Dat is natuurlijk eeno erge fout: we mooten leeren anderen beoordeeîen als ons zelven, en ons zelven in voile onpartijdigheid en strengo eerlijkheid. Eene derde vereischte is toegevendheid, m den zin van niet-stijfhoofdigheid. Wanneer we eene zaak overwogen en we komen tôt een bo-sluit dat ons nadecl of schade doot, dat tegen onze gewoonten of tegen onze meeningenC~-zelfs tegen onze orortuigingen — indruisoht, dan is het heel natuurlijk dat we er ons een oogenblik tegen verzetten. Bij voie menschen — o.a. bij de Friezen, wier stijfhoofdi*iheid spreek woordel ij k geworden is — heeft het^ verstand, ihet nuchtere, beraadslagende verstand, veel moeite om de gevestigde gewoonten, meq~ mngen of handelwijzen te overwinnen. Dat mag echter niet zijn. Van het oogenblik dat ons verstand ons tôt eon besluit gevoerd heeft, moeten w© er ons aan onderwerpen. Indien het echter wat al te zeer tegen onze inhorst, tegen de gelieelc verwikkeling van ons leven indruischt, staat het ons natuurlijk «vrij, en ïs het zelfs aangeraden, meer ontwikkelden onzen gedaohtengang bloot te leggen en van hen verder licht to ontvangen over onze innerlijke raadplegingen. ®ene vi®rde vereischte is de gevolgmatig-hri'f. Wij mooten tradhten ons boven onze be-trekkingen te verheffen en de te onderzoeken vraagpunten op zich zelven te aanscliouwen, zonder er ons zelven in te mengen. Want van het oogenblik dat onze eigene belangen erniedo gemoeid worden, geven zij gewoonlijk den dooi-slag, en kunnen we niet meer gevolgmatig denken. Maar ook is gevolgmatig denkén niet voldoende : we moeten gevolgmatig handelen, dat is, onze handelingen zoodanig inrichten dat zij do natuurlijko gevolgen zijn van onze eenmaal genomen besluiten. Deze vier vereischten vormen den grondslag tôt elk wijsgeerig onderzoek. In den^loop der volgend© ,,0nder-0ns" zullen we nog wel enkele bijkomonde punten aanraken, maar veor het oogenblik moge liet hiermede volstaan, en het komt me voor dat de lezer reeds genoeg stof tôt nadenken in het voorgaande vinden zal. EDWARD PEETERS Varia, Nietzsche's antwoorden op enkele vragen. Vrage n: Anhc-oorden : 1. Was ist die.Kriegs- 1. Die frohliche "WiS-wissenschaft? senschaft, 2. Wozudient dieDeut- 2. Zur Genealogie der sche Kriegfuhrung Moral. in Belgien? 3. Was is Deutschlands 3. Wllle zur Macht. Kriegszweck? 4. Wer war ein anstan- 4. Der Antichrist. diger Mensch? 5. Wo sind die Dent- 5. Jenseits von Gut und schen in Belgien? Bôse... faber nicht von dem Yser). G. Was ist aber Rache? 6. Menschliches, ail zu Menschïiches. 17. Wer.hat gesagt: „Der 7. Also sprach Zara-Erden am unange- thustra. nchmsten sinddiejeni-gen welche einnes reinen Mannes Weib oderKnabenalsBeute hinwegfùhren auf sfcaubigem, trocknem Wege, und sie erhe-ben ihre weinende Stimme" ? ( Wendi' dad)*

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes