De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

2382 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 20 Avril. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 18 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/dr2p55fj4k/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Befgte âaargianj i fsi0. > -s? Dinsdag 2Q April 1915 5 Cents DE VLAAMSCHE STEM ALGBMEEN BELGISCH DÂGBLÂD [en volk zal ni et vergaan/ Eendracht maakt machtl BEDAOTIEBUREELS PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens ,, vier bladzijden. " 1 Abonnetaentsprjjs b\j vooruitbetaling : Voor Holland en Belgia per jaar / 12.50 — per kwartaal / 3.50 — per maand f l.'iô. Vocr Kngeland en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. . Hootdopsteller : Mr. ALBERIK DESWÂRTE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ —■ ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENÏEN v.-ende men zich tôt do Adminiatratie van liet blad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGINGEN v.'ende mén zicli tôt de Administratie van de VLAAMSCHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. SDVEETENTIES: 20 Cents jier regel. KORTE inhoud 1 e b 1 a d z ij d e : Tire la Franc© (III). — Mr. A. Deswartc. Klôine Kroniek. Letterkiindigo Kroniek. — André de Bidder. 2e blad zij de:, Uit het Vaderland. Grënskroniek. Brieven uit Brugge. De onbezonnen rechter. (6). — L. Baekel-• mans. » 3e-b 1 ad z ij d e : Do Europeesche Oorlog. Brieven uit Engeland. — Firmin van Hcche. Het kerngezonde Panjs. Overzicht van Tijdschriften. Voo^drachten. 4ebladzij de: De laatste trein. — Wilma Knaap. Onze gewonden in Engeland. Een onloochenbare misdaad der Duitschers. Voor de Uitgewekenen. Men zoekt. Gekwetsten in Engeland. Vira il France! III. In een ,,ingezonden stuk" — in ons nummer van 13 April verse henen — wordt aan Vlamingen, die dezen roep uiten, her-innerd.wat wij, in het historisch verleden, ook van Fransche zijde hebben te verduren gehad. Hierop zal ik in een vierde, en over dit onderwerp laatste, artikel antwoorden. Daar dit ,,ingezonden stuk" door ©n-kelen wordt bestreden, is bet belangrijk vast te sfellen dat de schrijver toch uit-drakkelijk schrijft:- ,.Zeker, het Fransche volk lieeft de vrijheid lief... Veel is de menscbheid Frankrijk versehuldigd". Het is me thans echter niet te doen om in.de geschiedenis terug te blikken. Ik wil met nucbteren, onvooringenomen kijk na-gaan hoe onze huidige bondgenoot zich in de moderne tijden voordoet, wat de open-bare méening in dat land is geworden, velke de geest is die het Fransche volk in : dezen reusachtigen strijd bezielt, hoe Frankrijk zich aanstelt tegenoyer de menschheid van heden, en of zijn houding jegens de werèld niet aller .rym patrie en bîwondering verdient. Men duide het mij ten goede, dat ik bierbij weer van aanhalingen en uittreksels , gebruik maak. Zoo deed ik om te st-aven, ] dat al de Vlaamschgezi nden het ééns zijn in de hoogachting der Fransche cul- , tuur. Ook extr.acten zullen mij als de beste -bewijzen dienen, dat aile moderne geesten < aan zulk een volk hun liefde in aile harte- j lijkheid moeten gunnen. < Wat treffender hulde kan ik hier inroe- j Pen dan de waardeering welke Frankrijk - aan den vijand zelven heeft afgedwongen? -De ,,Gazet van Keulen" van 26 Maart 1.1. getuigt: ,,Hij die met opmerkingsgave het , . leven te Parijs weet gade te slaan, moet \ vaststellen, dat de arbeid er wordt door- < gedreven, dat het volk gezond is geblevên, } dat wat er verdween, alleen is een lucht- . bartig leven, waarachter zich de kicmen van 1 degelijke deugden verborgen". Wat het groote blad ,,Le Temps" van Parijs bij die ongeveinsde erkenning doet opmerken, is zoo roerend in zijn sterkte, zoo machtig ln ajn eenvoud, werpt zoo een scherp licht i °P den koelbloedig manhaftigen zielstoe- t stand van 't Fransche volk ^in zijn geheel, « dat ik, ter illustratie van dit mijn artikel, s er °P gesteld ben de vertaling van den c ►°Uedigen tekst uit ,,Le Temps" op een s andere plaats van ons orgaan to laten ver- c ^hijnen. s .Er zou een gulden bloemlezing te maken c JjJ. van hetgeen in deze grootste aller t 'Jden door vooraanstaande Franschen, 1 ** vaû hun volk, aan edele mensche- "v ' vil werc^ uitgesproken. ^ ^-Nobel en grootsch, opbeurend voor "v barten, klinken woorden als degene elke een Kamerlid, Alexandre Varennes, r Q het Bulletin des Armées de la Repu- t tôt de soldat-en richt: ,,Gij voert z .^eg, opdat er geen oorlog meer veze. "v l1J,v?§t opdat men niet meer vechte. Den g D, 6 ™edt gij uw offer, opdat de komende g srKac den vrede hun hooge be- g ^avjnoszending kunnen volbrengen. Gij ept een nieuwe internationale orde, in s ker Cr rec^^vaar^igbeid voor de vol- g 2a[,c,n 200 als voor de menschen wezen '' . ^ at ons Frankrijk het meest moet doen l niet111000' zoo'n zi^lverheffende taal a da^e Ul-t onSemeene grootschheid dezer 1 verto^i-f3 S.eboren, maar dat zij gevoélens g |<r f' sinds jaren in den geciib der l teldft - worden geprent. Zoo ver- l ®en r^^11 v.r^enc^ Karel van den Borren in c vipj ^ ^ij, November 1901, op de z tosche Balie van Brussel uitsprak : ] pâfij3nïîos , vertoefde ik te Médan, bij j çrii 'b j°n& vriendje ging school in 'fe ^ iiSaajisfhg stadje Foiss^ Hij bruikte voor zijn lessen een boek van een heor Seignette, in hetwelk ik met veel ge-noegen, in een hoofdstuk getiteld ^Enseignement civique", het volgénde las: Wachten wij ons van eenig gevoel van ijdel-heid voor wat ons vaderland aangaat; laat ons nooit de andere natiën' verachten, en ons over hunne rampen verlieugen. Laat ons het vaderland der andere volkeren eerbiedigen, laat ons het onze beminnen". Zoo worden sinds tientallen van jaren de jonge Fransche geslachten opgeleid in een afkeer tegen aile veroveringszucht. Door de opvatting en de uitvoering zijner nationale en internationale roi na 1870 heeft Frankrijk de psycholqgische waarheid bewerkstelligd, evenzoo toepasselijk op een volk als op den eeneling: ,,Rien ne nous rend si grands qu'une grande douleur". Het verlies van Elza-s-Lotharingen heeft Frankrijk diep eerbiedig leeren te zijn tegenover aile aangeboren nationaliteits-uiting. Marcel Prévost erkent in zijn Lettres à Françoise Maman: ,,Aussi fut-il criminel d'affaiblir votre âpre et utile apprentissage de la langue maternelle en nous embarrassant de mots, de tournures, d'accents étrangers". Dat is: ,,Misdadig was het5 uw lastig en nutt-ig aanleeren der moedertaal te verzwakken door u te belem-meren met vreemde woorden, zinswendin-g-en en klanken". Maurice Barres beweert in zijn werk Colette Baudoche, dat het opleiden der jeugd in een andere dan de moedertaal ,,des estropiés pour la vie" maakt (levensdurige verminkten) en ,,abêtissement local" vsrwekt (een plaatselijke verstomping). En destijds noemde Barres de stad Metz (in ,,Le Journal"): ,,Le lieu le plus tragique la terre" (de meest t-ragische plek ter wereld). Yoor eenige jaren werd te Parijs ge-st-icht een ,,Ligue alsacienne-lorraine pour la défense des droits ethniques" en in hare standregelen leest men: ,,La ligue a pour ^bjet de sauvegarder le génie de l'Alsace-Lorraine^ ses traditions. indigènes, sa culture intellectuelle, d'éveiller et de développer le respect des droits ethniques des mi-îorités". Wat beteekent-: ,,De Bond stelt îich ten doel de ziel van Elzas-Lotharingen, iijn aangeboren overleveringen, zijn gees-^elijke ontwikkeling te vrijwaren, ook op je wekk'en en uit te breiden den eerbied voor ie volksrechten der minderheden". Met andere bewijzen zou men kunnen •taven de steeds toenemende vrijheidsmin ran het hedendaagsche liberale Frankrijk. Grondbeginselen, als deze na 1870 aldaar ^ehuldigd, zijn de echte principiëele onder-^rond der Ylaamsche Beweging. Ook is bet mij nooit gebeurd een Frànschman >nze strekking voor oogen te leggen, zonder le meest^» onbevangen .goedkeuring te ont-noeten.Wie niet aan liistorisffhe bespiegeling loet, maar in het Frankrijk der moderne -ijden tracht te krijgen een zakelijk, proef->ndervindelijk, practisch inzicht, fkan niet mders dan geestdriftig zijn sympathie uit-preken. En als daar een vooringenomen jeest is, die schermt met een groote of deinere Panamazaak, dan moet geant-voord dat geen natie der 19e en 20 eeuwen ran soortgelijke koortsen is bevrijd • geblevén ; — dat het oppervlakkige kwalen zijn jeweest, die nooit de kerngezonde lagen 1er bevolking zelve hebben aangetast; — ïn dat de derde republiek nooit teruggewe-:en is voor het ve'ropenbaren der etterge-;wellen en het onbewimpeld toepassen der toodige heelmiddeîen. * * * 1 Waarom wij, Flaminganfcen, de Fransche latie een warm hart toedragen, dat is best e wettigen, wanneer men bedenkt, dat, op ' î November 1914, het manifest der Franche Hoogescholen — n amen s de geheele enkende natie — volgende wereldaan-^houwing aan de Hoogescholen der onzij- : ige landen heeft verkondigd: ,,De Fran- i che Universi'teiten achten voortdurend dat ' e beschaving niet het werk van één volk, aaar van aile volkeren is, dat de geeste-jke en zedelijke rijkdom der menscbheid ] vast door de natuurlijke afwisseling en de [ oodige onafhankelijkheid van aile eigen ( olksgeesten". Hoc wij, Vlamingen, Frankrijk bemin- ^ en, heb ik in mijn twee eerste artikels ' iteengezet-, dat is: met aile zucht- naar elfstandigheid, zonder een greintje af te ' rijken van fiere eigenwaarde, zonder het 1 eringste van onze vrije cultuur prijs te j even. En dit juist strookt volkomen met ] emeid manifest. ( Hoe de enggeestige Franschdollen, hais- ^ barrige tegenstrevers der Vlaamsche Bewe- ] ing, Frankrijk beminnen, die wijze is deze: J /ich stom vergapen aan één cultuur, blim .elings verklaren dat de alkenzaligma'cende eschaving de Fransche is, verzaken aan lie geestelijke onafhankelijkheid, en ten .uidigen dage, onder voorwendsel van bond-enootschap, zich tegenover den vriend aile eoordeelingsrecht ontzeggen, zich voor den eschermer wàlgelijk plat leggen. Om deze ompromittante aanklevers mag !Frankrijk ich het woord toepassen: ,,Que Dieu me •réserve de mes amis ; quant à mes ennemis, a m'en charge." . Mr. ALBERIK RESWABTg.. , Kleine Kroniek. De Duitschô gruwelwaanzin. In de „ No Voie Vremnia" lezen wij: -Het dagblad van Pskoi'f verhaalt, dat dichtbij O.... de ziekentrein 110. 106 door Duit-sche aëroplanes gebombardeerd is geworden. Het bombardement is begonnen, toen men de gekwetsten in den trein plaatste. Een Taube, die op zeer groote hoogte vloog, verdween plot-eeling aan den gezichtseinder, na een konvooi militaire auto's te hebben opgemerkt, die gekwetsten vervoerden. Ze kwam sjx>edig terug, vergezeld door vijf andere vliegmacliines. De Duitsehe luchtvloot wierp veertig ontplofbsire bommen 6p deu trein, kwetste den macbiriist en doorsohoot hier en daar twee goederen-wagens.", Men weet niet goed, of bij die Duitsehe vlie-geniers de ezelaebtigheid — met het oog op de betrekkeiijk groote uitgaven en het volstrekt geringe succès van zoo'n vliegtocht — de gruw-zaamheid overtreft, dan wel omgeke^rd. Nationale waanzin js toch een heel vreemdsoortig ding. De Duitsehe invasie in Jutland. De .,Politiken", het officieele orgaan tau Denemarken, meldt, dat er een ware invasie van Duitschers in Jutlànd is. Men hoort mets dan Duitsch spreken, en al de hôtels wemelen van Duitschers. Het zijn degenen, die gevlUcht zijn voor de -broodbons. ,.Het is jammer te moeten coustateeren," zegt het 'blad, ,,dat sommige Denen genoodzaakt zijn om de grens van Sleeswijk te overschrijden, teneinde er hun maal te aiemen." Het staat hoe langer zoo meer vast, dat de Duitsehe vaderlandsliefde niet tegen den hon-ger bestand is. Lak hebben de Herrschaftefa aan Goethe's ,,Wer nie sein Brod mit Thranen ass" enz. Hoe zij de Russische krijgsgevangenen behandelen. De ..Litofskaia Roess" openbaart een fragment van een brief, waaruit blijkt, op welke schandelijke wijze do Russische krijgsgevangenen in Duitschland worden behandeld : ,,Wij moesten in Duitschland to voet gaan, en liepen £oo, zonder ophouden noch rust, twee weken achtereen. Wij kwamen eindelijk ter bestemmingsplaatse en men stopte ons ïn een sombere schuur. Geen stroo om op te slapen ; geen warme kleeren om ons to bedekken ; wij hadden het koud. Wij kregen geen warm eten dan den derden dag, en nog gaf men ons toen slecht voedsel, en overigens in te geringé hoe-veelheid. Men liet ons zelfs geen tijd om te rusten en liet ons werken van 4 uur 5s ochtends tôt 9 uur Js a ronds, dat is dus 17 uur per dag, zonder oplïouden. Het werk zelf was zwaar, vooral onuithoudbaar voor iemand van een zwak gestel. Wij worden beleedigd en kunnen niet antwoorden. Bij den minsten tegenstad martelt men ons; v^ndaar de tallooze sterfge-va'llen onder ons, krijgsgevangenen.'' Ook ,,niet waar". Boches? Gij kunt er andere zeker van zijn, dat zelfs uw 93 uitverkore-nen het gelooven, al houden zij zich thans koest. Of juist daarom. De wereld heeft al lang te-vergeefs gewacht op een tweede protest der 93 waarhei dslooehen a a r s. De noedige volharding. Kolonel Repington uit zich als volgt in de ,,Times" : ,,Uit hoofde der tallooze moeilijklieden, die, gelukkig, de machten overstelpen, welke dezen ferschrikkelijken oorlog begonnen, i6 het niet mogelijk te voorzien, welko de nieuwe liniën îullen zijn, waarop hun strategie in.de naasto toekomst gebaseerd zal. zijn. Wij kunnen slechts zorgvuldiç achtslaan op de Duitsehe Dogingen en ons eigen offensief beginnen met le vaste Dédoeling, den vijand ons initiatief op :e dringen en hem den loop der aanstaande ope-"àties voor te sclirijven. „Het "Ss niet onwaarschijnlijk, dat Duitsch-and, indien het erkent thans geen succès te amnen hebben, van den nood een deugd naakt, besluit om te onderliandelen voordat :ijn legers verpletterd zijn en vredeeaanbicdin-çen.doet, die als een soort van oppervlakkige îrkentenis der feiten' zullen zijn. ,,Het is op dat oogenblik, dat de groot-ste jeproeving van ons nationaal karakter zal ko-nen, want wij moeten gan6ch onverbiddelijk ;ijn, totdat de herhaling van de grootste mis-laad, die de geschiedenis kan aanwijzen, g'heel •n voorgoed onmogelijk zal zijn geworden. Doch îat zal kinderspel zijn, vergeleken bij den ■rede,. die de zwaarste van aile beproevin^en ;al wezen." Hoezeer zoowat iedereen naar den vrede ver-angt, zijn wij liet volkomen met kolonel Re-»ington eens. Een vrede alvorens Duitschland nin of nieer verpletterd is, zou niets anders lan een»wapenstilstand van enkele jaren zijn. )e grootb'eidswaan en de veroveringszucht van ïermania moeten eerst gefnuikt, geknot, om-•ergeworpen en vernietigd worden. wil de we-eld op een duurzamen, zoo niet eeuwigen vrede •ekenen. De Voor geschiedenis. Grey zeide onlangs in een rede over den jorsprong en den a floop van den oorlog, dat illes voorkomen had kunnen worden door een Kuropeesche conferentie, wanneer en waar Duitschland had gewild. Te midden van luide toejuichingen zeide iij: Dit is de vierde keer, in menschenbeugenis, Iat Pruisen een oorlog bracht over Europa 3n wij zijn besloten, dat het de laatste keer sal zijn., . . . -.a.- V; . .. . -v? De Duitsehe geldmiddeien. ,,11 Secolo" bespreekt aldus de Duitsehe geldmiddeien : ,,Een lang officieus communiqué geeft ver-warde bijzonderlieden over de operaties der Keizerlijke Bank van Duitschlan<l gedurende het laatste kwartaal. De goudroserve van Duitschland, zegt men, vermeerdeit onopliou-delijk, in tegenstelling met hetgeen in de vijan-delijke landen gebeurt. Kortom, de Duitsehe geldmiddeien zouden in een meer dan schitte-renden toestand zijn. Wij zullen geen gewag maken van de andere onjuistlieden in het communiqué over de metallurgisehe dekking dor nieuwe biljetten, welker waarde, naar men toe-geeft, 14 % is gedaald ! Wij zullen ons een-vouçlig herinneren, .dat de eerste bevestiging, .op weinig na, de basis uitmaakt van de jongste argumentatie van den oud-direkteur der Deutsche Bank, den heer Helfferieh. De stelling des heeren Helfferieh komt hierop neer : de Duitsclïe geldmiddelei] zijn beter dau die van Frankrijk en Engeland; de aangroeiende ver-meerdering der goudreserve van de Duitsehe Bank is er het bewijs van. ..De heer Helfferieh vergeei, wat de geld-markt van Londen is. dat altijd goud heeft. uit-gevoerd, terwijl Berlijn daarentegen, gesloten markt, .niet opgehouden heeft goud in to voe-ren. En wie weet overigens niet, dat de bala-ns der Keizerlijke Bank het papieren gekl niet onder het ware licht laat zien, en voorts dat neutrale landen betaling in Duitsch papier zouden weigeren. v ,,De bal an s deelt niede, dat er een dekking van 46 % is, doch het is algemeen bekend, dater eeu enorme hoeveelheid biljetten in omloop is. die niet de minste dekking hebben. • De bajans van Engeland is oprecht en overeenkom-stig de statu ten. ,, Vol houden, .dat de geldmiddeien van Duitschland minier zijn dan die van Groot-Brittannië en Frankrijk. wanneer de Mark 14 % verliest, terwijl de franc en de sovereign zioh bijna overal à pari handliaven, is heel een-voudfg bespottelijk. Deze gevolgtrekking dringt. zich aan e-lkeen van gerond verstand op." Och. de kilappe heer.Helfferieh neme aan de Duitsehe grenzen waar, hoe gretig — en 011-rechtmatig ! — Teutonia's ambtelijke grens-wachters liet geld van vreemdelingen inwisse-len (tegen een gefingeerden koers!) met de landgenootelijke papera-sserij. Of hij brenge even een bezoek aan een neutraal land en wis-sele er .eens zijn mooiste Duitsehe bankbrief-jes....Oorsprong van Heijst-op-den-Berg. Over een tachtigtal jaren vond men bij het uitroeien van een boom tegen de zuidelijke helling van den zoogenaamdèn Schaffelberg, juist buiten het dorp gelegen, nabij den steeiî-weg naar Boisschot, eeu steenen vrouwen-' beeld. Men dacht vooreerst met een Mariabeeld te doen te hebben, maar bij nader onderzoek bleek dat het èen onderschrift behelsde, waaruit men eindelijk den naain Jlestia kon ontcijferen. Hcstia is de Grieksclie naam van de godin F esta, die voor onze tijdrekening aïs bescherm-godin der staten te Rome werd vereerd, waaide dienst van Testa zeer in aanzien was. Hier brandde in haar tempel een vuur, dat nooit uitgebluscht werd. Eenige priesteressen, aan welke het verboden was te liuwen, en welke bekend zijn onder den naam van Vestaalsche maagden, hadden de taak, voor dit eeuwige vuur te waken. "\ olgens de arcliieven is de oudsto benamîng van H c ijst-o p-den-b c rq : H esta. Bestaat er nu verband tusschen liet gevonden beeld, welk, jammer genoeg, in slechte handen is gevallen eu te loer gegaan, en de benaming Resta? Moeielijke oplossing. Een zaak is zeker, dat er een legende bestaat die verliaalt dat er boven op den berg, te midden van een geheiligjd bosch, een afgoden-tempel heeft gestaan, waarin onze heidensche voorouders, menschen en dieren offerden. Ver-der dat de H. Lambertus, een der eerste ge-loofspredikers liier te lande, dieu tempel heeft geslecht en er een kapel opgericht. De legende verhaalt verder.' dat toen men jaren daarna, eene nieuwe kerk wilde bouwen, beneden den berg, in de nabijheid waar men het beeld heeft gevonden, deze telkens door onzichtbare handen werd afgebroken. Ten ein-de raad besloot men eene kar, bespannen met een ezel, vol steeneu te laden en waar lîij bleef staan, de kerk te bouwen. Do ezel ging met zifne vracht den berg op en liield te midden stil. Daar-werd dan ook de kerk gebouwd en de bouw wérd niet meer gehinderd. De werkeloozen naar Beigië. Xiet ïaug geleden stond hier te le/.en, dat een Duitsehe or.derwijzer gedurende zijne veer-tigjarige loopbaan aan zijne leerlingen had uitgedeeld: 911,527 stokslagen, 136,715 vuist-slagen. llo,S00 slagen op den nek, enz. enz. ?t Schijnt nu dat eenige ijverige Duitsehe onderwijzevs en onderwijzeressen reeds naar lielgië wilden overzeilen. waar zij dan do Teu-toonsche onderwijsmethode zouden toepassen en ons de weldaden der Duitsehe dwingelandij-Kultur zouden doen genieten. Want in het T.Berliner Tageblatt" lazen wo het volgende berichtje: ,,Eenige onderwjjzërs en onderwijzeressen hebben bij het Duitsch bestuur te Brussel liunne diensten aangeboden. Do Duitsehe over-heden laten bij deze aan de belanghebbenden weten, dat er in Beigië voorloopig geen be- ' hoefto is aan Duitsehe onderwijskrachten." Beigië zou dus een afzetgebied moeten worden, niet olleen voor den Duitsclien handel, maar ook voor Duitsehe ambtenaars, onder-wijzers enz. Zij die Duitschland kennen, weten dat vele Duitschers, indien er geen buitenland had bestaan, reeds Tan bouger zoudea omge-komen zijq> _ A x's"' ^ Letterkundige Kroniek. ,,De Jor-daan" door Is. Querido. Gelijk een strooper, in den maneschijn, met rond hem de heele, suizende ûtilte van den nacht-, heb in zijn strikken gevangen konijn vastgrijpt, het heft hoog in het licht-, en voelt het strakke lichaam van het gevangen dier beven en spartelen, de korte, sterkc pooten krabben in de ducht, de veerkracht van het lenig lijfje varen door de spieren van zijn arm, schokken door hem, en in de schuwe oogen van het dier de laatste weelde van liet leven leest... Zooals ik min de bloedrijke dierlijkheid van mijn hond, die zij u kop op mijne knieën legt-, of zich rekt+, onder mijne streeling — en ik voel de warm-te van het zware 'lijf drukken tegen mijn heenen en dringen door mijn eigen vleesch, en de spieren die spannen en de lange hui-vering die zindert over zijn rug, en heel het vurige, het gave, het sterke van zijn instinct —■ of zooals men houdt van liggen in het jonge gras, in het liooi of op de dennen-naa-lden, in den geur van de heide en de reuschheid van het woud... Zoo houdt de groote romancier van het Leven.... De Meester schreef eens dat Querido ,,het leven geeft meer dan de - menschen" en met die kenschetsing stem ik gaarne in. In de personen van Querido stijgt het leven zooals het sap in den stam der boo-men : eenzelfde drift, eenzelfde weelde, eenzelfde geweld. Dit is liet allerhoogste in zijn werk : de levenskracht en de leveus-heerlijkheid. het voile van zijii beelding, het forsche, het vonnrijke, het overvloe-dige en soms het reusachtige of wanstal-t-ige van de natuur. Bij hem is het leven nooit. ifrhraal, nooit arm, nooit bleek. Ruig en warm, huiverend en diep, stijgt de stroom, zooals het bloed in het lichaam borrelt. Er is ists heidensch in hem, iets heel los, iets heel breed, dat hem de extaze van liet leven geeft, henl een soort heroïek van het alledaagsch bestaan inboozomt. En onpartijdig is zijn beelding die niet weet van goed of slecht, maar ailes geeft in één beeld, liefdevol in zijn geheel. Tôt in de bitterste verdierlijking blijft daar-" door iets van schoone menschelijkheid be-waard; zijne adoratie van het leven is die van een priester die ook in den zondigen menscji nog het schepeel van God ziet-, in de zonde een gelegenlieid tôt barmbartig-heid. Boven de werkelijkheid, stijgt zijn lieftig-teeder, overstelpend en warm gevoel, zooals boven liet woud de ruisclizang der blaren. Hij beziet de wereld uit de hoogte, door zijn vizoen. Daarom is Querido niet wat men noemt ,,een realist", evenmin als men Balzac een realist mag lieeten. Realisme blijft klein-werk. geduldige, nauwkeurige observatie, zeer individueel vooral. Querido, integendeel, wil ailes in-eens geven : al de vormen van de mensche-lijke hartstocliten. verbindend het bijzon-dere met het a-lgemeene, het persoonlijke met het sociale; iedere groep van gev.oeh-uitingen zit vast op het levend geschapen gelteel van de menschheid. Heel de liartstoclitheftigheid, de monumentale forschheid, de dansencle gloe^ van zijn grootmachtig oostersch tempérament, heel dat- innerlijk en uiterlijk geweld, het zinnelijk-beeldencle en het oversteli^end-warme van zijn voelen en denken — al die grootsche eigenscliappen clie zijne werken op reusachtige bergen doen gelijken — liggen ook weer, in overvloed, in en over zijn laatste boek. Querido heeft zich in ,,De Jordaan", zooals in zijne v or ige romans, gegeven met heel zijne natuur, met zijne giganteske ziening, zijn on»tuimigen schep-pingsdorst, en zijn diep gebaar peliik van een iiterairen Hercules. Hij kan, van aard en aanleg en wezen uit, met geen ander Hollandsch auteur vergeleken worden. Hij staat nu eens buiten het gewoon roman-inatige, buiten het begrensde, buiten de gangbare ,,klein-malerei" van ons land. Hij is nu eenmaal de man van groot allure, die ruim moet doen : die zich bijna niet kan beperken ; die instinctief monumentaal bouwt, u boeit, u overstelpt, u verrukt door het grootmachtig gevoel dat in hem broeit, door cïe geweldige, heftige levens-ilrift die bruist door zijne aderen. Ik her-inner me cle karakteriseering van Net-soher, :oo klaar en diep : ,,een artist met knuisten, met een hart en een mooier luide stem". Een boek als ,,De Jordaan" maakt een wereld op zichzelf uit... 't is àl wat men in literatuur droomen kan : ïiaturalistische en lyrische, episclie en ])sycliologische kunst, met vizionnaire romantiek overs Vcnen, op meditatief realisme gesteund.. Souimigen liebben hem bij de ïiaturalistische school ingelijfd, anderen hem tôt de romantiek ge-rekend .— ei^ ze dwalen allemaal, die zijn ;omples, aan contrasten ri j k en rusteloos-wekend, naar aile kanten zich uitbreidend vezen in ééne strakke formule willen ver-starren. Zijn werk is de uiting van een ziener evengoed als van een realist, van een romanticus en van een fantast. Met .,De Jordaan" lieeft Querido bedoeld liet epos van Amsterdam te schrijven. Daarom is zijn boek méér een milieu-scliil-dering dan een individu-teekening. En grond, maar verdwijnen in de uitbeelding van de stad, van hun sociaal midden. Een deel van hun levenslot hangt van den invloed van hun omgeving af. Het gelaat van de groote stad doemt op achter hun a'angezicht en achter hunne gestalte, zooals het dekor op een schouwburg rond de speler staat ge-plant. De Jordaan moet dan ook in eene îieele reeks boeken worden ingeschakeld, die deel maken van het ,,Amsterdamsch Epos." In het eerste verschenen boek heeft Querido het groot volkskwartier, dat achter de Prinsengracht en de Leliegracht uit-strekt, de drukke buurt van sjouwers en arbeiders, kruiers en winkeliersters, fabriek-meisjes en visèchers uitgebeeld. Het tweede deel geeft niet Amsterdam in den arbeid en den kommer van het brood, maar Amsterdam in 't plezier. De onde Nés, de gekende straat van cabarets en danshuizen, bars en café's chantants, en de Zeedijk met heel het kwar-tier van verdachte huizen, kroegen van on-tucht en dronkenschap, 6peelkrochten en misdaadshokken worden in dezen tweeden bundel, beschreven. Daar krioelt in hel-ver-lichte zalen of in donkere kamer.tjes een heel aparté wereld van zonderlinge typen: straatmeiden en pooiers, danseressen en bar-vrouwtjes, bommelaars en schavuiten, zak-kenrollers en muzikanten, koppelaarsters en ontuchtelingen. Een eigenlijk verhaal wordt niet ontspon-nen. Alléén de bezonderste episode van het boek kan dus samengevat worden: De strijcl van mooie Karel voor Corry, een wonder-schoone meid uit den Jordaan, wellve door Joden Jet wordt begluurd, rein blijft on-dauks de verleiding die overal uit den mond van man en vrouw in hare ooren zingt, maar cp den duur wordt verkracht door eeu bruut met vreeselijke knuisten, Lou den boxer. Eerst wanneer hij de ontwijding van Cor verneemt, voelt Karel de diepte van de liefde die in hem brandt en in cen ge-vecht, dat rond de strijders de heele bevol-kioig van den Zeedijk schaart, daagt hij' Lou uit en gelukt erin den reus te vellen. Het is een grootsche .triomf, die uitwijst ,,dat Cdr van Karel- was, en van niemand anders kon zijn." En die strijd van Mooie Karel met Lou den Boxer behoort tôt de heldhaf-tige literatuur, tôt- de heel zeldzame bladzijden van modernen waaruit grootheid spreekt, echte, epische opgang. Een treurig vooroordeel heeft in vele zielen het lieimwee naar de oude schoon-heid gelegd, een afkeer en cen miiiprijzc'i voor wat ze het ,,banale" leven van hed-on îioenien. Voor wie nadenkt en de geschiedenis kritisch overschouwen kan, moet het nochtans duidelijk zijn, dat de lè'ùensessens, — door al de eeuwen — clezelfde is gebleven, de mensch niet of heel weinig van het klas-siek type afweek. Elke tijd heeft zijn eigen sclioonheid, zijn eigen grootheid, onze ec-uw evenveel of misschien méér dan de voorbijo «eeuwen ; wie weet hoe ontzet en be vo'ulc-rend de komende geslachten naar onze Iwintigste eeuw met hare wonderbare uit-vindingen, met hare onafhankelijke maat-sçhappij, met hare omweiitelingen en groote sociale stroomingen zullen terugzien '! Heel v:einige sclirijvers, echter, liebben ons den indruk van die eigen sclioonheid van onzen tijd gegeven ; de oorspronkclijkheid van onze levenstoestanden, de tragiek en de epiek van onze wereld. Verhaeren is een dier zeldzame moderne dichters. Querido is in Holland zijn geestverwant... Corry, de fabrieksmeid, is in de Jordaan bijv. geworden tôt een figuur van de mythologie, groot als een lieldenkind, een vrouw van een half-god en de strijd door Mooie Karel voor haar gevoerd is als de oorlog van Troje voor de schoone Helena. Zoo was in het eerste deel van den Jordaan. de moeder-liefcîe van Nel zuiver en edel als de legenda-rische verknochtheid van eene Niobe. Een smid van Querido wordt een "nieuwe Vul-caan, een Hollandsche soldaat den met staàl g-ewa]>enden Mars zelf. Zijn angst voor de misdaad, de mvstiek van de ontaarding hebben iets Babyloniaansch-bedorven en ontzettends. De heele wereld komt in zijn i werk voor met zulke vergroote, reusachtige proporties, dat van het meest gewone, moderne leven iets als eene legende -of een epos, een Odyssee of eene Nibeluugensage wordt gemaakt. Velen hebben Querido om die titanenvizie aangevallen, andereu be-wonderen liem als een van de grootste mees-ters onzer kunst. Alleen van liefhebbers van klein realisme kan met zekerbeid be-wëerd, dat «ze van zijn werk niet zullen houden. Ik heb het lief, heel diep, en om de breede lijn van de af beelding, om de levensechtheid en de zwaarte van zijn zeg-ging, om de weelde en de volheid van zijn woordengang, om het âl-menschelijke van zijn creatie, rangschik ik De Jordaan bij de blijvende meesterwei'ken onzer Nederland-sclie lêtterkunde. + ANDRÉ DE RIDDER. Zie onze telegrammen en laatste legerberïchten op de derde bladzijde. I **

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes