De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

2262 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 27 Mars. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 20 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/8c9r20sv88/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

I Eerste «laargang rv°. 55 Zaterdag 27 Maarî 1915 s Cents DE VLAAMSCHE STEM ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Een voïk zal ni et ver gaan! Eendracht maakt machtl REDACTIEBUREELI PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschljni ta Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. Abonnementsprù's by vooruitbetaling : Voor Holland en België per jaar / 12.50 ■— per kwartaal / 3.50 — per maand / 1.25. Vocr Engeland en Frankrijk Fvs. 27.50 per jaar — Frs. 7,50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Htsofdopstellei' ; Mr. ALBERIK DESWARTE Oststelraad : fRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ r. JAN EGGEN. - ANDRE DE RIDDER Voor ABQNNEHENTEN wende men zich tôt de Administrais van het blad i PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGINGEN wende men zich toi de Firma J. H DE BUSSY ROKIH 60, AMSTERDAM. A DVERTENTIES : 25 Cents per regel Om de betalingen te vergemak-kelijken, zuiien wij voortaan weke-lijksche . abonnementen aanvaarden aan dertig cent, bij vooruitbetaling op ta zenden in postzegels of met pjstwisseî. Korte Inhoud. le bladzij de : Voor de Vlaamsche Volkskracht. — André de Ridder. Over Congo. Kleine Kroniek. Oorlogsepisoden. (12). De drie Oorlogstijden. — 1F. Van Beerth. 5 e b 1 a d z ij d e : TJit net Vaderland. Brieven uit Gent. Brk.en uit het onbezette België. De economisohe toestand. Reisberinneringen. — G. R. Pricm. 6 e b 1 a d z ij d e : De Europeesche Oorlog. Italië en do Oorlog. De> ,,Medea" in den grond geboord. 4 e b 1 a d z ij d e : Klokke Roeland. — Magda Peerters. Tooneel. — André de Ridder. Een interview van Koning Albert. [m Moi vsor lie Vlaamsche l'clsHt. In het Veiligheidsmuseum, Begrepen hebbende wat een aanzienlijk ! belang voor de Vlaamsche volkskracht eene bstere bescherming, in de toekomst, van I onze werklieden in fabrieken en werkplaat-! sén zou kunnen betpeekenen, meent de I Vîaamsche Stem een vruchtbaar werk te verrichten met hier de aandacht te roepen op het' veiligheidsmuseum — het eenige soortgelijke muséum in Nederland —datte Amsterdam is opgericht. Dit veiligheids-raùaeum is eene permanente tentoonstelling van beveiligingsmiddelen bij den arbeid en van voorwerpen en stoffen, betrekking heb-bend op de nijverheidshygiëne en beroeps-ziekten. We moeten openlijk bekennen, dat Nederland misschien het land is waar tôt nu toe het meeste op het gebied van de arbeidsregeling en de arbeidsbescherming is gedaan, meér zelfs dan in Duitschland, dat nochtans gedurig voor zijn sociale wet-geving ten voorbeelde wordt genoemd. In België daarentegen bleef die wetgeving al-tijd zeer gebreklrig en zeer onvofledig. En 't ergste is- dat — hoewel enkele wettelijke bepalingen te dezen opzichte thans al eenige jaren van kracht zijn — de belangstel-ling voor de quaestie van nijverheidshygiëne en beveiliging, in de arbeiderswe-reld zelf — wanneer de proletariërs nochtans al de vruchten van eene betere organi-satie zouden plukken — nog niet levendig genoeg is en de inedewerking te gering. Daarom nemen wij gaarne de gelegenheid tfc baat om te trachten nog eens, intensief, propaganda te maken, bij onze werkgevers . en werknemers, voor de nieuwere ideeën in zake industrie-bescherming. Nu we toch in Holland zijn, moeten we allen trachten ons gedwongen verblijf te benutten om ons zooveel mogelijk op de I hoogte van de Nederlandsche inrichtingen te stellen, aan te leeren wat hier aan te leeren valt, over te nemen al het uitsteken-; de dat hier, op allerlei gebied, is tôt stand gebracht. We kunnen geen beteren vader-landschen plicht vervullen, want met ons te ! volmaken en te verbeteren, ons breeder te j documenteeren, onze opleiding te volmaken, winnen we nieuwe krachten voor het I toekomstig België. Dat ieder zich die plicht op bet hart drukke ! Dat niemand hier in I luiheid leve, maar trachte zich te ontwik-[ kelen, zich te sterken voor de toekomst ! En | allen kunnen hier iets leeren, de armen en | de rijken, de jongen en de ouden. Dat men | de Hnderen van onze Belgische scholen hier [ overal rondleide, in musea van allerlei | soort, die kinderen waaruit onze latere I kunst«naars, onze latere handelslieden en E jjCaptains of industry", de toekomstige lei-uers van ons economisch leven, en tevens de I eenyoudige ambachtslieden en werkers, I stielmannen en bedienden groeien zullen! K ^at al de hier verblijvencre ,,patroons" van [ ûandelshuizen en al de industrie-bedienden IR i^aten instellingen, zooals de I ?? n^sc^e industrieele musea en zooals j i-efc Amsterdamsche Yeiligheidsmuseum, te I t>3zaeken en grondig te bekijken ! Dat de i Werklieden, in plaats van lui en vadsig te l bVenf ^unnen gees^ te laten versuffen en I un licbaam te verweeken, arbeiden en stu-I eeren, vakscholen en beroepseursussen vol-| '• al de vluchtoorden zouden derge-I 'Jke cursussen moeten ingericht worden I 1OOT ,^e ^^^rlandsche Regeering. D'an zou-fen de overheden van hier te lande er zich I 1^°^'j1 ^croemen niet alleen een stuk I vl°°w ^e^en gereikt aan de Belgische \ i uc ^hngen en hun een onderdak te heb-t ho? maar ook hen te hebben ge- 6 fsn oet§r$ (nenjçhea te .wo^deg. hua winst- en opbrengst-vermogen te hebben vermenigvuld, den bloei van 't latere, groo-tere België mede te hebben voorbereid ! Ook in al de interneeringskampen wordt de be-hoefte aan vak-onderwijs, aan algemeene, geestelijke ontwikkeling dringend geuit. Dat het echter niet bij theoretische leer-gangen blijve ! Hoe heerlijk zou het zijn, indien de geïnterneerden nu en dan eens uit hunne dépôts konden ontsnappen en, onder geleide, de belangrijkste instellingen van Nederland bezoeken, het artistiek en het industrieel, het commercieel en het sociaal leven van Holland leeren kennen ! Naar het Veiligheidsmuseum van Amsterdam, zouden de eerste stappen van onze schooljeugd, van onze geïnterneerden, van onze werkgevers, van onze werknemers, van al onze arbeiders moeten gericht... Met enkele woorden wil ik de wordings-geschiedenis van het Veiligheidsmuseum samenvatten. Het denkbeeld tôt oprichting van een veiligheidsmuseum is uitgegaan van dr. W. P. Ruysch in 1888, die dan ook met de heeren J. M. Elias en G. D. Nellenstein in de commissie hoeft ^ezeten, door de Vereeni-ging tôt bevordering van .Fabrieks- en Handwerksnijverheid benoemd, om de mo-gelijkheid der oprichting te onderzoeken. Het resultaat van het werk dezer commissie is eerst geweest de tentoonstelling op het gebied van bedrijfshygiëne en veiligheid in het Paleis voor Volksvlijt in 1890, later liet muséum, waarvoor onmiddellijk 45 der op de tentoonstelling ingezonden voorwerpen werden afgestaan. Het hoofdbestuur der vereeniging, het-welk te 's-Gravenhage zetelde, begreep, dat Amsterdam de aangewezen plaats van ves-tiging voor het muséum was, en daarom werd de afd. Amsterdam met de verdere uitvoering en leiding belasb. Het Rijk stel-de een jaarlijksch subsidie beschikbaar van f 500Q, de gemâente de lokalen van het voormalig scheikundig laboratorium. Op 1 Januari 1-893 kon het muséum worden geopend : met de dagelijksche leiding werd de heer A. C. W. van E>tten, belast. Hoewel spoedig de Jokalen voor het ten-toongestelde te klein bleken, zoodat het be-stuur zich in nieuwen aankoop van voorwerpen moest beperken, bleef het muséum groote belangstelling trekken. Een ge-deelfce der jaaxdijksche subsidies werd gere-serveerd voor het bijeenbrengen van een kapitaal, waaruit de stichting van een eigen gebouw kon worden bekostigd. In 1911 was dat kapitaal gestegen tôt een be-drag van f 40.000. Bij het stichtingskapitaal van f 40.000 gaf de regeering een subsidie van f 60,000, de provincie Noord-Holland van f 10,000, terwijl de gemeente Amsterdam een terrein in erfpacht gaf tegen een canon van f 4000 en hetzelfde bedrag als jaarlijksche subsidie toekende. Met deze middelen ontstoud het gebouw — zeer sober en edel van opvatting en door den bekenden bouwmeester Cuypers ont-worpen ■— waarin de verzamelingen van het Veiligheidsmuseum, sedert de maand Juni 19îi4, zijn ondergebracht. Het is gelegen aohter het E-ijksmuseum, in de Hobbema-straat 22. Bij de opening van het nieuwe lokaal, sprak Minister Treub eene zeer zakelijke rede uit, waarin hij op voortreffelijke wijze het nut van de stichting deed uitschijnen. Hij wees er op, dat geopend werd een zeer doelmatige instelling, omdat zal worden ten-toongesteld, hoe men de onvermijdelijke ge-varen van den arbeid kan voorkomen, en wat de hygiënisclie zijde van het vraag-stuk betreft, de nadeelen, die niet te voorkomen zijn, zooveel mogelijk zal kunnen verminderen. Het is een muséum voor de nijverheid en ter beleering van de arbeiders, hoe zij met de veiligheidsmaatregelen kunnen omgaan. Verschillende werkgevers zullen zich er van kunnen overtuigen en de ambtenaren zullen verschillende veiligheidsmaatregelen in werking zien en daardoor voorlichting geven, benevens eischen kunnen stellen in verband met de veiligheids-wet. De profijttrekkenden bij dit muséum zijn zij, die er in de eerste plaats ^oordeeil van hâlen. De arbeiders eerst, doch van hen kon men de totstandkoming van zulk een dnrichting niet verwachten ; neen, de werkgevers, zij hebben het grootste belang bij dit muséum. Werkgevers, vooral kleine patroons, moeten voorlichting kunnen ver-krijgen omtrent de meest doelmatige rnid-delen, waarmede zij aan de eischen der veiligheid kunnen voldoen. Arbeiders zullen ook door voordrachten en demonstraties moeten leeren, waarom en hoe beveiliging noodig is. Het muséum is en zal nog meer worden een modelinrichting en waar het in verband staat met de ongevallen van den arbeid en de beroepsziekten, die men toch niet geheel de wereld uit zal kunnen helpen, zal men boven dit muséum kunnen doen beitelen : ,,Voorkomen is beter dan ge-nezen".Ik mag er niet aa.n denken hier eene vol-ledige beschrijving van de tentoongestelde . machienen, tuigen en voorwerpen te geven. In 'tbizonder roep ik de aandacht op de experimenteele studie van de verschillende arbeidsziekten, welke hier in beeld gebrachfc js jSatiifMtiSSESSiSS'. efero^aa^w.^r^, suv kerzWeren, chloorkalkwonden, kwade droes, miltvuur, infectieziekten, loodvergiftiging, phosphornecrose — hier dient aangemerkt, dat Belgie met Italie de eenige landen zijn waar het fabrikaat van lucifertjes met phosphor nog toegelaten wordt — kwikzil-ververgiftiging enz.), op de sanitaire afdee-ling (waschbakken, baden, privaten, kleer-kasten enz.), op de afdeeling der arbeids-kleeding (werkpakken, gazen maskers, handschoenen, schutbrillen enz.), op de be-veiligingsapparaten van ketels, motoren, spintuigen, drukmachienen en allerlei be-roepsmateriaal, op de verluchtings- en ver-lialitinigstoestellen, de stoffilters, de toestel-len voor bevochtiging of droogmaking van de lucht, op de geneeskundige afdeeling (hulp bij ongevallen, verbanden, windsels, practische apotheek), op de schutting tegen brand, inbraak enz. Over den technischen kant van de tentoonstelling hopen we eerlang een volledi-ger opstel te publioeeren. De gedienstige en zeer flink gedocumenteerde directeur van het Veiligheidsmuseum, de inspecteur van den arbeid, Weled. Heer Scholte, beloofde aan onze redactie zelf nader de onderdeelen van het hem toevertrouwde muséum te be-spreken.We kunnen niet anders dan met aan-drang den raad herhalen waarmede dit opstel werd ingeleid : dat al de hier vertoa-vende Belgen dikwijls het Veiligheidsmuseum mogen bezoeken — tôt versterking van de Belgische économie, tôt verbetering onzer sociale toestanden, tôt de loutering onzer Vlaamsche volkskracht. Deze oorlog zal dn ons volk diepe gaten slaan. De bloem onzer jeugd, dertigduizend gesneuvelde jonge mannen, is reeds wegge-maaid. Meer dan ooit zullen we er belang bij hebben, na den vrede — opdat ons raâ niiet ontaarde — sterke, frissche, gezonde in-dividuën te bezitten. Waar de oorlog wreed zal hebben gewoeld en grievende leemten geschapen, mogen de ziekten niet langer vele voor ons nuttige, ja (later méér dan ooit) onontbeerlijke menschenlevens vernie-tigen of de komende generaties verslappen. Niet een ontaard, zwak, ziektedragend, bloedarm of bloedbezwangerd volk mag op Vlaanderen's grond opgroeien, maar een schoon en krachtig volk, een volk forsch genoeg om de zware taak van de toekomst te dragen, met taaiheid en moed, met ruim weerstandsvermogen, met stalen le-den, met warm, rood en borrelend bloed, met heerlijke levenskracht. Dan eerst zal ons volk in de toekomst groot kunnen zijn zooals in het verleden en in den verwoeden coneurrentie-tijd op handels- en nijver-heidsgebied, in den grooten, vreedzamen strijd op economisch gebied die dàn %al ont-staan, met eere voor België een weeldevolle plaats veroveren, aan de spits der welvaren-de naties. ANDRE DE RIDDER. Over Oongo. Aan heb Belgisch Inionnat-ie-bureau wordt uit Le Havre gemeld: De ,,Duitsohe coloniale vereeniging" heeft onlangs een manifest uitgegeven, waarin zij de Verbondenen, en in 't bijzon-der België besohuldigt, de plichten van de beschavingbrengende mogendheden in Afrika miskend en de bepalingen van de acte van Berlijn verkracht te hebben, door het overbrengen van de vijandelijklieden in het conventioneele bekken van den Congo. Deze beschuldiging werd reeds weerlegd. Wat meer speciaal België betreft, is het nu eenmaal buiten twijfel, dat het de Duit-sche aanvallen zijn, die de Belgische troe-pen in den Congo gedwongen hebben krijgs-verrichtingen tegen de Duibschers te onder-nemen. Niettegenstaande dit, hernieuwde de Duitsche pers hare beschuldigingen. De ,,Koln. Ztg." van 5 Maart 1.1. denkb een bewijs van schuldigheid gevonden te hebben in het feit dat de Belgische troepen a^,n de krijgsverrichtingen in de Sangha hebben deelgenomen, die door de ,,Temps" werden vermeld. Dit argument is al heel ongelukkig. De krijgsverriclitingen in de Sangha, waar de ,,Temps" en de ,,Koln. Ztg.3' op doelen, hebben namelijk plaats gehad vai 2 tôt 29 October 1914. Daarentegen heeft reeds op 22 August«s de Duitsohe aanval op de haven van Lukuga plaats gegrepen, i oorlogsdaad die al de pogingen van België. om de Congo buiten de vijandelijklieden te houden, verijdelde. Trouwens op 17 Aug. liet Engeland aan België weten dat de krijgsverriclitingen van Duitschland in Afrika (ni. de aanval van Duitschland in de door de acte van Berlijn geneutraliseer- , de zone) liet hem onmogelijk maakfcen, zich , bij het voorstel van België aan te sluiten, — voorstel dat reeds bij het verkla-ren van den oorlog was gedaan en dat behelsde : Midden Afrika buiten cM vijandelijkheden t» houden. Eie ©nz© teîsgrammen er» SaatsieSegei,besoBchfeîî op de dçrde blaozijde, . Kleine Kroniek. Nog eens Bernhardi. De ,,Times" van gisteren bevat het tweede gedeelte van het artikel van generaal von Bernhardi, geschreven voor de ,,New-York Sun." Dit gedeelte van het artikel van den Duitschen militairen schrijver beliandelt de geschiedenis van den oorlog van Duitsch standpunt en geeft een overzicht van de Duitsche en Oostenrijksche krijgsverrichtingen, dat den Amerikaansclien lezer beter inlichtingen moet verschaffen dan de leu-gen.achtige berichten der Engelsche n:ouws-bureaux. Generaal von Bernhardi wil de voorstelling wekken, dat de krijgsverrichtingen van Duitschland en Oostenrijk een voortdurende reeks van suc.cessen zijn. Hij erkent wel dat aan de Marne de Duitsche rechtervleugel voor de overmacht moest ; worden teruggetrokken, maar het Fransche ; plan om dezen vleugel om te trekken, mis- j lukte en steeds waren de Duitschers in staat | tegen over de Franschen, die voortdurend | het front verlengden, de noodige troepen j te stellen. Het is natuurlijk niet noodig op deze i voorstelling van den Duitschen generaal omtrent de oorlogsoperatiën dieper in te gaan, maar wel verdient het de aandacht, dat toch ook generaal von Berhardi erkent, dat thans onmogelijk is te voorzien hoe en door welke middelen de definitieve beslis-sing zal worden verkregen. En naar aanleiding hiervan, î.egt de ,,Times", die in een kort artikeltje eenigs-zins den spot drijft met de voorstêlling van de zegevierende Duitsche en Oostenrijksche legers, welke Bernhardi den Amerikanen tracht bij te brengèn : ..Dat is wel zeker. De uitslag zal niet worden verkregen langs den weg en met de middelen, waarop Bernhardi en zijn landgenooten rekenden toen ze de halve wereld in den oorlog stortten. Zijn artikel toont, dat deze waarheid bij den generaal begint te schemeren. En dat is dan ook de voornaamste beteekenis van het artikel." Duitsche Landverhuizers. Een der meest beteekenisvolle aanwijzin-gen op den nij.penden toestand die in Duitschland begint te heerschen, ligt in den grooten exodus van Duitschers naar Holland en Zwit6erland. Hier te Amsterdam, beginnen zich de hôtels te vullen met Teu-tonen, dewelke zich niet nieer met het KK-brood tevreden kunnen stellen en naar het gast-vrije Holland verhuizen om hunne hongerige magen steviger te spijzen... Jam-mer echter voor ons, die zoo verlieugd waren geen Duitsch gewauwel meer te hooren en nu weer gekweld worden door het zicht van allerlei Pruisische koppen en door de luid-ruchtigheid van Moffrikaansch gezwets... Ook in Zwitserland schijnen reeds de meeste hôtels door bemiddelde burgers van het land der Zeppelin-bommensmijters bezet te zijn... Ook in andere steden schijne vele Duitsche vluchtelingen aangekomen te zijn. Het ,,Nieuws van den Dag" vertelt o.a. het vol-gende:In Groningen zijn de eerste vluchtelingen uit Duitschland, groote en kleine gezinnen, aangekomen. Deze menschën, die jaren in Bremen en elders woonden, verdienden sedert het uitbreken van den oorlog niets, ontvingen van hetgeen ze te vorderen hebben gëen mark en teerden ailes wat ze bezaten ten gevolge van de ongehoord hooge prijzen op, zoodat ze door den honger naar hier worden verdreven in dé hoop even gastvrij ontvangen te worden als de Beîgen. Oinze Schï!tfers. Na de adressen onzer letterkmidigen, geven we ook het huidig verblijf van enkele onzer schilders. Te Amsterdam verblijven : Léon de Smedt, Victor de Budt, Jan de Graef. Voorts treffen we in Holland aan : Georges van Raemdonck (Haarlem), Paul Dom (Laren), Walter Vos (Veere), Emiel de Mets (Rotterdam), Henry Rul (Oudenbosch), Willem Paerels (Den Haag), Warnie (Rotterdam), Emiel Mavens (Wassenaer), Maurice Sys (Volendam), Ton-gerloo (Wassenaer), Jos. Posenaer (Dom-burg), Alfons Vermeylen (Dordrecht). In Engeland verblijven: te Londen, Emiel Claus, Emiel Baertsoen, Jean Delville, Is. Op-somer, Hyp. Daeye, Edgard Wiethaze; te Oardiff, Valerius de Saedeleer, Gustaaf van l de Woestijne. Victor Gilsoul woont te Parijs. Geïnterneerd zijn: Rik Wouters, Eugeen t Joors, R. Canneel. Aan het front bevinden zich: Tlionnet, Joe English e.a. ,,King Albert's Book". Hall Caine, de samensteller van King Albert's Book, vertelt in de ,,Daily Tele-1 graph", dat men besloten heeft, van dit bœk, waarvan reeds 500.000 exemplaren verspreid zijn, nog een uitgave in het licht : te geven. Het zal een ,,Birthday édition" zijn, en twee prachtige portretten van koning Albert en zijn gemalin bevatten. In elk exemplair wordt een gelukwensoh in-gelascht, die onderteekend moet worden door den kooper en teruggezonden aan Hall Caine, die ze aan den koning zal ter hand 6telleia, De Deensche taaikwestfe in Duitschland. Bij de behandeling van de paragrafeii uit de Rijlcswet, betrek'lring hebbende o»p de talen, voerde in den Rijksdag op 20 Maart het woord de Noord-Sleeswijker Hanssen-Norremolle. Als vertegenwoordiger van de bevolking in Noord-Sleeswijk, drong hij met nadruk aan op de op-hef.fing van deze pa-ragrafen. Het was een eereplicht voor het Duitsche volk er in toe te stemmen, dat de in ■sommige staten -bestaande uitzonderingswetten, die de niet-Duitsche bevolking trorfen, -werden afgeschaft. De minister van Binnenlandsche Zaken Delbrùok had zelf erkend, dat de Noo r d-Sl e e s w i jke r s hun plicht hadden gedaan in den oorlog, ja zelfs meer, daar velen onder hen groote onderschei-dingen waren te beurt gevallen. De Denen verwachtten dan ook van de vertegenjwoordi-gers van het Duitsche volk, dat zij spoedig hun plioht tegenover de Deensche ibevolking zou nakomen. De rede van Hanssen-Norremolle, die in een ibijzonder rustigen en overtuigenden vorm was voorgedragen, vond grooten bij val bij de lin-kerzijde.De sociaal-demokraat Ledebur i-aalîte ook het vraagstuk in zijn rede aan en drong even-eens aan op aifschaffing. In zijn antwoord legde minister Delbrudlc er den nadruk op, dat onder den oorlog aan de bestaande toestanden niets kon veranderd worden, maar dat de regeering de kwestie van de afscliaffing der ibewuste paragrafen in grondige overweging zou nemen. Hoe het Belgisch stoomschip Tiflis verging. Uit een bijzondere briefwisseling verne-men wij, dat een Belgisch stoomschip ,,Tiflis", in Spanje, is gesprongen. Het was geladen met ontplofbare vloei-stoffen, waaronder ruwe petrool. Terwijl men de ankers lichtte knalden uit het voor-ruim, twee ontploffingen, welke een lievi-geh brand deden ontstiaan en de boot een voet boven het water sloegen. De kapitein Sytor stond met den loods op de brug, beiden zijn ongedeerd. De eerste sturrman M. Jumpertz Jr., kwam er licht gekneusd af. In het brandende stokerslogies sta-ken 4 matrozen onder de puinen, twee hunner ontsnapten langs een gat met de grootste moeite aan een vreeselijken dood. Verder werd ailes in \t werk gesteld voor de redding der andere scheepslieden, welke ofwel half verstikt waren, ofwel opgeblokt door de ontploffing. Een matroos en de bootsman, werden op het dek opgeraapt, met doodelijke brandwonden aan hoofd, handen en buik. Van den mân in den ket-tingbak en van een matrooe heeft men niets meer teruggevonden. De timiinerman werd opgeraapt met open schedel. Onder de 5 dooden heeft men een Rus, een Griek en 3 Belgen. Toen deze ramp voorviel waren. er nog 1,200,000 Kgr. ruwe petrool aan boord, waarvan een groot deel nog een ruimen tijd zal branden, indien men geen chemisch middel vindt om die gevaarlijke vloeistof te lusschen. Den 12 Maart is het brandende schip buiten de haven getrokkeii. De Turksche oorlogsvoorbereidingen. In ,,La Petite Gironde" lezen wij het volgende: ,,Do Roemeensche dagbladen publiceeren den tekst der mobilisatie-order van het Turk-scke leger, gedagteekend 30 Juli 1914 en bij toeval ontdekt in de arc-hieven van het Otto-maansche consulaat te Galata door een journa-list uit die stad. ,,Ziehier het dokument, dat onwederlegbaar bewijst, hoe, op het oogenblik der oorlogsver-klaring van Duitschland aan Rusland, de Ger-maansche en Turksche keizerrijken het reeds volkomen eens met elkander waren: ,,Verheven Porte. Bureau van het Groot-Vizirschap. ..Door dit keizerlijk bevel decreteer ik de mobilisatie van mijn land- en zeelegers van Juli (12 Augustus), 8 uur 's morgens af, benevens de bewapening van aile versterkte stellingen, zonder uitzondering. ,,De ministerraad wordt belast met de uitvoering van dit keizerlijk bevel. 30 Juli (12 Augustus) 1914. (w.g.) MOHAMED RESJAD. (Volgen de liandteekeningen der tien ministers.)" Wie verwondert zich nog over deze vondst, die toch hoogst belangrijk is, daar ze voor de zooveelste maal bewijst, dat Duitschland, in weerwil van al zijn verldaringen van ongerepte' onschuld, den oorlog heeft gewild en gezocht? Men went aan ailes, zelfs aan neutrale Prinse-lijke generaals, die voor aile wederrechtelijke verrichtingen, gruweldaden en slinksche stre-ken van Teutonië één kwanswijs echoon-wasschend en ontschuldigend woord hebben: jjoorlogsnoodzaak' '. Drie Keizers Wilhelm. De ,,Figaro" vertelt dat reeds eenige malen geconstateerd is, dat de Duitsche Iveizer op 3 plaatsen tegelijk gezien werd. Dit is te ver-klaren door het volgende, vermoedelijk niet waar maar toch aardig gevonden. Zoodra de Keizer naar een plaats aan het front gaat, ' worden er twee officieren, die eenigszins gé-lijken op liem, in de Keizerlijke auto's gezet en deze rijden dan met quasi Keizers verschillende richtingen uit. Zoodoende weet men dan nooit waar de echte Keizer is en verbazen de soldaten zich over de activiteit van Z.M. | Oorlogsepisoden. -Vil. Langs de Grenzen. Vrouwke X.... was, toen de Duts zijn grimmige tand in haar dorpte kwam slaan, de grens overgevlucht. In het Zeeuws-Vlaanderse vlekje Hoek yond ze een veilig dak. Doch de gedachte aan het haar, het eigene, wou er niet uit. Ze kreeg heimwee naar haar „uusje," zag in yerbeelding haar kamertjes terug met hààr nette gordijntjes, hààr met wit zand bestrooide vloer, haar ouderwetse tafels en stoelen, haar tikkende horloge. Dat ailes wou ze nog graag terugzien. Zouden de Dutsers het gespaard hebben? Zouden ze haar wit-goed" niet hebben gestolen? En "haar keukengerei wie weet in welke toestand die smeerpoetsen het hadden aehtergelaten ! Zouden ze wel iets hebben aehtergelaten?... 't Werd haar ten slotte te sterk. Ze wou, ze moest, ze zou haar huisje en inboedel terugzien ! Jlaar hoe over de grenzen ge-raakt ? Foto. •. consul... passai]... geld.. . identiteitsbewijzen.., niet meer terug mogen... kommandatur... handtastelike visietes... Wat een warboel. Eenvoudiger scheen het haar bij een paar smokkelaars te gaan aankloppen. Deze verklaarden zich terstond bereid. Het vertrek begon op een donkere avond. Geen ster, geen maan. Alleen wolken. Goed zoo. In stilte vooruit. Hier is de grens. Prikkeldraad. Aandachtig de oren gespitst, de adem ingehouden. Alleen het hart is niet te stillen. Voor-zichtig de prikdraden opgetrokken, plat tegen de grond yoortgekropen, heel zacht-jes .., Prachtig! iedereen is er door, de grens is voorbij en niemand, geen enkele „pin" in Jt zicht, noch in,,. Jt gehoor ! Een bos moet nu doortrokken. Hier is gelukkig de duisternis nog dikker. Wie zou hen hier nog ontdekken? Het pleit is ge-wonnen. Plots, daar bliksemt een verblin-dende straal hun in 't gelaat. 't Is of het spookt in het geboômte! De stammen dansen... In zonnehelder zoeklicht staan ze daar te stàrogen. Enkele ogenblikken maar. i,Yluchten!" snauwen de smokkelaars het vrouwke toe. En de daad bij het woord voegende snellen ze lieen en verdwijnen. Daar knallen schoten, kogels sissen en slaan door het getak en dringen in de boomstammen. Het vrouwke bezwijkt schier van schrik, ze voelt. zich verlaten en geeft zich over aan haar voeten. Ze denkt noch wikt. Zeijlt heen. DeDuitsers hebben zien vluchten in verschillende richtingen. Ze weten niet welke te kiezen, ze aarzelen enkele ogenblikken. Dat was het geluk der onvoorzichtigen. Wat later zouden de smokkelaars terug heelhuids de Neder-landse grens overschrijden. Doch 'tvrouwke dat ze aan haar lot overlieten, wist niet hoe terug. Ze liep wat ze lopen kon. Tjitge-put kwam ze eindelik aan een boerenhuisje. Geklopt. „Wie daar?" — „Vrouwe X..." De grendelwerdweggeschoven,de deurgingopen. Enkele woorden uitleg en de boer had begrepen. Hij wist een geheim padje door het bos naar de grens. Dat werd nog nooit door een „Dutse pinne" onteerd. En toen ving de terugtocht aan. Stil, voorzichtig stappen, ogen en oren wijd open. Niets dan donkerte te zien, niets dan het nachtelik leven van het bos te hooren... Prikdraad. Er weer ondergekropen ! Nu staat het vrouwke deeszijds de grens, de boer geen-zijds. En nauw hoorbaar: „Dank baas! — Naoht, vrouwe!" En beiden keren mekaàr de rug toe. Wanneer het vrouwke veilig aanlandt onder het gastvrije Nederlands dak en de boer weer zijn deur heeft dichtgegrendeld, dan eindigt dit kleine nachtelik drama. .1 De drie Oorlogs-Tijden. I. Gisteren, ,,Waarom toch, Noodklok, slaan van nacht door 't Land Zo haastig-bang uw kleppe-gillen: Zeg, loeit er watersnood of stedebrand?" .— ,,Erger nog: de Duitsers komen!" ,,Waarom toch, Mannen, 6tormt ge. strijdensklaar, In drommen, ijlings naar de grenzen: Verrees en naakt weer Noorman of Barbaa-r?" — ,,Erger nog: de Duitsers komen!" ,,Waarom toch, Moeders, vlucht ge doodsbevreesd Met 7t schreiend kindjen in uw armen: Zeg, ducht ge een wreed, een alverscheu- rend beest?'-5 — ,,Erger nog: de Duitsers komen !" , .Waarom toch, Burgers, si uit gij elke vest En opent ge al uw hospitalen: Zeg, woedt er choiera of dreigt er pest?" — ,,Erger nog: de Duitsers komen!" ,,Ga weg, gij, kleine Belg ! Pak u van kant! De Reus is daar met zijn kanonnen !... " — ,,Ik weg? dat nooit! Ik blijf, mijn woord gestand ! Duitsers, ge moogt komen!" iWANNES SAN. ^EERTÏÏ,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes