De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1390 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 26 Juin. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mw28912z4x/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ï Jrste Jsaarêanè No. 14€> _ ^aterdàg, 26 «JMMÎ 1915 S CSeira DE VLAAMSCHE STEM ^ yolK zaï niei vergaam ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt macht.' BEPACTIE- EN ADN1INISTRATIEBUREELEN& KAIVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. HoofdopstQlier: Mr. ALBERIK DESWARTE, Opstetraad: CYRIEL BUYSSE — RENÉ DE CLERCQ — ANDRE DE RIDDER. ABONNEMENTSPRIJS (by vooruitbetaling) : Voor Nederland per janr gld. 6.50 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, Frankryk en andere landen dezelfde prjjzen, met verhooging van verzendingskosten (234 «eut per nummer), A DYEETENTIES : 20 Cent per regel. Ons îeuieieion. rtawfc week ~al »Ve rluamsc^e Stem" ! .Mu feuillêSm begmnen. Seeds mochten -t lezers doen genieten van het vroolijke, ,-ërk van S'abbe, toen de Filosoof van fi/s «S*« wijsgeenge bespiegelingen tcn ■ A een ,,JIei van Vroomheid'' her-!"1 Ler vôor ons het décor van Bruggc. ri Un ri de mystieke stiul van Vlaan-iaar aile dingtn verteederd liggen in u ltiliM, nstige licht, bij rimyellooze grach-'' cen zivancnpaar zijn witte schoon- 'f'i Woeif. Brugge met heur gothisehe, vrome Leeqt'op het jonge meisj'c, tôt zij, afziend „r ImveUjk, dat reeds door de ouders "/•nia» beklonken was, in een Uooster heur wtleven gaat, in de genotvolle ruste ï ict innig-devote hartc, terwijl heur oudje (s"f meI het oudje van hem, die de wijde 0ili ingoat... —Ci Wat gezegd moet I Vlaamsche Belgen, geloofden we en te oeder trouw gelooven nog, dat wo in dezen Iruweloorlog strijden voor den gemeen-^ppelijken vadergrond van Walen en "VI a-mingen tegen een gemeensdiappelijken vijand0 dat het gaat om onze liaardsteden on huisgeziimen; onze eigen vrijiheid, eigen ïeden, eigen taal, om gansch ons inwendig en uitwendig wezen ; om het goede recht der kleine volkeren ; oni België in Europa, en Ylaanderen in België. We dolen, schijnt het. Maeterlinck leert, d'Annunzio verkondt en duizend kleine monden spreken het de i groote na: We strijden tegen het germa-jiendom, tôt behoud van de bedreigde latijn-sche kultuur, de giansende boven elke andere, de onovertreffelijk onovertroffene, de (enig raogelijke en alleen zaligmakende op deze aarde. ftatuurlijk hebben deze eeiTzijdige would-be estlieten het niet over de klassieke taa-1 ^an Virgilius, Horatins en Terentius, maar over de neolatij.nsahe modernje taleai : het Italiaansch, het Spaansch, het Roemeensch, het Fransch en haast, zou ik zeggen, het Engelsch, want om onzen sterken gormaan-schen bondgenoot niet vlak tegenover hun theorieën te zien staan, hebben ze hem, zoo kwaad het ging, geeetelijk geassimi-l«rd.Met de Vlamingen, de vier milliosn Ne-dirlandsch sprekende Germanen in België, lijdea ze minder last. Wij zij.n het gewoon genegeerd te worden, en zou de n al buiten-gewoon prikkelbaar moeten wezen om in dt'ze omstandiglieid niet goedsmoeds te be-denken dat wij, benevens ons schrikkelijk deel in de algemeene ramp, 00k deze on-rechtvaardisrheid moeten dulden om Gods-wil.Nu weten we 't : de vvereld moet verlati-uiseerd, Vlaanderen verfranscht. Stichtende lessen, ha-rtontroerende ont-boezemingen worden ons niet ge&paard. De hesr Orner Boulanger,. wil-lend de ver-diensten van het Fransche volk ten Onzen opzichte in het licht stellen, schrijft aldua : „I! est bon que nous le redisions, nous Beiges, Flamands ou Wallons, nous avons accepté de subir les atrocités de cette terrible guerre pour nous ranger aux côtés du peuple français; ce grand peuple a toute notre confiance et, comptant pour rien le îang que nous avons déjà versé, nous donnerions la dernière goutte de ce qu'il nous en reste si son salut l'exigeait." Bat is te zeggen : niïet is goed dat wij het herhalen, wij Belgen, Vlaoningen of Walen, wij hebben aanvaard de gruwelen van dezen vreeselij-tan oorlog te ondergaan om ons te scharen aan de zijde van het Fransche volk ; dit groote volk heeft gansch ons vertrouwen en, «et bloed dat wij reeds vetfgoten voor niets rekenend, zouden wij den laatsten droppel van hetgeen ons overblijft, geven indien zij.n oeil zulks eisclite.'' ^ an een boek met zulke onwa-re, weinig lere en gevaarlijke uitlatingen heet het : )jC9 livre vient à son heure." V* ellicht heeft de heer Boulanger, raede-g^sleept door een overdreven gevoel van ankbaarlieid, te veel en te ver en zijn eigen meening voorbij gesproiken. Ik althans zal anathema over ihem nitroepen zoo al s Kedaan werd over enkele Vlaamsche Vnenden. D°oli waax de vooi*standers der Vlaamsche tôt voorzibhtigheid worden a ange-^nd, mag den uiltra-franschgezinden een den ^ herisping niet onthouden wor- ^at ons "betreft, we hebben al water ge-°^g gedaan in onzen wijn ; nu malien we m ons water. fender Z^U :V°°r 0115 vo^> n^'6^ tegen een 12\e JfU(^ei1 van de zoete, klare, en klin-11 e Fransche taal al wordt ze wanklartk in ye Zl'ur^l€|id van veel monden ; we houden an het milde, wijiibruisende Fransche ge-irpTi-i Wor^ door sominigen vervalscht van ri e?rwa*}er eu houtgeest ; we houden % ,e 00oe en veelzijdige Fransohe letter-s waarvan de meeste antivlamingen 00k in p°P|)erv^akkigsto niet "begrijpen; doch, Aw0 si^n, spreekt ons van Rabelais, Km a^n,°' fontaine, Molière, Rous-, ' 'derot, Beaumarchais, Balzac, Zola k.-jj; 0,18 kleine goodjes niet tôt aan- ^ voor op een pronikblad. ïim V2111?? ^ ^ ^orne^^e te vernederem tf- J! o • -^rasmiIS om Voltaire, D'escar- De piûoza-nif ^^^"^^^^"ueele sluit ^een crenieën T0unWereld volk-h a deux le ^ PTlis MNE DE 'g&EEt,OQ. Wal ons de Nederianders leran. Voor vhet getij der vlucht ons naar Nederland dreef, dachten we Nederland te ken-nen. Meermalen waren we over de Moer-dijk gespoord, hadden Rotterdam bezocht, waren in Den Haag geweeet, hadden ver-sclieddene dagen te Amsterdam doorge-bracht. Buiten het landschap, de kleder-dracht, de taa-l en het gevoel van lichtheid, teerheid, welke het -uitzicht van de talrijke miniatuur-wegen, -banen, -rijtuigen, -huis-jes teweegbi^engt vonden we in Nederland niets wat wij 00k bezitten. Hoe komt dat anders uit nu we maanden na maanden het Hollands leven hebben meegeleefd, in de Hollandse intensiteit zijn doorgedrongen, het eigenaardige gedoe onzer noorderbroe-ders hebben nageopoord ! We hebben geleerd dat de Nederianders fatsoenli'ke mensen zijn. Dat zijn ze op en top, over al, op s>traat, in huis, in kerk... In die fatsoenlikheid ligt iets dat, bij -t eerste zicht, indruk maakt ;. later verflauwt die indruk wel wat, doch hij blijift. Of we niet goed doen met een weinig van onze losheid te laten varen en er wat fatsoen voor in de plaats te nemen ? We deniken 't niet. Die uiterlijkheid past niet bij ons ka-rakter. Het heeft weinig te stellen met de innerlijke dégelijfcheid : staat natuurlijk deze niet in den weg, maar 't is al wat men er van kan zeggen. Ze slaat verder zo licht over tôt koele stijfheidi Een Nederlander zei ons: ,,Ja, ziet u. al de burgers hier aohten zich fatsoenlijker dan al de Belgen, doch elke burger aoht zioh 00k weer fatsoen-liker dan elk ander burger." Nochtans waar die fatsoenlikheid het gevolg is van een diepere kultuur, een ernstige kijk op het ernstige leven, daar vcelen we heel wat voor— Diepere kultuur? Dit bezit de Nederlander, ten minste in het stadje waar wij vertoeven, en dat wel geen uitzondering zal zijn. Of zou die kultuur sleoht schijn wezen? We kunnen het niet geloven waar zovele bronnen van opvoeding, van weten-schap, van kunst opborrelen en, om zo te zeggen, naar de burgers teestromen, hun straten door, hun huizen in — lijnrecht naar hun geest en hun liart. Dit kleine stadje telt pas een 20,000 inwoners, het ligt te midden van een eiland, afgezonderd, ver van de hoofdstad en tocili is het een in-tens midden van bescliaving... Misschien is het zulks juist om zijn ligging, om zijn afzondering en zijn de greotsteden, in ver-•houding, min beschaafd ? Wat er 00k van zij, dit kleine stadje telt een tiental voor-name, goede zaken makende boekhandelaars : zoo wij ons niet bedriegen, meer dan Anb-werpen of Brussel. Dit kleine stadje bezit een provinciale bibliotheek, een openbare bi-bliotheek, een nutsbibliotheek, een uitleenbi bliotheek ,,voor oud en jong"... Die biblio-teken, wat versehil met de onze! Ze zijn ingericht heel eenvoudig, niterst gezellig, de lezer lokkend : krarïten en revues îfj de vleet, aangename bockjes waar het. 00g valt op groen en bloem, waar men zich afzonde-ren kan, toelating om vrij in al de kasten, op al de schabben te snuffelen, te neuzen, te kiezen, gekgenheid om in de inrichting zelf te lezen, en ,, n a si ag- v/erken ' ' naar ver-kiezing opsn te slaan, beeken naar hliis mede te nemen tegen geringe vergoeding. Verdir heeft dit stadje ontelbare bibliotheken van vereenigingen : jongelingskringen, pri-vaatkringen, kunstgezelschappen, let-terkringen, teologische vereenigingen, leesgezelsohappen houden er aile een bijzondere bibliotheek op 11a, bibliotheek die a. u. bl. zich de laatst uitgekomen boek-werken telkens weer aanschaft, op de beste tijdschriften is geabonneerd. Verder zijn er nog een aantal leeskringen door boekhandelaars of eenig ander burgergesticht, welke ten doel hebben de nieuwe boe^en, de dege-likste revues aan haar lezers te bezorgen. Een directeur is met den aankoop gelast, de leden zijn in sériés verdeeld, nu eens komt de eene dan de andere serie de eerste aan de beurt; in vergaderingen wordt de aankoop van ,,nieuwe" werken besproken; einde 's jaars worden de boeken en bladen aan de leden of op een veiling verkocht. Is het dan wonder dat de lui hier zo welbe-spraakt zijn, met u over ailes en nog wat kuun^n praten, kalm en doordacht zijn in hun oordeel, de fijnste schakering der ge-dachte 00k in de dagelikse omgang vlot we-ten weer te geven? Is het wonder, 's Zoii-dags, achter elk raam, achter elke gordijn iemand te zien zitten — zo boer en boerin als gewoon burger — met een boek openge-slagen op de vensterbank? Is het wondc* schier in elk huis, hoe zuinig aangelegd 00k, een boekenkast te vinden^ waar Cou-perus naast Multatuli, Bolland naast Cats en den Bi/bel staat? Wij noernden naar de Bijbel. We ^isten dat dit Bcck der Boeken in elk Nedariands gezin thiîis horrt. Doch dat hij zo door en djor wordt gelezen, gekommenteerd, goci-teerd, dat hadden we niet vermoed. Diepe, ernstige godsdienstzin te paren aan de :.or-gen voor het dageliks bestagn — dat hebben de Nederianders van dit stille stadjo ons 00k geleerd... En 00k dat het mogelik is, dat zovecl verschillende sekten als er stromingen zijn in het protestantisme, vreedzaam naast mekaar kunnen samen-leven. Zeggen, dat dit kleine stadje er drie godsdienstige weekbladjes en één dito maandbladje er op nahoudt, niet, dat wij zulks als een na te volgen voorbeeld voor-stellen, doch — van welk ijverig geestes-leven getuigt dat ailes niet ! Dat diepe gees-tesleven 00k is ons een les — en een enig Igoede. Wij hebben de indruk, dat de Nederlander eenvoudiger huishoudt, zich een-voudiger kleedt, en voedt dan wij; dat hij minder om stoffelijke welvaart scharrelt, niet zo altijd en altijd maar wroet en wrocht om meer goederen, meer eigendom, meer giuuu lo aoen er ae uja op na houdt om zijn geest te laten werken, de tijd .tôt lezen, tôt studeren, tôt nadenken... Hoe toch zouden anders die talrijke uitgevers, welke tôt in de afgelegenste steden hun be-drijf opslaan, met een durf die ons ver-baasd, hoe zouden zo kunnen bestaan, hoe zouden ze al- die prachtige, kostbare uitga-ven, die mooie, rijke, geïllustreerde revue's op de markt kunnen brengen — zo ze niet bij een lezende, studeerende, denkende pu-bliek een zekere plaatsing vonden? Hier staken we ons eerste opstel over wat ons de Nederianders leren... Zo de lezer ons niet te saai-pédant heeft gevonden en het op prijs stelt, dat te dezer plaatse niet steeds maar over oorlog of sociale vraag-stukken gaat — dan hopen wij deze studie eerstdaags voort te zetten. JOH. DEMAEGT. Voor het Recht De ,,Vlaaimsohe Stem" "heeft destijds het vonnis overgedrukt door de Recht-bank van Brussel nitgesproken in de zaak, thans wereldberoenid ge worden, waarin de wettelijkheid der Duitsche uit-zonderingsrechtbanken betwist werd door den stafhouder der Bruesedsche Balie, Mr. Theodor, bijgestaan door geheel den tucht-raad der Balie. Dit vonnis is het eerste in de wereldge-schiedenis, waardoor de princiepen van het volkenrecht, plechtig nitgesproken door het collectieve bewustzijn der wereld in de Haagsche Conventie van 18 October 1907, bekrachtigd worden tegenover een der con-tracteerende partijen dezer conventie, welke zijn gegeven woord dorst miskennen. Deze uitspraak zal voor eeuwig in even gloeiende letters de Duitsche rechtsmisken-nis brandmerken, als ons verzet door de wapens tegen de 6chending van onze neutra-liteit. Het verzet tegen het materieele ge-weld der Duitsche heirscharen maakte den roem van België onsterfelijk. Het protést voor het recht-is nu verheven op een ge-bied, waar het geweld van den indringer aile doelmatîgheid verliest. Boven aile stoffelijke kracht groeit het gerecht, dat onaantastbaar en waaraan ieder onder-worpen is. Het volkenrecht, uitdrukkelijk erkend door de IIaag6che conventie, kan noch door machtsmisbruik, noch door uitzonderings-maatregelen onderdrukt worden. Het art. 3 van het verdrag zegt uitdrukkelijk dat elk dea* partijen verantwoordelijk is voor zijne nauwgezette uitvoering door allen die deel va n hare gewapende macht uit-rnaiken, oiider straf van schadevergoeding voor aile feite.11 door lien gepleeffd." Het Duitsche besluit betreffende de uitzonderingsreohtbanken, is aldus in open strijd met de moreele en geldelijke ver-antwoordelijkheid die Duitschland aange-nomen heeft. Een bijzonder treffend geval van rechts-verkrachting der Duitsche overheid in België, is de miskeiuning van het 2e lid van het art. 23 der Haagsche Convenitie. Deze be-paling werd 'voorgesteld in de tweeds Vre-des-conferentie door de D'uitsche afvaardi-ging zelve; zij luidt als volgt: Van demiddelen om den vijand te-benadeelen.,,Behalve het verbod door bijzondere trac-taten gedaan, is het yerboden de redhten en vorderingen der onderdanen van de tegenpartij, vervallen, geschorst of niet-ontvanikelijk in rechte te verklaren." Zal nu de Duitsche overheid beweren dat de Haagsche Conventie 00k maar een vod-je papier is? Met dit nieuwe vodje papier te verscheuren, kan toch Dnitschla-nd niet het volkenrecht zelf vernietigen : dit staat boven aile gesohriften en tractaten, in de sfeer van de eeuwdge princiepen van eer, vrijheid en îechtvaardigheid, waarop niet aileen het collectieve leven der mensohheid gebonwd is, maar waarop 00k het oordeel der volken tegenover het onrecht steunt. Het nieuwe vergrijp van Duitschland tegen het, volkenrecht is .onwederroepelijk gevonnisd in den geest van al de rechtvaar-dige en eerlijke lieden, en vooral bij ons Belgen, bij wie de elijkheid van allen voor dezelfde wet een grondwettelijik, ja, een heilig beginsel is. Wij Belgen, hebben nooit uitzonderingsreohtbanken geduld. In de XVIe eeuw hebîrsn onze voorvaderen dat getoond door hun verzet tegen den Spaan-schen dwingeland toen hij den ,,bloedraad" in onze provintiën instelde. Het is juist het instellen van de Inquisitierechtbanken, dat de opstand tegen Spanje deed uitbarsten. De opstand van de Belgische magistra-tuur, daartoe genoopt door den stafhouder der Bru9selsche Balie, zal niet beteugeld kunnen worden door een vervolging tegen de opstandelingen. De Duitsche overheid kan wel, onder welk voorwendsel 00k, Mr. riieodor of een ander voorman van het wet-telijke verzet tegen de Duitsche uitzonde-rings rechtbanken, doen aanhouden ; maar zoo Iang het Belgische leger niet overwon-nen is, nooli België heelemaal lieroverd, zoo-lancr de regeering, met Koning Albert aan het hcofd, nog de wettelijke interna-tionaal erkemde overheid is, en zoolang aldus de annexatie van België aan Duitschland niet volgens het interna-tionaal reoht mogelijk wordt, zal de Duitsche overheid in het bezette gedeelte van het land niet aile magistraten, hun eed gestand van trouw aan de Belgische wetten, kun-tien doen aanhouden, en al de rechtbanken sluiten, orn er een paal voor te doen zetten, met het opschrift: Huis te hureiv, zooals Croniwell deéd voor het Parlement te Londen. Hr. FJIANS .WITTEMANS. KLEINE KRONIEK BERICHT. Onze correspandenten die wenschen dat hun brief niet door om 't even welk lid der Redactie worde geopend, gelieven bovem den naam van den bestemmeling te schrijven: Eigen-h a n d i g. De Papiernood. Toen wij aan onze lezers aankondigden, dat ons blad enkele keeren op twee bladzijden nioest verschijnen, spraken wij o. m. van de papiercrisis, die de prijzen van nu af aan ge-voelig stijgcn doet. Hoezeer wij daarmede een steeds nijpender toestand beoogden, kan blijken uit hetgeen links en rechts in de pers daarover versehijnt : Omtrent den papiernood, die reeds bij enkelo dagbladen merkbaar is, schrijft ,,Do Stan-daard" : Wat over het papier uit het Noorden af-komt, slaat ons mannen van de Pers den schrik 0111 't lijf. Nu reeds op staanden voct prijsklimming, en straks geen riem meer voor goud. Dit zou niets zijn, indien do vrede in Sep-tember kon worden binnengeloosd, want tôt September houden onze zetpersen het nog wel uit. Maar als de vrede naar den winter schuift, en er in November geen courant meer kan uitkomen, wat komt er dan tèrecht van ons leesgraag publiek P Reeds nu is de prijs-opslag van het papier voor onze pers-administratie fataal. Wat 00k bij den oorlog won, de Pers verloor er schier in aile landen door. Bij meer dan één gaat 't reeds.om 't stuivertje. Hardop spreekt men er liefst niet over, maar in 't sop zit geen blad meer. En als er nu nog duurder papier bij-komt,. zal 't abonnement bij aile bladen wel naar boven moeten gaan. Reeds is 't al aange-kondigd. En dat, waar men van allen kant op prijsverlaging aandrong. Doch dat is nog het ergste niet. Maar wat te doen, als 't papier opraakt en er in letter-lijken zin Pers-honger naar papier komt. Do regeering is op 't weren van aile nood en honger bedaoht, maar kan ze nu 00k voor de Pers geen provisie inslaan? Reeds bij Ezechiël wordt 't lezen met het opeten van de roi ver-geleken. Zie 't maar in II :3. Al is 't dan minder mooi papier; even bruin voor blank ; al is 't minder klakkend en sté-vig; en al wordt 't een- kleiner formaat; en al is 't voor bijbladen niet beschikbaar ; — als we dan toch maar zeker zijn, dat iets per dag van do Pers kan gaan. In oorlogstijd zonder Pers, het zou een terugkeeren naar de dagen van Caesar en de Batavieren zijn, en nu reeds kan 't onze litte-ratoren zijn aanbevolen, eens zcer precies na I te speuren, hoe men toentertijd zonder Pers j het volk in krijg mee liet leven. Maar hoofdzaak blijft toch : Ivan de Regee- • ring geen papierprovisie opslaan? Of de Regeering ten behoevo van de pers papier kan opslaan, weten wij niot. Allicht zal ze zelve môeite krijgen om in de ontzaglijke papiermassa, die zij noodig heeft, te voorzien. Zij kan echter door een uitvoerverbod van papier beletten, dat de Nedcrlandsche papier-fabriek uitvoert papier, dat wordt vervaar-digd van grondstoffen, waaraan straks hier te lande behoefte zal ontstaan. Een naklank op 't Artisten-Zomerfeest. Toen onze tooneelkronleker van dat heug-lijke feest op ons redactiekantoor tehuiskwam, was hij in een ongemeene opgewektheid. Zich aan zijn schrijftafcl zettencî : ,,Le rapin est éternel!" riep hij uit, en dat pende hij neer, met daarbij : ,,De artisten van Amsterdam zijn ,,joyeux garçons" gebleken. in de internationale republiek van de geestigheid, de vroolijke poets". En die poets-stemming deed uit zijn Zon-dagspen vloeien een kameraadschappelijk mopjo over onzen vriend en medewerker Alfred Ost, een der teekenaars van 't programma van 't Stadionfeest. Onze Vlaamsche broeder vindt dat het grapje buiten de schreef is gegaan. Dat hij niet euvel opneme wat arge-loos en lx>ven aile nevenbedoeling was! Fantazie kent 't gebruik van een passer niet. Onze diepe waardeering voor den jongen Vlaamsclien meester weet elke lezer van ons blad. En hoe eerlijk streng het leven van onzen kameraad met zijn edele grondbeginse-len strookt; hoe logisch nauwgezet zijn handel en wandel, zoo in Nederland als in 't vader-land, overeenstemt met zijn innig vrome gevoe-lens, dat weet eenied er wie met Alfred Ost even in aanraking kwam. Verlaging van posttarief tusschen de Ceallieerden. I11 een artikeltje van liet Engelsch dagblad ,,Daily Graphie", 14 Juni, wordt aangedron-gen op de verlaging van het posttarief tusschen Êngeland, Frankrijk, België en de andere ge-allieerde landen. Het schijnt dat door sommi-gen de vraag opgeworpen werd of het wel mogelijk was voor de Westerlanden het interna-tionaal posttarief op 10 centiemen te brengen, wanneer 00k Duitschland niet met die overeen-komst akkoord ging. In een brief. tôt de algemeenen bestuurder der Engelsche posterijen, wees de raad van het • verbond der koophandel-kamers van Engeland erop dat het offensieve en defensieve verbond tusschen geallieerden gesloten reden genoeg is om onverwijld voor de briefwisseling tusschen die landen het posttarief op een penny te brengen. Verwoeste plaatsen aan het Fransche front. ! Uit Duinkerken seint men de volgende ! lijst van de verwoeste gebouwen in eenige , dorpen en steden achter het front der ge- . allieerden en van het aantal gedoode burgers, die slachtoffer der Duitsche artillerie zijn geworden: Ablain en St. Nazaire: aile huizen ves-woest of zwaar beschadigd; 83 burgers ge-dood; Couy: eveneens aile huizen verwoest, bovendien een sierlijke kerk; 57 burgers ge- ' dood; Carène^': totaal venvoest, omtrent het lot der burgers lieeft men geen zekerheid; , Villers: grootendeels verwoest; 113 burgers werden gedood; Neuville is een puinhoop. In Ecoimes werden 38 burgers gedood, waaronder de pastoor der parochie. Langs zand- en grindwegen zijn bovendien aile bcerderijen en gehuchten, bestemd geweest om als dekking te dienen: zij zijn aile in vlammen opgegaan. De sçhade be-draagt millioenen. \ De waarde der artillerie. Duitschers, Oostenrijkers en Russen ge ven eenstemmig toe, dat het succfs aan d( Dunajec in de eerste plaats is toe te schrij ven aan de kolossale Duitsch-Oostenrijkscht arti'lent. Met de 1500 stukken werden d^ Russische versterkingen reddeloos gesch'otei en bleef den Russen niets over dan een zeei bloedige en zeer moeilijke ontruiming vai hun stellingen. Het is nog niet zoo heel lang geleden. schrijft Polybe in de ,,Figaro", dat zeei verdienstelijke officieren, zelfs bij het wa-pen der artillerie zelf, den overwegender roi der artillerie in den modernen oorlos betwistten. Het is niet waar, zeiden zij, dal het kanonrijkste leger 00k het sterkste zov zijn. Het komt allereerst op het hebbèr van gx>ede kanonnen aan. En als men hur antwoordde, dat de qualiteit toch de quan-titeit niet uitsloot en dat Duitschland on-vermoeid zijn artillerieparken vergrootte, dan was het bescheid : de Duitschers hebben er te veel, wij hebben er genoeg. Laat &e hun artillerie maar uitbreiden en laal ons ^ slechts vreezen, dat zij er mee uit-scheiden.Gelukkig hadden de regeeringen en par-lementen niet naar dezen raad geluisterd. Het Journal des Débats besprak onlangs hetzelfde onderwerp. De onweerstaanbaix kracht van het artillerievuur is het waarlijk tiieuwe feit van dezen oorloe. Een nieuw feit? Neen, want Napoléon zag dit reeds in, Zijn prachtige artillerie was kinderspeel-goed bij de onze. In zijn tijd was de infanterie nog de onbetwiste koningin der slag-i/elden, maar toch leest men in zijn Mémorial à Eugène, à Berthier, à Bernadot-be, etc.) : Een goede infanterie is 2k>nder t.vijfel de senuw van het leger, maar zoo zij lang zou moeten vechten tegen een onvermachtigc irtillerie, dan zou zij gedemoraliseerd en ^ernietigd worden. I11 de eerste Revolutie-/eld toch ten was Frankrijk altijd de meer-lere in artillerie. Met artillerie komt men yver aile rivieren. Het kanon moet, als aile mdere wapens, wil men een belangrijk re-sultaat behalen, in massa bijeengebracht worden. Wij zullen den vijand niet kunnen /erpletteren dan door een ontza£gelijk ar-ûlleristisch overwicht. De groote veldslagen vorden met de artillerie gewonnen... Men can niet te veel artillerie hebben... Houdt u 500 levendig mogelijk met de artillerie bezig. Die is altijd ten achter en men kan er niet genoeg van hebben. Indien ik, schrijft Napoléon nog in zijn Lettre du 18 janvier 1814 au duc de Feltre, îen 18en October 's avonds 30.000 kanon->choten gehad had, zou ik thans meester der vereld zijn. De Oostenrïjksche rassenstaalkaart. Men krijgt een aardig idee van de veel-leid der rassen, welke Oostenrijk-Hongarije bevolken, als men het verhaal van den heer P. du Rochet in het ,,Journal de Genève" eest. Genoemde heer bezocht namelijk een ^evangenenkamp in Servie?. Van de 846 gevangen genomen Oosten-;ijksche officieren, schrijft hij, zijn er 714 lier. De meesten zijn natuurlijk van Duit-sohen oorsprong. Daarna komen Honga-:en, Tsechen, Croaten, Serviers en Slove-11 en. De verhouding tusschen de verschil-ende nationaliteiten is vrij gespannen. tSTaar uiterlijk en innerlijk totaal ongelijk 311 verschillende talen sprekende, hebben ieze menschen eigenlijk alleen hun uniform ^emeen. Er staan, volgens de berichtgever, il massa's duels voor na den oorlog op de LiJsfc- Elke nationaliteit is afzonderlijk onder-^ebracht en bezit haar bijzondere keuken inet uit de onderofficieren en soldaten ge-kozen koks. De kazerne heeft een eigen ibattoir. Bij de Slaven, bijna allemaal landstonn->f reserveofficieren, werd ik zeer hartelijk ^ntvangen. De chambrée's vertoonden een leer vroolijk schouwspel. Overal gezang en ^elach. De gevangenen gingen gemoedelijk met de Servische kolonels, die mij begeleid-ien, 0111. Voor deze mannen, die uit plicht maar niet uit overtuiging vochten, is deze ^evangenschap de eerste stap naar de vrij-tieid. En enkele warmen zich reeds aan boekomstdroomen als: een onafhankelijk ko-ainkrijk Bohemen, een vrij Croatië, een 3root-Servië, dat de Slavische landen van Eongarije zou omvatten. Den oorlog voorspeld. De ,,Figaro" ontving van een inzender een >vpische mededeeling : De veldtocht van 1914 schrijft hij, is door ITrederik d© Groote in zijn Militaire Werken orecies beschreven en wel op 1 Dec. 1775. Z. VI. stelde toen voor, Frankrijk met 2 legèrs lan te vallen : een in de Elzas om de Franschen ,-ast te houden, een tweede en veel sterker in ^laanderen, om op Parijs aan te rukken. Ver-)ndersteld dat Parijs genomen is, dan moeten vij ons er wel voor hoeden, meent de Koning laar troepen te leggen, want zij zouden daar rerwijven en discipline verliezen. Ze moeten >ns tevreden stellen met het opleggén van ;roote schattingen. Ter navolglng. Een Belg treedt een warenhuis der residentie )innen en vraagt een tafelmes te koopen. De vinkeljuffrouw biedt hem Solinger messen aan. — Dank u, mejuffer, zegt de Belg met na-Iruk, in >Solingen worden sabels en bajonetten 51 maakt om onze Belgische soldaten en onze londgenooten te dooden. Hebt u- Hollandsche )f Engelsche messen? — ledereen vraagt hier de messen van H. lit Sol i ngen. — Mogelijk, maar wij Belgen koopen geen Duitsch fabrikaat meer. Het ware anders te ;ek. De Belg vertrok. Hij zocht eenige huizen ver-ler een winkel op, waar 00k messen werden ,-erkocht en waar oen Hollandsch en een En-zelsch merk te vinden waren. Hij kocht het Hollandsch mesr Et lux perpetua luceat eis ( Vervolg.) ! Hier volgt nog een lijst van kunstenaars en schrijvers die vielen voor de vrijheid van ! ons land. Mogen zij in vrede rusten. En laten wij met eerbied onze dooden ■ herdenken. Wij moeten ze aanzien als beschermende geesten, wij moeten hen bidden. Hun bloed moet voor ons altijd zichtbaar blijven want wij moeten er de oogen naar wen.den 3,1s naar een relikwie. Hun bloed zal ons meer moed inboezemen nog, het zal ons aanwakkeren. De ziel van een volk en sterft niet, ons volk en sterft niet. Herdenken wij dikwijls, als het ware in gebed, zij die hun leven en hun lijden.offer-den voor ons. En gij, vrouwen, weent niet. Weest fier, weest trots van de moeder, de vrouw of de dochter te zijn van die helden. Zij zijn ge-, vallen als ridders, strijders voor het Recht. , Wees fier, mijn land op uw dooden wees fier op uw helden. E11 laten wij ons gesneu-.velde broeders waardig zijn. Hier volgt een reeks nainen van kunstenaars en schrijvers die in de allerlaatste dagen sneuvelden : Charles Péguy Ernest Psichari Ai"t Roe, Emile Nolly, Emile Despax, Lionel des Rieux, Louis Codet, Charles Muller, Guy de Cassagnac, diarles Mulder, Pierre de Cae-sagnac, Charles D'uamas, Jules Ecorcheville, François Laurentie, Pien-e Leroy-Beaulieu, Claude Casimir Perier, Olivier Hourcade, Pierre Gilbert, Léon Bonneff, André La-fon, Jules Arren, Prosper Henri Dévot?, Joseph Lotte, Frédéric Charpin, Marcel D'rouet, René Sturel, Jean Pierre Barbier, Georges Battachon, Maurice Deroure, Jacques Nayral, Charles Perrot, Paul FeuiUa-tre, Louis Sailhan, Paul Corr Guy Las-sausaie, Charles Léon Bernardm, Charles Benoit, Jean de la ville de Mirmont, Joseph Dechelette, Maurice Lothard, Robert Cer-nay, Desroys Du Roure, Jean d'Aulon, Alfred de la Barre de Nanteuil, Maxime d'André, Jean Brézolles, Jean Maspéro, Jean Bayet, Camille Violand, Raymond Cottineau, Baguenier-Desormeaux, Louis Gendreau, Georges Latapie, René Tantin, Henri de Boisanger, Pighetti de Rivasso, Pierre Ginisty, Antoine Bianconi, Gustave Valmont, Maurice Colin, Charles Ajalbert, Elisée Gonnet ,Ernest Veran, Dulhom-No-gues, Georges de Mourgues, Estienne-Gay, Alfred Gabourdes, Noël Trouvé, Gabriel Britsch, Maurice Bertrand, Robert E. Prunier, Gilbert de Gironde, Maxime David, Robert Drouin, Jean Allard-Meens, J. Brunei de Peerard, Germain Bèlmont, Henri Mirville, Emile Le Senne, Robert Ribés-Mery, Henri Bonneau, Henri Car-bonelile,, Louis Cadot, Fernand D'acre, Michel délia Torre, André Morize-Delarue, Louis Ménagé. Zijn gevangen; Jacques Rivière, Guy Charles Cros, Mario Meunier, André War-nod, Gaston Riou, Emile Zavie, Joé Bridge, Paul Mazon, Maurice Delamain, Jacques Vaysse, René Vachia, Jules N. Canneel, Eniile Hayem, Xairer Paoli, Hervé de Saint Christophe, Georges Robert Dega-sches, Jean Tiid, André Payer, Charles Mokel- Later gaat de lijst voort, want in lange rijen — helaas — volgen zij elkaar cp de namen van die, die ons zoo dierbaar zijn. Verleen Hun, o Heer, de eeuwige rust. E11 't eeuwig licht verschijne Hun. EUGENE JOORS. Amersfoort, Juni 1915. «k» Voor de ' (Jitgewekenen. Notaris Brands terug uit België. Notaris Brands uit Amsterdam is van zijne zevcndè reis naar België teruggekeerd. Weer heeft hij een aantal kinderen medegebracht, die dank zij zijne edele pogingen veilig in Nederland werden overgebracht, waar zij be-hoed zijn tegen vcrwaarloozing of een ellendig bestaan. Al zijne kleine beschermelingetjes zijn kinderen die hunne ouders verloren hebben, 't zij tijdens de gruwelijke dagen van Visé, Leuven, Dinant, Dendermonde...., 't zij kwijt-; geraakt tijdens de vlucht en dies meer. ^ Deze ongelukkige stumpertj'es viûden hier, in liet gàstvrije Holland, dat reeds zooveel miserie en smart geheuld en getroost heeft een oord van rust en vrede, wraar zij goed verzorgd, eenigs-zins bekomen kunnen van het groote lecd, dat hen trof. Droevig was de stoet: al die klcintjes in hun slordige kleederen, bleek, moe, bloed-loos, verwaarloosd, gansch dat lijden, waarin kinderen vervallen die aan hun lot zijn overge-laten. Liefderijke lianden hêbben zich hier over hen ontfermd, met groote liefde en een wijd er-barmen.Over het edele werk van notaris Brands en zijne helpers hopen we in ons blad binnenkort enkele, zcer intéressante bijzonderlieden medo te deelen. Belangrijke kennisgeving. Er wordt bekend gemaakt, dat geneesliceren, bouwmeesters, ingenieurs-bouwmeesters en ingénieurs gevraagd worden voor de Belgische Kongo-Kolonie. De menigvuldige diensten der Kolonie ver-gen de naarstige hulp van specialisten. Talrijke Belgen, indien vrij van allen militairen dienst, zullen in Kongo een overschoonen werkkring vinden. Het bureel van liet Ministerie van Koloniën van België, to Londen gevestigd, doet eenen oproep tôt al de personen wien de zaak aan-beîangt.Dé plaatsen zullen toegekend worden bij mid-del van wedstrijd. De geneesheeren worden zonder wedstrijd aangenomen met een beginweddq van 12,000 franken 's jaars. Van af heden kan men zicli wenden tôt het Bureel van het Ministerie van Koloniëli van België te Londen, ^W.^C., Iudia-îlouçe, Kings- tsssT

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes