De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1788 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 26 Septembre. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/057cr5p87m/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

■ f!0fSte gondag, 36 Sepîemtter hï^is S «serait DE VLAAMSCHE STEM I cgu volk zal niet vergaan! AMaElMEEN BELlâl^Cfl DAfcâ^LASJ Eendracht maakt macht1 BEDAQTIt- tll flumimainiiiitDuntti.tiu KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. Onder leîding van RENE DE C L E R C Q en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSPBIJS (b\j vooruitbetaling): Voor Nederland per jaar gld. 6.c0 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, Frankrijk m andere landen dezelfde pryzen, met verhooging van verzendingskosten- (2<- cent per nummer), .ADVERTENTIES 20 Cent per regel. Kem. Mocht de uitelag van de wereld-crisis zijn, M aan natie haar eigen' i111161"1']110' ®tolirlijke ontwikkeling wordo gelaten, en nrkt in elk land tovens Jiet bewustzijn bij CeeriJig™, parlementer _ Per3 en volk Sbing® 'dat °°k aan Ueine en nnddel-itfa naties met edgen historié en cultuux L voile integriteit en onafhankelijkhead «oet worden gelaten, dan zou een stelsel als L van hefc Eurepeesche eveœwichfc zonder reaw ten grave gedragen zijn, en zou, met do Stiiginç van den volksinvloed en met de rdieoii)g van het rechtsbewustziju voor Minternatdonaal mijn en dijn, een betrek-ielijk ongewapende vrede in Europa kunnen terugkeeren. J. G. v. SCHAIK. Zelfbestuur. ra Sociale toestanden in Vlaanderen. "li mijn vorige artihéls heb iJc al 't eeri\ en 'I muter uiteengedaan omtrent sociale vxmr tustendm in staat en stad, en met een mrd de omzinnigheid vam Fransche vak-Ithd'ai voor Vlaamsche jongens blootgdegd. Orir het elle-ndige lot orner ,,Fransch' mm" orner kantwerksters, amer visschers op ict en onzer wreeters in de Waalsche l'ohnviijnen zouden boekdeelen te schrijven , Voor vandaag een beeld van fret, Jhamsche plattelandjj Langs de epoorbaaH van Brugge naar Sent ligt de volkrijke gomeente B... Een lalf uurtje van 't station Jigb het dorp. Ge komt er langs de kalsijde door de dorpkern. Bij het eerste gezieht treft het TJ dat bijna ille huizen aldaar herbergen zijn, _ uitslui-tend of als bij zaak : herberg, estaminet, af-Epanning heet het op aile geiveltjes : ,,liier ytrkoop mon bier". Enkele huizen schij.uen ninkeltjes te zijn en verkoopen ailes en sogwat. Jan K..., koopt en verkoopt aard-ippelen en... tapt bietr; Jozef L. handelt inpluimdieren en allerhande gevogelte en... fhenkfc bier; Seraphien P., koster en... her-bergier. Ja, zelfs hefc gemeemtebestuur en iîopenbare diensten zijn gevestigd in een Jierberg. . - , RoDdom in liet land, ala uit God'a hand gezaaid en gezegend, liggen de schoono rijke boerderijen te midden hunner lochtingen en boomgaarden : het vee bulkt en bla^fc in do stallsn. Verder op, naar den einder, de wijde groenigte van velden en weideoi. Tegen een glooiing aangelemnd als een waclifcer boven , het do^p, ontwa-art men tuseclien hefc ge-boomte het kasteel van bnrgemeester Baron deV. Hoogstens gedurende een paar zomer-maanden is ,,meneer de B'rong" op het dorp aanwezig. De lest van het jaar brengt iij door op reis, in het buifcenland, of in de groot-e stad. Maar zijn plichfcen als burget-roest^r ? — Dat steekt zoo nauw niet : Eéns in 't jaar worden de boeren, die in den ge-meenteraad zetelen, toegelafcen op hefc slot waar zij den kasteelheer de jaarlijksche fluide komen brengen. En bij die gelegen- ' heid hooren zij de wenschen van vmene>er de Baron" voor den volgenden "winter. De on-derdanige g emeente - secret a ria zal ze we] door het administratieve werk heen helpen, «... mocht er iefcs onverwachfcs gebeuren, de pastoor zou meneer de Baron wel op tijds Tvaarschuwen. 1 Zoo is dan het gemeenfcebestuiir in orde met een paar gewild-gestotterde en gehak-kolde Vlaamsche woorden van ,, Meneer de Baron" (want hij kent meer Vlaamsch dan tij wil laten voorkomen). Dan mogen de bosren gaan, die, zoo lang zij op 't kasteel Weven, met een stijven schu'wen glimlach fedeesd rondkeken, de mutsen vasfcgeklemd iû do onrustige handen. Heneer de iBaron is eigeoiaar van de foecete hniajes van het dorp. Op het eerste gezicht kan hij zelfs aanspraak maken op don eorenaam van weldoener, met het 00g den betrekkelijk geringen huurprijs die iij van zijn huurders vorderfc. Maar... er 13 een maar : wat in het kontrakt niet ge-Khreven staat, en wettelijk misschien niet geldig zou zijn : de bewonexs moeten her-targ houden. ■ , Een wenk daartoe ig nauwelijks noodig : ta huurder weet toch wel dat meneer de Baron'a brouwerij moet prospereeren. Want, i:; vergat het haast te zoggen omdat het Ngenlijk van zelf spreekt : meneer de Baron ^ 00k eigenaar van de dorpsbrouwerij en de nuurder v/eet natuurlijk waar vandaan hij bier moet bestellen. Mocht hij dat niet j ^Srijpen... ja, dan, dan zou hij niet lang ! ajn woonst kunnen bewaren. Aldus zorgt de gemoedelijke burgervader ?.r voorj dat zij ne dorpelingen geon dorst Jden. Hij zorgt 00k voor het heil liunner 2!?1 : .^ader en moeder mogeai wenschen wat 2l] "willen voor hun zoon. Deze laatste moge 2 i°^ 1!^ aall^eo toonen voor 't een of 't un erberoep, en ze^s bij uitzondering blijk f|Ven van buitengewone geestelijke gaven. • was het van den schoolmeesters-n ,ze"» meneer de Baron beslist over J lot en toekomst. Toont hij zich ge-Y' 0rfaam en onderdanig, dan kan hij het rengen.^ Gaat daarentegen zijn inzicht i.nf.la, niisstanden te diep, is hij onaf-aS van.^borst, ja... dan kan hij ni, ^ &®bmikt^ worden. Is hij wecrspan-met X hij zich een weg te ban en loof ei^6Q dan is brood- en eer- a!tiid ^et geschi&tôt§ midd^l pm Aldus de maatschappelijke verhoudingen op het Vlaamsche platteland. In 1910 nog sprak Prof. Cattier, de Brusselsche rechts-geleerde, het uit: ,,Ierland wordt beklaagd, mijne Heeren; maar Vlaanderen?" Het is een.feifc, dat in onze dagen Vlaanderen aan het Feodale stelsel nog niet is ontgroeid *. Toch geeft de eigenzinnighedd en de taaie koppigheid onzer Vlaamsche boeren dikwijls veel last aan hun meesters. Maar wie durft er tegen op te komen wordt gebroken. Feodaliteit is immers een ijzeren hringloop. Alleen de macht. van hoogere waarden kan dien breken. En dat zal| Mr. Dr. L. BRULEZ. * Het Arm Vlaanderen van Teirlinck en Stijns moge in letterkundig opzicht niet zwaar wegen ; wat de feiten betreft is dat boek niet verouderd< — m» 1 De Regsering spreke! Âan een merkwaardig opstel van den Ka-tholieken Dichter Karel van den Oever, ver-schenen in het ^Centrum" van 4 dezer, ontleenen wij het volgende :j Ons loyalisme moet van eene onverminkto qualiteit blijven, al leert ons de Belgische historié dat onze Regeering sinds '30 zeer dikwijls houdingen fcegenover ons heeft aangenomen wier gelijken men slechts in Duitsch en Ru^sisch Polen vindt. Onse Regeering zelve moet nu klaarblij-kelijk de Belgische war-toestanden betreu-ren, die door haar medeverzet ruim 80 jaar in België bestaat en die nu mede-oorzake-lijikheid is van de tegenwoordige nationale afwijkingen, welke zich in Holland en België voordoen; haar anti-Vlaamsch vader-schap moest ten slotte het kind en tegen de defecte opvoedingsmethode èn tegen de politische persoonlijkheid keeren. Verrast door den tegenwoordigen oorlog heeft onze Regeering niet meer het middei nocih de gelegenheid gevonden in éene open-bare daad het onrecht te hersfcellen, waarin zij tegenover de "Vlamiingen reeds 80 jaar medeschuldig is en welke daad — geheel Europa wee^ het — de Russische en Duit-sche regeeringen in een tijdig-diplomatisch schuldbesef tegenover Polen nu meenden te moeten doen. Die gevolgen worden nu allengerhand zichtbaar en hefc vist nu niet daarvan alleen .die "Vlamingen && schuldigen te aanzien, wier eenige misdaa^l i3 dat zij eene al te nauwkeurige herinnering beQiouden aan de ^ Vlaamsche historié, welke nu reeds — en begrijipelijk blijft het — hun vertrouwen doet wankelen in loyauteit der Belgische Regeering bij een eventueel staatkundig ! herstel van België. Liangs dien kant heeft de Belgische Regeering — naar mijn inzien — eene nieuwe, jonge schuld en bezondigt zij zich aan ons Vlaamsch-nationaal karakter door een stil-zwijgendheid welke haar slechts tôt politisch 1 nadeel strekken moet; in hare bevoegdheid. ligt het immérs door eene rechtvaardige, algemeene verklaring betreffende onze taal-rechten den twistappel weg te nemen die nu de Vlaamsche eenheid, en gevolgent-lijk de Belgisahe, dreigt te verdeelen; bij de jongste politieke daden der Russjsche, : D'uitsche en Oostenrijksche Regeeringen tegenover de verdrukte Polen past aan het Belgisch Gouvernement geen andere, min- , derwaardiger stan^ tegenover de Vlamin-gen ; hare evasieve houding in zake de Belgische taalkwesties is laatst nog duidelijk gebleken bij de wisseling van Gulden- 1 Sporen-feest-telegrammen tusschen don Konino" en de alhier vorblijvende Vlamin-gen Dezse dubieuze stand was immers de loeische voortzetting der Belgische regee-ringspolitiek tegenover de Vlamingen ti]-dens de laaitste twintig jaar; eene gouver-nementeele fout blijft het ten oversUan van historie-bewuste Vlamingen langs deze gedragslijn nu te willen volharden daar het Vlaamsch mistrouwen alhier met ver-minderd wordt door de gestadige aanvallen der Belgische Franskiljons m Den Haag, Amsterdam en Londen die, na het beleD van Antwerpen, allereerst de verdachtma-king van het Flamingantisme ^f7^,en eene verregaande medeschuldigheid hebben in de aanwassende Flammgantische ,,at-wiiking", welke de oorzaak van haar eigen tokort-aan-loyalisme tegenover de Be^ohe E,e»eerin? vin^ in 0911 andere ratione^l te Kan-loyalisme tegenover Ylaanderen vanw^e èn de Regeering èn Wallonisanten of Franskiljons, onze dicter ïmile Verïaeren niet uitgezonderd. Het wordt daarom ook hoog tijd dat onze Belgische Regeering - die tet nog toe in ons harte hartstochtelijke aanhangers heeft — met allen spoed hare bakens veraette en ten^werstaan van het Vlaamsche vo k, welks loyalistische trouw te i-uii, tlaelen, Namen, Antwerpen en aan den Yser zonder voorbeeld is, een nationale, habiliteerende verklaring aflegg« taalreohten welke de Walen — met de \Val-lonisanten — nu meer dan later zullen toe-iuichen en beamen. ... Bij den stoffelijken herbouw van Belgie past gelijklijnig de zedelijke rehabilitatie ; wanneer nu reeds links en rechts Belgische commissies gevormd worden die onder de be-scherming der Regeering het stoffelijk herstel van België behartigen, hoe zal het met even wenschelij'k zijn gelijksoortige gouver-nementeelen arbeid te zien verriahten waar het gaat om het zedelijk herstel van Vlaon-deren-in-België ? De Belgische Regeering spreke d«us wanneer het nu nog tijd is... Loyalisme der Vlamingen tegenover de L&ekis^it #eg<2gïHlg StZ Xm.m g€V vergd tôt hefc uiterste. Wij, Vlamingen, bij eventueel herstel van België, mogen erop vertrouwen geheel de Vlaamsche natie rond ons te hebben in al hare politieke, econo-mische, religieuse en militaire organisaties en het zou eene gewaagdheid, eene onge-hoorde politieke fout zijn onzer beminde Regeering nog verder ons een Recht te wei-geren, dat — wij voorzien het — met aan-drang zal gevergd worden. Hoe vreeselijk zou het zijn — maar God 1 verhoede zulks — indien dit heilig Recht dan moest gevorderd worden met een ander geweld dan dit der zedelijke wapens ! Over aanspraUelijkheid en loyauteit, be-grippen die in deze aanhaling voorkomen, wijkt — onze lezers die zich de artikelen ,,De Belgische Zaak" (in Nr. 205), ,,In de lijn van Duitsche belangen" (Nr. 209) en ^Loyauteiteverhouding" (Nr. 216) herinne-ren, zullen het hebben opgemerkt — onze opvatting ten deele van die van den heer Van den Oever af. Ook in een algemeene verklaring, die immers geen concrete waarborgen biedt, zien wij, het blijkt uit onzen ,,Open Brief", geen heil. Maar zoo scherp als hier over de Belgische Regeeringen die Vlaanderen sedert 1830 hielden geknecht, wordt geechreven, is in dit blad nog niet het geval geweest. Geheel zijn wij hefc met den schrijver eens, waar hij betoogt, dat de Regeering de oude ge-dragslijn tegenover de Vlaamsche zaak moet laten varen en in deze kwestie niet schoorvoetend moet volgen, maar voorgaan. Dr. A.' J. De BeSgische Diplomatie De Entente-pers is slecht te spreken over de voormalige Belgische gezanten te Londen, Berlijn en Parijs. Onze diplomaten waren namelijk zoo vrij-moedig, voor den oorlog de Regeering te waarschuwen tegen het drijven der Engel-sche Politiek en de oorlogzuclitige stemming in Frankrijk. * ■ Of onze Gezanten het bij het rechte einde hadden, kunnen wij niet beoordeelen. De latere wetenschap der geschiedenis zal dit moeten uitmaken. Ons komt het echter voor, afgezien van de vraag gelijk of ongelijk, dat de jonge Belgische Diplomatie nog niet op de hoogte van het vak bleek te zijn. Zij gaf blijk niet te weten, dat al te groofce oprechtheid in diplomatieke zaken niefc alfcijd zonder voorbehoud wenschelijk lieefcen kan. Difc zij ter harer eer opgemerkt. Mr Dr T. ■RRTTT.TT.'Z La Belgique future Hefc ,,Vlaamsche Nieuws" ontving vol-gend schrijven, dat in het Fransch gesteld was en het blad voor zijn lezers vertaalfc. Dafcgene waar tegen wij enkele maanden geleden waai-sohuwden — dat n.l. hefc aan-vallend en verdedigend verbond tusschen Franskiljons en Waalschgezinden, waarop voor den Oorlog werd aangedegd, thans tijdens de crisis die wij doorworstelen ge-leidelijk tôt stand kwam — blijkt ook uit dit stuk overtuigend. Nauw sluit het aan bij de ook hier besproken anti-Vlaamsche ge-schriften van Louis Piérard en Raymond Colleye de Weerdt. De Vlaamsche Beweging, wij wezen er met aandrang op in den ,,Open Brief", is niet gericht tegen het Waalsche Volk. Wij Vlamingen gumien de Walen wat wij voor onszelf nastreven, de voile ontplooiïng hun-ner volkskracht. Het is echter zeer de vraag, of de Walen ons de ontplooiïng van 6nze volkskracht gunnen. Het belang va-n de Belgische Eendracht eischt, dat de beide volkeren die in België politiek samenwonen, elkanders volksbeeld eerbiedigen, dat wil zeggen dat Wallonië aan de Walen, maar Vlaanderen aan de Vlamingen blijft. Geen impérialisme dus van het Noorden tegenover het Zuiden, maar geen impérialisme ook van het Zuiden tegenover het Noorden. Begrijpen de Walen het andere, willen zij hun invloed in Vlaanderen bevestigen op de kosten van het Vlaamsche Volk, nemen zij hierom de zaak van een verbasterde fractie der Vlamingen ter hand, — zich hierbij steunend op bedrie-geKjke historische en taalkundige beschou-wingen — zoo zijn zij de ergs te vijanden van de Belgische eendracht, ja ondermijnen zij de moreele eenheid van het Rijk. D'e schrijver van den hiernavolgenden brief ontgaat dit ailes. Zelf een voorstan-der van een mateloos (Waalscih) nationalisme, poogt hij met een behendigen zet ons gematigd (Vlaamsch) nationalisme in discre-diet te brengen, door het voor te stellen alsof wij een part ijstreven dienden. Alsof ons streven niet een v o 1 k s streven is en daardoor voor i e d e r . V 1 a m i n g van bindenden aard ! Alsof de liefde tôt onzen geboortegrond en onz-î moedertaal niet de rijke voedbodem ware van ons vaderlandsch gevoel ! Alsof wij Vlamingen lessen in vaderlandsliefde zouden hebben te ontvangen van een in-dringer, die er niefc voor terug zou deinzen een burgeroorlog te ontketenen in onze Vlaamsche gewesten, om blijvend bezit te nemen van wat hij er zich met zijn mede-standers wederrechtelijk heeft toegeëigénd ! Het bewuste stuk luidt : Mijnheer de Opsteller, Ge zult mij verontschuldigen — dit hoop ik ten minste — dat ik in de Fransche taal schrijf; ik ben Waal en alhoewel ik uwe taal lezen kan, kan ik er mij nochtans maar heel gebrekkig van bedienen. Te meer dat ik het geluk niet heb — vriendelijke ironie van uwentwege — een zoon te bezitten te bezit- diende en mijn brief zou kunnne vertalen. Ik volg al een heelen tijd de artikels die over de taalkwestie in uw blad worden afge-kondigd. Aangezien er voor 'fc oogenblik geen Fransch dagblad voor handen is dat in staat zij u antwoord te geven, doe ik hefc zelf maar;' 'fc raakfc me weinig zoo deze regelen bij voorbaafc naar de scheurmand gaan; ik zal ten minste de voldoening hebben u te zeggen wat mij op het hart ligt en... dat ontlast. Een storm in een glas wa-fcer, zulfc gij zeggen? 'fc Zij zoo. Zoodus, gij zijt eerst en voor al Vlamingen en dan Belgen. De parfcijgeest verdooft de vaderlandsliefde! Ge stelfc u met de werke-lijke, in de laatste jaren verkregen voor-deelen niet meer tevreden. Al die kleingees-fcige vitterijen van vroeger, die onderduim-sche werkingen en kleinzielige intrigues werden dus, met een hardnekkigheid een edeler zaak waardig, op één doel gericht: Vlaanderen aan de Vlamingen ! Het oogenblik is gunstig: het masker af ! 't Moet uifc zijn met den Franschen invloed in deze pro-vincies. ,,Schildfc en vrindfc", te wapen ! Al wat Fransch is, naar den vuilnishoop, zoo-als oude vodden die men niet meer weet te gebruiken ! Flaminganten, mijne vrienden, gelooft ge werkelijk dat wij u dit mooie werk zullen laten voortzetten ? Bedriegt u niet; thans zijt gij de meesters, maar de.dag zal komen waarop wij daar zullen zijn om u in den weg te treden, zeker van onze krach t en van ons goed recht. ,,Gij vergeet, dunkt me, dat dit zoo hevig gehate Franskiljonisme" burgerrecht verkregen heeft in de Vlaamsche provincies. Duizenden Waalsche en Fransche families heooen zich hier sedert eeuwen gevestigd, met zich meebrengend, hun taal, hun ge-woonten, hun werk, dus hun rechten. Zij hebben meegewerkt aan de pracht van Brus-sel, aan de grootheid van Antwerpen. Zij hebben vreugde en leed met de Vlamingen gedeeld; zij vochten in hunne rangen in de uren van gevaar, en vierden met- lien de dagen van blijheid mee. Zij hebben difc be-wonderenswaardig werkfcuig geleverd, de Fransche fcaal, die aan den Vlaming toelaat zijn gezichteinder te verbreeden, en zich te zetten op één lijn met de groofce wereldvol-ken. En gij zoudfc aan hefc Vlaamsche volk difc werktuig willen ontnemen ? Gij zoudt aan uwe bevolking een deel harer levens-krachten willen ontrukken, het willen ver-oordeelen tôt vegeteeren, het terugstooten in de afgronden waar kleine volkeren krui-pen, die geen wereldtaal spreken? Die han-delwijze zou misdadig zijn; indien ze niet onzinnig ware. Want, zegt eens, meent gij oprecht dat hefc Vla-amsche volk dénkfc zooals gij ? Ik ben geheel van hefc tegenovergestelde overtuigd. Gij zijt, Mijnheeren, troost er u in, officie-ren zonder saldaten. Dit volk, wiens gezond veretand ' spreekwoordelijk geworden is, zal ondanks u een geestdriftige be^vonderaar blijven, een vurig aanhanger van de Fransche taal, en zijn geliefkoosde wensch — een wensch die gerechtvaardigd en natuurlijk is — zal steeds daarin bestaan, de Fransche taal te leeren en haar de plaats te geven die haar toekomt. Gelouterd door het lijdën, wetend dat hun zonen zij aan zij strijden met de Walen voor het gemeenschappelijko vaderland, willen de Vlamingen Belgen blijven en niets anders dan Belgen, zelfs indien uw overdreven eischèn, iets waaraan ge u trouwens moogt verwachten, een doode letfcer blijven.' Het toekomstige België zal Latijnsch zijn, of het zal niet zijn. Daarmee verlaat ik u.Wij zullen elkander later wederzien, ieder aan zijn kant van de barrikade. Aanvaard, Mijnheer de Opsteller, de ver-zekering mijner volmaakte hoogachting, en laat mij, gezien de omstandigheden, toe, voor 't oogenblik te teekenen. Een Waal. Hefc antwoord van hefc ,, Vlaamsche Nieuws", onderteekend door den heer A. van den Brande, luidt: Wij hebben steeds met genoegen de tal-rijke blijken van in&temming met ons streven, die ons geregeld toekomen, in onze kolommen afgedrukt. Aan een tegenstrever, die het ernstig schijnt te meenen, willen we dezelfde eer gunnen ; hij toont trouwens in zijn schrijven dat hij er op gesteld is — en ons geeft hij de mooiste gelegenheid ter wereld om zijnentwille nog eens te herhalen wat reeds dikwijls in het ,,Vlaamsche Nieuws" zoo duidelijk mogelijk werd ge-zegd en bewezen. Onze briefwisselaar, wiens naam ons be-kend is — zonder dat hij zich daar over ongerust behoeft te maken — zal met dege-nen die denken zooals hij, daardoor de overtuiging opdoen, dat het ons heilige ernst is, zoodat niete ons kan af brengen van den arbeid waardoor Vlaanderens redding wordt betracht. ,,Un Wallon", zoo zullen wij hem blijven noemen, spreekt inderdaad de meening uit der gematigdste, intellektueele Walen aangaande het taalvraagstuk ; men kan zich dan een denkbeeld vormen van hetgeen de anderen met ons voor hebben, die de over-groote meerderheid onzer Waalsche broe-ders uitmaken. En ook die gematigde heeft een onlangs te Londen uitgesproken woord tôt zijn levensdoel gemaakt: ,,La Belgique future sera latine ou ne sera pas". (België zal in de toekomst latijnsch (Fransch) zijn, of het zal niet zijn.) Wat de duidelijkste synthesis is van deze in Franschgezinde middens overheerschende gedachte: ,,In den oorlog heeft België, dus ook Vlaanderen, zich aan de zij de gesteld van Frankrijk en onrechtstreeks van de Entente. Het lot van België is dus onaf-scheidbaar met dat van Frankrijk verbon-den, zoodat voortaan slechts Fransche kul-tuur en haar machtigste wapen de Fransche taal in België, due, ook jn ylaanderen mçet oy.erhftfliifihejx^ 1 ' - Die leer werd en wordt door Franschge-zinden op feestvergaderingen en dagbladen in het buitenland verkondigd. Tegen die leer moet het Vlaamsche volk zich schrap zetten, zooniet gaan zijn eigendomm el i j k-heid en de natuurlijke zegen die er voor een volk aan verbonden is, onvermijdelijk verloren.Die zedelijke dood, van onze nog levenskrachtige beschaving ver te houden is de taak waaraan we ten prijze desnoods van de hoogste opoffering, met aile recht-schapen middelen werken. Een brief als degene die we hierboven afdrukken zou de oogen van aile oprechte Vlamingen moeten openen, indien ze niet verzaakt hebben aan hun vroegere liefde voor hun volk. Of is die liefde tegen een oorlog niet bestand ? De Walen durven beweren, en in de hoop dat iedereen het hoore, dat zij hier voor de Fransche taal ,,droit de cité" verkregen hebben, de enkele duizenden die hier in Vlaanderen alleen Fransch kennen of min-achting genoeg hebben voor liun eigen Vlaamsche landgenooten om geen Vlaamsch te willen spreken. Het Fransch heeft ,,droit de cité" bij ons, waar ons eigen taal nog altijd haar rechten niet verworven heeft. En omdat we dit recht willen geven aan ,,Ons arm Dietsch" veroordeelen wij Vlaanderen ,,à être rejetée dans les abîmes on croupissent les pétits peuples, ne parlant pas de langue mondiale"? Ons is die ,,afgrond" welkom, een af-grond als waarin andere kleine volkeren: Nederlanders, Zweden, Dejien, Noren, enz. zich vrijelijk konden ontwikkelen en opklim-men in schoonheid van kunst en rijkdom en wetenschap tôt dien hoo^en trap van beschaving, waar ze op éen lijn staan met Engelschen, Duitschers en Franschen. Met een onnatuurlijk gebruik van de Fransche taal3 werd in Vlaanderen sedert 1830 een groot onheil gesticht. Dat onhei] is zoo groot dat het door degenen die ei onder lijden nog niet genoeg gevoeld wordt — in die ,,afgrond" waar ,,Un Wallon" van spreekt heeft het Vlaamsche volk wel voedsel gevonden voor zijn lichaam maai niet voor zijn geest. Het zal eruit omhoog stijgen maar dan eerst beseffen wat het vroeger ontberen moest, waniieer het zal te voorschijn treden in het voile zonnelicht. We weten wel dat degenen die al wat Vlaamsch is haten, nog meer dan Duittich. niet zouden aarzelen om de werkers van dit oogenblik naar beneden te stampen. Onie briefschrijver zegt dat zoo flink, in 't Fransch: ,,Flamingants, mes amis, croyez-voue véritablement que nous vous laisserons continuer cette belle besogne? Détrompez-vous: , vous être les maîtres de l'heure, mais le jour viendra où nous serons là pour voue barrer la route, sûrs de notre force et de notre bon droit." ,,Le bon droit" was aan onze zijde toeii we voor den oorlog, zonder versa Jeu taalstrijd hebben meêgestreden, e.i geer; oorlog ter wereld kaii dat heilig recht tôt onrecht maken. Met reine handen en een zuiver geweten zullen wij voor de veroverino onzer levensrechten steeds het h este van ons zelven blijven geven, want ,, Vlaanderen zal Vlaamsch worden of verdwijnen." i m 9 ■ C-ii —— Het II lili-ïelegrai lei ItrecHe Studendi. Naar aanleiding van de mededeelincr aar de Pers van 22 Sept. jl. van het Hoofdbo' stuur van het Algemeen Nederlandsch Ver bond merkt het Bestuur der Utreclitsche Studenten Afdeeling het volgende op: Op 11 Juli j.l. werd aan Zij ne Majesteil den Koning der Belgen het volgende hulde-telegram verzonden: ,,De Vlaamsche er Hollandsche leden van de Utrechtsche Stu-den ten-Afdeeling van het Algemeen Nederlandsch Verbond, in Algemeene V-ergade-ring vereenigd op Guldensporendag 1915 brengen in deze voor Vlaanderen kritiek< ure eerbiedige hulde aan Uwe Majesteit er spreken hun vertrouwen uit, dat ondei Uwer Majsteits rechtvaardige en wijze lei-ding uit den huidigen baaierd ook — (hel woordje ,,ook" i6 in de gedrukte weergave hier en daar weggevallen) — geboren za' worden Vlaanderens volkomen geestelijke vrijwording." Van den Secretaris van Zijne Majesteil ontving de schrijver der Afdeeling ten antwoord: ,,Ik heb de eer UEd., alsook Uwe medeleden, te bedanken voor de toegene-gene gevoelens, die U Zijne Majesteit der Koning betuigd hebt." — Naar aanleiding van de geheel zondei eenige politieke strekking zijnde woorden ,,dat onder Zijner Majesteit6 rechtvaardig< en wijze leiding uit den huidigen baaierc ook geboren zal worden Vlaanderens volko men geestelijke vrijwording", eene doo] Zijne Majesteit blijkens het Koninklijki antwoord als eene vanzelfsprekendheid aan vaarde toevoeging in het hulde-telegram — vergeleken zij het niet aanvaarden doo: Zijne Majesteit in Hoogstdeszelfs antwoorc op het door Mr. de Swarte opgestelde Bus sumsche telegram van de zinsnede vai ■politieke strekking: ,,vertrouwen in Haa wijs beleid om het autonome Vlaanderen il het onafhankelijk België te vrijwaren" — naar aanleiding van deze woorden heef het Dagelijksch Bestuur van het Verbond onder voile goedkeuring van het Hoofdbe stuur, aan Zijne Majesteit een schrijvei verzonden, waarin het verklaart: dat d Utrechtsche Studenten-Afdeeling de gren zen harer bevoegdheid op onverantwoorde lijke wijze had overechreden en het bestuu uit dien hoofde elko aansprakelijkheid ii dezen verre van zich wierp. Bovendien heef het Zijne Majesteit verzekerd, dat de sta bond uitdrukkelijk aile inmenging in staat-kundige en kerkelijke aangelegenheden verbieden. Hierbij zij onder protest vermeld, dat het Hoofdbestuur, met verwaarloozing van den eersten eisch van behoorlijkhoid, aldus over de Utrechtsche Studenfcen-Afdeeling heeft geoordeeld, zonder de Afdeeling hier-in te hooren. Verder zij opgemerkt, dat indien het Hoofdbestuur het hopen op de geestelijke vrijwording- van Vlaanderen beschouwt als eene inmenging in Staatkundige aangelegenheden, het a fortiori het streveii° tôt geestelijke vrijmaking van Vlaanderen en ailes wat daarop gericht is, aldus moet be-schouwen en afkeuren, zooals: de vacantie-leergangen der Leidsche en Amsterdàmsclie Studenten-Afdeeling, de Nederlandsche bibliotheken voor de geïnterneerden van- de Utrechtsche Studentenafdeeling, het deel-nemen aan de Nederlandsche taal- en letter-kundige congressen en aan de Studenten-congressen, eene opvatting, die het Algemeen Nederlandsch Verbond zou verbieden iets voor Vlaanderen te doen, on welke smoort in hare absurditeit. Wat betreft de opmerking, ,,dat de Utrechtsche Studenten-afdeeling de grenzen harer bevoegdheid op onverantwoordelijke wijze had overechreden": volgens onze meening handelden de leden der afdeeling door liet zenden van het hulde-telegram niet in strijd met de reglementen van het Verbond, maar dit is in deze ten slotte eene zaak van alleronder-geschiktst belang. Wij mogen niet veron-derstellen, dat het Hoofdbestuur de dwaas-heid zoude begaan, Zijne Majesteit Koning Albert — en in zoo ernstigen tijd te onderhouden over de inwendige formalisti-sche futiliteiten van het Verbond' naar aanleiding van een telegram met welks inhoud het overigens zou instemmen. Het moet dus wel de bedoeling van hefc Hoofdbestuur zijn, te kennen te geven, dat hefc met den inhoud van het- telegram niet instemt. En indien het Hoofdbestuur niefc de hoop deelt, ,,dafc uifc den huidigen baaierd ook geboren zal worden de volkomen geestelijke vrijwording van Vlaanderen", dan is iiet aan de leden van liet Verbond, om op de ' eerstvolgende Algemeene Vergadering te beslissen, of een dergelijk Bestuur het Verbond mag verfcegenwoordigen — en daar-mede hefc oordeel uit te spreken, of over hefc huidige Bestuur, of over het Algemeen Nederlandsch Verbond. — Met beleefd verzoek bovenstaande mede-deeling in hefc redactioneel gedeelte van Uw blad te willen opnemen. Namens het Bestuur van de Utrechtsche oouuejLiLc:ij.-/ixuet;iiiig van neû Algemeen Nederlandsch Verbond, De Schrijver: A. J. .VAN VESSEM. 24 Sept. 1915. . Vlaamsche Actle. „Het Vlaamsche Nieuws" uit Antwerpen schrijft in een studio over den Dichter Prosper van Langendock: Toen de „Vereeniging van Letterkun-digen", waarvan het nut misschien in de toekomst eens zal blijken, te Antwerpen gesticht werd, koos de zeer talrijke algemeene vergadering met eenparigheid van stem- 1 1 men tôt haar voorzitter, dichter Prosper van Langendonck. Het was een schoone dag voor hem en onmiddellijk begon hij, reeds op diezelfde zitting, met kalmen ernst en angstvallige bezorgdheid het wichtje te bakeren, daarmee niet bedoelend dat hij het in de doeken kwam^ leggen. Integendeel, indien er iets had ingebraelit , kunnen worden tegen zijn leiding dan was het dat hij de beteekeais van een maat-, schappij, was ze dan van letterkundigeto, te zwaartillend, te gewrchtig opnam. We herinneren ons nu te goeder ure dat een bestuurslid zei: — ;t Is niets ; doch op een gegeven oogenblik kan het de heroïsclie groep van Vlaanderen wezen. De heroïsclie groep! Zal de „Vereeniging van Letterkundigen" zich in deze tijaen. onbetuigd laten ? Zal zij het historisch oogenblik van haar optreden laten voorbij-gaan? 'tls nu de tijd niet meer van groote , woorden en fraaie zinnen, maar van daden. Nu kan Vlaanderen ailes worden, indien Vlaanderen wil, indien het leiders heeft die durvers en niet louter woordkramers , zijn. ^ Wij zouden de Walen eens in onze plaats willen zien! Eerst vijf-en-tachtig jaar van de tergendste verdrukking; dan plots een^lieldhaftig goed en bloed geven voor het ; stiefmoederlijke • gemeenschappelijke land daarop toegeroepèn worden door de Vlaminlgen: ,,Nu moet uw > beweging voor taal en recht uit zijn, voortaan moet ge tôt meerder eenheid van België uw moedertaal afstaan, Vlaamsch worden, • Germanen worden " Zouden, in zulke . omstandigheden, de Walen dan ook braafjes blijven, het ordewoord rondstrooien : Niefc - spreken, niet bewegen, omdat de regeering • het kwalijk zou kunnen opnemen! Zouden l die ook uit voorzichtigheid, uit berelîening - uit slaafsche onderdanigheid dielijst en gene l lijst teekonen als een scherm, in de toe-: komst, voor wij weten niet welke mogelijke i aanranding, en om een officieel bewijsstuk . te bezitten dat ze koest bleven! : Of zouden de Waalsche letterkundigen , en Waalsche leiders in zulke omstandig-. heden een strooming onder hun volk ver-l wekken voor eigen recht? Of zouden î zij, met eerbied en aanhankelijkheid, een . krachtvol vertoog tôt Koning en Staat rich- - ten en zeggen : Midden in dezen storm, : worden er verklaringen en beljiften gedaan i aan Polen, Finland, Ierland, tôt aan Malta b 'oe; heeft Vlaanderen ook niet verdiend dat - het van nu af volledig. taalrecht worde toe- • .ggitesht W.tpes^egd »n

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes