De Vlaamsche strijd: maandschrift van het Algemeen Nederlandsch Verbond, vereeniging tot handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal

415 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 01 Mai. De Vlaamsche strijd: maandschrift van het Algemeen Nederlandsch Verbond, vereeniging tot handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/0r9m32p755/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

DE VLAAMSCHE STRIJD ABONNBMENTSPRIJ S PEB JAAR : "Y r» GENTLEMEN. Nummers tegen S centiemen ter tli-nlc lter-ij, IPollepelstr-aat, 18, Gent. AANKONDIGINGEN : 20 CENTIEMEN PER REGEL. BRIEVEN VOOR ADM1NISTRATIE EN REDACTIE : POLLEPELSTRAAT, 18, GENT. Gelijkheid ! Gelijkheid! Achttiende jaargang.— Nr 5. IVïèi 1914. Gentsche Hoogeschool raoet vervlaamscht w:rden ! Frankrijks Beschaving. Zonderling mag het zeker heeten dat wanneer aan sommige " Flaminganten „ verweten wordt dat zij tegen de Fransche beschaving zouden zijn, zij dadelijk van verontwaardiging opspringen en bij hoog en laag zwe-ren dat zij de Fransche beschaving zeer hoog schatten. Dat zag men in den laatsten tijd alweer gebeuren in de Kamer van Volksvertegenwoordigers bg de behandeling der Schoolwet. Nu, het moet ons eens van het hart. Die aanbidding der Fransche « cultuur », zooals men dat pleegt te heeten, vinden we eenvoudig belachelijk. Zeker ware het onbillijk te beweren dat op onze dagen In Frankrijk op het gebied der wetenschap niets merk-waardigs meer zou te vinden zijn : zeker wordt daar nog werk verricht, dat ook terecht de aandacht der geleerden in andere landen wekt, al is het nu ook waar dat zij, ■die daar thans de dragers der wetenschap zijn, eigenlijk van vreemden oorsprong zijn, zooals de naam Currie en Metchnikoff voldoende aantoont. Maaronwaar is het dat Frankrijk thans nog in de geleerde wereld den schepter zou zwaaien en zonder den toevoer van vreemde krachten zou het zeker op dat ge-bied nog ontzaglijk meer zijn achteruitgegaan. Wanneer men nu Vlaamsche volksvertegenwoordigers hoort zeg-gen dat zij den meesten eerbied koesteren voor de Fransche beschaving, dan zeggen zij iets dat zij zelf niet gelooven of leveren een treurig bewijs van hunne verre-gaande onwstendheid. Die onwetendheid nu is een natuurljjk gevolg van de vermuilezelende opvoeding, die bun in hunne jeugd ten deel viel en waarvan zij de gebreken door luiheid of onmacht niet wisten te ver-helpen.Wanneer zulke menschen, van wie men redelijker-wijze kon verwachten dat zij eene algemeene ontwikke-ling ,zouden bezitten, zoo weinig afweten van den toestand der Wetenschap in de verscliill^nde lai den, die ons oinringen, is het werkelijk niet te verwonderen dat er nog zoo velen worden aangetroffen die de vijanden onzer taal maar dwaselijk napraten, wanneer dezen beweren dat de beschaving het onmogeljjk buiten Frankrijk zou kunnen stellen en dat aile licht uit Parijs moet komen. Die schromelijke achteruitgang der Fransche wetenschap werd overigens herhaaldelijk door Franschen zel-ven in het licht gesteld. Zoo schreef in 1895 in zijn werk La structure du protoplasme el les théories sur l'hérédité, Yves Delage, hoogleeraar aan de Sorbonne te Parijs : " Tegenover één werk, dat in het Fransch het licht ziet, verschijnen er drie in het Engelsch en vier in het Duitsch!. .. Twaalf jaar vroeger kon men in een Noord-Ameri-kaansch tijdschrift Science, de volgende regelen lezen, die door prof. Mac Leod in zjjne alleszins merkwaardige maar niet genoeg verspreide lezing Het Neclerlandscli en de Wetenschap werden aangehaald : " In het begi dezer eeuw h ad de invloed der Fransche scliool op d wetenschap de bovenhand ; thans is het de Duitsche die over de geleerde wereld den schepter voert. .. lu Nederland en in de Scandinavische landen vind men, sedert zoovele jaren reeds, zulke volmaakte e voortrefifelijke werken over wetenschap, dat men zegge moet dat de wetenschappelijke ontwikkeling aldaar d Duitsche niet heeft gevolgd, maar dat beide gelijktijdi; zijn ontstaan. De Fransche wetenschap is waarachtig provinciaal zij leeft afgezonderd en heeft slechts eene onvolmaakt en onzekere kennis van de buitenwereld. De Fransche zijn verre ten achteren gebleven in de groote bewegin: der laatste jaren... De Fransche wetenschappelijk verhandelingen zijn goed geschreven ; de stof is prach tig uiteengezet en vooral zeer duidelijk behandeld.. Om aan de eischen der artistieke volmaaktheid t voldoen, wordt de verwerkte stof doormengd me zoutelooze of reeds lang opgeloste vraagpunten, me aan stukken gescheurie hoofdbegrippen en verouderd zaken... Wij meenen te mogen zeggen, dat de weten schap in Frankrijk, nooit lager is gedaald dan thans Italië streeft Frankrijk verre voorbij... In den Mercure de France van December 1913 komt van den heer Emile Laloy een opstel voor over di vraag of de Fransche taal eerlang zal ophouden eem wetenschappelijke taal te sijn Daarin leest men o. a dat het aantal vreemde studenten aan Fransche hooge scholen veel geringer is dan dat der vreemde studenten die Duitsche hoogescholen bezoeken Laatstgenoemd» zijn beter ingericht dan de Fransche, die te Parijs niel uitgezonderd. Zoo wordt in het bijionderhet onderwijs in de geneeskunle, dat eenmaal zoo schitterend was, door de vreemden weinig gunstig beoordeeld. Wat aan het Duitsch en aan het Engelsch een groo ten voorsprong geeft, is volgens den heer Laloy hel feit dat China en Japan thans geene studenten meer naai Fransche hoogescholen zenden. Het aantal wetenschappelijke werken, dat in Frankrijk verschijnt, is aanzienlijk minder dan dat hetwelk ir Duitschland het licht ziet. Er is geen vak der wetenschap, waarin niet twee en drie werken in het Duitscl verschijnen, tegenover één in het Fransch en de meesi volledige Duitsche zijn over het algemeen twee- er driemaal zoo lijvig als de Fransche. Men begrijpi gemakkelijk den minderen toestand, waarin de studen zich bevindt die onze werken gebruikt en die over eer gegtven onderwerp een onderwijs ontvangt dat mindei volledig is. Op het gebiel der tijdschriften kan Frankrjjk, zeg verder de heer Laloy, over het algemeen tegenove; iedere Duitsche uitgave een gclijkaardig Fransch stellen maar dan : hoeveel minder uitgebreid?* Je recevais il j a quelque temps un prospectus des Archives interna a tionales de physiologie, publiées à Liège, par le profes» e seur Fredericq. On y avait collé une bande portant la mention: « Seul périodique de physiologie pure, or danger à cause du nombre insuffisant des abonnés» t français „. a Dit tijdschrift bevat per jaar 500 bis. in groote (i letter Het overeenkomstige Duitsche tijdschrift e " Pflûger's Archiv „ gaf in 1912,3400 blz. in kleine J letter. En er is geen vak der wetenscbap waarvoor da< niet het geval is. Het gevolg daarvan is dat een : Duitscher geene andere taal dan de zijne behoeft e kennen om een geleerde te worden en om de wetenschep c te doen vooruitgaan, maar dat dit voor een Franschmati ? meer en meer onmogelijk wordt. 0 Nog eene letterlijke aanhaling uit dat artikel, dat zeker zou verdienen nog meer bekend gemaakt worden : « Le public français lit peu, et en particulier e lit peu d'ouvrages scientifiques ; car même si c'était dans ^ ses goûts, la pauvreté et le mauvais fonctionnement êc ** nos bibliothèques lui interdiraient ce genre de lecture. 3 On ne compte plus les mécomptes d'étrangers qui ont publié un livre en français pour donner plus de retentissement à leur travail et qui l'ont vu passer inaperçu, parce que le livre français se vend encore > plus mal en France qu'à l'étranger ; nous avons ainsi ! perdu la sympathie de bien des gens qui croyaient à : l'influence de notre langue et qui ont été durement désillusionnés».Zou men nu misschien gaan denken dat op het ' gebied der Staatsmanskunst in Frankrijk nuttige lesser: ' kunnen worden opgedaan ? Maar de beruchte zaak Caillaux met haar nasleep van schandalen op allerlei gebied heeft toch wel bewezen dat, indien men indertijil terecht aan het keizerrgk van Napoléon III zijne diep» verdorvenheid mocht verwijten, het er onder deze repn-bliek waarachtig niet beter op is geworden. Onwederleg-baar is byvoorbeeld daaruit gebleken dat het in Frank-rijk bij de rechterlijke maclit zeer treurig gesteld is met rechtsovertuiging en plichtsgevoel- Dat ook bij het Fransche volk het zedelijkheidsgevoe! zeer laag gezonken is, blijkt zeker uit de herkiezing van Caillaux, waardoor het arrondisspment dat hem opnieuw afyaardigde, op ééne lijn komt te staan met het kiesdis-' trict Trapani in Sicilië, dat den beruchten Nasi maar 1 aldoor tôt Kamerlid blijft verkiezen. ' Hoe groot de achteruitgang van Frankiijk op elb ' gebied is, blijkt nog uit een onlangs verschenen siufc 1 van den Franschen wijsgeer Paul Gaultier, die naar aanleiding der steels aangroeiende ontvolking van zijrs land het gewicht onderzoekt, dat het vroeger en Iharts s bij den raad der verschillende naties in de schaal kan leggen en tôt de slotsom komt dat dit op het einde der , zeventiende eeuw 40 ten honderd onder de groote Europeesche mogendheden bedroeg. In 1789 was het cijfer nog enkel 27 ten honderd, k<

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes