De vrije stem: Belgisch orgaan voor de provincie Antwerpen verschijnende gedurende de Duitsche bezetting

1243 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 19 Decembre. De vrije stem: Belgisch orgaan voor de provincie Antwerpen verschijnende gedurende de Duitsche bezetting. Accès à 16 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/7659c6sv19/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Nr 9, 19 December 19li VIERDE JAAR 10 Centiemen DE VRIJE STEM Belgisch Orgaan voor de Provincie Antwerpen Gesticht gedurende de Duitsche JBezetting BUREEL EN REDAKTIE : MORETUSLEI, 60, ANTWERPEN. Toegelaten door de censuur De lijdensgeschiedenis van eener gedeporteerden Belg. MIJN WEDERVAREN SEDËRT 6 NOVEMBER 1916. (Vervolg.) Ik heb u reeds verteld dat er zoovelen stierven. Het verwonderde ons niet meer dagelijks onze rangen te zien verminderen. Alhoewel ik fel te lijden had van den honger en de koude bieef ik noçhtans wel te pas ; wat het geval niet was met mijn makker Hendrik Van Nees van Berchem. Hij kloeg gedurig van den honger en vroeg mij op zekeren dag een stukje brood. Het deed me waarlijk pijn hem dit te moeten weigeren : ik bezat zelf niets. Hij werd moedeloos en wan-hoopte nog in België weer te keeren. Ik beurde hem op zoo goed ik kon, niets gekort, de arme jongen was gansch gedemôraliseerd en totaal uitgeput. Op zekeren dag toen ik van de straf-kolonie weerkeerde zag ik hem staan de doods-kleur op het wezen en dan vertelde hij mij dat hij met de makkers sneeuw had geëten van den groo-ten honger. Ik sprakhem weer woorden van hoop en moed in, hem verzwijgende dat wij onder weg om onze honger te stillen îjs hadden geëten» 's Anderendaags werd mijnen kameraad in het gasthuis opgenomen. Twee à drie dagen nadien liet hij mij roepen. Ik mocht hem bezoeken en vroeg hem : « Hendrik is 't hier nu wat beter, hoe is 't hier met het eten ?» — « Och, Feîix ant-woorde hij, ik scheur van den honger, zie maar eens waarop ik bestaan moet ! en hij wees mij 'n kiein glaasje melk aan. Na nog eenigen tijd met hem gesproken te hebben nam ik diep beproefd afscheid van mijnen trouwen kameraad. Het was helaas de laatste maal dat ik hem mocht zien want daags nadien was hij een lijk. Die droeve tijding trof me zeer. Eenige dagen nadien gevoel-de ik mij insgelijks onpasselijk. Ik leed zulke hevige pijnen dat men mij naar 't gasthuis over- bracht. Ieder dacht dat ik denzelfden weg inging aïs mijnen ongelukkige vriend.Ik herstelde ech-ter min oî meer en aî mankende van het flerecijn verliet ik het gasthuis. Des ,morgens was het appel gelijk gewoonte. Ik had mijnen slaapka-meraad verzocht te zeggen dat ik niet uit het bed kon. Ik hoorde van uit mijn bed roepen : « Er ontbree'kt er nog éénen ! » —Toen zegde mijn makker dat ik ziek was en te bed lag. « Wat, ziek ? » snauwde dien Duitsch hem toe. Hij stormde naar boven greep mij vast en smeet mij van boven naàr beneden, zoo brutaai dat jk dacht dat mijne laatste stonden sîoegen ; hij sleur-de mij weder recht en sloeg mij weder ten gronde. Zoo in zulken deerniswekkenden toestand moest ik op 't appel verschijnen. Ik had de hulp der makkers noodig om naar mijne slaapstede wedér te keeren. Onder mij lag er een Waal, de jongen was ook krank, hij kon zich niet oprichten en had zich des nachts van zijne waskom bediend. De soldaat bemerkte dit 's morgensen het ging er van « schweinhund ». De stokslagen vielen on-barmhartig op mijnen ongelukkigen makker, hij huilde zoo hevig van de pijn dat men het buiten hooren kon. Wanneer men een weinig later kwam zien en het deksel oplichtte was de arme kerel een lijk. Zôo handelden die barbaren met weerlooze menschen. Kloeg men bij den dokter dat men krank was dan kreeg men telkens 't zelîde antwcord : « Ge zijt nog goed genoeg om te arbeiden ». — Zekeren dag werd er bekend gemaakt dat er een « hoofd-geneesheer » zou komen. We moesten allen voor hem verschijnen en werden gezift. Er werden er naar Munster, andere naar Metz gestuurd. We bleven met 150 man over die terug naar Soltau moesten. De Duitschers maakten ons wijs dat we terug naar België gingen. Hoe blij te moede wa-ren we toen niet als we 's morgens 't woord : « los ! los ! » hoorden weerklinken. Met pak en zak be-laden trokken wij op. Bij 't kerkhoî werd er hait gehouden. Een droef gevoel maaktezich van ons meester bij 't aanschouwen der laatste rustplaats onzer ongelukkige makkers. Eén onzer, wiens broeder daar begraven lag, begon luid op te wee-nen. De onderofîicier vroeg hem naar de reden, Elke ware Patriot leest en verspreidt « De Vrije Stem »

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes