Gazette van Gent

2130 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 18 Septembre. Gazette van Gent. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/bc3st7j254/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

547' JAAR. - N' 224. B. 5 CENTIEMEN VKIJDAGr, 18 SEPTEMBER 1914 GAZETTE VAN GENT ItfSCHRIJYINGSPRIJS : BESTUFIt EN KEDACTIE VOORGENT: VOOR GEHEEL BELGIE : NTFTTW^" TTÀNDFÏ^-FN ANNfiNfFNRTAn VELDSTRAAT, 60, GENT jmaanden! | ' ' * f>" '§-50 fmaanden* * " * * 'il?! mAja i AdXXA/ j)Q lurkelen sijn open van 7 ure 's morgends tôt 3 ure 's avonds. jmaanden » 3-50 3 maanden! ! ! ! ! » 4-00 TELEFOON nr 710 Voor Rolland : 5 frank per 3 maanden. Qestîçht in 1667 De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement Voor de andcre landen : fr. 7-50 per 3 maanden. nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. DE EUROPEESCHE OORLOG Uitgave goedgekeurd door de Kpjjgsoverheid. DE OFFICIËELE MEBEDEELM faut Gevechten tu InAt—tt Van het Oortogsterrein )E BELGISCHE ZENDING IN AMERIKA WIE DE\* OORLOG WILDE De Schending der Belgische Onzijdigheid ■ w Het gevecht van ûonderdag le Bendermonde (OFFICIEEL.) Woensdag avond zijn Duitsche troepei van Brussel te Dendermonde terugge keerd. Gedurende den nacht had eer ononderbroiken kanangebulder plaats. In flen loop van donderdag werd een artilieriegevecht geleverd tusschen dezt troepen en de onze, die de raonding ten Noorden der stad verdedigden. Toen de Duitsche infanterie zich aar de brug vertoonde, welke door de onzen verwoest was, werd zij op een geweldij! Yuur onzer mitrailleuzen ontvangen en ïluchtte in wanorde naar de stad terug. Deze poging is niet herhaald. Overigens viel geen enkel meldens; tvaardig îeit voor. De Belgische Zending bij Président WILSON De Belgische zending, gelast met bij d«n président der Yereenigde Staten te itrotesteeren tegen de onmenschelijkc 'weedheden der Duitsche troepen in Bel-gie, is ontvangen door den heer Wilson, aan wie zij het officieel verslag van het àgestelde onderzeek overhandigd heeft. De président bet-uigde in naam van zijn vo>lk zijne vrietndschap en bewonde-ring voor de Belgen, zijn eerbied vooi den koning en heeft beloofd het verslag in emstige overweging te nemen. Al de pogingen der Duitschers, om hei iielang dezer zending en de openbarin gen over de Daitsche wreedheden te ver-minderen, zijn mislukt. De Krijgsverrichtingen De strijd zal duren totdat het een of het ander leger uiteengeslagen worde. Een veldslag duurt den tijd, in even-redigheid der uitgestrektheid van hei ( front en het getal strijdenden. Honderd jaren geleden duurde een groote veldslag twee of drie dagen, thans duurt zulks verscheidene dagen meer. Na den eersten scliok komt er een oogenblik kalmte, terwijl beide partijen zich voor een vernieuwden aanval voor-bereiden. Die rust is waarschijnlijk thans begonnen, indien zij niet reeds ten ein-de liep. Het is het oogenblik voor elk leger, rust te nemen, zijne krachten te herstel-len, zijne lijn te hervormen en verster-kingen bij te brengen. Het uur is dus gekomen voor de Engelsche regeering, om haar leger in Frankrijk te ver-sterken, de leemten aan te vullen en mo-gelijk eene nieuwe troepenafdeeling zen-den.Weldra zullen de Indische troepen aan-komen, en het leger aanmerkelijk ver-sterken, zelfs al moest de ruiterij teen of twee dagen werkeloos blijven, om aan de paarden toe te laten zich uit te rusten van de vermoeinissen der reis. Wie den Oorlog wîlde Een geheim stuk. Een Berlijner correspondent van een Hollandsch blad heeft zich een geheim stuk kunnen aanschaffen, dat hij aan zijn blad heeft gestuurd. Het is het pro-ces-verbaal eener zitting van den raad de.r Kroon, den 5 juli 1914, te Potsdam gehouden. ; De kanselier deelt- eene nota van de Oostenrijksche regeering mede, die haar inzicht uitdrukt krachtdadig Servie te tuolitigcn, en vragende of het Keizerrijk miag rekenen op den bij stand van Duitsch- —■iiiuimn ii——■—————n land ingeval Rusland den oorlog zou ver-klaren.De militaire leden van den raad zeg-gen dat het oogenblik gekomen is om den oorlog aan te gaan. De Keizer en al de burgerlijke leden verdedigen de zaak van den vrede. M aar zij oordeelen dat Oostenrijk Sets tegen Servie moet doen, en ten slotte beslist men te antwoorden dat men Oostenrijk zou steunen in geval van ver-wikkelingen.De Keizer oordeelde dat er geen ge-vaar was den algameenen oorlog te zien uitbreken. Men verwachtte hem niieit voor 1916, en dit om verschillende re-dens. De strategisohe lijnen in Polen zid-len niet Vroeger voltrokken fcijn. (Rusland ontbeert nog de noodige belege-ringsartillerie om de forten van het Oosten en het Center in Duitschland aan te vallen. Frankrijk zal maar in 1915 het automatiek geweer invoeren ; het zal niet vroeger de zware veldartillerie heb-ben, die het mist. Er is dus voor het oogenblik niets te vreezen, zegde de Keizer, maar het critisch oogenblik zal de lente van 1916 zijn. Onze vijanden zullen ons dan aanvallen. De opbrengst van den vorigen oogst zal ongeveer verteera zijn en men zal den nieuwen oogst be-letten.Reden te meer, antwoorden de gene-raals om niet te wachten en het geschil dadelijk uit te lokken door Oostenrijk krachtdadig te steunen. De vijand zal trachten tijd te winnen en schikken te beletten dat het Servisch geschil eene reden tôt algemeenen oorlog worde. Wij verliezen de voordeelen van onze voor-bereiding indien wij thans deze gelegen-lieid laten ontsnappen. Dat is het bondig verslag van die his-torische zitting. De Keizer en zijne om-geving waren zeer optimist — (het is te zeggen : overtuigd dat het hun niet kon tegenslaan) — en men besloot het ultimatum aan Servie deryijze op te stellen, dat het onaannemelijk zou zijn. De schending der Belgische onzijdigheid Het Belgisch gezantschap zendt de volgende mededeeling aan de Holland-sche bladen : De Belgische regeering teekent nog-maal® verzet aan tegen de beweringen van de Duitsche pers, strelckende om te doen gelooven, dat Frankrijk de onzijdigheid van Belgie heeft geschonden. Een Duitsch blad heeft een zoogezegde verklairing ope.nbaar geimaakt van twee 'Fransche soldaten, die bevestigen, dal den 30 juli het Fransche infanterie-régira ent n. 45 heimelijk naar Nam en zou vervoerd zijn, en dat het dientengevolge bewezen is, dat de leiding van het Duitsche leger het recht had Belgie te betre-den, o-mdat Frankrijk met medeweten van de Belgische regeering de onzijdigheid van Belgie had geschonden. Van andere zijde heeft de Brusselsche correspondent van een blad van Amsterdam1 den 7 september geschreven, dat Fransche troepen zich in den morgend Van 3 augasti in de spoorwegstatie te Brussel be von den en dat men tezelfder- tijd Firansche ruiterijsoldaten had_ ge-zien, die langs den weg van Bouillon-Paliseul Belgie binnendrongen. De Belgische regeering protesteert zeer krachtlg tegen deze beweringen, die dienen moeten om de meeningen over de schending van het volkenrecht en van de traktateu, door Duitschland begaan, op een dwaal-spoor te brengen. Belgie heeft den 4 au-gusti, 's avonds 10 ure, een beroep ge-daan op de waarborgers zijner onzijdigheid. Het is een voldongen feit, dat de Fransche troepen de grens eerst eenige dagen na dat beroep hebben overschre-den. De Duitsche troepen zijn. den 4 au-gusti 's morgends in Belgie doorgedron-gen. Het is van algemeene bekendheid, clat de Fransche troepen den 3 augusti niet in de statie te Brussel waren. Het geheele dpilomatieke korps zou het kunnen getiiigen en zelfa de gezant van Duitschland, die de Belgische hoofdstad nog niet had verlaten. Deze uitvindseis van corre sponxl enten van buitenlandscbe bladen zijn betreurenswaardig. (Het telegram was afkaniutig van het Wolffbureel, Birlijn.) TE BRUSSEL. De postdienst. Belgische biriefdragers doen de ronde, uitsluitelijk voor de inwoners. Viermaa! daags worden de postbussen gelicht en de brieven worden binnen de 24 aren be-steld. De brieven worden gefrankeerd bij middel van postzegels, verkocht doo-r d© biriefdragers, aangezien de postbu-reelen voor het publiek niet geopend zijn. TE LEUVEN. Geheel verwoest. De "Vorwârts" van Berlijn heeft een bijzonder reporter naar Leuven gestuurd hij verklaart in tegenstrijd met heel de Duitsche pers dat Leuven geheel verwoest is. Hij twijfelt eraan dat de stad zal kunnen heropgebouwd worden zooals voor-heen en verklaart dat duizenden inwoners gevangen genomen en naar Duitschland overgebracht werden. TE ANTWERPEN. Koningin Elisabeth te Borgerhout Onze beminnelijke vorstin zet hare ha-ren toeht door de ambulanciën voort, voort overal troost en hoop versprei-dend.Dinsdag namiddag heeft zij een be-zoek gebracht in het St-Erasmusgast-huis, vergezeld door twee ordonnancieof-ficieren. Zij werd ontvangen door het be-heer van het gasthuis en het dienstdoen-de personeel. De koningin hield stil bij al de gekwetste soldaten, stak hun vriendschappelijk de hand toe, en had voor elk een hartelijk opbeurend woord. Zij vroeg hun waar zij in den slag geweest waren, waar zij gekwetst waren en hoe zij de vijandelijke kogels ontko-men waren. Zij onderhield zich geruimen tijd met een gekwetste, die bij den slag van Haecht het gezicht verloren had. Het bezoek der koningin was in de volkrijke wijk spoedig gekend. Van aile kanten kwam het volk in massa toege- stroomd en geestdriftig werd de koningin bij het verlaten van het gasthuis be-groet met de kreten van : " Leve de Konigin !" Eene "Taube". Gisteren morgend, van 7 tôt 8 ure, heeft boven de stad Antwerpen weer een Duitsche aeroplaan gezweefd. Van de forten werd erop gesch«tien, doch zon-der gevolg. Alsdan is een Belgische luchtvliegar O'pgestegen, o<m er jacht op te maken. De " Taube" verdwieen in Oostelijke richting. Mgr Mercier te Mechelen De aartsbisschop is dinsdag namiddag te Mechelen aangekomien. Deze teirugkeer was droevig voor Mgr Mercier en toen. hij al die vernieling zag, kon hij zijne tranen niet wieerhouden. De kerkbedienden, op htinnen post ge-bleven, schaarden zich welda-a met talrij-ke Mechelaars rond den kardinaal. Men bezocht de kenken en bijzonderste gebouiwen. In het aartsbisschoppelijk pa-leis, was ailes overhoop geworpen en stukgeislagen. In de St-Rombautskerk zegde Mgr be-wogen, toen hij al die vernieling zag : "Néron en Tiberus deden het niet sleeh-ter !" De aartsbisschop sprak tôt den heer burgemeester. Er is hulp noodig te Mechelen, voor de personen die er volstrekt willen blijven en in geen ander oord on-derkomen willen zoeken. Die hulp zal verleend worden. De aartsbisschop was er bong vocur. IN OOST.VLAANDEREN. TE DENDERMONDE. Destadopnieuw gebombardeerd Woensdag avond, om 6 ure, zijn de Duitschers weder voor Dendermonde verschenen. Zij hebben opnieuw de stad ge b omb ar de er d. Men kan wel denlken welke opschud-dinig dit maakte, daar de inwoners, wie.r woningen nog gespaard gebleven waren, terug waren gekeerd. Kort te voren was een groote sitoet met wagens, al de 'vluchtelingen bevattende van de ge-meenten Wolverthem en Merchtem, aan-gekom.en.Het was een schrikaanjagende stoet, zegden de gevluchte lieden uit Dendermonde, die op hunne bemrt in Zele waren aangekomen. Toen het bonubardement begon, heeft de militaire overheid de inwoners ver-zocht de stad te verlaten. Belgische troepen hebben hierop ook de stad verlaten en de pontbrug der genie, wielkie over de Schelde lag, in brand gestoken. De vluchtelingen zijn nu voorloopig gehuisvest in Zele en in Hamme. De Belgische troepen zijn sterk Ver-schanist op den oever der Schelde. Gansch den _ nacht hebben de Duit-schers-b'ra'ndstichters de nog overblijven-de gebouwen der stad in brand gestoken.Al de huizen op het Vestje, de fabrie- ken van de heeren Philips, het huis Van der Steen en nog enkele andere huizen zijn de prooi der vlaramen geworden. Vluchtelingen zegden dat ook de groote kerk, het stadhuis, het gevang en het gerechtshof aangetast wierden. Alleen de werkhuizen der firma Ver-tongen zijn geispaard gebleven. Nadere bijzonderheden. Woensdag avond zijn onze soldaten, om zoo te zeggen, door den vijand ver-rast geworden. Een. dertigttàl wea'den door den vijand gevangen genomen. Donderdag morgend, rond 9 1/2 ure, hadden de Duitschers de stad weer verlaten,hiertoe gedwongen door het kanon-geschut onzer troepen, die zich langs den kant van Grembergen, achter de dij-ken, bevonden. De Belgen hebben dus zelf de stad gebombardeerd. Zij konden natuurlijk geene schade mieer teweeg brengen, daar er niets meer stonden dan zwartgebran-de muren. iSoldaten verzekeren dat er honderden lijken in de straten deir stad opgehoopt liggen. Zij hebben ook twee kanonnen achtergelaten. , De Belgen leden geene Verliezen. Zij hadden slechts vier gekwetsten, die naar het hospitaal van Lokeren overgebracht zijn. Hunne wonden leveren geen gevaar op. In den namiddag werden zij naar Antwieirpen vervoerd. Waar-schijnlijk zal de brug heden door onze troepen hersteld worden. De hoofdfcerk, voor brand weinig vat-baar, daar zij gansch in steen gevout is, heeft door het kanongeschut fel geleden. De toren is gedeeltelijk vemield. (Officieel). —- Gisteren, rond den mid-dag, zijn de Belgen de stad Dendermonde binnengerukt. De Duitschers vlucht-ten in de richting van Baasrode. Zij hebben vieir kanonnen in den brand gelaten. Hunne verliezen zijn zeer talrijk. Wij hebben slechts acht gekwetsten. —o— Het Duitsch leger dat naar Dendermonde was gekomen, was 7 tôt 8000 man sterk. Men denkt dat de Duitschers zooveel mogelijk het Belgisch veldleger moeifcen bezig houden, om het buiten hunne ge-meenschapslijn te houden. TE AALST. Altijd Duitschers. Donderdag morgend verschenen er wieer 25 Duitsche wielrijders in Aalst en rond 11 ure had eene ontmoeting plaats tusschen hen en onze soldaten, langs Eremibodegem. Een bareehvachter werd door een ko-gel getroffen en erg aan de hand gekwetst.Tusschen A&sche en Ereanbodegem had donderdag morgend ook eene schemutse-ling plaats. De Duitschers begonaien op de spoor-wegbedienden te schieten. Een bediende werd getroffen. In de Denderstreek. Gisteren hadden weer talrijke botsin-gen plaats : Te Herzeele werden 17 Duitsche wiel- Feuilleton der Gazette Tan Gent. let Geheim van de Theems door FLORENCE WARDEN. Eer hij kon doorgaan, was Nadgie al j'Pgesprongen en zij stond daar, het ge-laat in de handen verborgen, blijkbaar voorbereid op het ergste. — Alweer een. ~ Ja, mijn neef Hugh, die een paar •'agen bij grootvader logeerde, is van °clitend dood in bed gevonden. Juffer Claughton stiet een scherpen :rpet uit en viel weer neer op haar 8t°el, het hoofd in de handen. . — 0, dat is verschrikkelijk, vreeslijk! ^at zal 't einde zijn? Wat kan ik doen 0ra er een einde aan te maken. Hoor eens, mijnheer Matthew, gij moet liever 'j'aar ailes weten, want gij zijt toch van ^ familie. Randolph zegt, dat ik mijn ®ond moet houden, maar wat geeft het 1 '■J moet ailes weten. Zij kwam naar hem |,f' en. toen greep zij hem bij den schou-er. om zijn oor bij haar lippen te bren-8en- 1k kan u zeggen, wie... ^ erder kwam zij niet, want de deur ai1 de tusschenkamer werd opengewor-'c|l en Randolph verscheen op den drem-'p • een vreemde, verwilclerde verschijn-„ % 111 vier of vijf dagen scheen hij niet „ren te zijn, zijn gezicht was opge-Zl,in oogen slommen van koorts,toen "l'le katnor binnenstrompeldc. — Verrekt gij. Houdt uw bek ! riep hij ruw, met een stem, die hol en vreemd klonk. Wat moet gij hier, Matt? Als gij u met mijne zaken wilt bemoeien, kunt gij weer oprukken. Ik ben niet wel genoeg om u of iemand anders te ontvangen. Dit laatste was blijkbaar waar. Hij had koorts, zijn bewegingen waren onzeker ; zijn beenen weigerden den dienst, zijn stem klonk zwak. Zijn oogen waren rood-beloopen, zijn lippen droog. Hij zag er met zijn verbonden hoofd en blauw oog meer als een held van een melodrama, dan als een Engelsche aristocraat uit. Matthew sprong op. — Waarom wilt gij mij niet vertrou-wen? riep hij uit... Waarom vertel gij mij zelf de waarheid niet of laat gij haar mij de waarheid niet yertellen? — Welke waarheid? wilde Randolph weten, terwijl hij zijn neef aanstaarde. — De waarheid over die vreemde sterf-gevallen, deze moorden ! riep 'Matthew uit. —Moorden ? Moorden ? Durf gij tegen mij over moorden spreken? Ruk uit. Ik weet niet, waar gij het over hebt en ik wil het ook niet weten. Nadgie, zet dien kerel de deur uit. Ik heb u noodig. Mijn hoofd bonst en mijn mond is kurk droog. De vrouw stelde zich tusschen de twee mannen, doodelijk beangst, misschien nog angstiger om alleen gelaten te worden met den man, wiens geheimen zij bij-na had verraden, dan om de waarheid te belijden aan den ander. — Hij is uw neef, Randolph. Laat hem zeggen, wat hij weet, smeekte zij. Randolph viel woedend uit. — Tk wil niet hooren, wat hij te zog-gr-n heefl;. Dat kan niSj iiiets schclén. Geen steek. Ik weet niets van sterfgeval-len en moorden en ik verkies niet, dat hij zijn neus in mijn zaken steekt. Smijt hem er uit. Matthew was opgestaan, heel recht en hoog stond hij daar. ■— Gij zult de policie moeten vertellen, zegde hij, wat gij van Hugh en Brady af weet en van hun vader . Randolph kwam naderbij. — Wat ik er van weet? Ik weet niets, niets niets ' Hoe kan ik er nu iets van weten? Idioot, gij weet net zoo goed als ik, dat ik den laatsten keer niet eens in het huis was. Dit viel niet te ontkennen ; en daar Matthew zag, dat hij nu toch niets meer te weten kon komen en dat Randolph werklijk te ziek was om uit bed te komen mompelde hij een paar verontschuldi-gingen voor juffer Claughton en ging zoo gauw hij kon weg. Hij was innig-verdrietig, achterdochtig, maar had nog geen zekerheid, zelfs nu nog niet dat de zware schuld en de schan-de bij zijn familie was te zoeken en wel bij zijn neef. Hij besloot hem dien ochtend weer te gaan opzoeken en dan juffer Claughton alleen te spreken. Intusschen wilde hij niet bij zijn grootvader terugkeeren zon-der iets te kunnen vertellen, dus ging hij naar zijn kamers. Zijn ongelingskamers schenen hem dien avond heel eenzaam en de nachtgeluiden maakten hem angstig. Drie of vier keer ging hij in de kleine donkere vestibule, daar hij meende, dat er zacht aan de bel werd getrokken en eens ging hij de trap af om den ruslver-sto'Ordors te vyiden, Maar hij vond niemand en toen sloot hij zijn eigen huisdeur maar af en ging naar bed. Midden in den nacht werd hij wakker, half verstikt, nauwelijks in staat adem te halen, niets ziende, maar om zijn hais voelde hij een paar krachtige handen,die hem de keel dichtknepen, en hem hulpe-loos maakten. ' HOOFDSTUK XII. Eenige oogenblikken dacht Matthew, dat zijn laatste uur geslagen was. Daar hij in zijn slaap overrompeld was, kon hij in het niet geziene menschelijke we-zen,wiens klauwachtige vingers langzaam steeds vaster schroefden om zijne keel. Tevergeefs worstelde hij, tevergeefs trachtte hij de moorddadige handen weg te duwen. Hij kon zelfs niet roepen. Flauwe, ro. chelende geluiden, dat was ailes, wat hij vermocht uit te brengen, en hij wist, dat die niet gehoord konden worden buiten zijn kamer. En intusschen werd de greep om zijn hais steeds vaster, steeds vaster. De aanvaller liet in die lange minuten die even zooveel uren schenen, geen ge-luid hooren, geen woord, geen kreet ont-snapte hem ; aan niets was hij te herken-nen. En steeds vaster nepen de moorddadige handen, zwaar drukte het li-chaam van den doodsvijand op het slacht-offer, verbeidend het oogenblik, dat Matthew zijn gesmoorde kreten zouden ophouden, dat zijn weerloos lichaam niet jncer wanihopdg zou iwringen om af "le schiuddoû het vreeslijkc spook. 1^————> Maar Matthew was jong en sterk. Hij was overrompeld en in het eerst nog niet geheel tôt bewustzijn gekomen, na den diepen slaap, waarin hij verzonken was. En nu hij duidelijk voelde, dat hij in doodsgevaar verkeerde, verdubbelde hij zijn pogingen om zich te bevrijden en met inspanning van aile krachten wist hij zich op zijde te keeren en met inspanning van aile krachten wist hij zich op zijn zijde te keeren en den aanvaller af te schudden. Doch zelfs nu zij daar zoo op het bed lagen, naast elkaar, zij aan zij, werd de greep om zijn hais niet losser, de vingers bleven als vastgeschroefd even als te voren. Echter toch niet geheel zoo vast. En bewust, dat hij een voordeel, hoe klein ook, had behaald en dat hij daar onmiddellijk gebruik van moest maken, deed hij nog een laatste poging en slaag de er in, zijn vijand op den grond te werpen, maar daar de handen nog steeds om zijn nek geklemd bleven, liep Matthew daarbij groot gevaar, dat zijn nek ontwricht zou worden. Dit gevaar echter staalde zijn spieren en scheen zijn zenuwen te sterken. Met een paar snelle bewegingen maakte hij zich bijna geheel vrij en liet toen zijn beide vuisten met al de kracht, die in hem was op de armen van den andere neerkomen. En toen voelde hij, dat hij vrij was en uit het bed springend, tastte hij naar den moordenaar. Hij kon hem echter niet vinden. Zenuw achtig, angstig tastte hij rond in de vol-komejn duistciDλ om zich heèn, naar dên vijand, die geluidloos wachtte en ieder oogenblik weer op hem zou kunnen toespringen. Hij ging naar zijn toilettafel, waar hij een doosje stekjes had staan. Maar eer hij deze bereiken kon, verried een ge-luid aan den anderen kant van de kamer, waar de vijand zich bevond. Hij stond nu tusschen het bed en het raam. Matthew kwam terug met doosje luci-fers in de hand maar het werd hem uit de hand geslagen en nog eens werden beide mannen handgemeen. Doch nu zij eenmaal stonden, was Matthew de meerdere. Hij wist reeds, dat hij langer was dan de andere ; maar hij had ook gemerkt, dat de handen van den andere heel wat gespierder waren dan de zijne. Zij vochten nog eens, in doodsch stil-zwijgen,alleen verbroken door nu en dan een kort hijgpn naar lucht van beide partijen. Toen trok de andere zich plotseling terug en eenige seconden wist Matthew niet, waar hem te zoeken. Hij vond dus op den tast den weg naar de deur, die naar het portaaltje voor zijn kamers leid-de. Als hij dien man maar kon opsluiten, dan zou hij zelf niet alleen bu-iten gevaar zijn, maar hij voelde, dat dan ook al de geheimzinnige misdaden, die den laatsten tijd in hun familie waren bedreven, zouden zijn verklaard. Maar de indringer, die kattenoogen scheen te hebben, was hem te vlug af. Toen Matthew bij de deur kwam, viel de man hem opnieuw aan. Matthew was er in geslaagd om de deur open te duwen, en nu hij eenmaal met zijn vijand op het portaal stond, kon bij luid om hulp roepen. (Wordt voorlgeKct.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes