Gazette van Gent

1380 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 03 Decembre. Gazette van Gent. Accès à 24 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/gm81j9bk8w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

247" JAAE. - N' 279. 5 OENTIIMIN DONDERDAG, 3 DECEMBER 1914 GAZETTE VAN GENT irJSCHRUVIjrGSPRIJS : VOOR GENT J VOOR GEHEEL BELGIE : Een jaar ...... fr. 12-00 Een jaar fir. 15-00 6 maanden > 6-50 maandeL ..... > V«75 3 maanden ..... » S-50 maande; « . . . . » 4-00 Voor Holland : fran. pei maanden. Voor de andere lande» : fr. 7-50 pe maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 BE3STI71TR EST BED1CTIE VELDSÏRAAT, GO, GENT TSLEFOON Nr 710 De bureelen zijn open van 7 tire 's morgends tôt 5 tire 's avonds. De inschrijvers buiten de stad Gent moeteîi hun abonnement nemen ten postkantoore hunner woonplaate. DE EUROPEESCHE OORLOG Alleriaatste berichten De Ooriog in Belgie en Frankrijk DUITSCHE OFFICIEELE MEDEDEE-LINGBerlijn, 1 december. — Van. het oorlogsveld in het Westen is niets nieuws te melden. Tn Oost-Pruisen en in het Zuiden van Polen, is ailes over het algemeen kalm. Tri het Noorden van Polen, ten Zuiden van de Weichsel, is de oorlogsbuit vermeerderd. Het getal krijgsgevangenen is met 9500 aange-groeid en dat der genomen kanonnen met 19 Verder zijn 26 mitrailleuzen en talrijke rij-tuigen buit gemaakt. FRANSCHE OFFICIEELE MEDEDEE-LINGParijs, 2 december, om 3 ure. (Officieel). In Belgie was het kanongebulder sedert den 20 november nogal levendig. Geene infanterie aanvallen te vermelden. De vijand blijft zeer bedrijvig ten Noorden van Arras. In de streek der Aisne, buldert het kanon bij tusschenpoozen. Op het front der Argonne duren de gevech-ten voort zonder den toestand te veranderen. Uit de Woevrestreek en uit de Vogeezen valt niets te vennelden. Parijs, 1 december, 11 ure 's avonds. (Officieel) : In Belgie heeft de Duitsche infanterie te Bix-schoote beproefd, hare loopgraven te verlaten ; deze poging is niet gelukt. Na een nogal levendig gevecht overmeester-den wij het kastèel en hét park van Vermelles, tusschen Bethune en Lens. In Argonnen deden wij in het Woud van Gru-rie, merkelijken vooruitgang. Van de andere deelen van het front, valt niets te vermelden. De ooriog aan het fiosteiijk Front Weenen, 1 december. (Officieel). — Op het front van Westelijk Gallicie en Russisch Polen was de toestand kalm. De vijand trachtte de vooruitgeschoven stel-lingen ten Noorden van Przemysl te naderen, maar werd afgeslagen door een tegenaanval van het garnizoen. In de Karpathen duurt de strijd voort. Oostenrijk en Servie Weenen, 1 december (Officieel). — De vijand biedt thans op het uitgestrekte front een wan-hopigen tegenste^'d en tracht, door tegenaan-vallen ons vooruitrukken te beletten. Onze troepen hebben op den Oostelijken oever van de Kolubara een nieuw terrein be-zet, dat onder vele opzichten goed gelegen is. De troepen die vooruitgerukfc waren tôt voorbij Waljewo, ten Zuiden dezer stad, hebben in het algemeen de heuvelen bereikt ten Oosten van de rivier Ljig, en eene lijn van Suva-bor tôt aan een punt ten Oosten van Unice. In twee gevechten, werden van de Servische regimenten 19 officieren en 1245 manschap-pen krijgsgevangen genomen. AAAAAAAAAAAAAAA De nieuwe inschrijvers, welke een abonnement nemen op de GAZETTE VAN GENT yoor geheel het jaar 1915, be-komen van nu af tôt 1 Januari aanstaande, ons blad kosteloos. WWWWWWWWWWWtWWW BUITENLAND. NEDERLAND. Nederiandsche anti-ooriogsraad Dezer dagen is gemeld, dat de Nederiandsche Aïiti-Oorlogsraad een aantal betuigingen van instemming met zijn streven, van perso-nen van naam uit het buitenland had ontvan-gen.Aan brieven van verschillenden dezer vallen belangwekkende bijzonderheden te ontleenen. Zoo schrijfît prof. Walther Schùcking, (Duitschland) : Ik houd het voor een zeer ge-lukkige gedachte, dat reeds thans in aile landen een studie-commissie betreffende de ont-wikkeling van het volkenrecht bij het aanstaande vredesverdrag wordt gevormd en stel mijn krachten gaarne hiervoor ter beschik-king. Natuurlijk is het werk in de onzijdige landen gemakkelijker dan in de oorlogvoeren-de, waar het belang bij het behalen van de overwinning begrijpelijkerwijze voorhands aile andere problemen op den achtergrond dringt. Intusschen zal ik ook hier trachten in stilte hen, die in uw streven belang stellen, bijeen te brengen. Prof. Wiihelm Fôrster (Duitschland), eere-voorzitter van de Duitsche Vereeniging voor "Ethische Culture, schrijft: In Duitschland is een volksbeweging van overeenkomstigen aard in voorbereiding, ofschoon voor ons, aangezien wij ons nog midden in den ooriog bevinden, de omstandigheden van anderen aard zijn, dan in het onzijdige Holland. Wij zijn het echter in ieder geval met u eens, dat in de toekomst een toestand, die met zijn vernietigingskrach-ten te land, ter zee en in de lucht het leven op aarde ondragelijk maakt, volstrekt moet wor-den verhinderd. Aan een brief van prof. dr. L. Brentano (Duitschland) wordt ontleend : Gij hebt volko-men gelijk, te onderstellen, dat ook ik innig wensch, den tegenwoordigen ooriog ten spoe-digste te zien eindigen en wel door een vrede, die niet zelf de kiem in zich draagt van een terugkeer van den verschrikkelijken strijd, dien wij allen met ontzetting op het oogea-blik beleven. Het ware zeker ook voor Duitschland gewenseht, dat hier een aile vredesstroo-mingen omvattende stichting tôt stand kwam. Ik zou daartoe dan zeker toetreden. De heer Charles Trevelyau, die bij het uit-breken van den ooriog zijn ontslag nam uit het Engelsche ministerie, schrijft onder meer : Gij zult ongetwijfeld de noodzakelijkheid in-zien om een gecïragslijn aan te geven, welke zoo mogelijk door aile vredesvereenigingen kan worden gevolgd. Een streven, dat tôt ze-kere hoogte geregeld en gecentraliseerd zou kunnen worden in uwen Raad. Indien het bij-voorbeeld mogelijk voor u zou zijn een algemeen overzicht vast te stellen van de politiek, welke de Engelsche vereenigingen ten opzich-te van den vrede aannemen en te bevorderen, dat deze aan de i ransene en jjuitscne vereenigingen werd overgebracht en omgekeerd aan de regeeringe.i van die landen, dan zou dit ten minste eeii middel zijn om de ver-schillende oorlogvoerende mogendheden te doen inzien, dat er in de toekomst een uit-gangspunt zou kunnen zijn voor besprekin-gen.Sir Edward Fry (Engeland), betuigt in het algemeen zijn warme sympathie met het sti'e-ven van den Raad. Hij betwijfelt echter, of het doeltreffend of mogelijk zou zijn in Engeland een afdeeling te stichten, terwijl hij per-soonlijk niiet in de gelegenheid is werkelijk aandeel hierin te nemen. De heer Edvard Wavrinsky, te Stockholm, verklaart een gunstigen indruk te hebben ont-vangen van den edelen geest en de voorzich-tige en heldere inzichten, welke uit de aan-schrijving van den Raad spreken. De heer Niels Petersen, te Kopenhagen, maakt ten aanzien van de aanschrijving, waar-mede hij overigens volmaakt instemt, slechts een voorbehoud, namelijk ten aanzien van punt 9 : het tegengaan van aile opwekkingen tôt vijandschap tusschen de volkeren, in het bijzonder door de pers. Hij vreest, dat een zoodanige censuur gevaarlijk zou zijn voor het vrije woord in de pers om kwesties te bespre-ken in verband met het streven van den Raad. Dr Haus Wehberg (Duitschland) merkt onder andere op, dat de Raad, om met goed ge-volg te kunnen werkzaam zijn, zich een juiste voorstelling moet maken van de stemming, welke in de landen heerscht. In Duitschland is de meerderheid op het oogenblik chauvinis-tisch. Wel gelooft hij, dat op het geschikte oogenblik de openbare meening, vooral in de onzijdige landen, sterken invloed kan hebben op de regeeringen om voorstellen te doen voor de toekomstige stichting der Staten, maar te-vens gelooft hij, dat er geen uitzicht op be-staat door de bemoeiïngen van den Raad een spoedigen vrede te verkrijgen. Mevrouw Mariannia Hainisoh, voorzitste.r van het Verbond van Oostenrijksche Vrouwen-vereenigingen zegt in haar brief : In Oostenrijk is er helaas een haat tegen Engeland op-gehoopt, dat aansprakelijk gesteld wordt voor den wereldoorlog, welke reusachtige moeilijk-heden zal veroorzaken. Maar desniettemin zullen die nuchter denken, overtuiigd dat men niet aan zijn gevoel mag toegeven, maar tôt het welzijn van de menschheid, de wegen moet inslaan welke kunnen leiden tôt dragelijke toestanden, aile pogingen in het werk te stellen om een duurzamen vrede te be-werken. Op het oogenblik kan ik mij weliswaai niet aansluiten bij een officieele propaganda voor den vrede ; dat zou als het ware verraad zijn aan op de slagvelden bloedende Oosten-rijkers; maar ik hoop, dat de tijd niet al te ver meer is, waarop ook de oorlogvoerendeii toegankelijk zullen zijn voor de vredesgedach-te.Dr Chr. L. Lange, secretaris-generaal van de Interparlementaire Unie, te Christiania geeft in overweging het programma samen te vatten op vijf punten : 1. Een plebisoiet voordat verandering wordt gebracht in den politieken toestand van een volk. 2. De open deur in aile achterlijke landen (misschien ook koloniën). 3. Beperking van de bewapening. 4. Parlementait- toezicht op de buitenland-sche politiek : 5. Voortzetting van het werk van den Haag ; bovenal het houden van vredesconferenties en verplichting tôt vreedzame beslechting van internationale geschillen. De heer Frederik Bajer,te Kopenhagen, verklaart volkomen met het doel van den Raad in te stemmen en den ijver te bewonderen, waarmede deze voor de goede zaak werkzaam is. De heer Umfrid (Duitschland) acht het niet mogelijk voor een Duitsche vredesvereeniging tijdens den ooriog tôt een nieuwe vereeniging toe te treden. Intusschen kan hij slechts met vreugde begroeten, dat in Nederland en andere onzijdige Staten een zoo invloedrijk anti-oor- logsverbond is opgericht, dat bij net siuitei van den vrede zoo krachtig mogelijk voor ver zoening zal kunnen werken. De heer Alfred Zimmermann, legatieraad t< Berlijn zegt : Daar wij nooit ooriog hebbei gewild en het uitbreken daarvan tegen onzei wil diep betreiuren, zouden wij niets lieve: zien dan een eervollen vrede. Prof. Kohler schrijft : Ik zend u bijgaam stuk terug, want ik geloof dat wij thans aai andere dingen te denken hebben. Al wie dei Duitschen naam draagt, zal overtuigd zijn dat een vrede eerst mogelijk is, wanneer En geland volkomen op de knieën ligt. VOOR DE BELGISCHE VLUCHTELINGEλ Maandag werd te Amsterdam eene inzame ling gedaan die, in één enkelen dag, 9200 guider opbracht. De laatste vergadering van het Comiteit dei vluchtelingen, in Den Haag, werd bijgewoonc door de heeren senators en volksvertegenwoor digers De Bast, Huysmans, Van Cauwelaert Terwagne, Fléchet, enz. — Voordrachten zuller ingericht worden over het herbouwen der Bel-gische steden, die vernield werden. Het Comiteit besloot ook aan de te velc staande soldaten St-Nicolaas- en Kerstgeschen ken te zenden. Aile giften van dien aard moeten gezonder worden: "Café Hollandais", Groenmarkt, te 's Gravenhage. KRIJGSDOKTERS. De Belgisehe militaire dokters, die zich in Holland bevinden, hebben aan het ministerie van ooriog gevraagd, om Holland te mogexi verlaten. De minister heeft geantwoord, dat hij geen bezwaar daarin zag ; ook zullen de meeste krijgsdojkters weldra naar het front vertrek-ken.FRANKRIJK WERK DER VLUCHTELINGEN. De hertogin de Vendôme, zuster van konin.a Albert, heeft, met prinses Marie-Louise, eene hofdarne en graaf Bruneel, den Cirk van Parijs bezocht, waar sedert den 25 augusti het Werk voor vluchtelingen en slachtoffers van den ooriog is ingericht. De hertogin onderhield zich met talrijke vluchtelingen en gekwetste soldaten. ENGELAND DE BELGISCHE CONGO. Men beweert dat op verzoek der Belgisehe regeering in Le Hâvre, Engeland zich verbon-den heeft de militaire bescherming van der Belgischen Congo te erzekeren. CRICKETSPELERS. Op de jaarvergadering van de "Hampshire County Club", heeft het bestuur medegedeeld: dat bijna aile spelers van het elftal — 200 vrij-willigers aan beroepsspelers — zich voor den militairen dienst hebben aangegeven. Onder le spelers van Hampshire is Fry, die zich trou-wens reeds eenige jaren als onderrichter vaD matroosjes had verdienstelijk gemaakt. DUITSCHLAND. Kéizer Wilheim en zijn kanseiier Berlijn, 1 december. Do keizer heeft aan den rijkskanselier, tel gelegenheid van diens verjaardag, het volgende telegram gezonden : "Aan het hoofd van het Duitsche rijk, zenc ik CJwe Excellentie gelukwenschen van bijzon deren aard. Er behoort geluk toe, om het schif van Staat door de stormen van den tijd goed er wel in de haven te brengen ; daarvoor bedienl de Voorzienigheid zich van mannen, die, vast beraden en ongeschokt, het welzijn van hel vaderland voor oogen houdende, weten te strij i den, toc net groote doel oereiKt is. unaer aie mannen neemt Uwe Excellentie een eerste plaats in. Dat weet het Duitsche volk, dat } weet ik ook. God zegene uw werk. — Wiihelm i I. R." i De Rijkskanselier antwoordde met het vol-r gende telegram : "Ik veroorloof mij, Uwe Majesteit voor de t groote vreugde, welke het minzame telegram i van Uwe Majesteit mij op mijn verjaardag be-i reid heeft, uit het diepst van mijn hart eerbie-, digen dank te betuigen. De indrukken, die ik te Berlijn ontvang, bewijzen mij opnieuw, dat het Duitsche volk zich met zijn keizer eens van zin weet in het vertrouwen op onze kracht en op de eindoverwinning van onze rechtvaardige zaak en in het vaste besluit om vol te houden tôt die overwinning bevochten is. Moge God mijn bede verhooren, dat ik mijn keizerlijken meester en mijne natie voor mijn deel krachtig mag medehelpen, die overwinning te behalen. Uwer Majesteits trouwe en gehoorzame die-naar, von Bethmann-Hollweg." VERBOD. De Senaat van Hamburg heeft besloten, dat de kinderen van ouders, afkomstig van landen die in ooriog zijn met Duitschland, niet meer zullen toegelaten worden tôt de stedelijke openbare scholen. ZWEDEN UITGESTELD. De admiraal Palander en professor Nordens-kjold, hebben, namens het comiteit van 'le Zuidpool, verklaard dat hun vertrek uitgesteld wordt tôt den herfst van 1916. âTALJE ONDERZEESCHE MIJNEN. Nabij Bari, zijn vier werklieden gedood door eene Oostenrijksche mija, die aan strand was gespoeld. TEGEN DE DARDANELLEN. Een Italiaansch blad zegt, dat de Fransche en Engelsche oorlogsschepen, na hunne stellïn-gen voor Cattaro verlaten te hebben, zich m de Egeeïsche Zee verzameld hebben en dat zï,î waarschijnlijk eerstdaags tegen de Dardanellen zullen optreden. RUSLAND. GROOT=HERTOG GEKWETST. Men meldt dat de groot-hertog Dimitri, eenige zoon van den groot-hertog Paul-Alexan-drowitch, erg gekwetst is tijdens het gevecht tegen de Duitsche ruiterij, aan de Warta. TURK1JE. VERBOD. De Turksche regeering heeft aile onderda-aen van Rusland, Frankrijk en Engeland ver-boden het grondgebied van Turkije te verlaten, uitgezonderd de vrouwen en de kinderen beneden de 18 jaar. AFRIKA. IN OOST=AFRIKA. Doherty, een Engelsch douanebeambte, be-schrijft in een brief een gevecht, dat in Britsch Oost-Afrika op 6 september tusschen 300 Duit-schers en 250 Engelschen, onder wie Pungabi's uit Indie waren, geleverd is. "De lijken konden, zegt hij, dien avond niet begraven worden, daar wij de handen vol had-den met het wegbrengen van de gewonden. Zelfs van dezen bleven er enkelen in de wil-1 demis liggen. Zij brachten, omringd door leeu-wen, luipaarden en hyena's, een vreeslijken nacht door. Verschillende lijken werden bijna geheel verscheurd. Bij het aan-breken van den dag, werden aile beschikbare mannen aan het begraven van de dooden gezet." 46 Feuilleton der GAZETTE VAN GENT, DE LICHTEIDE SIÂD ROMAN UIT DE KAAP. q——i — Inkosi, begon hij, dat doen die duivels weer. Die zullen mijn dood nog zijn! — Houd uw mond toch, fluisterde ik, wij zijn vlak bij de opening. EJn Tvetfkelijk, evem voorbij de bocht van de gang lag de wijde mond voor ons, en ver-blindend stroomde het licht ons tegemoet. — Oom Paul, fluisterde Charlie, gij kunt hier het ruischen van de rivier hooren. Luister maar ! Toen wij voorzichtig verder si open, bescheen het zonlicht een bekend tafereel. Wij waren een meter of twintig van den oever, en de breede rivier blonk als een spiegel, terwijl wij aan de overzijde als een witte vlek, heel in de verte, de farm van Johannes van Blerk zagen liggen. — Dat is tenminste één huis dat door de overstrooming gespaard werd, mompelde ik. Gelukkig voor van Blerk. Het verwonderde mij, dat het water zoo laag was. Stoffel had gelijk. Wij konden er ge-makkelijk doorheen waden, als wij tenminste niet in kuilen trapten Bij nacht zulk een overl tocht te ondememen, zou in gewone omstan-digheren krankzinnigheid geweest zijn, maar in ons geval bleef ons geen andere keus. Behoedzaam vooruitkruipend tusschen hel dichte struikgewas en de losse rotsblokken. merkte ik op dat er voor de grot een soorl y an terras lag, eeq voet of acht! bovea dei grond In gedachte nam ik die plek goed op, en daar ik bang was, dat de manschappen van Markoom ons zouden opmerken, keerde ik zaehtjes terug Bij onze terugkomst in het gewelf van de trap hadden er voor het vuur groote beraad-slagingen plaats. Charlie was van meening dat de Boschjesmannen dwazen waren, dat zij bij den rand van den kuil zouden blijven, en dat het zoo goed was, alsof wij reeds over de rivier waren. Hij begon zelfs met Sanna te pra-ten over den toestand van sommige nesten, en vooral van een nest met spreeuwen, die hij, zooals hij zegde, morgen ochtend eens wilde gaan bekijken. — Schoone vogels, die spreeuwen, zegde hij. Ik bedoel die groene, met die glanzende staarten ; alleen babbelen zij te veel. — Net als Charlie, meende Marion la-chend.De knaap had zijn zakken volgestopt met allerlei zonderlinge dingen. Zijn wambuis stak vooruit aïs een burgermeestersbuik, hij had handen en armen volgeladen met ivoor, en hij was erg bedroefd toen ik, met het oog op een veiligen overtocht, ailes verbeurd verklaarde. — Oom Paul, zegde hij, half smeekend, half beleedigd, gij kunt mij toch wel "iets" gunnen. Och, deze tand is toch zoo schoon i Laat mij dien maar medenemen. De bedoelde tand was een sohoone, witte slagtand, voile drie voet lang. — Geen enkele tand, antwoordde ik. Kijl Stoffel zou dolgaarne wat medenemen van de wonderen uit een ander grot, die hij en ik sa men gezien hebben. Wij konden rjjk worden maar niemand onzer zou zich aan een ongelul willen blootstellen bij het overtrekken van df rivier. Niet waar, Stoffel? — Ewe, Inkosi, zegde de oude Basoeto o] ; klagenden toon. Ik verbeeld mij, dat hij altij( i nog, ondanks a«Ue duivelu, plan had op eei rooftocht naar het kathedraalgewelf, doch nu was het daarmede uit. Ik voor mij had ook wel het een en ander willen medenemen. Wat was gemakkelijkker, dan nogmaals het gewelf van de Zwijgende Bewa-kers binnen te sluipen, en handen vol kostbare juweelen mede te nemen 1 Een enkel stuk zou genoeg zijn om iemand voor zijn geheele leven rijk te maken ! De b«-geerte was sterk in mij. Hoe spoedig is een pijnlijke ervaring vergeten ! Ik verweet mij zelf, dat ik niet wat van die kleinoodiën had medegenomen, die ik door de grot had ge-strooid. Ik moest wel krankzinnig geweest zijn toen ik dat deed ! Ik stond op, half besloten om het waagstuk te ondernemen. Toen kwam mij opnieuw ailes voor den geest ; al dat ont-zettende, de schedel van de vrouw, de gestalte van het kleine kind, de stem van Lumkile, die tusschen de opeen geklemde tanden door siste : Raak ze niet aan ! — en ik liet de schat-ten waar zij waren. En zoo kwam het, dat ik het eiland verliet, even arm als ik er gekomen was. XXVII. Dien dag ondervonden wij dat voorgevoelens ons wel degelijk soms waarschuwen voor een naderend onheil. Een eigenaardige invloed scheen ailes te beheerschen. Ik redeneerde tegen, trachtte ze telkens weg te spotten, be-wees aan Marion en mijzelf de waarschijnlijke s ongegrondheid van onze vrees, overtuigde ons beiden, dat ons geen andere weg mogelijk was, ; dat wij onnoodig ons gemoed bezwaarden door : toe te geven aan den verzwakkenden invloed ï van den angst ; het hielp allemaal niets ! Misschien deden zulke bovennatuurlijke in-> vloeden zich meer gelden in die spookachtige 1 gewelven. Misschien vervulden de vreeslijke i daden, die de muren met bloed bespat hadden, en de aanwezigheid dier zwijgende bewakers de lucht om ons heen. Ik heb wel eens hooren beweren, dat huizen en kamers de levons, die daar geleefd worden, in zich opnemen, zoodat zij hun eigen karakter hebben, gevormd door hetgeen er heeft plaats gehad, somber of vroo-lijk. Ik weet niet of het zoo is. Maar uit dat verblijf )der ontzetting, het gewelf van den schat, scheen dien dag een invloed op te stij-gen, die zich uitte in vrees en voorgevoelens, en eigenaardige gedruktheid. Ik herinner mij dat ik voor enkele oogenblik-ken in slaap viel, en droomde van een afschu-welijken stoet, die de donkere treden opklom en sluipend onze grot naderde. Het kind, grim-mig en doodsbleek, ging vooruit. Struikelend volgde de vrouw zonder hoofd ; en daarachter het akelige geraamte van een meisje met blonde vlechten, en de reusachtige krijgslieden met hun sikkels ! Zij kwamen, beladen met de rijk-dommen die zij bewaakt hadden. Zelfs het kind was omhangen met paarlsnoeren, en zij slopen voort naar de plek, waar ik stond ; toen wier-pen zij met spottende gebaren hun schatten aan mijne voeten, en ik zag, hoe iedere paarl, en iedere gouden ring, en iedere ongeslepen diamant, met bloed bevlekt was ! Met een kreet ontwaakte ik. Waarschijnlijk vond deze droom zijn oor-sprong in mijn verlangen om die rijkdommen te bezitten. Doch hij maakte mij zwak en wan-hopig.— Wij komen er nooit door! zegde ik over-luid.Marion nam mijne handen in de haren en staarde mij aan, alsof zij elken trek in zich wilde opnemen.. Ik herinner mij nog letterlijk, wat zij tegen mij zegde: — Paul, moeht er vannacht iets gebeuren,dan zal niets, mijn liefste, ooit onze liefde vermin-derenl Nooitl Nooit! Nooit! Zij trok mijn hoofd naar zich toe en kuste mij, zooals zij gedaan had op den gedenk-waardigen avond van onze verklaring. Toen voegde zij er bij, met een innige overtuigïng, die hoop en troost in zich sloot : — Liefste, vele wateren kunnen de liefde niet dooven, en de watervloeden kunnen haar niet uitblusschen ! Toen Stoffel ons kwam zeggen, dat de tijd daar was, waren wij beiden sterk en bereid. Zeer stil kropen wij één voor één door de open=ng, en lieten ons op den grond zakken. De oude Basoeto had het vuur aan den ingang der grot opgestookt, en was er trotsch op, dat hij de Bosjesmannen zoo had weten te misleiden. Hij had zelfs de dekens bijeen gebonden in den vorm van een man, die bij het vuur zat, en verh'.uigde zich in de teleurstelling van de wilden. In het begin ging ailes goed. Charlie gedroeg zich voorbeeldig, Stoffel bleef waar-dig als altijd. Ondanks den glibberigen grond en de rollende steenen, bereikten wij veilig den inga^ig van het gewelf. Hier wachtten wij een oogenblik, terwijl ik vooruitging om het ter-rein te verkennen en te luisteren of ik ook iets hoorde. Wij hadden de kaarsen uitgeblazen en ailes was donker. Toen slopen wij verder. Ik stond er op, om vooruit te gaan, omdat ik lang was, en mij gemakkelijker de zes of acht voet kon laten vallen, en dan de anderen opvangen. Ik keek naar de sterren, die helder en groot aan de lucht stonden, en fluisterde haastig een gebed. Onder den sterrenhemel kan ik altijd bidden, hoe moeilijk het mij anders soms mag vallen. Dan heb ik een gevoel van ruimte, en van ontzag, en van God, dat mij tôt bidden dringt. (Wordt voortgezel)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes