Gazette van Gent

1358 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 01 Septembre. Gazette van Gent. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/z892808h9z/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

247" JAAR. ■ - Nr 207. - » B, 5 01NTÏEMEN DINSDAG, 1° SEPTEMBER 1914 GAZETTE VAN GENT îû? &££&£&& MBUUZ&CSSHS UXaiUf-XSt^^l^WSgtriCm HK!£: ISSCHRIJYIKGSPRIJS : VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : n jaar fr. 12-00 Ken jaar fr. 15-00 maanden. . . . . > 6-50 6 maanden. . . . . » 7-75 maanden. . . . . » 3-50 3 maanden » ê-00 Voor Eolland : 5 frank per 3 maanden, Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Oestlcht; s fi 166? BËSTUUB EN RED1CT1I VELDSTRAAT, 60, GENT De lurèélen eijn open van 7 ure 's morgends toi & Wt '$ àWÎÎiïSi TELEFOON nr 710 B® mschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. - — DE EUROPEESCHE OORLOG Uitgave goedgekeurd door de Krijgsoverheid. De Toestand (OFFiCSEELE NIEDEDEELfNGEN) I)E ZEESLAG YAN HELIGOLAND Hoe een Duitsche Tooneelschrijver den Qorlog beoordeelt toland eischt op zijne heurt Oorlogstaksen Het huidige Plan van Duitschland DE GENERAAL LEMAN ZUU OEGEH OVERQAF DE TOESTAND AARSCHOT EN MECHELEN. Antwerpen, 31 augnsti,10 ure 's avonds Officieele mededeeling). De toestand lijft onveranderd in ons land. De Duitsche troepen hebben Aarschot ntruirad, er slechts een zwakke bezet-itif; achterlatende. De gemeenschap per spoorweg werd oor een groot deel langs de Kempen her teld. Te Mechelen is de bescliieting giste-en morgend om 9 1/4 ure herbegonnen a heeît voortgeduurd tôt 1 ure namid° >1?. De stad wordt echter niet meer door e Belgische troepen bezet ; de beschie-ing is dus een nieuwe aansiag tegen de urgerbevolking. TltMffinïiiMi Officieele mededeeling lekoningin en k prinsen verMken Maandag middag. — Hunne Konink= iike Hoogheden, de prinsen Leopold en iarel=Theodoor, alsmede prinses Marie= José, zijn heden morgend met de "Jan= Breydel", naar Engeland vértrokken, al= waar zij de maand september zullen loorbrengen. Hare Majesteit de koningin vergezelt ien, maar zal dadelijk naar Antwerpen lerugkeeren. De Belgische zending Eene zending, samengesteld uit de leeren Carton de Wiart, minister van echtswezen, De Sadeleer, Hyrnans esoi anderveîde, staatsministers, is gisteren lorgend naar Londen vertrokken, van-faar zij naar de Vereenigde Staten rei-»n zal. De Duitschers in Belgie De Eugelsche en de Amerikaansche ?roote dagbladen drukken hunne veront-waardiging uit over het gedrag der Duitschers in Belgie. Zij heeten de (rijgsschatting op Luik geheven, effenaf roof en het bommen werpen over Ant-iverpen eene barbaarschheid. Duitschland heeft gezondigd tegen de leschaving, zeggen zij. Het huidige plan van Duitsehiand Een militaire correspondent sehrijft, dat volgens geloofwaardige strategisten, Duitschland bereid is Oostelijk Pruisen en Pomeranie door de Russen tijdelijk te laten bezetten, en zich tôt aan de Oder terug te trekken, waar de voomaamste verdedigingswerken van Berlijn begin-nen.Middelerwijl zou Duitschland met voile kracht op F rankrijk vallen en trachten de Fransch-Engelsche troepen eene be-sliste nederlaag te doen ondergaan en Parijs in te nemen. Hoe generaal Léman zijn degen overgaf Op het sterke fort Loncin, boven Ans, had generaal Léman zich terugigetrok-ken, vast besloten daar de Duitschers te keeren of te sterven. Toen de welgemikte schoten der Duitsche artillerie meer dan drie kwart zijner kanonniers had weg-geschoten, in verwoede gevechten, hielp hij zelf het geschut bedienen, en dag en nacht ging hij zijn handvol manschappen voor. Maar tegen den laatsten stormloop der belegeraars was hij niets bestand. In het uiterste uur deed hij de laatste drie ka-nonnen, welke nog bruikbaar waren, ver-nagelen, en gaf toen last den brand in de kruitkamer te werpen, op eene metho-dische wijze. Te voren waren in zijn com-mandantscel kaarten en papieren betref-fende de verdediging vernield, en ook ton nog in de kazematten een deel der bevoorrading, waarvan het fort zeer ruim was voorzien, onbruikbaar worden ge-maakt.Terwijl op een afstand van nog geen 12 kilometers het Duitsche geschut voort-ging te vuren op het fort, wilde generaal Léman met de ruim honderd man, die nog strijdvaardig waren, trachten zich vechtende terug te trekken. Hij wist dat het een zoo goed als hopelooze poging was, want door de omsingeling der Duitsche troepen was elke terugtochtsweg afgesneden. Door de bres, welke het zware Duitsche belegeringsgeschut had aangericht, jlwuusm , »i mumiuiuBm.B. aiiawwB—i vielen nu en dan de uiteenslaando ko-gels, waarvan een den sergeant doodde, die bevel had ontvangen de Belgische vlag uit de officierenkamer te halen. Op het oogenblik, dat generaal Léman zich gereed maakte om zich als een der laatste fortverdedigers bij zijne mannen te voegen, die over het rotsachtige en heuvelachtige terrein reeds eene stelling trachtten te vormen, drong een der Ewaj-e Dulitsche 42 centimeters-scho-ten, door de béton- en pantserbeklee-ding, deed de kruitlading van de kleine voorraadskamer ontploffen en onder een îielsch gedonder stortten muren over muren. Toen de wervelwind van stof en damp was opgetrokken, stormde de Duitsche infanterie vooruit van de zijde van Ans tôt den top der vesting. De versperrin-gen waren reeds lang vernield, en de (S|tor(m\l(oop geschiedde Mechts over lij-ken.Niet zonder het wegruimen van eene menigte puin, konden de Duitsche infan-teristen zich een toegang banen. tôt den forteningang, waar generaal Léman half bedolven werd gevonden, onder stukken béton, terwijl zijn hoofd in het schuin ge-vallen houtîverk van een raampje ge-kneld zat. Zijn 'rouwe adjudant, die hem geen oogenblik verlaten had en die bij de laatste ontploffing voorover sloeg, was bezig. hem zoo goed en kwaad het ging te be-vrijden. " Eerbiedigt den generaal, hij is" dood", riep hij bij de eerste verschijning der soldaten. Inderdaad meende men aanvankelijlt, dat de bevelliebber gesneuveld was. Zijn gelaat was heelemaal zwart, hij hield de oogen gesloten e<n kwam ook niet meer op bij de prikkels, die hem werd en toe-godieiid.Nadat de Iwut'spliriters; iiî! ken ingevallen muur en stukken béton verwijderd waren, droegen Duitsche in-fanteristen hem zoo voorzichtig mogelijk I naar beneden. Nog vôôr hij in het naaste Duitsche kampement werd gebracht, opende hij de oogen, wees eerst op zijn linkerbeen, dat deerlijk gehavend was, en toen, zich plotseling van den toestand bewust wor-dend, zegde hij: "Het is zooals het is. De jongens hebben dapper gevochten. Zet in het protocol, dat ik bewustelooa was." Daar drong hij vooral op aan. Nadat eenige toiletzorgen aan den ge-vangene waren besteed en hem eenige ververschingen waren toegediend, werd hii verzocht in een auto te stappen, het welk niet zonder de hulp van zijn adjudant geschieden kon. In het hoofdkwar-tier werd hij opgewacht door generaal von Emmich en enkele stafofficieren, die gereed stonden om Luik te verlaten voor de krijgsverrichtingen, die inmid-dels zuiderlijker in Belgie waren ver-plaats. Het was een aandoenlijk, histo-risch oogenblik overwinnaar en overwon-nene bijeen te zien. Zij begroetten elkan-der op militaire wijze, waarna de bevel-hebber van het Duitsche leger op zijn ge-vangene toetrad en hem de hand reikte, zeggende: — Bij hebt u dapper gehouden, gene. raal, waarop generaal Léman antwoord-de : — Ik dank u. Onze troepen hebben hun krijgsmanseer bewaard. Maar de krijg is toch iets anders dan de leger-oefeningen, niet waar? Dit was een zin-speling op het feit, dat de legeroefenin-gen twee jaar geleden, door de beide be-velhebbers (de eene als gast) werden bij-gewoond.Er bleef een oogenblik eene pijnlijke stilte heerschen. Het oogenblik wa,s nu gekomen, dit generaal Léman zijn degen moest over-geven. Dien van den adjudant had men reeds bij den eersten wachtpost afgen"-men. Niet zonder ontroering gespte de verdediger van Luik het wapen if (n wilde het zijn overwinnaar aanbisdun. Maar deze voorkwam hem en zegde meï een afwerend handgebaar : — Gij hebt gelijk, dat de krijgsmanseer behouden werd. Blijf daarom den d.-gen dragen, die haar niet geschoade:i heeft. Het is voor mij een ondursclieldmg geweest, hem te mogen kruisen, generaal. GIJ ZIJT EEN MAN ! De adjudant van den koelen, ijzeren-harden "zwijgenden generaal" vertelde, dat hij toen voor het eerst van zijn le-ven in diens oogen tranen heeft gezien. Een Russisch Isgar zou op de kusten van den Âtianiischen Qceaan ontschepen Een telegram uit Antwerpen meldt de aanstaande ontscheping van een Russiisch leger van honderd duizend man, te Ark-hangel aaii boord gegaan. Deze ofttscheping zou in de een of andere haven van den Atlantischen Oceaan ontschepen. Het Russisch leger zou het Fransch-Enigelsch-Belgisch leger komen . « r. ^...,i-m...,..-vy+iJ Mog het gevecht bij Heligoland (OFFICIEEL). Het officieel verslag over dien zeeslag luidt als volgt : "Een machtige vloot "destroyers" ge-steund door lichte kruisers en een groep slagschepen, drong zonder aarzelen in de baai van Heligoland, wier wateren met mijnen bezaaid waren. Met eene bewon-derenswaardige behendigheid door den onder-admiraal Sir David Beatly — de jongste paviljoen-officier — geleid, voer het eskader door een groep lichte Duitsche kruisers en "destroyers" en ver-nielde haar na een gevecht van eenige uren. Drie kruisers werden in den grontl geboord of buiten gevecht gesteld ; twee "destroyers" verdwenen onder water en de anderen werden erg beschadigd. " En indien de mist de vlucht der Duitschers niet bevoordeeligd had, zouden de gevolgen van deze ontmoeting veel om-vangrijker kunnen geweest zijn. " Eenige dagen. geleden meldde men dat de Duitsche vloot in groote getal'e voor de reede van Heligoland kruiste, waarvan het eiland beschermd wordt door batterijen en forten van het mach-tigste type. Dat was een vergeefsche parade in de oogen van de onzijdigen en de niet-vechtende Engelsche schepen, be-stemd om te doen geloovon, dat de Duitschers de Engelsche zeemacht uitdaag-den. Wij hebben niet gewacht om deze uitdaging te beantwoorden. Wij zijn deze Duitsche schepen tegemoet gevaren en hebben een dezer geduchte vloten, waarop de Duitsche admiraal gansch zijn vertrouwen getoouwd had, totaal vernie-tigd. Wat de Duitsche Dreadnoughts be-treft, die tôt den strijd werden opgeroe-pen, zij hebben geweigerd uit te komen. Zij hebben verkozen hun voorwacht aan de vernieling prijs te geven. " Sir David Beatly heeft allerhande gevaren geloopen. Hij had het gevaar der mijnen en der Duitsche duikbooten het hoofd te bieden, een wapen wiens kracht onbetwistbaar is. Hij is zegevierend uit deze wateren des doods teruggekeerd, tôt eer van zijn land ; hij heeft eene over-winning behaald, op het oogenblik dat zij noodig was. Het is het onbetwijfel-baar voorspel van andere overwinningen die Engeland op zee zal behalen." Het officieele Engelsche persbureel deelt mede, dat een kruiser met 97 Duitsche krijgsgevangenen, waaronder 9 offi-cieren, op weg is naar Engeland. Ver-scheddene krijgsgevangenen zijn gewond ; er is reden te denken, dat deze 97 niet de eenige overlevenden zijn van de bij Heligoland vernielde Duitsche oorlogs-bodem®.De Duitschers bekennen de ramp. De veriieizen, die volgens de berichten uit Engelsche bron vrijdag bij Heligoland aan de Duitsche vloot zijn toegebracht, zijn nu van Duitsche zijde, wat de drie kruisers betreft, ten voile bevestigd. De Duitschers blijken dus in het geheel drie pantserdekkruisers : de "Kôln", de "Mainz" en de "Ariadne" verloren te hebiben, die aile in den gi-ond geboord zijn. De Engelschen hadden ook gemeld dat zij Versclxeideîiè Duitsche torpedojagers vernield hadden. De Duitschers erkennen daarentegen, slechts het verlies van een torpedojager, de "V 187", die al vurende gezonken is. Deze torpedojager was on-geveer 4 jaar oud, had eene waterver-plaatsdng vaii 650 ton,' eene snelheid van 32.5 knoopen en eene bemanning van 83 koppen. Hoe een Duitsche tooneelschrijver den oorlog beoordeelt De heer Gérard Hauptman, de Duitsche socialistische schrijver van. de bekende tooneelstukken al» "De We-vers", " Voerman Henschel" en andere, sehrijft over den huidigen oorlog een ar-tikel in de "Correspondenzer Norden", waarin hij zegt : "Wij (de Duitschers) zijn een uiterst vreedzaam volk. De feuilletonist Bergson te Parijs, moge ons barbaren heeten, de groote dichter en verblinde galomaan Maeterlinck de Duitschers met dergelijke fraaie titels bedenken, nadat hij ons vroeger "het geweten van Europa" heeft genoemd, — de wereld weet, dat wij nog een oud cultuurvolk zijn. "Het donkbeeld van een wereldburger-schap heeft nergens dieper wortel gesla-gen dan bij ons. Men beschouwe onze vertaalde letterkunde en noeme mij dan een volk, dat zich ©venais wij de moedte heeft getroost geest en eigenaardigheid van andere volken weer te geven, hun. ziel met liefde en degelijk te begrijpen. Ik spreek het uit : wij hebben en hadden geen haat tegen Frankrijk ! Wij hebben zoowel de beeldende kunsten als de letterkunde van dit land bewonderd. Het was diep te betreuren, dat Duitschland en Frankrijk politiek geen vrienden konden zijn. Zij hadden het moeten zijn, omdat zij de beheerders zijn van het gçestelijk goed op het vasteland, omdat zij twee hoogst beschaafde Europeesche volkeren zijn. "Onze geographische toestand, de be-dreiging door de mogendheden in het Oosten en Westen, dwongen ons voor de veiligheid van. ons huis te zorgen. Zoo werden ons leger en onze vloot uitge-breid. In deze richting werd gewerkt eu is de Duitsche degelijkheid en uitvin-dingsgeest voor een belangrijk deel geleid. Er is echter ha-tstochtelijk vastge-houden aan de lievelingsgedachte vaa den keizer, om het ,schitterende ti,jdperk van zijne regeering te besluiten als een volkomen vreedzamen tijd. "De oorlog, dien wij voeren en waar-toe wij gedwongen zijn, is een verdedi-gingsoorlog. Wie dit zou willen betwisten zou zich geweld moeten aandoen. Hoe men ons de wapenen in de hand heeffe gedwongen, kan ieder, die het te doeo is om de waarheid en die niet verblind is, afledden uit de telegrammen, gewi»-seld tu.jschen den keizer en den koning van Engeland. "Wie heeft echter dezen oorlog op touw gezet? Slechts met smart en met bitterheid spreek ik het woord Engeland uit. ' Ik belioor tôt die barbaren, wi«n do Engelsche universiteit te Oxford den, doctorsgraad honoris causa heeft ver-leend. Ik heb vrienden in Engeland, die met één voet op den geestelijken bodem van Duitschland staan. Haldane, vroeger Engelsch minister van oorlog, en met hem tal van Engelschen, deden geregeld bedevaarten naar het kleine barbaarsche Weimar, waar de barbaren Goethe, Schiller, Herder, Wieland en anderen voor de humaniteit hebben gewerkt. De drainas van Shakespeare zijn Duitsch natdonaal goed geworden. De moeder van onzen keizer is eene Engelsche. De echt-genoote van den Engelschen koning eene Duitsche. Mijn waarde bloedverwant, gij hebt het niet goed gemeend, noch met ons, noch met uzelf, toen uwe kanonnen. moord en brand in onze woningen wier-pen."Aile Duitsche strijders weten juist, waarvoor zij ten strijde getrokken zijn, Zij strijden voor eigen haard, waar iede-re gast veilig is... "Wanneer de hemel wil, dat wij uifc deze ongehoorde beproeving herboren opstaan, dan zullen wij de heilige taak hebben te volbrengen onze wedergeboor-te waard te zijn. Door de blijvende over-winning van de Duitsche wapenen, zou de zelfstandigheid van Europa verzekerd zijn. Het zou er dan op aankomen, den volkerengezinnen van het vasteland be-grijpelijk te maken dat deze wereldoor-log, de laatste onder hen moet blijven. Zij moet eindelijk inzien, dat de bloe- 11 Feuilleton der Gazette van Gent. îet Geheim van de Theems door FLORENCE WARDEN. Matt werd nu ook toornig. Hij keek ^eer naar zijn neef. ~ Zeker, antwoordde "hij langzaam. Maar du moeten wij ook haar lezing van geschiedenis eens hooren. HOOFDSTUK VI. Voor het eerst kwam het bij Matt op, dat zijn neef wel eens niet een juist ver-'lag kon hebben gedaan van zijne lief-^esgeschiedenis met mejuffer Claughton. ^olgens hem was hij door deze weduwe, een heel stukje ouder was dan hij, wt een flirtation gebracht en had haar "rfdesbrieven geschreven, brieven, die ®et bekulp van een knap advocaat wel zouden kunnen gebruikt worden. ~ Gij beweert, dat ze u wil vervolgen Wegens schending van trouwbelofte? Vr°eg Matt. .Randolph ergerde zich. Hij wenschte "let de les te worden gelezen door zijn e®t, die ongeveer even oud was als hij- /e'r- Maar toch kon hij onder de gegeven onistandigheden zich niet zoo kwaad too- 1(,,i als hij werkelijk was. Ja, zoo ici,s ten tninste, zegde hij norsch. — Wat is er gisteren met haar gebeurd? vroeg Matt opeens. Hebt gij haar nog gesproken 1 En hoe is zij naar huis gekomen ? Dat weet ik waarlijk niet, mokte Randolph. Op de gewone wijze, met den trein zou ik zeggen. — Zij had geen geld, zegde zij. — Dat loog zij, natuurlijk. Zij liegt al-tijd, zegde Randolph ongeduldig. Ik weet al le en, wat ik u al verteld heb, dat ze door de véranda in den salon is gekomen en zegde, dat ze mijnheer Ben-sington moest spreken ; toen groot varier haar duidelijk had gemaakt, dat hij niets meer met zijne kleinzoons te doen wilde hebben als er schandaal kwam, is zij verdwenen.Matt knikte. — En Hammond zag haar de oprijlaan afloopen, zegde hij. Randolph werd nog onrustiger. — Hammond, herhaalde hij. Dien vent kan ik niet uitstaan ! — Dat begrijp ik niet. Zoo een familie-stuk. Hij hoort nu eenmaal hier en maakt deel uit van het buiten. Grootvader zou het waarlijk niet zonder hem kunnen doen. — Ik wilde, dat hij het wel kon. Ik kan dat lamme. gladde soepbordengelaat niet uitstaan. 'Matt dacht, dat deze uitbarsting al-leen ten doel had om zijn aandacht van mejuffer Claughton af te leiden. Maar opeens begon Randolph weer over haar. — Het is ailes behalve rovaal van u, dat gij mejuffer Claughton's komst hebt aangegrepen, als voorwendsel om mij zwart te maken bij Cora. Dat heb ik niet gedaan. Zij zag mij — ;i. zegde, dat ik haar kende. Ik heb heelemaal niet over u gesproken. — Hoe edehnoedig ! riep Randolph on-geloovig uit. — Nu, edelmoedig of niet, heel veel versebil heeft het niet gemaakt. Want Cora wilde mij eenvoudig niet gelooven, zegde Matt spottend. — O verduiveld ! — Verduivelde dwaasheid bedoelt gij zeker ! Als gij brieven verkiest te schrij-ven aan eene vrouw, die zij kan gebrui-ken in een procès tegen u, dan weet gij ten minste, waarom gij nu tôt over de ooren in de zorgen zit. — Een procès, spotte Randolph. Wat zou zij daar nu aan hebben? Ik heb geen fortuin. — Dat zult gij krijgen op den dag dat gij eene rijke vrouw trouwt. Dan is haar tijd gekomen. Randolph werd paars. — Gij wilt trachten te voorkomen, dat Cora mij trouwt, viel hij uit. — Ik zou u zeker geen handje helpen, als ik wist, dat gij daardoor iemand anders smerig zoudt behandelen, zegde Matt. Zoolang ik dat niet zeker weet, blijf ik onzijdig. Het kan mij persoonlijk niet schelen, of gij haar trouwt of niet. O ja, wat ik zeggen wilde. Zij beweert, dat zij u voorwaardelijk beloofd heeft haar jawoord te geven en zegde mij, dat ik u maar naar die voorwaarde moest vragen. — Och, zij maakte een grapje. Ik heb er waarlijk geen flauw gedacht van, wat dat zijn kan, zegde Randolph snel. Hoor eens, wees nu een goede kerel en steek geen spaak in het wiel. Ik denk niet al-leen rum het gold. Tlet zou een hulp, een i...„ ;t. „„i. kennen. Maar mevrouw Schmidt is lang sche meisje, : niet meer zoo op dit huwelijk gesteld, ivoor-kleurige sinds zij weet, dat ik heel weinig kans op handjes en vc den titel heb en ik heb al mijn tijd noo- Het was du: dig om weer in een goed blaadje bij haar wonderde, nie te komen. En ik geloof wel, dat Cora mij waardeering h graag mag ; maar die Amerikaansche Terwijl zij s meisjes zijn altijd zoo koel, dat men motorbootje e eigenlijk nooit goed weet, of ze werke- vlak bij het jf lijk om u geven of dat ze u voor den gek De neven m houden. Het zou mij dus niets verbazen, keer in den w als ze mij per slot nog een blauwtje liet vier over naa loopen, vooral als een knappe kerel als landden. Ram gij haar het hof maakt. in het aardif Hij scheen nu zeer vergevensgezind ge- ging naar bin stemd te zijn, hij smeekte bijna. Matt voor een wanc lachte goedig. Hij had vee: — Gij hoeft niet bang te zijn. Zooals gij In de eerst terecht zegt, zulke meisjes weten altijd komen bewusl heel best, wat ze doen. Een man moet ra voelde aan wel idioot zijn om zich in te beelden, dai van iemand a ze verliefd op hem zijn, alleen omdat ze toch wist Mal flirten. En dat doet Cora vanzelf. Zij is verplicht was ook zoo schoon. biedigen, die — Schoon. Vindt gij haar schoon ? beteekenen. — Gij dan niet? Cora was v Vraag en antwoord volgden elkaar dolph voor zi bliksemsnel op en eerst later begrepen moedde Matt beiden, wat zij er eigenlijk mede bedoeld waar was, da hadden, namelijk dat Matthew een groo- "en zijn omda te bewondering voor Cora's persoontje titel stond. koesterde en Randolph in het geheel Hij voelde, nie^- deed, door zi — Ja, och ja, ze ziet er wel aardig uit, stellen, na c zegde Randolph na een korte stilte.Maar waarmede zij ik geef toch den voorkeur aan een an- huwelijk had dere type. En toch wa Matthew dacht aan Nadgie Claughton, haar niet min die bijna zes voet lang was, met haar zoo rond voo breede schouders en heupen, en in ge- kwam, Mist^ dachten vergeleek hij haar bekoorlijkhe- dit punt wel ~4- ,1 : i,..i. i A -i • i met haar fijn gezichtje, k< gelaatskleur en smalle g( etjes. _ oi delijk, dat wie de ééne be- h :ts dan een medelijdende w ad voor de andere. k: amen spraken, waren het v; n de giek naast elkaar, h( arpad gekomen. ie erkten nu, dat ze het ver- eg waren en staken de ri- et r het buiten, waar beiden N lolph ging met zijn bootje w ;e schuitenhuisje (en Matt st nen om zich te verkleeden leling. je om over te denken. v< e plaats was hij zich vol- B ;, dat hij zich meer tôt Co- se çetrokken, tôt de verloofde zi nders, dan behoorlijk was. >t, dat hij eerlijkheidshalve h; om de verbintenis te eer- p: zooveel voor zijn neef zou st R olkomen bereid om Ran- jn neef te ruilen, dat ver- pi wel. Maar zelfs als dat w a zou dat nog alleen kun- t Matt wat dichter bij den m e< dat hij haar geen onrecht 'c ch zelf deze te vraag te 'n e groote openhartigheid, haar inzichten omtrent een " beleden. h s hij zich bewust, dat hij der aardig vond, omdat zij 'l r haar berekeningen uit- 'J' lien geloofide (hij haar (op 0 niet heelemaal. Als zij wer- 7- >open, zou zij niet zoo openhartig zijn sweest. Matthew, die zeer geneigd wa» n verontschuldigingen te vinden, waar ït Cora betrof, meende dat zij nog te einig van het leven wist, om juist de ■acht van haar woorden te begrijpen en •oeg zich af, of zij wel zooveel zou heb-;n gezegd, als zij werkelijk liefde voor mand voelde. In de tweede plaats zou hij nog wel sns wat meer van die geschiedenis met adgie Claughton willen weten. Was ziji erkelijk zoo een hartelooze avonturier-er ? Als dat zoo was, zou zij dan zoo kalmp-s zijn weggegaan, bereid om toe te ge-:n bij de eerste ontmoeting met lord ensington ? Dat scheen niet zeer waar-hijnlijk. Of was er nog een ander le-ng van de geschiedenis mogelijk? Terwijl Matthew deze zaken overdacht id hij zijn sportpak voor een wandel-ik verwisseld en zijn pijp in zijn zak oppend, drentelde hij den kant naar ichmond uit. Na een minuut of tien loopens, zag hij otseling voor zich uit iemand gaan, ia ie hij Nadgie Claughton herkende. Zij liep daar, als iemand, die het niet et zich zelf eens is, wat te doen en zyn îrste ingeving was om voor haar weg te open. Hij verlangde in het geheel niet iar te ontmoeten en hoe gaarne hij ook 3t een en ander van haar gehoord zou sbben, toch gebood voorzichtigheid sm om haar uit den weg te gaan. Maar Nadgie was niet zoo gemakke-ik te ontloopen. Zij kreeg Matt plotse-ftg in het oog, zag dat hij stil stond en n wilde keeren en snelde dus zoo hard i kon op hem toe.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes