Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad

2043 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 26 Septembre. Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad. Accès à 18 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/dj58c9s28g/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

V^jy^Jaiandigingen OOPLAND 30, Antwerpen ^bonnement 2.50 fr. het jaar get blad wordt ookwekelijks tehuis besteld aan g centiemen 26 September 1915 Nr45 GEILLUSTREERDE 5 Centiemen ZONDAGSGAZET BUREEL : LANGE GANG 6, ANTWERPEN ; OPEN DAÇELIJKS VAN 2 TOT 3 UREN. AANKONDIGINGEN (opjvoorhandbetaalbaar) 4° bladz., den regel 0.30 FiDancieele aank. » 1.00 Reklaam onder de rubriek OVER ALLES .. 1.00 Begrafenisbericht » 5.00 Uitgiften (overeen te komen) pit nummer bestaat , ifjlZES BLADZIJDEN ; daden en zaken I. Onderzoek ter plaats uet gebeurt zelden dat een vrederechter heslist « zich tel" Plaats begeven » om de norzaak van een geschil, hem onderworpen, jelfvast te stellen en zich volledig in te Hchten alvorens te vonnissen. ' fjetgebeurde in het volgende geval. Twee inwonersvan St.-Pieters-jette, een eigenaar en zijn huurder, stonden voor bedoelden magistraat : de huurder kloeg dat twee op-volgende overstroomingen hem geteisterd hadden en eischt vermindering van huishuur eneenevergoeding voor niet-genieting van jiet geteisterde gedeelte der woonst. De eigenaar trachtte zijn eigendom als joedverzorgd af te schetsen, en de oorzaak der overstrooming aan de zorgeloosheid van deif huurder toe te schrijven. De vrederechter, waarschijnlijk oordeelen-de dat een der beide « comparanten » met de waarheid een loopje nam, besloot ter plaats tegaan om zich te overtuigen wie in 't gelijk was. De achtbare magistraat in kwestie is een zeer verstandig mensch, want zijn besluit is idorzichtig en wijs, zoodat hij met voile overtuiging en strenge onpartijdigheid kan oordeelen. Het persoonlijk bezoek der vrede-rechters verrrîijdt tevens voor dè personen die geschillen over hunne woonst hebben, de groote onkosten welke deskundigen voor dergelijké zending rekenen. Voor het nazien van een lek aan eene goot, tais of muur, voor het vaststellen of er reeds « beestjes » in den bouw woonden of er versch « ingebracht » zijn, of voor waj ook, eischt een deskundige — hij mag dan kleermaker of pasteibakker zijn — ten minste l5ofr. ! De vrederechter ihtegendeel mag enkel de reiskosten in rekening brengen, meer niet. Het « ter plaats gaan » van den vrederechter heeft dus aile voordeel en het ware eene groote verbetering .indien deze achtbare magistraten hunne zending in dergelijke kwesties aldus begrepen. Het benoemen van deskundigen in de kleine zaken, welke in de bevoegdheid van den vrederechter vallen, is waarlijk geldver-ipilling op den kop der menschen, die reeds meer dan genoeg te betalen hebben voor de rechterlijke onkosten van een geding. II. Hoe de vervalschingen geschieden Het toeval bracht ons in betrekking met een onzer scheikundigen, die reeds meer-maals zijne wetenschappelijke kennissen ten : dienste van het parket gesteld heeft. Hij zeli bracht ons op de kwestie der vervalschingen der eetwaren, door den aanhou-denden strijd, welke wij tegen vergiftigers voeren, goed te keuren. Hij drukte tevens den wensch uit dat wij er in zulien volharden. Descheikuudige hield vol dat aile eetmidde-len en winkelwaren aan vervalsching onder-hevig waren. Tegen het vervalschen van de melk kan er niet streng genoeg opgekomen | worden, omdat de melk een volledig voedsel uitmaakt en soms het eenige is voor de voed-1 sters en voor de talrijke zieken. ! De boter, vervolgde hij, wordt meest ver-valscht door het bijvoegen eener hoeveelheid water en doorhet mengen met oleo-marga-rine. Dejvervalsching door het water treft vooral de beurs der bevolking. — En door de oleo-margarine ? Pleegt men bedrog, maar schaadt men niet aan de gezondheid. Overigens de margarine zal weldra niet meer kunnen gefabrikeerd worden bij gebrek aan grondstoffen. Het bedrog door het bijvoegen van water is te wijten aan eene gebrekkige wet, welke om zoo te zeggen de vervalsching met water ingevoerd heeft. Over eenige jaren bevatte de boter van 12 tôt i5 p. h. water, meer niet ; door een koninklijk besluit van 20 October igo3 werd toegelaten dat de boter 18 p. h. water inhield. . Deze boter mocht in den handel gebracht worden mits ze in eene goede verpakking te doen, kruiselings met een koordeken gebon-den, dat verzegeld of « geplombeerd » werd ! en het opschrift : — « Boter met water opge-maakt » — « Beurre mélangé d'eau » — dra-gen moest. De hoeveelheid water welke in i de boter verwerkt was moet er ook op ver-meld staan. Men begrijpt dat de boterhande-iaars dadelijk gebruik gemaakt hebben van ; deze toegeving, zoodât men thans geen boter ' meer met minder dan 18 p. h. water ver-vaardigt.— 't Is dus niet waar dat een boer altijd j een boer blijft al draait ge hem om. — Aan wien zegt gij het. Men verkoopt 1 dan nog zoogezegde :< 'Crème-boter », aan 1 eenen hoogeren prijs, alhoevvel deze ook 16 : f°t 18 p. h. water inhoudt. Eerlijkshalve moet i |k bekennen dat er zeker zuivere crème- : boter ook nog verkocht wordt. Maar er wordt ■ ?ok boter ter markt ge_bracht in dewelke ] p. h. water verwerkt is. Deze wordt ver- ' Yalscht door de groot-handelaars, die daartoe i 3yzondere raachienen aangekocht hebben. — En men vervolgt die bedriegers ? : — Zeker, maar men straft ze niet streng ! ÎS i de toegepaste boeten zijn betrekke-lJk. klem in vergelijking met de groote winst ■velke de vervalsching oplevert. Men moest Je vervalschers treffen door gevangenisstrai- i en> die bij elke overtreding verzwaren : Wij bedankten den scheikundige die [ons >elooide ook wel eens over vlèèsch, kaas, :out en andere voedingsmiddelen te spreken, :n de vervalschingen, welke daar ook mede ;epleegd worden, te vermeldën. III Onze Scholen en de Leerplicht Wij ontmoeten een der opzichters van het >penbaar onderwijs en wij nemen de gelegen-îeid te baat om hem te ondervragen over de îeropening der scholen. — Het is wat vroeg om daar een bepaald mtwoord op te geven ; de scholen zijn pas :enige dagen heropend en het is mij niet nogelijk geweest nu reeds vast te stellen of îet aantal leerlingen verminderd of ver-neerderd is. — Het doel mijner ondervraging betreft le nieuwe wet op de Leerplicht, en of zij nvloed heeft géhad op het aantal kinderen lie de scholen moeten volgen ? — Ziehier wat ik kan zeggen : in normalen ijd ontbreken in de lagere scholen gewoon-ijk de eerste dagen een tamelijk aantal km-leren, Volgens hetgeen ik links en rechts /ernomen heb, zouden nu de klassen omtrent /olledig geweest zijn den eersten dag. Dit ■eeds geeft den schijn dat de ouders dit jaar lan de wet op de leerplicht gedacht en er opgelet hebben hunne kleinen naar de school :e zenden. Wat in de openbare scholen in dit opzicht /astgesteld werd, zou volgens een mijner :ollegas van het Vrij Onderwijs daar ook .vaargenomen zijn. Ook was in de katholieke îcholen het aantal leerlingen van v66r de pacantie aanwezig. — En de nieuwe leerlingen ? — Daarover kan ik nu niets bepaald zeggen ; zeker zal dat voor al de scholen van Antwerpen eene aanwinst opleveren. — De leerplicht zal dus geen onwillige ouders ontmoeten, die hunne kinderen er moedwillig zouden aan onttrekken ! — Dat valt nog te bezien. Vooreerst wij verkeeren in eenen toestand waarin niemand zich mag verzetten tegen wetten en verorde-ningen ; ten tweede, de ouders welke gewoon zijn hunne kinderen aan te zetten tôt bede-len, zulien die zoo gemakkelijk aan de school niet afstaan. Laat ons aannemen dat bij de ongelukken van den oorlog, wij toch een geluk hebben aan te teekenen, en wel de invoering van de leerplicht in België. Het is een groote vooruitgang welke ons Land en ons Volk zal ten beste komen. Die laatste woorden beamen wij ten voile. L. ANTWERPEN IN OORLOGSTIJD XII 'k Werd dezen ochtend wakker uit een droom, — of eigenlijk geen droom, doch een geestelijk zweven.in hoogere sfeeren. — Voor ik dan klaar wakker was, had ik het over ervaring en nog wel levenservaring, ervaring in de praktijk van stiel, vak, ambt of werk-kring.'k Zag de aankondigingen ; die groote plakkaten van de stad,van vak-en nijverheids-school, en van de Akademie. 'k Zag de schooldeuren weer open en onze jeugd, die toekomst, waar, och arme, toch nog zoo weinig bij ons voor gedaan wordt, veel theorie leeren ; en 'k zag... en 'k zag... oh zooveel jaren later, wanneer de kleinen groot waren geworden en er dan wellicht weer een oorlog (maar dan tusschen Azië en deVereenigde staten van Europa) zal woeden, 'k zag — gelijk nu — er nog zoovelen die hulp behoefden.... En'k sprong weer op'n tafel en 'k sprak tôt de massa, die zich laat leven, een gloeiende redevoering tôt opwek-king van gansch ons volk dat nu lijdt en 't oogenblik der Vredewording verbeidt,... en 'k riep ze toe : — « Herinnert u de opgedane ervaring ! Denkt aan de toekomst ! Weest eensgezind en leert de kinderen : — Zorgt steeds te zijn zooals gij wenscht te schijnen. Leert en tracht u in het leven in toestanden en omstandigheden aan te passen, aldus zult ge uw ervaring verrijken. Ervaring brengt wijsheid. Ervaring verkrijgt men door oog en oor open te houden en na te denken ; want wie Dpmerkt, onthoudt, samenstelt en belangstelt n de dingen, die alleen krijgt ervaring. En ieze beroeps- of levenservaring moet maken lat wij ons het genoegen verschaffen van neter begrijpen, dieper doorvoelen, en dat /oor anderen onze opvatting en ons oordeel i'ezag verkrijgt. Ervaring brengt geluk. Zij die niets of weinig hebben meegemaakt, :ijn hulpbehoevend wanneer het levenslot roetangels legt. Door ervaringben ik degelukkigste mensch lie er in Antwerpen te vinden is. Régent îet... dan blijf ik thuis en werk tôt eigen ;enoegdoening voor de menschheid. Is het îelder zonnig weer gelijk de laatste dagen, vel menschen 'k doe een soldatenmarsch van io tôt 40 en soms meer kilometers ('n mensch noet nimmer :ijn « corpus » vat i n m ij n goe-:ich in alles^ te ichikken, zelfs in een droge snee grijs brood, dat nu inj Antwerpen 45 centiem kost. Dat brood eet ik op met een peer, gezegendj zij de Hemel die ons, arme menschen, in dezen tijd zooveel heerlijke gezonde vruchten heeft geschonken. De chocolade-verkoopers voelen het in hun zak, mijn bakker vertelde mij zijne ervaringen en uit ervaring klapte ik in zijn geest mee waardoor hij mij nog meer vertelde. Zoo leer ik altijd wat bij en ik kan en ken dan ook gelukkig heel veel. Dit komt omdat ik ervaring heb door hetgeen ik in mijne jeugd niet alleen heb ondervonden, maar bovenal omdat ik in mijn prilste jeugd, door mijn grootje, 'n mensch met levenservaring ben groot gebracht en opgevoed. Zij had onder-vinding en was niet bedacht aan eigen levens-genot en ijdelheid. We zien het zelfs nu in dezen kommervol-len tijd hoe jonge moeders uit de vôlks- en burgerklasse en waar het heusch geen weelde op tafel is, zich dure modeboeken koopen en.... van kleederdracht veranderen ; maar.... ik denk dat die vrouwtjes 'n 5o weken geleden tijdens hun lange wandeling uit de belegerde veste hebben ondervonden, dat het gaan in een nauw japonnetje te moeilijk was en daar-om nu maar een heele wijde rok nemen. Ja, ja, de ervaring verandert veel, gelukkig meestal ten goede. Doch niet altijd. Men vindt in groote steden gelijk Antwerpen tiepen die zoo stomp zijn dat de ervaring van een ongelukkig bestaan geen invloed op hun denkvermogens heeft,men noemtze de paria's der samenleving. Deze ongelukkigen hebben in den huidigen tijd een veel beter leven dan vroeger... en toch, toch zien ze er uit om « kom a. 't b. niet te dicht bij mijn kleeren ». Om echter veel te êrvaren met men in een dopperslokaal werken ; 'k heb er eenigen tijd geweest. Sapristi, men moest dààr de den-kende onderwijzers eens een week of wat laten werken, wat karakterlessen zouden zij er zelf niet ontvangen. Want, voorwaar, men moet het volk onderwijzen met dat wat men er uithaalt. En er is veel uit te halen.... doch waar nog meer uit-te-halen valt, is uit het land ter bruikleen geschonken aan werkloozen. Ge hadt die schrijnwerkers, kleermakers, mattenvlechters, schilders en andere werk-lieden in het verleden voorjaar eens moeten zien spitten,mesten, planten.poten en zaaien. Zij plaatsten de meest grillige vogelver-schrikkers ; de gevleugelde zaadpikkers hadden echter de ervaring opgedaan dat die kapstokken schoone waarnemingsposten waren, zij beloerden dààr den grond en vlogen van hoed of jas naar het zaad. De menschen hadden dus niet veel succès met hun vogelwegjagers, maar 't schoonst van al is dit aan een werkman die ik ken overkomen. Op zekeren dag was de frak en mijn trouw-hoed die ik hem gegeven had, om de vogels te verdrijven, verdwenen, het kruis was blijven staan. Een boer had gezien dat een bedelaar den hoed en Irak had aangedaan en er mee van onder was getrokken. Hij mijn kennis zelf had eenige dagen 'n werksken gedaan en ging na afloop hiervan naar zijn land waar het kruis omhangen was met bloemen,en wildgevlochten bloemkransen Eenige menschen voorbijgangers, hadden niet kunnen laten de laatste maar liefderijke hulde te bewijzen aan wat zij dachten een gesneuvelden held te zijn. Zijn stuksken grond was plat geloopen, hij had de ervaring opgedaan, dat wil men iets doen, men zulks goed moet doen. Maar nu, nu is de tijd van petatensteken of aardappel-rooien aangebroken. Ze vallen nog al mee ; groot zijn de petaten dit jaar niet ; het kan er mee door maar die vervloekte dieven, nu is er al een waakdienst ingesteld en toch halen ze onze petaten nog weg — zoo klaagt mijn werkman... Bedroevende ervaring. Zoo schenkt de Antwerpsche cinéma bijna elke etmaal-sekonde ervaring,dan aan dezen, straks aan een anderen, morgen aan genen wereldburger. Zoo ervaart de postbeambte dat er thans bijna geen zichtkaarten worden rondge-stuurd, terwijl vroeger de brievendrager over de zichtkaarten-manie wel eens preutelde. Zoo ervaart de fotograaf dat hij niet zooveel gezelschappen, lustige makkers of in 't huwelijksschuitie stappende stakkers behoeft te portretteeren. Waarom hij,wanneer hij durft (of noodhem dwingt) en hij gelaatskundige en volkskenner is, er maar op uit trekt 's Zondags naar de buitenparken, Schootenhof of 't Peersbosch, 's Maandags in de zelf ge-improvi- /Il L, rfâf seerde baardtrek- I f | llllll hebben dan de Bj'lfll woorden : « allee madameke,asdan awe vent of a jon- gen weerkeert, dan hedde toch nog eene scheune souvenir » heur hart verteederd, dan trekt hij rap het groepje voor een half frankske per persoon. Den Zater- of Zondag worden de portretten" afgeleverd dan zijn er centen ; door ervaring heeft de fotograaf geleerd dat die dagen de betaaldagen zijn. Zoo heeft elke stielman zijn ervaringen. I.aat ons daarom nu de scholen weer openen, bedenken dat theorie heel schoon en goed is, maar dat theorieën doorspekt met ervaringen smakelijker zijn te slikken, maar ook betere en sterkere menschen maken. Doch ook hier geldt het « pas op voor te veel van ervaringen te vertellen » ; een kind of jeugdig mensch kan een ziekelijke verbeel-ding hebben, en zulk eene verbeelding doet wel eens menschen geworden die niets hebben ervaren, maar toch van hun ondervinding spreken, — omdat zij hebben ervaren dat veel menschen dan naar hun luisteren en van hen denken dat zij wat weten of zijn. Lari. Nationaal Comiteit VOOR HULP EH VOEDING Vrijdag 17 September heeft het Nationaal Comiteit voor Hulp en Voeding onzer Pro-vincie vergaderd in zijn lokaal der Graan-markt 2, onder voorzitterschap van M. Louis Franck. Zetelden mede aan het bureel de heeren Ondervoorzitters Ed. Bunge, Mon-tens, A. Cools en Alph. Ryckmans, de Schatbewaarder M.Carlier, de Secretaris M. Gyselynck, de Bestuurders der afdeeling Voeding HH. Blaess en Friling en van het Hulp-bureel, M. Frans Franck. M. V. Desguin, eveneens Ondervoorzitter, had zich laten verontschuldigen. De meeste leden waren aanwezig, o. a. HH.Lamborelle en Dessain (Mechelen) HH. du Four en Th. Homans (Turnhout), Mgr. Cleynhens, Ad. Henderickx, volksvertegen-woordiger ; Paul Baelde. Delannoy en Verrept, gemeenteraadsheeren, Matthys, Burgemeester van Borgerhout. De heele bespreking werd in het Neder-landsch geleid. Prijs van het brood. — De Voorzitter deelde mede dat het Comiteit na de eerste prijsver-mindering tôt 45 centiemen, weldra nog eene verdere verlagmg zou kunnen toestaan, wat algemeen werd verwelkomd. Veevocder. — De Voorzitter kondigde ver-der aan dattoelating tôt invoer van veevoeder in princiep werd bewilligd, maar alleen door het Nationaal Comiteit. Verscheidene frodukten. — Buiten de eetwaren ingevoerd door het Nationaal Comiteit, bestaat er behoefte aan talrijke andere produkten. Een bijzondere afdeeling wordt ingericht voor den invoer van deze waren. M. Blaess, beheerder van de Provinciale afdeeling Voeding, heeft wel den last willen aanvaarden deze nieuwe afdeeling in te richten. De Voorzitter bedankt hem harteKjk. Aile maatregelen zulien genomen worden om den kleinhandel in deze te sparen. Die aankondiging wordt met handgeklap begroet. Verschillende andere punten worden be-sproken : Kleinhandel. ■— De Voorzitter verklaarde dat hij op de laatste zitting van het Nationaal Comiteit te Brussel nog een poging had gedaan om de mogelijkheid te onderzoeken van waren door het Nationaal Comiteit ingevoerd, door de winkeliers te laten verkoopen. Maar dit blijkt onmogelijk. Men zal dus een anderen weg moeten zoeken. Op reis naar 't MastetoppenSand IV. De oorlog heeft gelukkiglijk de voorbereidende werken tôt uitbating der Limburgsche koolmijnen niet doen staken. Overal ziet men de hooge schouw-pijpen der boortorens wolken rook hemelwaarts zenden en, nadert men dicht bij de werken, dan bespeurt men het gewemel van arbeiders, het gerij van locomotieven, wagens en karren; men hoort het ronken van machienen, het gillen van stoom-Iluiten, het rinkinken der hamers in de smidsen, het getinkel der truweelen op hooge, in opbouwzijnde muren. Doorheen dit ailes de galmen van mensuhen-stemmen.Over 't algemeen zijn de uitbatende maatschap-pijen aanzienlijk gevorderd met hunne ondernemin-gën en zonder een ernstigen tegenslag — het onder water loopen van putten — zouden sommige van hen reeds dit jaar kolen hebben kunnen leveren. Dit zal nu waarschijnlijk eerst in 1910 gebeuren. Den natuurliefhebber valt het pijnlijk de schoon-ste plekjes der Kempen (want veel koolmijnen zijn in schilderachtige valleien aang;elegd) aldus te zien schenden door rookende schoorsteenen, reusachtige machienhallen, hangars en afdaken, locomotieven en wagens, bergen steengruis en allerlei afval en de eeuwenlange, geestkalmeerende stiltedezergewest-en te hooi'en verbreken door al het gerucht dat de moderne nijverheid met zich voert. Wie slechts stoffelyk voordeel inziet, zal er zich int»gendeel over verheugen dat deze nietswaardige zandgronden met hun woeste lieiden, knoestige dennentronken, bremstruiken en varens binnen kort in goudmijnen zulien herschapen wézçn waaruit niet onbelangrijke schilfers den oorspronkelijken bezitter, den armen Kempenaar, zulien ten goede komen. In afwachting dat deze gewichtige gebeurtenis plaats grijpe, is het niet onbelangrijk de gedaante-verwisseling waar te nemen, welke sommige Kem-pische dorpen, in denabijheid der boortorens gelegen, nu reeds ondergaan hebben. Gansche gehuchten met nette, luchtige en geriefelijke werkmanswoningen, .scholen, kerken, straten, boomlanen, stoepen,riolen, kiosken, elektrische verlichting,enz.zijn op sommige plaatsen te midden der wildernissen ontstaan. Vooral het modeldorp, van Ejsden-bij-Lanklaer met zijn lachende woonliuizen in Zwitserschen bouwtrant is een lust voor 't oog. Ook de nieuwe agglomeraties van Winterslag (Genck) en Waterscheyde (Asch) zijn de moeite van een bezoek waard. 't Spreekt van zelf dat eens de Kempische kolen-nijverheid in voile ontwikkeling, gansche boeren-dorpen zulien verdwijnen om plaats te maken voor nijverige steden. Asch liggende in de nabijheid der koolputten van Waterscheyde, Zwartberg en Eysden schijnt voornamelijk tôt een schitterende toekomst geroepen. Talrijk zijn dan ook de plannen gemaakt tôt vergrooting dezer gemeente, tôt den aanleg van nieuwe straten en spoorwegen, alsmede tôt de uit-voering van allerlei andere werken van openbaar nut. Wonderlijk genoeg, deze heerlijke vooruitzich-ten laten de menschen hier redelijk koel ; gehecht als zij zijn aan hun stille eenzaamheid, hun eenyou-digen leeftrant en hun voorvaderlijke zeden boezemt elke nieuwigheid hun wantrouwen in en dikwijls zijn er lange jaren noodig om een of ander hunner vooroordeelen te overwinnen. De schoonste dingen vervelen op den duur en zulks ondervinden mijn reisgenoot en ik ook als wij na een lange reoks zwerftochten door het Kempenland ons eindelijk van natuurschoon verzadigd beginnen te gevoelen. Wat gedaan ? Nu reeds naar Antwerpen terugkeeren dan wanneer wij nog schier eene maand verlof hebben en wij ons hier zoo goed bevinden als in de huidige omstandigheden maar eenigzins kan zijn, is volstrekt onaarmemelijk. Zoo wij eens beproefden te werken als al de lieden hier rond ons, te werken in den tuin, op het veld, in stal en schuur, op akker of beemd ? Tijdens onze bohemerstochten van Noord naar Zuid en van Oost naar West hebban wij reeds meer dan eens de strenge blikken der landlieden op ons gevestigd meenen te zien als om ons onze leeglooperij te verwijten. Inwendig voelden wij ons dan gegeneerd bij de minachting, welke wij in die blikken dachten te lezen. Welaan, herschep-pen wij ons voor eenige weken in vrijwillige arbeiders. Mij persoonlijk zal het niet te moeilijk vallen, ik ben een gewezen landman ; in vroeger jaren heb ik spade en vork, dorsclivlegel en hooigaffel, kapmes en heizeis gehanteerd en de ouderen van dagen hier op het dorp herinneren zich nog mij als kwàbengel achter de koeien te hebben zien loopen. Voor mijn gezel is het een ander paar mouwen : hij is een ver-wend stadsheertje dat van kruiwagen, boterstand of beerlepel niets afweet dan den naam, doch in plaats van kennis of ondervinding een ruimen voorraad goeden wil aanbrengt. Na rijpe beraadslagi.ng deelen wij ons voornemen aan de lieden van ons kosthuis mêe. Wij verwachten ons aan eene lachbui : niemendalle. Met een een-voudigen glimlach wordt ons voorstel aangenomen, men leent ons versleten plunjes van den meester des (îuizes en zijn zoon;'t geheel past ons redelijk wel en ofschoon wij er allerkoddigst uitzien met onze zware klompen en grooten stroohoed tijgen wij goedsmoeds aan den arb6id. In den moestuin spitten, harken en wieden, hout kappen, het graan in de schuren hel-pen bezorgen, de stallingen strooien, enz. wij bemoeien ons met ailes. Dat perst ons wel menige zweetdruppel af en veroorzaakt ons meer dan eens « blâren « in de handen, doch wij houden kloek stand en laten ons door den overigens niet boos bedoelden spotlach onzer omgeving niet uit het veld

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes