Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad

19987 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 07 Mai. Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/td9n29q918/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

I Van 1 tet 7 Mei 1916 ÎO CBNTlEMBlsr Tweede Jaargang Np25 Ci EILLl JSTS?RRRDE ZONDAGSGAZET 3ureel : E0PLMSii3 30, Alltwerpen, -l—! * -syp T T "F ™C7*' *"?—> "T" A "J—S Laatsto Wadz.>u^e^°0^CRuS-fekl^S ALLES d.reg.1.00 Jj ~£ÎLm Jà/JL * —L—J 1 J3 . F \ Jtrâ— i I J Financieele aank. » 1.00 Yergaderingen, Handelsmaat- Abonnement : 5.00 fr. hGt jaar Begrafenisbericht 5.00 sehappijen den iegel 0.50 DADEH EU Z&KEM i. Wat op de Veemarkt van Anderlecht gebeurde. Da duurte van het vleesch zal evenals die der idter zonder twijfel een invloed hebben op het ver-t,ruik in de toekomst. Zooals er nu reeds duizenelen Ijmiliën zijn die geen boter raeer gebruiken en zich -juoon maken aan goedkooper sineersel op het ®rood, zoo ook is bij velen het vleesch een te dure •ortie geworden voor den bijzondersten maaltijd. 1 De groote boterverkoopers, zooals wij liet reeds iclueven, hebben het groot gevaar der duurte van je boter ingezien — eluurte waaraan de eerlijke landelaàrs geen schuld hebben, maar wel de spe-tiileersnde opkoopers en woekeraars — en een Na-lionalen Bond gesticht oui de boter tôt riormalen nrijs te brengen, en ze alzoo wederom in ieders be-reilt te stellen. Wij hopen weldra bedoetden Bond te Antwerpen lijne werking te zien beginnen. En de eerlijke beenhouwers, zien deeen niet in wat al nadeel hun berokkend vvordt door de schan-delijke duurte van het vleesch? Wat verleden week op de groote veemarkt van Anderlecht-Brussel gebeurd is, zou reden geven om ',i gelooven dat de Breydelszonen ook niet wcrke-i.jus op dit punt wiUfen blijven en hun ambacht, het-nelk door de eeuwen heen ongeschonden zijn eer-lijkheidstrots bewaarde, niet langer ineer door uit-baiters, woekeraars en opkoopers witlen laten ont-eeren.Er waréfl ter markt 738 stuks vee tekoop gesteld _ veel meer dan de vorige welceii. De beenhouwers van Groot-Brussel waren voltallig aainvezig, alhoe-uel er eene verwonderlijke stilte tieerschte, die voor deze markt vreemd is, daar de rondborstige beenhouwers de gewoonte hebben niet al vezelende te handelen. De verkoopers eischten wederom hoo-'gère prijzen voor het vee; zij vroegen Ir. 3.10 tôt |r. 3.20 voor de minst waardige dieren tenvijl zij voor de schoonsten tôt fr. 4.10 gingen. De beenhouwers, die evenals de verkoopers zich op den prijs onderiihg t'akkoord gesteld hadden, deden geen'bod en zoo ging het gedurende de twee eerste ur«n der markt. Ook, wanneer het sluiten dezer uangekon-digd werd, kon men op de vingeren heLgetal ver-kochte dieren tellen. Da veeverkoopers moesten dan ten slotte toege-vcri om met hun vee niet terug to moeten kecren, en nldus sloot de markt met aankoopen welke tôt (r. 2.40 daalden. Dit belette noehtans niet dat ruiin 300 onverkoch-Ic dieren terug naar den stal moesten. Het is zeker dat de verkoopers de volgende markt zulk groot aantal stukkcn vee niet meer zullen aanvoeren en aldus wederom beproeven de prijzen opnieuw te rerhoogen. Maar het is te hopen dat de beenhouwers, luinne Jielangen itiziende en hunne faam van eerlijke ne-rin'gdoeners uillende behouden, zich sterk zullen verzetten tegen de woekerprijzen welke geweten-looze verkoopers eischen. Zooals het te Brussel ging zou overal moeten ge-tandeld worden; de beenhouwers zouden zich on-derling moeten verstaan om in te gaan tegen de overdreven prijzen welke voor het vee gevraagd worden. Bij het sluiten van ons schrijven vernemen wij dat het gemeentebestuur van Elsene-Brussel eene gemeentelijke beenhouwerij heeft geopend, zooals le Verviers, waar het publiek aan redelijke prijzen lich aile soorten 'Van vleesch kan aanschajlen. In Sclinerbeek, Molenbeek en andere voorgemeenten ran Brussel is spraak hetzelfde te doen. II. De Samaritanen. Bij de reeds zoovele menschlievende an andere Werken welke in onze stad gesticht wèrden en ons in nood verkeerend volk ter hulpe komen onder stoffelijk en zedelijk oogpunt, is nu wederom een nicuw.lot stand gekomen, onder den titcl De Samaritanen, Komiteit voor bescheidcu Hulp, dat zijn zetel heelt in de « Taverne Holsters », Statieplein, en teu doel heelt hulp te verleenen aan de noodlij-flenden der klerkenwei eld. In een omzendbrief tôt steun van dit Werk lezen wij het volgënde : » Tusschen de ongelukkigen zijn er, die door hun-nen vroegeren maatschappelijken stand weerhou-den, hunnen benarden toestand aan het oog der me-nigte trachten te onttrekken eu hierin slechts ge-deeltelijk gelukken door zich de hardste en wreed-ste ontberingen op te leggen. Door eene misschier misplaatste doch steeds loifelijke Ôpvatting van eer-gevoel, denken zij inderdaad dat het Ken niet moge-lijk is hunnen vernedcrenden toestand bekend tt maken, zonder een vlek te werpen op den naan: dien zij steeds. smetteloos hebben bewaard. « Deze soort personen viudt men, helaas, zeei veel in de bijzonder beproelde klerkenwereld, er tusschen de kleine nijverheidsbazen. Voor de hoo gergenoemde redenen durven zij zich niet tôt de openbare liefdadigheid wenden, en verduren bijge-volg ontberingen die aile gedacht te boven gaan, Staaltjes dezêr ontberingen zijn ons bij toeval be kend geworden, zoo jammerlijk en aan liet opge-looflijke grenzend, dat deze bij ons het gedacht hebben doen ontstaan dat hier goed en degeljk werk te verrichten is, door te trachten deze zwaarbe-proefde personen op te zoeken om hen op kiesche en bescheidene wijze hulp en steun te verleenen. « Tôt het bereiken van dit doel hebben wij den geklelijken steun onzer begoede medeburgers noo-dig, en tôt hen richten wij dezen oproep in de hoop dat zij hunne belangstelling in ons werk zullen be-toonen door, op bijgaand buijetijn, voor eene mann-doli jksche bijdrage te willen inschrijveu. » Wij durven hopen dat de gevraagde steun aan het Werk der Samaritanen niet zal ontbreken. III. Berg van Barmhartigheid. In het artikel van ons nummer 24 getiteld Coeber-ger en de IJzer, werd gezegd dat deze schilder, bouwmeester enz., te Brussel dén eersten Berg van Barmhartigheid stichtte. Dit zou menigeen kunnen in dwaling brengen en doen denken dat Coeberger de uitvinder dier inrichtingen was. Zonder de ver-dieristen van onzen doorluchtigen stadgenoot in iets te willen atbreuk doen, hechten wij er toch aan te "ggen dat, wanneer Coeberger in 1620 den eersten Berg van Barmhartigheid in Bclgië tôt stand Iracht, deze reeds van over 180 jaar in Italie be-stonden.En vermits de kwestie een algemeen belang ople-vert- en talrijke lezers stellig zal aanbelangen, willen wij er een paar bijzondcrheden bijvoegen. Het was een Franciskaan, broeder Barnabas van Iwni, die in 1440 de rijken van Perugia aanzette e#ne instelling in te richten die de behoeftigen in hunnen nood zou ter hulpe koman. Zijn oproep werd aanhoord en weldra ontstond eene inrichting waar d« armen, tegen onderpand maar zonder intrest, geld konden leesen. Het welgelukken dier onderne-rning deed weldra andere steden Perugia navolgen. Zoo had Orvieto zijnen Monle-da-Pieia in 1445, Vi-terbo in 1471, Bologna in 1475, Parma in 1488, Pa-dua in 1491, Rome slechts in 1539. Weldra verspreidde zich de Berg van Barmhartigheid over de andere landen. In Duitschland was die van Nuremberg in 1498, en in Nederland die van Amsterdam in 1578 de eerste. Antwerpen volg-de in 1020. In Frankrijk werd de eerste opgericht te Avignon, in 1577. In Parijs kwam hij sleehU in 1778 tôt stand. Spoedig echter krseg het » lsenen om Gods wil > een einde en werd het verrangen door het leener op intrest. In de Nederlanden heeft men het leenen zsndei intrest nooit gekend, in Duitschland sleehts lutte tijds. De Fransche Omwenteling decd de instelling verdwijnen, doch Napoléon herstelde ze in 1804. Er zijn in Frankrijk in 't geheel 44 inrichtingen. die met een kapitaal van 35 millioei» werken Daar va» zijn er 4, deze van Angers, Grenoble, Toulous< en Montpellier, die zonder intrest leenen: 24 kapi taliseeren hare winsten om daard>> v den intrest t( verlagen; 13 storten hare winsten in de kassen var liefdadige instellingen, en de 3 andere gebruiken z< tôt eigen voordeel. L. M. IJitgiit© ?aa vrije boas door h3t Antwerpsch Kemiteit voor Hulp. Te beginnen van Zaterdag 6 Mei zal, volgens di onderrichtingen van het Nationaal Komiteit, eei deel van den onderstand van het Antwerpsch Ko miteit voor Hulp in vrije bons van 50, 10 en 5 cen tiemen uitgekeerd worden. Deze bons zijn alleen geldig voor dan aankoof van waren in de verkoophuizen van het Voedings komiteit en van den Stedelijken Bevoorradings dienst, alsook bij de handelaars d«r stad (met uit sluiting van drank- en tabakverkoopers). De leveranciers zullen, mits vertoon van hun pa tentbrief, de terùgbetaling der bons bekomen h het Wisselkantoor van het Plaatsclijk Komiteit Kunstlei, 119, tôt den 15n der maand volgende oi de maand van uitgifte, diG duidelijk op de bons i: aangeteekend. De bons zullen elke maand verschil lend van kleur zijn. In Mei zijn ze g«el. Specimen der bons liggen van nu af ter btschik king van de belanghebbendc winlceliers in boven gemeld Wisselkantoor. 0¥EB¥|L$™0HÏ Zedelijke wilskracht laat zich niet achteloos pluie ken als eene bloem in het veld; zij wordt slecht: langzaam en met zware inspanning verkregen dikwijls komt zij, als edele metalen, uit somberi diepten. E«ne ti'roa van wilskracht is iiet besei' der levens waarde. In algemeenen zin wordt de waarde vai het leven te laag geschat. Dit komt onidat wij, me overal en gestadig het leven rond ons te zien, het zelve als iets gemeens, onbelangwekkends begin nen te aanschouwen. Zoo gaat het vaak met berg bewoners, die voortdurend de schilderachtige plaat sen hunner geboortestreek voor oogen liebberide ongevoelig voor derzelver bekoorlijkhedsn zijn ge worden. Verlaten zij het tand en keeren zij er ni jaren afwezigheid als vreemdelingen in terug, zoi hebben zij opnieuw oog en bewondering voor di grootsche natuur hunner heimat. Eveneens vergaat het ons als wij op het punt ge weest zijn 't leven te verliezen en eenig» oogenblik ken lang op den drempel dsr eeuwigheid gestaai hebben. Bij onzen terugkeer tôt het bewustzijn be seffen wij weer wat al goeds, heerlijks en onschat baars in het leven ligt opgesloten; dan heeft dit laal ste voor ons weer d« bekoring der nieuwigheid. Als een jongeling op zeker uur de openbaring er langt van het vaderland met zijn verleden, zijn groothaid, zijne smarten, dan gaat er in zijn bin nensta iets heiligs om. Hij wordt als herboren. D gedachte aan het vaderland is door zijne ziel gegaai en heeft ze veredeld. Van dai oogenblik af is hij to groote daden bekwaam en in staat ailes te lijdei voor den dierbaren geboortegrond. Hij voelt zicl grooter, edeler, verdubbeld in zedelijke waarde. Hetzelfde geschiedt in den mensch, die het bs wustzijn zijner persoonlijke waardigheid verlcrijgl Hij keert tôt zijnen oorsprong terug; hij meet af ei gevoelt hoeveel edel pogen, geduldig lijden, nederi. hopen liggen opgesloten in dat leven hetwelk hi heeft overgeiirfd. De ziel «1er eeuwen gaat door zi; ne ziel ! Wie van de waarde des levens doordrongen i laat dit blijken in al zijne woorden en handelingen Niets is hem te gering, omdat hij weet dat ailes eei onderdeel is van het groote geheel : leven. De mensch is geschapen om hoe langer hoe mee mensch te worden, orn zijn leven te waardeeren e: te veredelen, om anderen te helpen zich op hunn beurt zedelijicer- en lichamelijkerwijze te antwikke len en te verbeteren. De mensch is geschapen or op aarde het leven der waarheid «n der rechtvaai digheid te leiden. Voor Waarheid en Rechtvaardiç heid moet hij dus strijden en lijden zonder ooit de moed te laten zinken. Daartoe helpt hem de wils krach t. Besluit ; doe wat gij doen moet, wat uw hooge belang en dat uwer medemenschen vereischer Wees daarna gerust en vertrouw op de Hooger Macht, die ailes gesehapen en goordend heeft. Uv grondleçrstelsel weze te gelooven in het leven. Bt schouw als uiterste ketterij, de hoop te verliezen. Met ttieuwe uur Het uur en de nieuwe, beter gezegd de Zomei tijdrekêning, door boeran en landbouwers, wat be treft het dagliciat, altijd gevolgd, en voor de stede. reeds eeuwen geleden herhaalde inalen voorgestelc o. a. door Benjamin Franklin heftig voorgestaan is dan nu in gansch Westelijk-Europa aangenomei (wellicht een eerste teeken van overeenkomst). Dat de uurverandering oorzaak is geweest vai sotternijen, goklap en gesprek, valt voor alien di den aard van Sinjoor of Brusselaar kennen, niet t betwijfelen; de Uilenspiegelgeest bracht dan ool Jules Verne's reis in 80 dagen om de aarde wee in herinnèring. De beweging der aarde van het Westen naar he Oosten heeft tengevolge dat de uiirrrerken vai plaatsen die Oost- of Westwaarts van elkander lig gen en naar ieders middelbare plaatstijd gesteli zijn, niet overeenstemmen. Bij langzaam reizen il de geografische lengte (tôt 40-50 km. per dag) heef dit niets storends; bij het scielle reizen op ijzeren wegen en met autos, waarbij men in enkele urei zich honderden kilometers verplaatst, is het iot: anders. Wanneer een trein in Brussel vertrekt in Oosta lijke richting, <an zal het éienstuurwerlc, bij dei afrit gelijk gesteld met den plaatsalijken tijd va® Brussel (Ukkel-Stewewacht), bij elken lengtegraad dian de trein voident 4 miauten aehter geraken. Hieruit vloeiden bij de ontwikkeling van het spoor-wegwezen allerlei ongerieven voort; de dienstrege-liagen konden niet met juistheid worden saamge-steld, enz.; men gevoelde behoefte aan eanheid iu da tijdberekening, aan een nonnalen tijd. Allereerst koos men liienvoor overal de middelbare tijd van de hoefdsteden der hmden; tater, om meerdere landen in éénzeltden normalen tijd te be-trekken, dien van den meridiaan van Greenwich. De krijgsgeheurteiiisseri, waar eenlieid hoofdzaak is, wijzigden in sommige landen wederom het uur, en thans, nu de ekonomische toeatand basparing op ailes vereiseht, hebben aile Staten den Zomertijd aaagenomen, die wellicht in vredestijd nu ook wel voorloopig zal toegepast blijven, gezien de groote voordeelen die de door den oorlog geteisterde landen er uit halen. Zonlicht en tijd zijn geld... — Hat i&'weM te Brussel IJoe een edel Werk ontstond. Er zijn te Brussel liefdadige Werken in zoo'n : groot aantal ontstaan tijdens den oorlog, dat de oenvoudige opsomming civaa wellicht eene gan-sche koloni van ons blad zou beslaa-n. Men zou waarlijk zeggen dat het plegen van liefdadigheid een soort sport, is geworden waarin de Brusselaars wedijveren om het record te slaan, juist zooals bij een doodgewone voetbalmatch ! Geen gedacht heeft ; men van de feesten welke ingericht worden, van het ongelooflijk aantal wedstrijden van allen aard welke dagelijks plaats hebben; geen herbergje is er, hoe klein ook, waar niet een prijskamp van smousejas of vogelpik gespeeld werd waarvan de opbrengst voor liefdadige doeleinden aangewend wordt. Allerlei knepen worden uitgedacht om maar geld te kunnen kloppen voor de verminkten, voor ■ de kleinen, voor de blinden, voor de soep, ja, wat weet ik al ! Tusschen al deze Werken is er een dat ik eigon-i aardig vind boven al de andere, niet aileen om zijn doel, maar ook om zijn ontstaan. » Zekeren dag zaten drie damen tezamen aan de : koffietafel, pratend over... ja, over wat praten vrotf-wen zooal aan de koffietafel? Eene dezer edele vrouwen vertelde op zeker oogenblik een aandoen- ■ lijk geval : zij had eene meid gehad die steeds goe- ■ de betrekkingen met haar onderhouden had, een braaf meisje van een twintigtal jaren; een weinig blozend vertelde de juffer dat dit meisje voor den oorlog een naarstig werkmah liefhad, die ongeluk-kiglijk naar den oorlog moest en nu... verminkt was teruggekomen, tôt groot verdriet zijner be- " minde, die hém echter nog altijd even gaarne zag; ' nu was dit goede kind bij de juffer geweest en had ] haar verteld dat ze met haren Lowie ging trouwen. ; « Een been minder of... meer komt er niet op aan* had ze gezegd Lowie is een goede jongen en 't is zijn schuld niet; we gaan trouwen, juffrouw ! » 1 De beide andere damen waren vol bewondering L voor de edele handelwijze van dit eenvoudige werk-meisje, dat spijts ailes haren vriand getrouw bleef. Op de vraag der juffer of Lowie nog kon werken had Jeanne geantwoord dat zii in afwachting wel den kost voor beiden zou verdienen, en dat ze in ' tusschentijd maar op een gôineubelde zolderkainer zouden gaan wonen, daar ze geen geld hadden om 1 meubelen te koopen. « Dat zal later komen, had ' Jeanne gezegd, als ik wat gespaard heb. » ; — Maar dat moet toch droevig zijn ! zei eene der damen daarop, te trouwen en geen eigen tehuis te hebben ! Dit brav* koppel verdient toch beter, en " onze invaliede zou toch gelukkiger zijn mét 1 zijn naarstig vrouwtje als ze hun nestje konden opslaan in een paar goede woonkamers. Maar in een zolderkamertje, dat vind ik nu toch jammer... — Ja, zei de juffer, ik heb dat ook al gedacht, en ik weet dat Jeanne er eigenlijk verdrietig om is, al [ zegde zij het me niet. Ze praatten nog wat verder over 't geval, tôt ein-delijk de oudere dame uitriep : — Maar ik heb een gedacht ! Er staan hier nog allerlei oude, ja, maar toch nog goede meubels op m'n zolder. Willea we hun die geven? Misschien vindt gijlie ook nog wel wat oude rommel die kan hersteld worden; we schenken het aan de jongge-huwden, en onze brave verminkte jongen zal niet weinig tevreden zijn. Zoo gezegd, zoo gedaan. De rommel werd bijeen geslagen, wat opgeknapt, Jeanne kwam het bezich-tigen en wist niet hoe de brave damen te bedan-ken : de tranen liepen haar, och arme, langs de wangen voor< zooveel goedheid. En Lowie kwam ook, springend op een kruk, en bekeek de meubel-tjes een voor een; hij zei niets, maar toen hij de damen bezag en als dank een militair salut maak-te omdat hij niet spreken kon noch wist wat zeggen, toen waren het de damen die het gemoed vol kregen en een traan wegpinkten. Wat smaakten zij voldoening over hunne schoone daad, zoo spon-taan gepleegd... Kort nadien werd het huwelijk voltrokken en ging Lowie met Jeanne in een net vertrekje wonen, waar de damen hun tezamen een bezoek brachten. " Lowie vertelde toen dat nog verschillende zijner 1 verminkte gezellen ook graag zouden trouwen, " maar dat er « geen zaad in 't baksken was » en zij het niet wilden doen zooals hij, zonder iets te bezit-r ten... Zoo werd het Werk der Invaliedenhuwelijken • gesticht, want de drie damen hadden zooveel ge-5 noegen gesmaakt door hun edel werk «n zooveel v dankbaarheid vanwege het j©nge koppel ondervon-" den, dat zij besloten ook voor de anderen te doen wat ze voor Lowie deden. Ze zouden wel meubelen ' vinden, en geld ook, bij hare vriendinnen en ken-nissen; ze zouden gaan bedelen desnoods, maar ze zouden die arme jongens en hunne liefjes het noo- - dige verschaffen om gelukkig te zijn. Toen trokken de damen er op uit : Mev. Colfs, de i vrouw van den volksvertegenwoordiger voor Brus-, sel; Mej. Lefèvre, dochter van den grooten kunst-, smid uit de Malibranstraat, en Mevr. Simon be-î gonnen het Werk op touw te zetlen. En nu zijn ze volop in de war om aan «le ver- 1 minkte jongens het noodige voor hun toekomstig 2 huishouden te ver*eh*ffen. Reeds zes traden s in het huwtlijksbootje en werden door de i drie brave vrouwen in hun huishouden gezet. Zie-r hier hoe dat gaat : Heeft een verminkte een kwar- tier gehuurd vo®r h#m en zijn toekemstig wijfken, t dan komen de damen van het Werk de plaats be-î zichtigari en... bemeubelen ; in de keuken wordt - eene stoof geplaats met koolbak en steenkool; eene 1 keukenkast wordt op de juiste plaats gezet, naar i de goesting der toekomtnd» lauismeesteresse, een t rek met tassen, een plank met potUn, een tafel en - stoelen bemeubelen het vertnek; daarna komt eene i kar met... de slaapkamer: een net bed, lakens en j al erop, met kraakwitte gordijnen, eene nacbttafel, eene kleeiierkas, eenige stoelen, en het tyishouden - is er; dan wordt er een bloempot op een voetstuk i gezet (want volksvrouvren mian^n immers altijd da bloemen l), eo« paa<' aette gordijutjes aaa het vensterraaiïi... het boeltje is klaar, en als het koppel van de kerk komt en. hun woning binnentreden vinden zij er ailes kant en.klaar... en zijn cte edel-moedige iamen verdwenen ! Is zulks niet aandoenli}k? En kan men de werking dezer edele vrouwen genoeg lof toezwaaien? Ik geloof het niet. Nh moet ik er nog bijvoegen dat in de kas al het noodige keukengerief aanwezig is; dat teljooren en potten en parinen in de keukenkas gereed staan; en als het een van ailes verstoken koppeltje geldt, er zelfs in de lavabo (want die staat er ook in de slaapkamer), handdoeken en ander linnen van dien aard gereed liggen ! Verbeeld u nu cens, lezer, wat er in de ziel der echtelingen moet omgaan als ze in zoo'n klein Paradijs binnentreden en kunnen zeggen dat dit ailes van hen is, dat het voortaan hun volstrekte eigendom is... Wat dankbaarheid jegens de brave « madammen » moet er in hun kart opgaan ! En dan is het nog niet ailes, hoor, want eenige dagen nadien komt er een rijtuig met livreiknecht Lowie of Pol of Choerel met zijn vrouwken ver-zoeken mee te rijden naar het hôtel van Mev. de gravin de Merode, die eerevoorzitster van het Werk benoemd werd; en de goede edelvrouw ontvangt de eenvoudige menschen ten harent en spreekt hen lieftallig toe ; tôt het vrouwken weet ze aanmoedigende woorden te richten, en doet haar zelfs door hare minzaamheid soms ver-geten dat ze tegenover de gravin de Merode staat met wien zij heel vertrouwelijk spreekt over hare toekomstplannen en haar huishouden. En na het -koffiepartijtje verlaten de gelukkige echtelin-gen de patriciërswoning met een blauw briefje van 100 frank in den zak ! 'k Zeg dat dit Werk het eigenaardigste is van al wat er gesticht werd ! Overigens, de damen vol-harden in hun edel werk. En soms krijgen zij aar-dige gevallen voor. Onlangs bijvoorbeeld kwam er een verminkte naafc* den zetel van het Werk, in de Malibranstraat, en vroeg aan de voorzitster of hij geen wiegje zou kunnen krijgen voor zijn kindje. Op de vragen der dame antwoordde de brave jongen dat hij na zijn huwelijk eene zolderkamer had gehuurd, dat zijn vrouwken nu in 't Moederhuis een kleintje had gekocht en er den Zondag daarop van thuis kwam, en dat hij geen wiegje had voor het wicht. De dame ging dadelijk mee naar de zolderkamer zien waarin een onzer jongens zijn intrek had genomen, en vond er een armzalig mansardeken met wat arme meubeltjes, versleten en oud als de straat. — Zeg eens, jongen, zei ze, we gaan voor u een andere woning zoeken, zulle ! En ze gingen. Eenige uren nadien kwam er een wagen met allerlei meubelen, eene keuken werd ingericht, eene slaapkamer was dadelijk ineen gezet, frissche gordijnen aan de vensters, en... een schoon wiegje met satijnen gordijntjes werd in de slaapkamer naast het groote bed geplaatst. Dit ailes gebeurde terwijl de arme verminkte erbij 3tond te gapen en niet wist wat of dat ailes te beteekenen had. En als 's Zondags 't jonge moedeï ken met haar wicht aan "t Moederhuis door haar rnan werd af-gehaald en naar hare nieuwe woning werd ge-bracht, kon zij haar oogen niet gelooven en wierp ze zich snikkend van geluk aan de borst van haar man... En 's avonds kwamen de geburen eens goeden dag zeggen, want ze hadden ervan gehoord; doch ze kwamen niet met ledige handen; ze hadden de koppen bijeengestoken, die arme stumperds zelven allemaal, en ze hadden ieder « 'ne eadeau veu de joenggetraavde gekocht ». — Hier zie, zei Scheel Nette, da's van maa ! » En ze gaf aan 't vrouwen eene steenen pijp voor haar vent, met « 'n pak oorlogstoebak doebaa ». — Da's veu aaw vraa ! zei Luppe Kassuul, en hij gaf aan den maa een paar zeeverlappekens « veu heur kindj ». — En da's veu haale getwieje ! zei kromme Wan-nes, mo da komt van ghiel ons slrotche, z'hemmen allemo baa-ieti geleitch oemda ge azuu 'ne coeia-geuse kameroed van ons zaat ! En hij gaf aan de echtelingen ieder eene tas met bloemen versierd en hunnen naam erop. En toen werd er gespreken van het huishouden, « daa schuun n^eubels >* werden bezichtigd en ge-keurd en bewonderd, en 't vrouwken en haar man spraken met zooveel lof over de damen van het Werk voor Huwelijken van verminkten, en zooveel dankbaarheid straalde uit haar oogen, dat scheel Nette haren rooden zakdoek voor den dag haalde en snikkend zei : — Mo zwijgt toch, ge doetch maa greize van cemoosse ! Ons-Hier zal 't heule trug geve, on daa goei ziele ! En ze vergat, de goede ziel, dat de rijka damen van het Werk en de arme lieden van « het struit-che » van den verminkt® even braaf handélden en even edelmoedig waren volgens de mîûdelen waar-over ze beschikten. Want de tassen met ôen naam der echtelingen werden betaald door een twintigtal huishoudens... En er werd 2 fr. 43 voor rondge-haald ! Brave zielen, zeg ik, dat Brusselsch volk ! Van laag tôt hoog zit er 't weldoen in... zoowel als het zwanzen. J. T. ZWALUWEi Daar wij tijdens de laatste Wintermaanden genoeg voehtigheid gekregen hebben en de omstan-digheden ons noopten tôt meerdere verlangens voor een mild voorjaar, hebben wij dit jaar meer dan vroeger naar de zwaluwen, de warmteboden, uit-gezien.Na Weensdag 19 April vernamen wij het eerst uit Mortsel, Schilde, Mariaburg en Borsbeek dat men tusschen twee regenbuien in, tôt groote vreug-de van den eigenaar, een zestal schuur- en stalbe-woners, opeen» hoorde piepilpon en op een balk zag zitten. Deie weerkomelingen behooren tôt de Hirundo ruslica of boerenzwaluw, hier te lande aen- Zomer-vogel (April-Oktober), gekenmerkt door den diep gevorkten staart en de roodbruine keel,en die steeds nabij of zelfs in de menschelijke woningen v*r-blijft; zij bouwt daar uit klei an speeksel een bot-vormige, ruwe kokosnootgroot nest onder dakgoot, balkon of rooruitstekend lijstwerk ; dit bouwen wordt door één paar binst à» vijf dagen voltrokken, en dan van bianen bedekt met een bedje van zachte hooisprieten en veeren; gebeurt het dat een nestje door een kwftjongen of door andere oorza&en uiteen valt, dan wordt het kleeman kunstgewrocht onmid-deilijk door ol de baren, dat zijn de er omheen of in de nabijheid Bich ophoudeade zwaluwen, her-stald.De boerenzwaluw — ©venais da hais- of meel-iwaluw Birundo of Cheliion urbica — aok melk-staartje gebeeten, met witte kesl an barst die me» overal, maar het meest in dorpen en steden ziet luchtklieven en als bliksemvonken ziet schichten omhoog, omlaag en zijdewaarls voortdurend azend op de voor ons lastige insekten, broedt in warKie, maar niet te droge Zomers tweemaal; de eitjes nijn blauw, grijs, ovaal, met .witte, bruine en zwarte stippels; het eei-ste broedsel heeft geregeld vj^f, het tweede drie jongen. Voor hun jongen zijn zij ongewoon tcrrgzaaca; zoo zagen wij eens uit het 11 meter hoog gebouwde nestje een jongsken valien, en... waar de tientalle* oude vogels opeens vandaan kwamen was verwon-derlijk, dôch verbazend was het voor ons om zien hoe onder het vliegen de ouden niet alleen piep-ten (dus spraken), maar het vallende jong, aarat op den rug van een eerste, toen van een ander ea daarna bij een vleugel in den bek van een darde die 't vasthield en weer in 't nestje terug brachten, terwijl er tijdens dit voorval van 'n paar sekonden van aile kanten zwaluwen kwamen gevlogen die, juist waar het jong naar beneden viel, als in een wolk dicht bij en door elkaar kringden, als heè ware om eenen nieuwen val te breken. En toen het jong weer veilig geborgen zat, was het aen vreolijk getjilp van allen; menschen konden niet vrooig,jker en blijder gestemd zijn bij de redding van een kind. Gebeurt het nu dat het jong toch op den gr<H»<i terecht komt en is het al te oud en in de v4ej>ei», dan wordt het op een veilig# plek gekraeht *» daar door de ouden gevoederd. De eenige vijand van de werkzame zweluw is de musch. 's Winters altijd en 's Zomers als de kan» schoon is, neemt de musch bezit van het zwaïuw-nestje of steelt er de veertjes en hooisprieten ait. Toch past de musch in het voorjaar w.l op #een zwaluwnest te gaan bawonen, want bij do terug-komst der rechtmatige eigenaars, metselen dezen de gaten dicht van de kleiwoning die een muack zich heeft toegeëigend, zoodat de musch erbarnse-lijk omkomt. Het schoone weer dat met Paschen ons leven ver-vroolijkte bracht ons ook de tijding uit 's Grave» wezel dat de boschzwaluw, en uit Lier dat men daar de berg- of oeverzwaluw had gezien. Toeo men ons dit mcldde waren wij verwonderd, elech deze week hebben we zelf de Hirundo riparici *1 oeverzwaluw — ook wel aard-, tuin-, zand- of w•-terzwaluw genoemd, gezien. Deze groote zwart-grauwe zwaluw bewoont uesten die zij zelf in steile kanten van droge slooten, aardhoopen, heuvel», duinen, dijken, enz., tôt 80 centimeter en diaper soms heeft uitgegraven. 't Is een trekvogel die slechts van Mei tôt Augustus bij ons vertoefd. Hij behoort tôt de nuttigstc vogels en verslindt per dag boven slooten, grachten en kanalen in den buiten het kolôssale getal van gemiddeld 04,000 inaekten. En met de laatste warme dagen zijn ook de andere soorten van de zwaluwachtigen (Chelidonn) weergekomen. De zwaluwachtige vogels zijn gekenmerkt door een korten liais, een platten kop, korten, platten, breeden snavel, die zich (van boven gezien) vertoont als een dnehoek; wijde, tôt achter de oogen gapende mondopening, korte, tôt loopen ongeschikto pooten en lange spitse vlaugela. In snel en Iangdurig vliegen worden zij door wei-nige vogels geëvenaard. Hun vûedsel vangen Bij altijd vliegenele. De gierzwaluw (Apusj, vogelgeslaeht van d* groep der snorvogels, is deze week weer drukpia-pend aan het snorren gegaan. In den volksmend heeft eleze zwaluw yelerlei benamingen, hij maakt zijn nest in spleten, gaten, op zolders, en onder de pannen of schaliën eîer daken; hij heeft buitenge-woon lange, tôt over den staart reikende vlaugela, met tien groote slagpennen, van welke in den regel de beide eerste de langst-e zijn; de dekveeias bedekken de kleine slagpennen nagenoeg geheel ; hun tôt loopen volkomen ongeschikte pootjes hei-ben vier gescheiden teenen met scherpe klauvven; de drie voorteenen zijn van gelijke lengte en be-staan elk uit drie deelen of leden, iets wat bij andere vogels nimmer voorlcomt; meestal kan d» bin-nenste der drie voorteenen zoowel naar achter#» als naar voren worden gedraaid; bij enkelan kan de duim ook naar voren worden gericht; door d#i« inrichting der voet#n zijn de gierzwaluwen in staat zich aan steile opparvlakten zooals muren, boora-atammen, rotsen, enz., vast te klemmen ; vandaar de namen steen- en torenzwaluw, haker, at##nl£rij-ter, toerswel, klamp- an gierzwaluw. Tôt deze soort behoort ook de in Indië voorke-mende zwaluw die de eetbare vogelneatjes bouwt, nestjes die, wanneer zij zuïver zijn, alleen uit het verharde speeksel van den vogel bestaan ; dete nestjes, dia een schelpvormige gedaante hebben, worden gebouwd tegen de wanden van rotaen •» kosten menig plukker liet leven. Ook de nachtzwaluwen hebben onze «treke* we«r verlevendigd. Als binnen enkel# dagen de bruine nachtegaal zijn verlieven lied in betoov#-rend walriekende Meiavonden weer laat galm#n, dan bevrijden de voor ons zoo nuttige vleermui# #n de nog nuttiger nachtzwaluw den dampkring van miljoenen rnuggen en vliègjes. Dan kunnen wij het rekkend gepiep door den nachtelijken hemel hooren ijlen als een geheimenis van het grootsche, won-derbare natuurleven. Is het dan ook wondar dat d# Volksmond rond dezen vogel veel sprookje» he«(k gebouwd? En dat de nachtzwaluw mat den korten hais, grooten breeden kop, zeer korten, breeden, aan de basis. door stevige borstelharei omgeven snavel, wijden bek, lange, smalle, spi's tcaloopen-de vleugels met tien slagpennen, korte bevederd# pooten en los, dof-gekleurd vederbekleedsel met lange dekveeren, allerlei geheimzinnigs wijdtt Neen, niet waar? Vooral wanneer men weet dat d* nachtzwaluwen eenigszins op uilen gelijken ,zich ov*r dag schuil houden en pas met de Schemering uitvliegen. Daaraan hebben zij dan ook hun zon-derliiigen nuam van geitenmelker te danken; het ongegronde volksgeloof wil en neemt dit gelijk talrijke volksverhalen als waarheid aan, dat iij de» nachts de uiers van geiten en koeien l»egzuig»n, zulks omdat men den geitenmelker gewoonlijk ook veel 's avonds over de weilanden ziet en hij in kui-len in den grond nestelt. De gewone geitenmelker (Caprimulgus auropaeus) ook achapenmelker, ratelaar, nachtratel, vliegend» pad, pad-'uil, in de Kempen en Noord-Braba*t dwâaske, in Limburg dwaasvogel, in Vlaander*» nachtgaai eu in het Moerenland van Franseh-Vlaanderen uulegaai geheeten, noemt men daaren-tegen bij Hasselt en Maastricht weer krodde, heeft de grootte van een kleine duif, met dof gevedterte, houdt zich bij voorkeùr in en nabij bosschen op, zit overdag meest op den grond of op een Boomtak te slapen, waar men hem wegens zijn donker g»ve-derte moeilijk zien kan. Van al de hier voorkomende vogels worden de zwaluwen nog het meest beschermd, met door 3e menschan, maar door hunne eigen natuurleefxrij-ze. Nu de vliegen- en insektenplaag woer nadert, hopen wij dat elkeen de oude spreuk gedenhe : « Wi» de vogels beschermt, beecharmt tichieif. » G. W.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes