Het Nederlandsch tooneel: kunst en letteren

1907 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 21 Fevrier. Het Nederlandsch tooneel: kunst en letteren. Accès à 20 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/6m3319t253/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

HET NEDERLANDSCH TOONEEL 2ô$,t îaarganç iîr.2; 10 Gentlemen i>et nummer van 6 bladzijden • Abonnement : fr. S.- 21 Februari 19U Uiteever Cl. THIBAUT. MeirDlaats 18. ANTWERPEN, - Hoofdopsteller : Aug. MONET EXQUIS DE BEUKELAER - PROEFT EENS Het Lied van Heer Halewijn in de Vlaamsche Opera Mev. B. Seroen " Yolande „ Hr J. Mertens " Halewyn ,, Staatstoelage Er wordt bevestigd, dat de toelage van 25.ooo frank, die de Staat wil schenken voor de Vlaamsche tooneelkunst, verdeeld zal worden onder de stadsschouwburgen van Brussel, Antwerpen en Gent. De kommissie, die door den minister samengesteld was, met opdracht om voor-stellen te doen over de wijze van verdeeling dezer som en over de manier waarop zij gebruikt moet worden, heeft haar verslag ingediend, maar verder daarover hetstilzwij gen bewaard. In deze kommissie hadden geen schouw-burgbestuurders zitting. Zij bestond uit Vlaamsche tooneelschrijvers en uit leden van het leeskomiteit vooi de premie. Wij mogen er dus staat op maken, dat de gedane voorstellen wel van zùlken aard zullenzijn, dat in de eerste plaats de Vlaamsche schrij vers en niet de schouvvburgbestuurders voordeel — zedelijk, maar ook stoffelijk voordeel — zullen vinden bij deze nieuwe aanmoediging. Om het op zijn eenvoudigst te zeggen : dat de 25.ooo frank toelage aan de Vlaamsche tooneelkunst voor 'tgrootste paart zullen gaan tôt degenen die de stukken schrijven, en dàn tôt hen. die door het publiek betaald worden en doordestedelijke besturen gesubsidieerd, om deze stukken op te voeren Er dient vôôr ailes vermeden, dat, na een paar jaar proefneming, ailes weer terugkeert tôt den ouden toestand, met dit verschil alleenlijk, dat de toelage van ieder Vlaamsch theater met zôôveel duizend frank verhoogd Wij weten nu zeer goed dat de huidige bestuurders van ons Nederlandsch Tooneel met de beste bedoelingen tegenover de Vlaamsche schrij vers bezield zijn, en niet beter vragen, dan eer te kunnen halen van Vlaamsche stukken ; maar door een gebeur-lijke staatssubsidie moeten zij in de gele-genheid worden gesteld om niet slechts moeite en tijd te besteden aan nieuwe Vlaamsche stukken, maar ook aan hernemingen van oude, die volstrekt niet verdienen, in den vergeethoek te worden geschoven. En zoo zouden we er zeker wel een paar dozijn kunnen noemen. De verphehtingen van de bestuurders tegenover de Vlaamsche schrijvers dienen verzwaard te worden in verhouding tôt de bijzondere subsidie die zij zullen krijgen. Ol nog beter : deze subsidie moeten zij slechts kunnen verdienen door Vlaamsche stukken te spelen. Het is een leuterpraatie, dat Vlaamsche stukken spelen en bijzondere opoffering van- wege de bestuurders vragen zou ; dat Vlaamsche stukken onvermijdelijk déficit zouden geven. Dat kon waar zijn, vroeger, wanneer alleen voor de oude Fransche draken en voor de Duitsohe blijspelen volk naar de komedie te krijgen was, doch datis nu niet meer het geval. De bordereelen der ontvangstzijn daar om het te bewijzen : Het middencijfer der ontvangst voor de Vlaamsche stukken is niet lager dan dat voor de vreemde, van wèlken oorsprong ze dan ook mogen zijn. Dit jaar zijn er zelfs alvast twee nieuwe Vlaamsche stukken gespeeld geworden in den Nederlandschen Schouwburg van Antwerpen, die het algemeen middencijier der ontvangsten, ook nog op de minst gunstige dagen, verre overtroflen hebben.En daardoor is weer eens schitiererd bewezen geworden, wat wij reeds zoo dikwijls gezegd hebben : n 1. dat te Antwerpen zeker geen stelselmatig wantrouwen, geen stelselmatige vijandschap meer bestaan tegenover de Vlaamsche stukken. Hij publiek ten onzent vraagt niet ol een stuk Vlaamsch of van vreemden oorsprong is, om te koraen of wèg te bîijven: Ais eeu Vlaamsch stuk in zijn smaak valt, dan komt het, al was het twintig keeren op éénen YVinter, terwijl het voor een stuk dat nièt in zijn smaak valt, niet naar de komedie is te krijgen, al staat er nôg zoo'n beroemde Fransche ot Duitschenaam onder. Het kan gebeuren dat de zaal er voor een simpel Vlaamsch stuk, als Gaaten Vernie nigculdigt allertreurigst uitziet, maar dan toch niets treuriger, in hetzelfde seizoen en op dezelfde dagen voor meesterwerken als Driekonitigenavond, Jephta of De Opgaandc Zon of voor de minderwaardige vreemde stukken als De Vrouw in 't Spcl, De Echtschei-diiig en David Copperfield. De opvoering vanoorspronkelijke Vlaamsche stukken vraagt in h°t algemeen niet méér moeite of kosten dan die van vreemde stukken en brengt in het algemeen ook niet minder op. Een nieuwe subsidie kan dus niet strekken om tekorten,gelaten door het spelen van oorspronkelijk werk te dekken, maar om méér oorspronkelijk werk op te voeren,het in betere voorwaarden. méér keeren en op betere dagen op te voeren dan nu gedaan wordt. En wij rekenen er vast op, dat het in dezen zin ook de voorstellen zullen lui-den, die de kommissie aan den minister onderworpen heelt. Wij hebben er reeds op gewezen, dat er bij de verdeeling dezer 25.ooo frank volstrekt geen sprake is van de Vlaamsche Opéra al mag het dààr tôt dusver wèl voor regel gelden dat de oorspronkelijke stukken minder ople-leveren dan de vreemde, en een toelage spe-ciaal voor Vlaamsch werk vanwege de Re-geering zich dan ook veel méér zou laten verrechtvaardigen. Naar ons nu verzekerd wordt, beteekent dat echter hoegenaamd niet dat de Regeering volstrekt niéts voor de Vlaamsche Opéra wil doen. Dat de diensten, door ons lyrisch tooneel bewezen aan al de schrijvers en toondichters van zangspelen in 't land, een vergelding van Staatswege verdienen, is door de Ministerie van Schoone Kunsten in princiep zelf reeds erkend geworden. Wanneer, twee jaar geleden,de heer Fontaine een bijzondere toelage gevraagd had om in de maand April een festival uitsluitend van nationale werken in te richten - dan heeft de Minister geantwoord, dat nog geen gevolg aan dit verzoek kon geven hij omdatde staat van zijn kas het niet toeliet. In beginsel was deze vraag dus in 't geheel I niet afgewezen, en de bestuurder der Vlaam sche Opéra heeft dan ook den raad gekregen, om zijn verzoek te hernieuwen. Dat heeft de heer Fontaine gedaan, maar niet voor dit jaar, daar de maand April geheel door Parsifal zal ingenomen zijn. Het volgend jaar echter zou de heer Fontaine heel de maand besteden aan de opvoering, in zoo kompleet mogelijke voorwaarden, van nationale werken. Op zulke manier zouden én het minis-lerie, én de belanghebbende schrijvers en toondichters duidelijk zien, wàt ze kregen voor de staatssubsidie en gansch het kunst persoreel zou ineteen zijn kontrakt met een maand ve lengd krijgen Maar dat zou dan lir.anciëel toch akijd een zaak blijven tus-schen den Staat en den bestuurder der Vlaamsche Opéra., en op deze April-festi-vals zou deze laatste zich nimmer kunnen beroepen om in den loop van het seizoen minder dagen aan Vlaamsche werken te besteden. We hebben ergens gelezen, dat de Staat, indien hij een toelage verleenen moest aan de stedehjke schouwburgen zich in zekeren zin ook zou willen bemoeien met de exploi-tatie van deze schouwburgen. Het spreekt vanzell dat het Ministerie zeggen mag,wat het begeert voor zijn 25 000 franks ; maar verdere inmenging in de zaken van de schouwburgen, zouden de stedelijke bes'uren vanwege de ministerieele bureelen natuur'ijk niet kunnen dulden. Aug-. Monet, In de Vlaamsche Opera *Het Lied van Heer Halewyn» — « Herberanrinses » «Heer Halewyn») is de derde kantate voor den prijskamp van Rome, die door ons Lyrisch Tooneel in operavorm werd opgevoerd. Het is de eerste die meegevallen is. « Koning Reinout s Dood- van Delune stond muziekaal beduidend hooger, maar het libretto was ondenkbaar voor het tooneel en dan werd het nog dôôrslecht veitolkt; « Tycho Brahe >) van Jozef Van Hoof beteekende niemendal als muziek en kon zelfs door de beste leden van het gezelschap niet rechtgehouden worden. « Heer Halewyn » zou een stuk voor het repertorium zijn, indien de tekst door een ervaren tooneelman onder handen genomen ware geworden. De heer Lucien Solvay heeft zijn kantate voor denprijs van Rome in vier tafereelen ver deeld en die hier en daar uitgelengd,maar een zangspel heeft hij er niet van kunnen maken. Niettegenstaande al het tooneeltalent van Mevr. Seroen en de schoone aankleeding, door den heer Derickx, hadden we het stuk nôg zoo lief in oratorio-vorm gehoord. Zooals we reeds gezegd hebben,is elk der drie eerste tafereelen een koepletje van het oude Halewyn-lied. En het laatste is een koepletje, dat de heer Solvay er heeft bijge-maakt.De heer Albert Depuis, de bestuurder der muziekschool van Verviers, is waarlijk niet de eerste de beste. Voegde hij een sterker persoonlijkheid bij zijn zin voor schoonheid en zijn bewonderenswaardige techniek, dan zou hij onder de àllereersten onzer hedendaagsche toondichters gerekend mogen worden. Dan zetten we hem vlak naast Gilson, omdat hij zich, hier in België zeker, het best met den komponist van •< Prinses ■ Zonneschijn » laat vergelijken. Maar in zijn manier van doen helt hij nog ' vrij wat sterker naar de moderne Franschen over dan Gilson. Hij volgt geheel en al diè-genen, welke men gerust de Latijnsche Wag- nerianen zou kunnen heeten : Debussy, Vincent d'Indy, Paul Dukas. Nu is dat met zoo verwonderlijk,alsmen weetdat hij een leerling van deze laatste is. Zijn orkestra'ie heeft, bij een bewonderenswaardige soliditeit,de klaarheid, de door-schijnendheid van de moieine Fransche, en de zang komt er steeds zoet en helder op uit. We kunnen niet anders zeggen, dan dat er verrukkelijke dingen zijn in deze partituur. Maar... zijn die allemaal van hem ? Neen, dat zijn ze nièt. En làng met ! We zelfsnooit een muziekale kompositiegehoord, die zoo sterk den invloed van andere mees-ters vertoonde, en hier inzonderheid van Wagner. Ge komt letterlijk ciet uit Wagner uit : Bij de inleiding hebben wij al gehoord, dat Dupuis zijn hoofdmotief uit « Tristan en Isolde « is gaan leenen. Dat motief bedoelt nu zoowel wat hetzelfde als in Tristan : het langzaam-smeulend/ het hart dôôrbrandend smachten naar het geliefde wezen, maar het is toch nogal erg, dat dit motief in Halewyn,waarop dan schie'r gansch het laatste taf-reel gebouwd is, daar zôô maar uit « Tristan » staat overgenomen ! In het eerste bedrijf hooren we dan verder al dadelijk twee voorname motieven uit den Ring : Het motief van Halewyn, dat in zijn uitwerking voor het orkest aan het Walhalla doet denken, en dan het motief, dat wij het «• motief van het koen besluit » zouden heeten, dat is te zeggen : van het besluit van Yolande om Halewyn te gaan dooden, en dat om zoo te zeggen heel het motief van Siegfried is. Het dubbel koor van het dienstperso-neel dat hierop volgt is helsch moeilijk en dan nog ailes wat maar onaangenaam kan zijn voor het oor. Met het koor vangen de komponisten tegenwoordig van aile kunst-grepen en akrobatieën aan, allemaal maar in de hoop, een nieuw effekt te verkrijgen, er.. o wee ! zelfs de sterkste polyfonist heeft nog altijd niet het effekt bereikt dat Méhul «Jozef in Egypte» geeit met een simpel geharmonizeerd à-cappela koor ! In het tweede bedrijf, komt ons oor, bij de reeds vermelde kennissen nog Lohen-grin tegen. Het is inderdaad onmogelijk, bij de eerste begroeting van Yolande door Halewyn «Heerlijk als de bloem, die haar zwachtelen ontsluit... » niet aan de eerste begroeting van Eisa door Lohengnn — *Zijt gij het, Eisa van Brabant ? » te denken. En dan wordt ons, bij de verschijning van Halewyn's schim schier even sterk aan de «Meesterzangers» herrinnerd, al kan die spookachtige toestand hier nôg zoo totaal niets met dien van Wagner's satirieke opéra te maken hebben. Nu dient hier gezegd dat de heer Dupuis slechts 26 jaar was, wanneer hij voor den wedstrijd van Rome het grootste deel van deze partituur schreef, en dat hij zich nadien wel méér voor dergelijke àl te btei ke beïn vloedingen in acht zal genomen hebben. Onder de schoone fragmenten die verder van allen V/agneriaanschen invloed staan, zijn te vermelden : de aria van Yolande's vader in het eerste bedrijf: Helaas, 't is dus uw wil en zijn vaarwel aan 't slot Zie haar glanzen, zie haar stralen, dat de kritieker van het Handelsblad zeer terecht veel liever als koorbehandeldhadde gezien.Dan in het tweede bedrijf : gansch het liefdetooneel tusschen Halewyn en Yolande, en het derde het koor: Triomi, goedheil, goedheil, eer zij U ! dat we-zenlijk sc.hitterend is. Nu werd dat koor niet slechts flink gezongen, maar ook met aanja-gend enthusiasm gespééld. De heer Derickx had er iets prachtigs op gevonden om het volk, onder wapperende bannieren, het too-neel-op te doen stormen ! In haar geheel echter was de vertolking nog niet wat ze wezen mocht, Zaterdag. GROOIE MA G A ZLjIS EN VAN NI EL 11/IGHED EN MEIRPLAATS, 33 ANTWERPEN. Tentoonstelling van Bloemen, Handschoenen, Kanteii, Reukwerk Vraag onzen cataloog aan al de kassen. !

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Nederlandsch tooneel: kunst en letteren appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Antwerpen du 1895 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes