Het nieuws van den dag

1189 0
31 decembre 1918
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 31 Decembre. Het nieuws van den dag. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/m03xs5kr2f/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Vier-en-dertigste jaargang. — Nummer 37 Voorloopig 10 centiemen per nummer Brussel, Dinsdag 31 December 1918 HET NIEUWS VAN DEN DAG AANKONDIGiNGEN Per kloine regel 1 ir. Tusschen de Nieuwstijdingen, per regel 3 en 4 fr. Sterfgovaiîë;n per regel 3 fr. BE3TUUR EN OPSTEL! Z&ndatraat, 16 TELEFOON 171 DAGBLAD Gresticht door Jan iiu ï&HE EUREËL DER Kl,SINE AANXONDIGINGEN : Zandstraat, 6 TELEFOON 7948 ABONNEMENTEN : Ypd af 1 Januari tôt 31 Maart 1919 : 5 fr. Bij ons leger aan den Rijn (Van onzen byzonderm afgeveerdigcle) EERSTE DAG i/onaeraag, zo ueuemuer. Wij gaan dus eenige dagen doorbrengen bij ons leger in Duitschland, dat kranig en fier, bewust van zijne weerdigheid en zijne macht,. de wacht houdt aan den duitschen Rijn. Wat mag « Vater Rhein » nu wel denken ( Heeft hij niet gcti'ourd, wanneer hij zijne «fcldgraue» wachters zag wegvluchten van zijne boorden? Heeft bij zijne "svaters niet schuimend en bruisohend van woede en machteloos geweld opgezweept tegen zijne rotsoevers, wanneer hij onze soldaten en de légers der Bondgenooten heeft zien bezit nem<-u van zijne boorden waar zelden een vijand zijiis vaderlands den voet lioeft gezet? Wie was het weer die pas over een paar maanden in verwaânden over-moed en valsoh macl^tbewustzijn, hoonend en tergend voor ons pochte: «Nooit zet een vijand een voet aati den Rijnl Nooit komt een tegenstrsvcr den bodem van ons Vaderland betreden t « Zum Rhein, zum deutsoben Rhein, steht treu und fest die wacht I» De vernedering is op den hoogmoed gevolgd, aidas steeds de bijbetschè jwuarlieid bevesti-gende: «Wie zich verheft zal vernederd wor-den, en wie nederig is, die wordt verhoogd ! » Ons nederig landeken, door \ janden, en soms ook wel dcor vrienden, steeds van uit den hoogte bejegend door de eenen, en met eene vrelwillende genegenheid en toegevendheid be-hanleld door de anderen, heeft plots in de wersld eene plaats veroverd, die door meni-gen groaten vriend of vijand begeerd wordt. Welk land van den heelsn aardbodem heeft osit verricht vtst ons land tôt stand heeft gebracht? Wie heeft er ooit de wèreld gered voor de beschaving en de vlag van Ber, Recht, Vrijheid en Reclitvecidigheid geplant op de puinen van den vijand der beschaving? Bel-gië's voik en leger dragon dien roem. weg, on-sterfelijke gloridcroon, voor een volli van helden ! Deze gedachten dwarrelen door - v,:n geest, terwijl wij dezen naoht op zoek gingen naar onzeu auto in den omtrek der Naamsche Poort. Ik zeg « naoht », want ten 5 ure werden wij verwacht om bij tijds te kunnen vertrelçken, daar wij ton 9 ure reeds te Luik moesten ont-vangen vtorlen in het Groot-IIoofdkwartier van het Belgisoh leger. 't Was bitter koud. Op den killigen en natten sneeuwdag van Keiotmis was een bij-tende vriesnacht gevolgd, en behoedzaam moesten wij over de glibberige steenen voort-sehreiden. Ailes lag nog in diepe rust en dnilckende stilte gedompeld. De huizen, dicht tegen elkaïuier a angedrongen, sliepen nog dof-duister in de donkerte en waren onder°'edekt door het somber-zwart nachtdeken, hier en daar bestikt met een pinkend sterreken. De straten geleken duistere hoiën, waarin wij op go- ! va lie het ui'o vortsiapten, als baken nemende de zeldzame nachtlanteernen, dio droemerig van uit de verte ons toewenkten. Op. de hoogte van het Jubelpark werd het akelig en langgerekt gehuil van een bandhond be-antwooid door het schril gelcraai van een haan, cenvijl in de richting der LuxembUrg-statie het kreunend on kuchend gezuckt van een nachtirein langzaam "uitstierf in de duistere verte. Dan bleef weer ailes stil, en alleen het gebons onzer voetstappen vond. een dof-fen en holleu weerklank in de luoht. Plots weerklonk het geklep van een mor-ger.dklokjê, dat met voile handgrepen zijn zilveren klankjes uitspreidde over de nog sla-pende stede, de brave lieden uitnosdigende tôt het ber^'iden der dagtaak en tôt een dank-gebed tôt Hém, die lien dezen naoht weer bewaard heeft van al ! o kwaad. « Angélus Do-mini.... » Van verre straalden de verbiindende lichten onzer autos ons tegen. Na eenige oogenblikken waohtens stapten wij in en de autos voerden ons mee door de duisternis, lajigs de Wet-straat naar Tervueren in de riohting van Leuven. NAAR LUIK De donkerte bleei over de TeiTuerenlaan uit-gosprcil en onze tocht liep langs de zwijgende en naiikte boomen, die pikzwart als spooken in clen uaôht onzen auto voorbijsnelden. In het Zoniënbosch, tussolxen Audergiiem en de « Vicr iVrmen » reden wij als door een tunnel, heelemaal ingesloten door zwarte boomen die met liun donker twijgengewelf de zeldzame sterren aan ons oog onttrokken. Bij 't uitrijden van het bosoh dook ginder %ene aan d'oosterkim een bleeken sohijn uit de zwarte aarde op. De ^.ag begon te gloren, en langs de breede Leuvensehe baan konden wi] reeds het landschap vagelijk onderschei-den In de boerenhuizekens la.ngs de baan was reeds leven. Achter de vensterkens of door de spleten der blinden pinkte den flauwen sohijn van een petrollampeken, en van uit de stalien stegen de geruohten op van rinkelende melkemmers en loeiende koeién. De dag was opgestaan, ^ gehuid in een waaig kleed van ûieeken nii^t, die in lange reepels opdoomde ait de wit beijzelde weiden en de bruine om-geploegde velden, waarop hier en daar noo-peae plek sneeuw vastgevrozen was. Doorheen cle veldon van Vossem sling-erde een kucliende itoomtram als een zwarten gordel, en de .okomotief spuwde gloeiende gensters in kool-swarte rookzuilen door het blanke rjaim. Verderop naar Leuven, te Leefdael en te oerthem, was het leven reeds volop ontwaakt. Hoerenkagen reden ons voorbij, vôôr de hoe'-?ekens stonden peerden te trap.>elen, en heele frotpen op hun zondagsch gekleede boeren :n boerinnen togen ter kerke om den tweeden verstdag godvruciitig aan te vangen. TE LEUVEN v Langs 1er Bank reuen we de stad Leuven uimen en hielden een oogenblik stil op de *roote Markt om ôbn oogslag te werpen ap e omliggende puinen der afgebrande on ge-îarteldc stede. Wij hebben de puinen van Leuven gezien in agusti 1914, toen ze neg rookten en er hier î daar nog vuur smeulde; toen de straten □g vers perd lagen met verkoolde en vunzende ilken en met hoopen Icarreelsteenen, ter-ijl de woeste brandstichters er nog doorheen epen. Wij herinneren ons nu een vergelij-3nd beeld, dat toen voor- on:' .a geest oprees. eizer Ncro van Rome, verruko eu opgetogen, inschouwde van op een der romeinsclie heu-:1s het brandende Rome en speelde de liarp i zong... S tond: daar op den Gesarberg kei-r Wiihelm niet, de Nero van het Ooslen, i bezong hij ook niet verrukt en opgetogen :n vxiuigloed van Deuven, dien hij had doen )laaiën?... Vroeg of laat ondergaan tyrannen jtzelfde lot. Keizer Nero van Rome werd »r zijn slaaf het moordend zweerd in de oorsb get-tooien, ua.u nij zen uen niueu met had zieh in het hart te boren. Ook keizer Wiihelm is gevallen, en wie weet waoht hem niet binnen min of meer korton tijd kogel of strop 1 Zô6 is het cinde der tyi-annen ! TE THÏENEN Vlug stappen we weer in onzen auto en de reis loopt verder over Oorbeek-Loo, Roosbeelk en Cumptich naar ïhienen. Het stadje is nog in een verrukkelijken feesttooi gedoscht: triomfhogen, wapensehilden, festoenen, vlsg-gen en wimpels. Nu het volop dag geworden \s-as, liet onze autovoerder zijn motor in voile kracht werken en als een pijl uit den boog vlogen wij de groote baan op naar Op-Heylis-sem, îyeer-Heylissem en Hanut. Hier zitten wij volop in het Walenland. Velden en weiden liggen er te da.mpon van mistigheid, terwijl ontwakende kraaien in lieele zwarte vluohten uit de naakte boomen langs de baan en de bosehjes hier en daar te midden van de la,ndei'ijen opvliegen en klapwiekend met rauw gekras door het ruiin zweven. De eentoonigheid der velden is afgewisseld door roode en blauwe iioevendaken, neergehurkt op de witgçkalkte muren, te midden van knoestige appelaars en jerelaars in de omliaagde boomgaarden. De mist steeg steeds booger in de lucht, waa^' hij zich uitstrekte in lange reepels, waar-tussehen het blauw azuur des hemels door sebemerde. In de woeîige stede Wii naderen Luik, de Woelige Stede, aldns genaamtl naar den tit-el van het beroemd werk van minister Carton de Wiart, « La Cité Ardente ». Te Hannut verlaten wij den groo-ten steenweg o"m eene zijbaan in te siaan langs Waleffes, Haneffe, Hollognes en Ans. Hier is het uit met velden en weiden. Het landschap is er vuil, zwart en stroef. Ginds rijst een hooge sintelhoop, veixler spuwen fabriekschouwen zwarten rook in 't aange-zieUt. des hemels. De baan is koolzwart en de huizen zelf zijn somber en vuil. In ons, die het kocllandschap niet gewoon zijn, legt het een terneerdrukkende stemming. Gelukkig voert de auto er ons in duizelingwekkende snelheid doorheen, zoodat wij weldra weer afwisseling vinden te Luik, waax we langs het faubourg Sainte-M u-guerite binneni'ijdon. Wij hebben pas den tijd eens rond te kijkcn, Onze auto snelt ioimer voort en stopt op den boulevard d'Avroy voor het gebouw van het Belgisch Groot-Hoofdkwartier. In 't voorbij-rijden en hier, van op den boulevard d'Avroy, hebben we Luik nog feestelijk bevkigd ge-vonuen. De menschen snellen er in koortsach-tigen ltaast elkaar voorbij, de elektrieke trams rollen met rinkelend gebel in aile richtingen, karren, koeteen, autos, vélos en allerlei an-dera voertuigen doorkruisen de stad, te midden van het joelend iawijd der groote steden ; ailes vvcelt en krioelt er in wiide koortï dooreen: de woelige stede. Wij 'hebben nu geen tijd om een toertje in de stad te doen. Men wacht ons in het Groot-Hoofdkwartier, want we zijn reeds over ons uur. 't Is 9 1/2 ure en we werden om 9 ure verwacht. Er is dus geen tijd te ver-liezen. Onze roisgezel van de Yzerslagvelden, de dienstveerdige en steeds gemocdelijke con-frater luitenant Henrion, bezorgt er ons het gulhartîgst onthaal en stelt ons voor aan colonel Fastrez, die ons eene vooiafg'àandelijke1 confereneie zal geven over de verdediging van Luik. Klein inte mezzo Colonel Fastrez is tie vriendelijklieid in persoon. Voor elk van ons heeft hij een goed wcordje ten beste en na ons allen de hand gedrukt te hebben, toont hij ons zijn kliaki overjas, gevoederd met een prachtigcn pels. Op den pels wijzende vraagt hij lachend: « Wie weet wat soort pels dat is? » De eene antwoordt « konijn », de andere « kat », deze <' vos », gene « wezel ». We slaan allen den bal mis. En gui lachend'zegt de colonel : « Deze pels is eenvoudig een « rattenpels ». In onze loopgraven aan den Yzer hebben wij het lee-lijk te verduren gehad door de ratten, geene gewono zwarte zolder- of kelderratten, doch bruin-gele wateiTatten, haast zoo groot als een middelmatig konijn. Ze kwamen ons het brood uit de hand snappen, en 't scheelde weinig of ze hadden onze armen en beenen afgeknaagd. Welnu, mijne mannen maakten er jaeht op. Ik loofde eene premie uit van 5 centiemen per rat, en aldus bekwam ik eene verzameling van 285 ratten op eenige dagen tijd. En hier zijn de rattenvellen nu in mijnen frak gestikt. Ik geloof niet dat er in heel de wereld zulk een pels bestaat. Dat is een « Yzerraltenpels » ! Inderdaad, deze pels is eenig in zijn soort. DE FORTEN VAN LUIK Colonel Fastrez vangt na dit intermezzo dadelijk aan met zijne confereneie over den roi van de forten van Luik en van ons voet-volk, dat er zoo heldhaltig gevochten heeft. Wij hebben in ons blaa reeds over dit punt gesproken, doch daar colonel Fastrez ons deze p!)ase van onzen heldenstrijd zoo klaar en dr.idelijk uiteen gedaan heeft, wiilen wij zijne enferencie hier samenvatlcn. Indien onze lezers de landkaart willen bekijken, zullen zij den strijd best kunnen volgen. Luik is omringd door 12 forten L Barohon, Evegnce, Fléron, Chaudfontaine, Embourg, Bcnr-eile, Flémalle, Hollogn;, Loncin, Lantin, Liors en Pontisse. De roi van Luik was een larreel te vormen tegen den vloed der over-weldigers met de banen en wegen te beschie-ten_, dio uit het vijandelijk land troepen aan-v jereji, evenals de dorpen en verzainclplaat-sea der vijandelijke legers onder vuur te ne-,non. In drie woorden: dezes opmarsch ver-tragen. De tusscheniuimten waren niet ver-sterivt, en let wel op dees punt : België heeft zijrie onzijdigheid tôt op het laatste oogen-blik behouden, want de versterking der tus-sohenruimten is slechts uitgevoerd geweest NA de oorlugsverklaring van Duitschland. En waarin bestomien die versterkingen dan"! In loopgraven en draadversperring : meer niet. Hier hebben we dus een dubbeio roi uit te leggen : de roi der forten en de roi van ons veldleger. Laat ons beginnen met het veldleger. In elke tusschenruimte lagen ter verdedigi/ig troepen der Ilte legerafdeeling: 2 bataijons voetvoik en 1 batterij artillerie met het bij-h'.crig mitraljeus- en ruiter^volk. In reserve v.*or al de tusschenruimt-en hadden wij : de lie brigade, de 12e brigade en een deel der 9e brigade. De oorlog begon den 4 augusti 1914, ten 8^ ure 's morgends. De Duitschers waren te Gemmenich over de grens gekomen en vielen Visé aan met eene macht ruiterij en voetvoik tien maal sterker dan onze 450 jongens, die deze tusschenruimte van Barchon bezetten, waarin Visé gelegen is. Onze troepen vochtcn met leeuwenmoed en 's avonds trok de vijand achteruit. Den 4 augusti gebeurde er niets anders. Den 5 augusti: hevigo aanval der ruimte Barchon-Evegnée door het 27e duitsch korps. Onze mannen moeten wijken voor de over-ma.cht, doch generaal Bertrand der reserve, rukt ter hulp op uit Vottem met het 31 linie, dus het ontdulbbeld lie linie, en gaat over tôt den teg^naanval. Gevolg: de duitschers wor-den achteiruitgeslag-en en 's avonds bezetten onzo troepen terug de verloren ruimte Bar-cli on-Evtgnce. Denzeifden dag omsingelden de duitschers het fort van Evegnéo. De commandant van dit fort bleef in telefonische verbinding met de lie hulpbrigade, en aldus kwam het dat do duitscliea-s gievat werden, tusschen het gesehut van het fort en dit der lie brigade. Hier gebeurde eene ijselijke slachting. De duitschers weken achteruit. en lieten hon-derdeii lijken aeliter. Het fort van Fleron werd dien dag ook san-gevallen. Kolonel Brinekmann, gewezen militaire attaché in het duitsch geiantschap te Brussel, kwam a.ïs parlementair naar het fort om de ovci-gaivo orvan te eischen. Hij werd zelfs niet aanhoord, en pas kon hij in zijne linies weengekeerd zijn, of het fort spuwde vuur in zijne rangen, dio deerlijk gehavend werden. Nog denzeliden dag wenl de ruimte Boncelle-Embourg bestormd. Onze mannen doorstonden moedig den scliok, doch do overmacht dreigde de bovenhand te be-halen, toen het 4e schaclron lansiers en een detachement wielr jders peerden en vélos ver-iieten en het voetvoik kwaïuen steunen. Ons û'ont bleief ongeschonden. In den nacht van 5 op 6 aug-usti: hevig ge-veeht op den linker Maasoever, in de ruimte Liers-Pontisse. De vijand be.ikte ons front in en drong door tôt Rhees, wsaar zij op het lie linie reserve botsten. Hier werd in den nacht oen verwoed ba.jonnetgeveeUt geleverd, man tegen man, met het blanke wapen. Al yech-tende week het lie linie toi Herstal, waar het 12e linie ter hu'p kwam. De duitschers kwamen in het dorp Herstal, doch géen enkele is er nog levend uit gekomen. Onze kolonel Dussart stierf eir de;i heldendood. 's Mor-geinds vond men te Herstal al de officiéren, met den kolonel erbij, van den duitschen stâf dood, uitg'ostrekt op hun regimentsvaan-dol, namelijk dit van het 27e wurtembergsch voetvoik. Dienzelfden nacht vielen de duitschers "aan met twee regimenten tusschen-de Maas en Barchon, en wei-den er staande g'ehouden door eene enkele redoute, waarvan de man-scha.ppen zonder verpoozen schoten als beze-tonen Geen enkele dier helden is levend uit die bel gekomen. De vijand, door zulken hardnekkige>n tegenstand in de war gebracht, en in den waan verkeerende dat onze verde-diging er uiterst sterk was, waagde het niet verder door te dringen en trok achteruit. Nog1 denâelfden luicht: tusschen Liers eii Pontisse gelukte een groep uhlanen erin door onze linies te dringon en rukte de stad Luik binnen, waar zij voor ons Hoofdkwartier ge-raakten. Tôt den laatste werd gedood, doeti ran dien dag af trok generaal Léman zich terug in het fort van Loncin. In de ruimte Barchon-Evegnée was dien nacht eene paniek ontstaan tusschen onze mannen. Zij sehoten in het wilde en waren eils zinneloos. Hier moost krachtdadig opgetreden worden, zooniet ware oene ramp gebeui-d. Generaal Bertrand begaf zich naar die ruimt», vergezeld door 1 officier, 1 klaroon blazer en 4 gendarmen. .Zij zongen uit vclle borst de « Brabançonne » en liepen aldus heel het front af. Onze mannen, door zooveel koeibloedigheid getroffen, staakten het vuur, werden weer kalm en bleven op hunnen post. Den 6 a-ugus ti : aahval der ruimte Barchon-Evegnée. De "sebok der overmacht was zoo geweldig dat de onzen weken. Generaal Bertrand snelde mot 2 kompanies van het 31e linie, en elementon van het 32e en hêt 12e ter hulp, ging tôt de.n tegenaanval over, her-won de ruimte en sloeg den vijand 1 kilo-meter achteruit. De ruimte Evegnée-Fléron had dien dag een sehrikkelijken schok te doorstaan van de 14e duitsche brigade met Ludendorff aan het hoofd. Deze brak na verwoede jgevechten door onze linies, en onze mannen trokken achteruit op Jupille. Te Fléron - Chaudfontaine beproefden de duitschers eene tweede doorbraak. Dwars over do baan Magnée^Ronisée liadden onze soldaten eene straatbaxrikaàe opgeworpen bij .middel van wag-ens, karren, boomen en kasseien : heel prnnitief dus. Deze barrikade werd verdedigd door tien mannen, en —hoe wonder het ook moge schijnen — geen duit-scher kwam erover. De vijand, vreezende voor eene eterke macht belgen, week achteruit. In de bosschen der ruimte Ourthe-Bon-celle werd er dien dag vreeselijk gevoclïten. In do bosschen St-Jean, St-Lambert, Angleur, en Cornillon verloren de duitschers hon-derden dooden, waartusschen vele edelen, onder andere prins von Lippe. Dien- dag, den 6 augusti, kwam er van generaal Léman bevel dat de roi van ons voetvoik uit was, en de aftocht van ons veldleger ving aan. Op> lieel ons front hadden de duitechers aangevallen met zies briga-den. Vijf ervan werden door ons handvol liei-den tegengehouden. Slechts een, deze van Ludendorff was doorgebroken in de ruimte Evegnée-Fléron. Het doel der duitschers, Luik stormenderhand in te nemen, was dus ver-ijdeld.En nu hadden zij nog af te rekenen met de forten, die allen nog ongeschonden waren. Om onzo forten tôt zwijgen te brengen moest do vijand zijne beruchte 42 kanon3 'tianbren-gen, waaa'tegon onze versterkingen eilaas, niet bestand waaen. Evenwel hielden onze forten den vijand nog tegen van den 6 tôt den 17 augusti. Den 16 augusti vloog het laatsts fort, diti van Loncin, in de lucht, en generaal Léman werd gevangen genomen. « Over den roi der forten, bealuit kolonel Fastrez, zal ik hier niet verd.er uitwijden, daar wij de forten zelf zullen gn..in bezichtigen en den uitleg ter plaats beter zal begrepeln worden. Welle 13 nu de uitsiag geweest van onze verdediging van Luik? Duitschland moest doorheen ons land zoo rap mogelijk net on-voorbereide, Frankrijk aanvallen. Dat liebber wij belet, omdat wij de Bondgenooten den tijd gegund hebben een iront te raaken in het west&n, waai'bij wij zelf ons in oktober 1914 op den Yzer aangesloten hebben. Het front was gesloten en Duitschland stond voor een stalen rnuur. De duitschers groeven er op liunne b&urt loopgraven, doch. zij| isobben e<r hun graf gedolven l » Alvorens naar het hôtel te gaan dineeren, stelde colonel Fastrez; ons commandant Renard der artillerie voor, die ons bijzonder zal toe-gevoegd worden voor het bezoek der forten dezen narniddag. Maarschalk Fcch'te Luik Voorbh het Gouvernementspaleis stappen-de, zien wij de fransche vlag op het eere-balkon wapperen. Dat gebeurt slechts bij hooge bezoeken. Wij gaan dus hooren tlei wiena ceie ao vlag wappert en we vememen dat maarschalk Foch pas aangekomen is en dineert bij den gouverneur M. Delvaux de Fenffe. Maarschalk Foch is slechts op door-reis naar den Rijn en blijft slechts een half uurke. Spijtig, -w ant eene ontvangst door maarschalk Foch viel uiterst in onzen smaak. Doch, de opperbevelhebber der Verbondene legers heeft geen tijd te verliezen en zet dadelijk zijne reis voort. Generaal Manglinse, overste van den Belgische legerstaf, olie ook reeds op weg was naar den Rijn, vernam onderwi g!, niet verre van Luik, dat maar- 1 schalk Foch ts Luik was. Generaal Manglinse keerde naar Luik terug om den maarschalk te groeten, en beide legeroversten zet- 1 ten samen de reis naar Duitschland voort. < NAAR DE FORTEN 1 Na het middagmaal gingen wij de> forten 1 van Barchon en Loncin bezoeken: het eerste ongeschonden, het tweede totaal vernield. De { tegenstèlUng zal ons des te dieper tretffen. < Onzo auto snelde met ons in voile vaart | door Luik en reed buiten de stad over de 1 Manginbrug. Dat de omgeving van Luik zoo i prachtig was, wisten wij niet. Vërrneiden wij ] ter loops dat Luik in eene vallei gelegen is 1 en dat men er langs gieene enkele richting s kan binnen komen zonder hooge bergen te i moeten beklimmen en dus ook steile heliin- i gen te moeten afdalen. Nu verlieten wij Luik 1 "langs de hoogte van La Xhavez. Een heelen c tijd volgden wij eene gelijke baan, die met i de Maas door het groene weidenlandschap . lieenkronkelde. Plots liep onze weg van de Maas weg en voerde ons eene 170 meters hooga helling op. De smalle weg kronkelde in breede kringen om kleine henvels heen steeds hooger, beurtelings de Maasvallei aan ons oog onttrekkende om dan weer het prach- j tig landschap in zijne voile heerlijkheid voor ons te ontvouwen. In de diepte kronkelt de Maas als een zilver lint door de groene weiden, waar koeien, van op de hoogte ge- ^ zien klein als kiekens. in te grazen ston-„ den. Aan de andere zijde rees de helling steeds "hooger, dicht begroeid met rosgebla- | derj kreupelhout, wiiartOBschen hier en daar 2 een eik zijne knoestige zwarte twijgen, als in wanhoopsgebaren, ten hemel verhief. Na een langen kronkelweg geraakten wij boven j op de hoogte, vanwaar wij een verrukkend vergezicht genoten heel in het ronde. Voor onze voeten, in een mistig vool gehuid, lag j de stad Luik, klein als een speelgoedstadje ; de Maas geleek nog slechts een beekje. Verder in liet ronde was het eene onafgebroken opvolging van heuvels en dalen. Deze laat- f sten ontsiiapten ^an ons oog, doch op de bel- g lingen stonden huizekens, die er zich kramp- ( acijtig schenen op veut te kl.?»mpen. Recht s voor ons is het Saive, meer links Chefneux, t waarvan bijna al de inwoners vermoord werden door de duitschers. De afgeknotte kerk- v toren getuigt nog van de oorlogswoestenij. g Het fort van Barchon Een ' lijnrechte baan over de hoogvlakte s voert ons tôt het fort van Barchon. Het i3 3 hier gelegen op eene hoogtel van 170 meters, ® heel den omtrek beheeischemde. We stap- ^ pen uit den auto en bevinden ons voor eenen grooten blck béton, overdekt met eene dikke laag groen bewassen grond, waaruit de zwarte = koepole iichtjes te voorschijn piepen. Onder de leiding van kolonel Fastiez, commandant Renard en luitenant Henrion dringen wij het fort binnen. We dalen eeno zachte helling E af en bevinden ons voor eene poiort in be- t ton, welke het opschrift draagt: Barchon z ] k b8. Door een donkeren gang, waarin op aff tanden zware ijzeren poorten aangebracht z zijn, dringen wij door tôt in eene diepe d gracht," langs beide kanten door zware en 1 dikiia betonmuien ingemetst. We zijn langs de poort onder den eersten dam van het fort I doorgedrongen, waarin alleenlijk de kase- matten der troepen ingericht zijn. De diepe/ E gracht, Y/aarin we nu staan, en die den e eersten dam van het eigenlijke fort schelidt, d dic.nti als schietruimte voor de kanons, in 11 gérai het fort stormenderhand zou ingeno- e men worden. Die kanons zijn aangebracht n in het eigenlijke fort en dringen met hunncln gaperden' muii door den dikken betonmuur, rechtoVer den eersten dam. De vijand diei ^ door den dam zou gedron^en zijn en zich t in deze gracht zou bevinden, wordt door die kanons gemitraljeerd. Nu dringen wij het fort binnen. Voorzien van petrollantceinen, en elk eeln doosje stèles- j lcens in do hand, klimmen wij in de diepste duisternis eene soort kiekenladder cp, epl T bereiken aldus de machienkamer op het eerste vendiep, waar de toestellen ingericht zijn voor de veiluchting en de verlichting van het fort. ^ Dezî machienen werden den eersten dag der duitsche beschieting vernield en aldus heeft £ het fort voortgevochten slechts flauw verlicht l door petrcllainpen en zender versche lucht. . Verder i3 het eerste verdielp ingerichfc-'in g kasematten voor de troepen en als kruit- | kamer. Het is oen echte doolhof van. enge| gangen, langs waar wij in de grootste donkerte behoedzaam en al tas tende langs de muren voortsukkelen, met als eenig Dakeû eenige roodvlammende solfertjes en den flau- 1 v/en sohijn onzer petrollamp. Onze stappen 1 weeiklmken hol door de duisternis. Aldus 1 klimmen wij langs een tweeden kieketntrap 1 naar hèt hoogsto verdiep, waar de kanons 1 in hunne schietkamer staan. Deze schiet- I kameis zijn ronde holen van amper lm.50 i doorsnede. Haast heel de ruimte is ingeno- 1 men door het kanon en den ophaalbak der ^ houwitsers, die van het eerste verdiep naar c boven gestuurd worden. Wij kunnen slechts s met vier man in de schietkamer dringen. ] Ook was de bemanning van het- kanon niet talrijker. Deze ronde liolte geeft- bove'n het < feru uit, en is daa.r overdekt met een stalen i puntser van 20 centimeters dik. Da.t is de koepol. Aldus zijn er vijf. Dit pantser is 1 beweegbaar. Wanneer het kanon geloden is, t h ordt het in de hoogte goheven door ee['\ i mekanism, dat tevens het pantser oplicht, 1 d^n loop van het. kanon door laat, dat zijn < scliot afvuurt; waarna het weer in de schiet- t kamer daalt en het pantser de opening weer toe dekt. i D^or andero duistere gangen doolden we < terug een heelen tijd rond en geraakten ein- c delijli buicen langs een eng poort je, dat ons i boven op het fort voert. Hier staan we te midden der koepols. Van hier zien wij dat ( het, fort ormingd is door een eersten gordel of 1 i iever door eenen steilen en hoogen dam, < dan door eene diepe en breede gracht, en j s • nog veraer m door eene loopgraax; te midden i daarvan ligt het dak van het fort met de koepols. Dit dak is 2m.50 dik in béton, en is overdekt met 1 meter aarde. Het ailes is ingesloten door een breeden gordel prik-kelaraad. Het omliggend ferrein is eene aan-eenschakeling van steeds nooger kiimmender bebcschte heuvels. Dit heeft "zijn goeden en zijn kwaden kan t. Onze soldaten kunnen den vijand er c-p 't onverwachts op 't lijf vâllen, terwijl de Duitschers ook onopgemei'Kt kunnen naderen. Op de hoogste heuvels in dei richting der duitsche grens, staat- het dorpje Blegny. of liever de puineu, want het dorpje werd platgebiand, en de pastoor en de bur-gemeester werden vermoord. Verder links tusschen den sintelhoop van don Hasard en het dorp Loncette, ligt de ruimte van Evegnée, waarover wij liooger spreken. Wij dalen langs ons eng poortje terug ira het fort en sukkelen een haif uur in do donkerte rond om er terug uit te geraken langs de lage poort, die er ons invoerde. Terwijl wij aldus in dit donker hol ronddool-den, dachten we aan onze moedige kerels die hier een verschrikelijk leven t ^verduren gehad hebben: zonder lucht zonder licht, rot-tende lijken in de gangen, daar men ze niet kon begraven, eene voortdurende beschieting !. De beschieting vain Bairclion begon den 8 augusti in den morgend, terwijl hei 16e duitsch voetvoik onze linietroepen aanviel tusschen Wandre en Blegmj'. Rond den middag kwam de duitsche kolonel Bober aïs parlementair de overgiavo van het fort eischen. De kommandant weigerde, waarop de zware kanons het fort onder tout namen. De toe-stand was voor onze mannen niet meer uit te houden. Ten 5 ure 's avonds werd de witto vlag geheschen en Barchon viel in "duitsche handen. Dit was het eerste fort dat viel. De overblijvende bemanning werd gevangen genomen. (Vervolg m n.) De Legerbewèging ffie Bofflâgeaooîem ta Seîgîë Er zijn thans in België veertig Jegerafdee-lingen der Bondgenooten: fransche, engel-sche, amerikaantche en italiaansche. Nooit waren er op onzen bodem, zelfs niet in het ergste van de duitsche bezetting, zooveel vreemde troepen. Natuurlijk hebben we liever onze Bondgenooten in ons land dan de vijanden. Maar heel zeker is het dat de aanwezigheid van zooveel troepen veel treinverkeer eischt en ook dat al die soldaten verdjanterd veel opeten. Ook lijdt het geen twijfel dat, als België alzoo de verzamelplaat3 blijft van de verbonden legers, men weinig of niets voort-gang zal doen met de heropbeuring van het land. Cosscci'f Het concert, zondag namiddag door de fan-faar van het 19e bataljon fransche jagers gegeven op de Van Meenenplaa.ts, te Sint-Giiis, liep allerbest van stapel. Ondanks het slecht weder yvaren de nie. svsgierigeâ over-talrijk opgekomen. Na uitvoering van het programma, waarvan elk stuk welverdiend geestdriftig toe-gejuicht werd, speelde de fanfaar opvolgen-lijk « Entre Sambre et Meuse », de « Marseillaise » en de « Brabançonne ». Toen kwam aan het gejuich en gejubel der menigte geen einde en men bracht de uitvoerders eene zoo schitterende ovatie, dat de Franschen er zicht-baar door A.ntroerd waren. De muziekanten werden nu ajfloop van het concert in het gemeentehuis ontvangen. EsîaeSscfee soldaten uekvvetsî Tusschen de lokomotieven, welke door de Duitschers moeten afgeleverd worden krach-tens de voorwaarden van den wapenstilstand, zijn er die door de belgische regeering gewei-■gerd woorden omdat ze niets meer weerd zijn. Verscheidene dier lokomotieven, gevoerd door duitsh personeel, waren van Charleroi naar Namen gestuurd. Een onderzoek is ingesteld en drie van de Duitschers zijn reeds aangehouden. Tusschen Floreffe en Flawinnes zijn die machienen op een trein gebotst, gevuld met engelsche troepen. Verscheidene wagons werden verbrijzeld en een 30tal soldaten bekwa-men wonden, het meerendeel aan het hoofd, en moesten naar het krijgsgasthuis van Namen overgebracht worden. Spoorwegmaterieel De Duitschers hebben aan de fransohe krggsoverheid 3,500 wagons en 200 lokomotieven afgeleverd. 9e Franseïiera in Dalmatië Een fransch bataljon heeft de stad Cattaro bezet. De fransene generaal Véral zal heti •bevel nemen over het intergeallieerd leger, welk Zuidelijk Dalmatië en Monténégro moet bezetten. De fransch-servische troepen zullen Ragusa bezetten. Te Fiume is een tcheco-slovaksche kommis-saris aangekomen, om de belangen van Bohe- men in Istrië op zich te nemen. « tu de Katiiolsake Vereeniging van Brussel Zooals wij gemeld hebben heeft de Eatho-lieke Vereeniging van Brussel zaterdag avond hare werkzaamlieden hernomen met eene be-langrijke bespreking over het stemrecht der Viouwen, bespreking waaraan deelnamen: MM, Duplat, de Savignac, C. Van Overbergh, Ma-tagne, De Coninck en Wau%vermans, dié de vergadering voorzat, en in zijne openingsrede hulde bracht aan M. Moens, overleden ten-gevolge van het zcdelijk lijden, tijdens den oorlog doorstaan, en aan M. Brassine, die zich, tijdens de bezetting, uiterst verdienste-lijk heeft gemaakt. Als besluit der bespreking stelde M. Duplat de volgeride dagorde voor, die aan de volks-vertegenwcordigers zal overhandigd worden: « De Kathoiieke Vereeniging van Brussel, bekommeid over het behoud der grondwet-telijke bepalingen, verwerpt aile poiitielce be-roering ten opzichte van het stemrecht en bezweert het Parlement van voorafgaandelijk de dringende vraagstultken, de nijverheid en den bande] betreffend, op te lossen; « Is evenwel van oordeel dat, om eene nationale wetgeving samen te steilen, die do noodige aedeiijke en politieke macht bezit om do Grondwet te herzien, de kiezing aan al de Belgen moet toevertrouwd worden; « De vrouw van dit recht uitsluiten zou eene schreeuwende onrechtveerdigheid^ zijn en het gezag van de Constituante verminderen, die uit gansch het belgische volk moet ont-I staan; dat, daarbij, het stemrecht in meest

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het nieuws van den dag appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Brussel du 1885 au 1965.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes