Het tooneel

1334 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 11 Mai. Het tooneel. Accès à 25 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/rx9377711w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Het Tooneel Jaargang Nr 35 — 11 Mei 1918 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 5 Centiem PAUL GILSON, die Vrijdag a.s. 17 Mei op de uitvoering van «La Mer» zal tegenwoordig zijn. — Kunstconcert «Leonidas», Folies Bergère. Kon. Ned. Schouwburg Speelseizoen 1917-1918 Het seizoen is dus geëindigd op 15 April 1.1. op recht schitterende wijze. Het sluitingsfeest was meer dan een gewoon huldebetoon aan de artis-ten van ons gezelschap: het was werkelijk een apotheose. Maar wij en vele gewone schouwburgbezoekers, vooral zij die niet aanwezig waren, zullen zich afgevraagd hebben waarom en door welke geza.g-hebbende menschen die onvergetelijke manifesta-tie ingericht was. De traditie werd bij deze gelegenheid heelemaal over 't hoofd gezien: niet éen spreker in ceremoniekleeding en stemmige witte das kwam, met oratorisch talent, die bloemenhul-de nader «omschrijven». En dat was spijtig. Want bij zulke plechtigheden hoorde toch immers een feeetrede. De viering was niet spontaan, maar sedert lang voorbereid en we dàchten dus dat, bij de overhan-diging van bloemen en geschenken, een hartig v.oord zou gezegd worden. Opzettelijk waren wij gekomen om naar die . feestklanken te luisteren, want we lusten graag een mooie redevoering, uitgesproken door een kunstenaar van het woord. Helaas! We werden deerlijk in onze zoete hoop, i in onze blijde verwachting, teleur gesteld! Bloemen en garven, palmen en sierplanten met de macht, met de vleet, bergen van Flora's geuri-ge gaven, geschenken met den hoop, maar niet een feestklank, niet éen woord in de Universiteit van het woord, in den Tempel van de verklan-king van het idee en van hét gemoed. Niets I..- Het inrichtingscomiteit had wel per omzend-brief, in winkeliersstijl, uitgelegd waarom al de abonnenten en gewone bezoekers verplicht werden hun centen bijeen te brengen om onze artis-ten te huldigen, maar de feestrede die een onmis-baar reliëf, een kunstkarakter moest geven aan die manifestatie van bewondering en dankbaar-heid, bleef achterwege. En wij herhalen: dat was te betreuren! * * * Want dan hadden wij eens duidelijk vernomen waarom dit blijk van sympathie nu juist op 't \ einde van «dees seizoen» moest betoond worden. De circulaire zei, indien ons memorie niet al i te. ontrouw is, dat wij het gezelschap dank ver-achuldigd zijn, en de leiding vooral, om de goede ' keua der stukken en de uitstekende zorg waar-mede die stukken zijn opgevoerd. Die waardeering is dus voor rekening van het Comiteit, die schriftelijk, noch mondeling — zoo-als we hooger bewezen — die bewering met argu-menten heeft bewezen. Maar het publiek heeft toch die woorden naar zijn smaak gevonden, want de opkomst was tal-rijk, zeer talrijk zelfs; — noch zelden zal den achouwburg zoo goed bezet zijn geweest. Wat er ook van zij. ons schouwburgpubliek is' niet ondankbaar en als het gewaar wordt dat er pogingen gedaan worden om het voldoening te 6chenken, dan zet het die dankbaarheid wel gaar-ne om in tastbare en zichtbare bewijzen. En wij mogen bekennen dat ons gezelschap geen onverdienstelijk werk heeft voorgebracht en oat de opvoeringen zelfs beter waren dan — over 't algemeen genomen — voor den oorlog. Maar er is een... maar bij. In ons nummer van 23 Maart schreven wij: «Wij weten dat veel en goed werk werd gepres-teerd, voorzeker, en wij bekennen het gaarne, maar juist die wetenschap geeft ons absoluut het recht te verzoeken nu eens voor immer af te bre-I ken met het drakenrepertorium : «Spoken» hebben | wij op een Zondagavond bijgewoond en met mach-| Wg veel plezier mogen constateeren dat ons Zon-| dagspubliek met de meeste aandacht het groot-f «che werk van Ibsen gevolgd heeft. «Een publiek dat «Spoken» kan genieten, zal een ander werk niet met onverschilligheid bejege-nen. Het komt er maar op aan een goede en be-voegde keus te doen. «Wij nemen gereedelijk aan dat er onvermij-delijk heropvoeringen gedaan worden maar, als men nagaat dat zij het overgroot aantal uitma-ken van de repertoriumstukken, dan komt men tôt het besluit dat de «effort» tôt zijn minimum her-leid is, dat men de zaakjes zoo gemakkelijk mo-gelijk regelt, wijl het publiek nu toch opkomt. Een kunstinstelling, waar de iuspanning uiterst Kerà\g is, waar met goede krachten een hooger 1 Itunstpeil te bekomen is dat niet bereikt wordt uit gemakzucht, onverschilligheid of verkeerd be-grepen winstbejag, moet wis en zeker van zijn ! reputatie en sympathie verliezen.»_ Wij hebben ons gezelschap eerlijk en oprecht gesteund, omdat wij vonden — vooral tijdens de twee eerste seizoenen^— dat er gewerkt werd met moed en overtuiging en heel veel kunstbe-trachting. Ter wille van dien steun werden we ■ttlfs wel eens lastig gevallen en verdacht ge-niaakt, maar dat kon ons minder schelen, wijl we Tel Weten dat er menschen zijn die nooit tevre-den zijn; menschen die in de oppositie geboren zijn en er heel hun leven zullen in olijven, zoolang wel te verstaan, zij niet gelukt zijn in hun in-tiemste verlangens, of zoolang totdat ze zelfs op Ae kussens komen of de lakens mogen uitdeelen. We deden in het artikel dus uitschijnen dat er te veel heropvoeringen plaats hadden. Meer nog: de beloften ons gedaan bij 't begin van het seizoen werden daarenboven niet gehouden. Wat zei heer Bertrijn, de leider, in het onder-houd, een paar weken voor den aanvang van het tooneeljaar 1916 - 1917? «Ziehier wat ik denk te moeten en te kunnen opvoeren: «De Violiers» van Willem Schurmann, waarmede, zooals «Het Tooneel» reeds heeft aan-fcekondigd, we het seizoen 1917 - 1918 openen. Dan zullen we werk opvoeren van Fabricius, in den loop van het speeljaar: «Dolle Hans», «Sonnas-, «Onder een Dak», «De Rechte Lijn», het nieuwe stuk van De Lattin «'t Is Wreed in de Wereld», «Aan Flarden» van Top Naeff, — hoogst waarachijnlijk «Robert en Bertram» van Heijer-mans, eenigszins gelocaliseerd ; van denzelfden auteur: «Op Hoop van Zegen», «Het Zevende Ge-bod», «Ghetto», «De Opgaande Zon» ; «Koning Hagen» en «Een Nieuw Leven van Hubert Melis; «Kaatje» in de vertaling van Antoon Moortgat; <Pro Domo» van Van Riemsdijck; «Eene Misda-ige» van de Tière; «Kleine Menschen» van Van Naasdijk, benevens eenakters van Sabbe, de Tiè-Je, Van Sloten en De Lattin; van Ibsen: «Johan Gabriel Borkman», «Nora» en «Spoken»; van B. Shaw «Mevrouw Warren's Bedrijf». — Van het Fransch repertorium zal ik zien wat ik nog spelen kan. Van het Duitsch repertorium: «De Eer» en «Magda» en de lustspelen «De Weg naar de Hel» en neel w'aarschijnlijk «De Spaansche Vlieg». Als mijn repertorium niet al te overladen is, wensch ik ook «Jongelingszonden» van Jan Bruy-lants te geven.» Van de zes en dertig werken opgevoerd tijdens het verleden seizoen, zijn er slechts zeven die Werkelijk nieuw waren : «De Violiers», «Dolle Hans», «Een Boete», «'t Is Wreed in de Wereld», «Sonna», «De Antichrist» en «John Gabriel Bork-toan», de negen en twintig overige zijn herhalin-?en; eene nieuwigheid dus om de maand. De in-•^panning was dus niet te groot, vooral als men bedenkt dat voor het meerendeel van die nieuwe stukken de instudeering geen buitengewone moei-te vergde. Tijd om te studeeren was er genoeg, ^'ant slechts om de week was er verandering van spektakel, terwijl, voor den oorlog. soms drie, vier ^'erschillende stukken in één week vertoond werden. De kunstbetrachting was dus tôt het minimum herleid en hierdoor kwam de gemakzucht heelemaal op het voorplan en was de lust totaal ver-dwenen om met nieuw en goed werk voor het voet-licht te komen. De éenakter: «Acta Bureaucratica», primus van den Tooneelprijskamp met algemeene stemmen van de jury, die van den heer Bertrijn induis, werd zelfs niet eens opgevoerd. Onze lezers ge-lieven zich te herinneren, het vleiend oordeel over het bekroonde werk in «Vlaamsch Leven». — De slotzin van die beoordeeling luidde: _ «Met «Acta Bureaucratica» is onze, aan degelijk werk zoo armmoedige tooneellétterkunde, een best gelukt, goed - gebouwd eenacter rijker geworden». In plaats daarvan kregen we het onbenulligste der societeitsprulletjes «Ik trouw met mijn dochter», waarvoor wel'tijd gevonden werd om in te studeeren.Maar 't is waar ook: een menheer die heel zijn leven lang de sprekendste bewijzen heeft gegeven van verregaande wansmaak, die ailes genegeerd heeft wat nieuw, jong en frisch was, en die nu in den laatsten tijd, de spreuk indachtig: «waar twee honden vechten om een been, is de derde er mede heen» van zeer betreurenswaardige omstan-digheden heeft weten gebruik of liever misbimik te maken om het meesterschap te verkrijgen, die menheer moet verklaard hebben dat «Acta Bureaucratica» niet deugde en dit bevoegd oordeel moet voor de leiding volstaan hebben om het degelijk werkje te veroordéelen. (Wordt vervolgd.) N. InenomdeSchouwburgen VLAAMSCHE OPERA. — In «Het Vlaamsche Nieuws» van Vrijdag 3 Mei, stond te lezen: «Gisteren ontmoetten wij den heer H. Fontaine, bestuurder van de Vlaamsche Opéra. — «Het Tooneel» meldt deze week dat gij at-ziet van aile verdere uitbating van de Vlaamsche Opéra. Is dat waar? . , . — Hoegenaamd niet en volledig uit de lucht gegrepen. Ik hoop zoodra mogelijk te heropenen. — Zoodra mogelijk! Wanneer is dat? De heer Fontaine haalde de schouders op. — Met October dan? — Ik hoop wel van ja. , Wij ook, want vindt het Vlaamsche publiek met dat de Opéra nu lang genoeg gesloten bleef ? De Ko'ninklijke Nederlandsche Schouwburg,m et slecht ingestudeerde stukken, maakt intusschen gouden zaken en moet bij elke voorstelling volk weigeren. .. ^ Het is volstrekt noodzakelijk dat de Opéra met October openen zou. » " Ziedaar dus wat we tôt onze allergrootste ver-bazing gelezen hebben. — Heeft «Het Vlaamsche Nieuws» het korte persgesprek goed weergegevew — en wij hebben geen enkele reden om daaraan te twijfelen — dan heeft heer Fontaine de gratis-aantijging in de wereld gezonden dat «Het Tooneel» de menschen appelen voor citroenen wil ver-koopen, als het ons toegelaten is, in dezen tijd, nog over die goudgele vruchten te spreken, die zelfs met een verrekijker niet meer te ontdekken ^Daar heer Fontaine de zaken aldus opvat, zien wij ons verplicht de punten op de i's te zetten. Wij hebben de pretentie het publiek goed en spoe-dig en vooral onpartijdig in te lichten over ailes wat tooneel, kunst en letterkunde aanbelangt, — zonder ons nieuws uit de lucht te moeten grijpen, zooals heer Fontaine zoo buitengewoon schilder-achtig zegt. In 1915, eenige maanden voor de heropemng van den Kon. Ned. Schouwburg, toen het gerucht van die heropening vasten vorm kreeg, vroegen w» aan heer Fé Derickx — wij gelooven in 't bijzijn van kunstzanger heer Willem Taeymans, die îns-gelijks lid was van den tooneelprijskamp in het Palatinat — of heer Fontaine er niet over te spreken was voor een heropening van de Vlaamsche Opéra. De algemeene -regisseur antwoordde ons dat zijn bestuurder er niet aan dacht zijnen schouwburg te heropenen om reden die wij voor-alsnog maar zullen verzwijgen. Verleden winter scheen heer Fontaine tôt an-dere gedachten te zijn gekomen, want dan wist heer Derickx, de vertrouwensman, de factotum van heer Fontaine — in de goede beteekenis van het woord — ons te vertellen dat zijn directeur vast besloten was een operagezelschap samen te stellen, waarmede hij zou optreden tijdens het seizoen 1918-19, wat ook het verloop van de om-standigheden zou meebrengen. Dit nieuws hebben wij meegedeeld in «Het Tooneel» en werd 'niet tegengesproken . Heer Fontaine woonde zelfs in het begm een paar voorstellingen bij van de «Nieuwe Operaver-eeniging»,in 't vooruitzicht eenige contracten te kunnen afsluiten. Hij schijnt dan de stedelijke overheid gepolst te hebben over de eventueele heropening van de Vlaamsche Opéra, maar dan moet men — om de toelating te weigeren — tegen hem dezelftfe ar-gumenten uitgespeeld hebben die heer Fontaine zelf in 1915 gebruikte om de Vlaamsche Opéra gesloten te houden. . Toen «Het Tooneel» dan met het bencht kwam dat heer Van den Eynde pogingen in het werk stelde om de Vlaamsche Opéra in huur te knj-gen, scheen de strijdlust van heer Fontaine, voor het bezit van het kostbare en zoozeer verlangde stadstheater weer opnieuw aangevuurd. De lever moet echter alras verflauwd zijn want heer Derickx, zijn regisseur en goede medewerker, gaf ons de stellige verzekering op Zondag 28 April, rond 9 uur 's morgens, in (te Nationalestraat —-wij preciseeren — dat heer Fontaine voor goed den strijd had opgegeven en dat hij — heer Fô Derickx — dus maar gecontracteerd had, aan zeer gunstige voorwaarden, met heer Villier, bestuurder van den Variétés-schouwburg, op Vrijdag 26 April. Heer Derickx drukte zelfs zijn ver-wondering uit dat wij zoo goed en zoo snel inge-licht waren. En ziedaar dus een kort, maar eerlijk en ge-trouw relaas van de feiten. Wij hebben man en paard genoemd om het publiek te laten oordeelen of «Het Tooneel» zijn inlichtingen zoo maar uit de lucht gegrepen heeft. HEER PAUL SCAPUS zal hoogstwaarschijn-lijk geen deel uitmaken van het gezelschap van heer Villier, in de Variétés. Wij betreuren dat er geen vergelijk kon getroffen worden in deze zaak tusschen onzen voortreffelijken ténor en de di-rectie. Mogelijk zal heer Scapus toch een maal per week zijne medewerking verleenen aan het Nieuwe Operagezelschap.Naar wij vernemen werd de opvolger van heer Scapus door heer Villier reeds geëngageerd. MEJ. DELVIGNE, de verdienstelijke «Anne-mirl» uit de operette «De Lustige Boer», is voor het Winterseizoen verbonden bij het operagezelschap van heer Villier. VOORDRACHT G. CAUWENBERG. — De be-langstelling voor den lyrischen voordrachtavond, heden avond in het Koninklijk Kunstverbond te houden door onzen gevierde acteur heer G. Cau-wenberg en den talentvollen toondichter heer Ka-rel Candael, is zoo groot, dat er bijna geen kaar-ten meer voorhanden zijn. De achterblijvers zullen zich moeten haasten, willen zij dien hoogst kunstvollen avond genieten. WELDADIGHEIDSVOORSTELLING KIND.— Heden, Zaterdag 11 Mei, gaat dus in den Scala-schouwburg de eere-avond door, ter nagedachte-nis van den graag gezienen komiek heer August Kind. De opbrengst dezer vertooning komt ten goede aan de weduwe van den te vroeg ontslapen kunstenaar. Ailes doet veronderstellen dat de toe-loop van het publiek zeer groot zal wezen, wat ons niet het minste vervvondert, daar heer Kind enkel vrienden had. GEZELSCHAP PIET JANSSENS. — Het gezelschap van heer Piet Janssens vertolkte verleden Woensdag in het Nationaal Tooneel te Me-chelen het gekende tooneélwerk «Het huis Bonar-don».DE DOODE. — Op verzoek der vermaarde En-gelsche mimo - artisten, de gebroebers Marti-netti, werd dit drama naar den aangrijpenden roman van Camille Lemonnier bewerkt. De oor-spronkelijke versie gaf enkel weer «De Moord» en «De Wroeging», maar de indruk, die de eerste opvoering te Londen op het publiek teweegbracht was zoo akelig, dat men voor de leefbaarheid en den bijval van het werk ernstig bevreesd werd, en op aanvraag van Paul Martinetti werd tusschen het eerste en het tweede gedeelte een passage gevoegd in meer opgewekten toon. De Doode is niet, zooals vele menschen verlceerdelijk den-ken een pantomime. Gebaren komen slechts in dit werk bij uitzondering te pas om een gedacht scherper uit te drukken. Mimiek is in dit drama de hoofdzaak. Onze lezers kunnen zich bezwaar-lijk een klaar gedacht vormen van de werksom, die de opvoering van dit spel vergde. Een maand lang, dag aan dag, hebben onze artisten herhaald. Ook zal «De Doode» eenig schoon voorgedragen worden. Een kwaart eeuw geleden ging het mimodrama te Brussel en voor jaren werd het door de zor-gen der Kon. Maatschappij der Harmonie alhier vertolkt. Menschen die deze vertooningen bij -woonden, beweren, dat de opgedane indruk nooit vergeten wordt. Weergegeven door artisten zooals de elementen van onzen Kon. Ned. Schouwburg, zal denkelijk de te weeggebrachte impressie op ver na niet moeten onderdoen voor de vroegere interpreta-ties.Gezien de hooge onkosten, die zulk mimodrama vergen — de aanstaande drie of vier opvoeringen, want waarschijnlijk wordt «De Doode» ook nog op Maandag 20 Mei aanst. gegeven, zullen zoo wat rond de tien duizend franks uitgaven na zich slepen — worden enkel bij uitzondering dergelijke avonden op touw gezet. Ook mogen onze kunstliefhebbers deze buitengewone gelegen-heid niet laten voorbijgaan. De leden van den Club Télégraphie en in de allereerste plaats hun onvermoeibaren voorzitter heer Théo Bailleul halen eer van die ontworpen vertooningen. Hun inzicht is, elk jaar, een degelijk werk in de beste voorwaarden te laten spelen, en om dit voornemen moeten wij hen oprecht ge-lukwenschen, he£ strekt tôt voorbeeld. DE DOODE. :— Het locatiebUreel voor de vertooningen van het mimo - drama «De Doode», is gevestigd op de Teniersplaats, 2. DANSGALA EDEN. — De groote dansgala die op 15 Mei a.s. in den Eden plaats heeft, is stel-lig voor Antwerpen een nieuwigheid, en daar er in onze stad zeer veel liefhebbers van mooi-uit-gevoerde dansen zijn, zal het er niet aan toe-schouwers ontbreken. . HEER PIET JANSSENS laat geen gelegenheid onverlet om op te treden. Op Zondag 12 dezer, gaat weer «Het huis Bonardon», ditmaal te Lier. EDEN. FEESTAVOND VAN HET KOOR. — Het bestuur van Eden heeft besloten op 22 Mei a. een feestavond te bieden aan de dames en hee-ren koristen. — Opvoering van «Hare Hoogheid Walst!», operette in drie bedrijven. — Muziek van Léo Asscher. «GADE GA DOPPE?» — Met veel bijval werd in het Nationaal Tooneel te Mechelen de verdienstelijke revue «Gade ga doppe?» van heer An-theunis, gewezen barytonzanger en bestuurder van den Cirkusschouwburg van Gent, opgevoercv. Mej. Lima was een allerliefste commère. Als compère bekwam heer Moris heel wat succès, terwijl onze komieke roi heer Jef Verschueren geestdrif-tig werd toegejuicht. De dames artisten van Brus-sel presteerden flink werk, en de Mechelsche liefhebbers, die de bijkomende typen uitbeeldden, —-waren in het geheel niet kwaad. LIEFDADIGHE1DSFEEST «EDEN». — Het groot liefdadigheidsfeest op Dinsdag 7 Mei 11. in den Eden, door de gekende vereeniging «Union Philantropique» ingericht, gelukte opperbest, en bracht niet minder dan de ronde som van 2000 frank op. Heer L. De Backer, de gekende opera-zanger, droeg met warmte en gevoel een aria uit «Herodiade» voor. Er scheen geen einde te komen aan de ovatie, die men aan den steeds graag ge-hoorden artist bracht. Allerliefst zong Mej. C. Moors een fragment uit «De Vrijschutter», terwijl heer F. Bol zijne flinke stem deed gelden met een aria uit «La Tosca» en met het lied «Goede Nacht». Verder ging het gewoon degelijk programma van den Eden schouwburg. Sa vigny QUELLINSTRAAT, 6. OPENING ZATERDAG 11 MEI 1918. Gust Janssens, uitgever, Kerkstraat, 13, Antwerpen. ELKE WEEK verschijnt bij mij minstens één f(À/l 1 vlaamsch boek. Zooeven kwam van de pers: Fénelon Meisjesopvoeding (Uitgave "Pedagogisch Magazijn,,) Prijs : fr. 0 50 Lyrische Voordrachtavond G. Gauwenberg Zaterdag 11 Mei, om 9 uur T.U., Lyrische voordrachtavond te geven door heer Gustaaf Cauwen-berg,kunstenaar van den Kon. Ned. Schouwburg begeleid door heer Karel Candael, toondichter, met de welwillende medewerking van Mej. Marg. Van Weddingen, in de groote zaal van het Kon. Kunstverbond (Cercle Artistique), Arenbergstr. Spelwijzer : 1. a) Jean. Renaud (oudé ballade) A. Sandri. — b) De bruid des Paukenslagers (Nederlandsche bewerking van A. Moortgat). V. Hugo en Fr. Thomé. 2. a) Magdalena's glimlach, J. Rameau en Ch. Bernadel. — b) De vergiffenis, Ned. bewerking van M. Sabbe, Will. Chaumet. — c) Het Mirakel, Ned. bewerking van M. Sabbe, Will. Chaumet. 3. Beproeving. Ned. bewerking van Paul Lepa-ge, Ed. Guinaud en E. Roux. 4. a) Variaties op «Le Carnaval de Venise», Ned. bew. van L. Krinkels, Th. Gauthier en Fr. Thomé. — b) De onderprefekt op het land, Ned. bewerking van A. Moortgat, A. Daudet en G. Le-maire.5. a) Ik droomde, Peter Benoit. — b) Reinhil-des lied uit «Herbergprinses, N. de Tière en Jan Blockx, gezongen door Mej. Van Weddingen. 6. Lenore (Ballade), ned. bewerking van M. Sabbe, Burger - Liszt. 7. a) Angélus, De Vries en K. Candael. — b) Stoet, Alb. Rodenbach en K. Candael. — c) De Sulamithe, Ned. bewerking van M. Sabbe, von Schonaich en K. Candael. René Lonthie Carnotstraal, 113 — Specialiteit van Kinderopnamen — Kon. Kunstverbond «DE DOODE». Vrijdag 17, Zaterdag 18, Zondag 19 Mei 1918, te 9 uur 's avonds (T.U.), opvoering van «De Doode», (Le Mort), beroemd mimodrama in drie bedrijven en vier tafereelen, scénario van Cam. Lemonnier en Paul Martinetti, muziek van Léon Du Bois, ten voordeele van het Liefdadigheids-fonds der Club Télégraphie, Vereeniging van Te-legraafbedienden der Stad Antwerpen, onder de leiding van toondichter Karel Candael, met de medewerking van het gezelschap van den «Ko-mnklijken Nederlandschen Schouwburg». — Sym-fonisch orkest van 60 ledén. Rolverdeeling. — Bast, heer Gustaaf Cauwen-berg. — Balt, zijn broeder, heer Louis Bertrijn. — Hendrik, hun neef, hr Edw. Gorlé. — De Maalder, heer B. Ruysbroeck. — De Veldw^achter, heer R. Van de Putte. — De Maaldersknecht, heer W. Cauwenberg. — De Notaris, heer J. Schmitz. — De Notarisklerk, heer F. Thees. — Een oude heer, heer R. Angenot. — De grafmaker, heer F. Van Gool. — Een gendarm, heer Jaaks. — Ka-rina, dochter van den maalder, Mevr. Hel. Ber-trijn-De Dapper. — Madame Tire-Monde, Mevr. M. Ruysbroeck - Tenvoorden. — Muzikanten, boe. ren, boerinnen, bruiloftsgasten. Tooneelmeester: heer Karel Aerts. — Kapsels van het huis Coudés - Van Thillo. Korte inhoud. — Eerste bedrijf: de misdaad. — Balt en Bast zijn twee vrekkige boeren, nog on-gehuwd, die samen eene vervallen hoeve bewo-nen. Balt zal binnen kort trouwen met Karma, de dochter van den Maalder. Op een avond, tijdens een geweldig onweder, dat zij bij het vuur zitten te peinzen, komt Hein, een hunnen verwanten, in dronken toestand bij hen aankloppen. Hij heeft geld bij zich, veel geld, dat hij hen toont. De aan-blik van het goud doet de hebzucht der beide broeders opflikkeren. Balt door Bast aangehitst, wurgt Hein, waarna beiden het lijk in den mest-put becraVen. Doch de «Doode» spookt hen na. Het wil hen maar niet gelukken hem diep genoeg te begraven. 't Komt hen voor dat hij gedu-rig uit den put komt. Tweede bedrijf. — Het slechte gewetén. — Balt heeft den maalder weten te bewegen zij-rwf toestemming te geven tôt zijn huwelijk met Karma; het meisje echter houdt meer van den maaldersknecht, die zij, achter den rug van Balt, lief-koost. Toch zal het huwelijk doorgaan: het kon-trakt wordt bij den notaris geteekend; doch ook overal spookt de Doode voor de oogen der beide broeders : — zij zien hem in den klerk die hen de pen reikt om te teekenen; hij kruipt als een schim langs de muren; zij vechten er tegen en gansch de plechtigheid staat daardoor over-hoop.Derde bedrijf. — De boete : Door schrik over-meesterd vluchtten zij naar hunne woning, slui-ten en grendelen de deur; doch ook daar rijst de schim van den «Doode» op, grijnst hen tegen uit het oude uurwerk; zit tusschen beiden als zij op het bed te vergeefs rust zoeken. Zij worstelen met elkaar denkend den doode te bedwingen, — doch Bast, in de worsteling wurgt Balt. De schrik maakt hem krankzinnig, en als de Veldwachter komt, die beide broeders van den moord op Hein verdacht, en hen wil aanhouden, vindt hij Bast zitten te midden van het gestolen goed. Hij wil hem aanhouden; Bast wil vluchten, doch valt in de handen van den gendarm, die zich weer ont-popt als de ijselijke schim van den Doode. die hem opeischt als zijne prooi voor aile eeuwig-heid.IK KOOP nog altijd tKiaS giën aan hooge prijzen OUDE 8TEKIVWEG, Î5 Antwerpen, nevens den hoek der St-Jansplaats Huis van Occasiejuweelen August Kind (Vervolg en Slot.) Telkens, wanneer over de creaties van Kind ge-handeld werd, loofde men zijn behendigheid om karikaturen op de planken te brengen. Naar aan-leiding van «Gardevo!» bijvoorbeeld, kon men lezen: «Van Aerschot, ayant été assez gravement « malade, c'est Kind, un de nos excellents chan-« sonniers du terroir qui fut chargé de le rempla-« cer. Il le fait avec une verve amusante et très « adroite. Notre Sus a trouvé là un admirable so-« sie dramatique. Et Kind qui est un travailleur, « un zélé, jubile. » Ook als operetten en blijspelenvertolker nam hij een waardige plaats in. Hij was o.a. Isidoor in «Uffra Beulemans gaat trouwen», Char^icé en Pomarel in «De Kuische Suzanna», Zaagmeel m cDe Gescheidene vrouw», Régisseur in «Gri-Gri», Billy Harfcon in «Kino - Koningin», Feri in de «Czardasvorstin», Baron la Chanterelle in «De Wonderpop», Orlando in «Boccacio», Kolonel Ra-tapoil in «Een Koningsgril», Puycardas in «Misa Helyett», Louchard in «Mamzel Angot», Flik in <De Lustige Weduwe», J. Peeters in «Het Vrou-wenrecht», enz. enz. Sus Doddelzak, in «De Vod-denbaron», zijn laatste interpretatie. De tweede rechter in «De Gescheidene Vrouw». was een zijner glansrollen. Fantasio in «Le Matin» beweerde : «M. Kind a typé un juge, d'un gâtisme tout à fait effarant et très réussi», en m 'n verdere beoordeeling lezen wij:«Maar als we rechtuit moeten zeggen wie ons het best bevallen heeft van de mannen, dan is het Kind, wiens <openbaar ministerie» een macht van een karika-tuur is. Daar mag hij geen trek meer bijdoen... Zoo is het kompleet en van goeden smaak». Alom oogstte hij als kluchtzanger zeer veel succès. Een beetje overal trad hij op: te Antwerpen in al de zalen, te Brussel, te Luik, te Namen, te Charleroi, te Blankenberghe, te Leuven, te St-Nikolaas, te Gent in .den Nieuwen Cirk», enz. enz. Ook in den vreemde verscheen hij in dezelfde hoe-danigheid voor het voetlicht, o.m. in Holland, te Amsterdam in den «Cirque Carré», onder de di-rectie van heer Frits van Haarlem, in de music- j halls «Panoptikum» en «Flora», e. a., in den Haag in de «Flora», en elders, en in het Groot Herto^- j dom Luxemburg o.m. in het «Variétés Amberg», waar hij tevens het ambt van regisseur waarnam. ; En altijd waren de couranten even vleiend : «Il faut signaler Kind, le joyeux et populaire j Kind», treffen wij in een verslag aan, «dont la ; renommée est en passe de surpasser celle du bien- , aimé Sus lui-même, et drmt la fantaisie savoureuse et hilare, lui vaudra quelque jour d'être surnommé le Dranem flamand». — Verder lezen wij: «Et l'on revit et l'on réentendit Kind... qui fait ; rire, qui amuse et divertit sainement. Kind, varie j également ses effets par une mimique expressive,qui vaut la joie du public des fauteuils, aussi bien que celui des galeries». — In Luxemburg schrijft een verslaggever: «Und Kind! Wer lacht nicht wenn er mit Sentorstimme hinausschreit : L'amour, l'a... mour c'est un z'oiseau volage...» cœur a fait son nid. Ce z'oiseau c'est un canari, L'amour, l'a... mour c'est un z'oiseau volage..., oder die in letzten Karnaval schwer miszhandelte «Caroline» singt» ; terwijl de Hollandsche bladen getuigen : «Een Vlaamsch humorist van de echte soort is Monsieur August Kind. Zijn verschijning is er wel naar om de menschen.in een vroolijke stemming te brengen. Een luchtige, fijne Fran-sche humor zorgt dan wel voor de rest», of nog: «Kind is meer de dolle grappenmaker, die U door zijn dwaze invallen tranen doet lachen. De Hollandsche Dranem hebben wij hem genoemd». Meestal zong heer Kind liederen door hem zelf geschreven. In het uitwerken van zulke luimige teksten was hij zeer bedreven. Vaak droeg hij 's avonds in het publiek voor, arias in den loop van den dag opgevat. Men zal zich duidelijk het suc-ces herinneren van: «In 1802», «Een Tyrolienne», «Polka pour piston», «Toréador d'occasion». «Oh Suzanna!», «Zijt gij die lieve juffrouw?», enz. Dank aan zijn kleurvolle liederenvoordracht gelukte hij er in,arias uit revues bij het volk in te planten. Men denke slechts aan «Het Koperen me-dailleke» uit de «Bloc-revue». — «Du côté du sexe laid citons encore Monsieur Kind», treffen wij in een verslag aan, «qui reçoit des applaudissements bien mérités avec ses chansons et dans la danse salo... pée». Dank aan zijn bewonderenswaardig geheugen moest Kind nooit zijn rollen ter hand nemen, om ze van buften te leeren. Na een paar herhalingen was hij meestal met den «parlalido» weg. Buiten zijn liederen schreef hij eenige lustige spelen in één bedrijf: «De verhangenisvolle kus», «Van acht tôt negen», «Gemeubileerde kamer te huren», «Wat de liefde doet», enz., die veel ver-diensten hebben. Ontelbare grappen maakte hij mede. In een zeker stuk moest Lamoen avond aan avond, een ze-vental «sneeuwtaartjes» opeten. Ziin collegas hadden echter besloten hem beet te heoben, en zij lie-ten stokjes hout in de zoetigheid bakken. Maar ze kregen Lamoen niet te pakken, hij verzon een uitvlucht, speelde voort en liet de taartjes onverlet. Niet zoohaast echter was het doek gezakt of de machinisten, die van niets wisten, wierpen zich als razenden op het lekkergoed. En niet weinig lachten de pretzoekers, wanneer zij zagen hoe de gulzigaards het moesten bezuren en verduren. In een zijner kernachtige artikels «Pastels et Sanguines» drukte Guy Tare in het bijzonder op het sober maar afgewerkt kluchtig karakter der typen door Aug. Kind geschetst. We stonden rondom het open graf geschaard, en brachten hem een laatsten afscneidsgroet... In de verte dreunde het onophoudend kanongebulder: de dood beheerscht deze eeuw... en ontroerd aan-hoorden we de aanspraak van een confrater: «En scène pour le dernier acte»... het eeuwig-onveran-derd, pijnlijkst bedrijf... Met stille tranen pare-lend in de oogen en een glimlach op het gelaat, verlieten we het rustig, geheimzinnig oord van eeuwige rust. Een traan... een glimlach... aldus uit zich de ware humor, en de vroegtijdig ontslapen kunstenaar August Kind was een humorist. J. DE SCHUYTER. Inkoop OCCASIE JUHEELEX Verkoop F. VAN KERCKHOVEN 1, Anneesseustraat, 1 Goudsmid Horlogiemaker Diamantzetter De Vlucht der Saksische Kanarievogels II. Wanneer het buiïg weer aankwam kon Snep-vangers met Albertken niet meer geregeld gaan wandelen. Zijn dagen schenen hem langer. Telkens als hij de gelegenheid vond, sloot hij zich bij Sander aan om wat afleiding te vinden. Op een zonnigen, ijlen najaarsdag stond hij zoo te treuzelen voor de halfdeur van het kousenwin-keltje. De boord van het gaanpad dreef van het speeksel. Een hoopje lanterfanters luierde tegen den met veelkleurige plakkaten bedekten muur... Boven, ergens in een kamer waarvan het venster openstond, kweelde een, kanarievogel. Snepvan-gers vond het danig schoon. — Hoor eens, Sander! — 't Is een sijsken, Snepvangers. — Neen, neen, 't is veel schooner... 't is een kanarievogel... — 't Kan zijn, schokschouderde de Speeker on-verschillig.— Een schoone vogel, mijmerde Snepvangers. — De schoonste vogels zitten in den buiten, zei Sander. — 'k Zou toch wel een goeie zanger willen hebben...— Och, wat hebt ge er aan?... Dat zingt maar en dat vreet maar!... — Het zijn zoo'n fij-n vogeltjes, Sander, en als zij zingen... — Koop liever duiven... als zij vet zijn kunt ge ze in 't potteken steken en binnebas spelen! — Ik koop een kanarievogel, besloot meteen Snepvangers. — Ge zult het u beklagen, waarschuwde Sander meewarig alsof zijn vriend rampzalige voor-nemens koesterde. . — Ik moet toch iets hebben om mij te amusee-ren, verontschuldigde zich Snepvangers. — Ja! zei de andere zuur, misschien moest ik het niet zeggen... de menschen zijn toch zoo ei-genzinnig... maar als vriend, als ge dan toch een kanarievogel wilt koopen, ga dan om raad bij den klakkenmaker van de Paardenmarkt... anders wordt ge nog bedonderd... — Dank u, Sander. Snepvangers sprak er met Albertken over. —Ik zal het Grootmoe vragen, meende het kind. — Ja, Albertken, en dan zullen wij ons amuse eren... — Ik zou toch liever een arend houden! — Maar dat is een wild beest... — Die eten rauw vleesch, Grootva, maar een kanarievogel is toch ook goed. Madame Snepvangers gaf haar toestemming, onder beding dat Mijnheer zelf voor het vogeltje zou zorgen. Dan toog hij naar den klakkenmaker. Hij ken-de hem van in den tijd toen de politiek hem in beslag nam. In het halfdonkere winkeltje was de man bezig met schikken. Ln de achterkamer zong een vogel. — Dus wilt ge een kanarievogel houden, wikte de raadgever met scherpe neusstem. — Ja! — Een of meer? — Ik denk... — Daar zit het gevaar... één zangvogel is een. plezier... meer, het kweeken, wordt een drift -. ik kon mijn goesting altijd intoomen, maar dat kunnen weiïiig menschen... — Ik zou'om te beginnen maar een manneken willen koopen! — Om te beginnen, zegevierde de Klakkenmaker, de drift is u al meesUr-.- ge zijt een verlo-ren man, Snepvangers, maar gij moet het weten... ik heb u verwittigd... — Waar kan ik een vogel koopen, vroeg de ongeduldige Snepvangers, in vertrouwen, want ik ken de mannekens niet uit de poppekens... — Dat zal ik u leeren, vriend... Als ge voor een kot staat dan moet ge de vogels goed bezien• •• Als ge ze goed bezien hçbt, moogt gé u nooit laten pakken door de schoon pluimen... zoo is het bij de menschen ook... — Dus een met leelijke pluimen? — Bijlange niet!... Luister Als er veel bijeen zitten moet ge een kaalkopken kiezen... — Zijn dat mannekens? — Ja... want poppekens en poppékèns dat vecht niet... mannekens en poppekens vecht ook niet... maar mannekens en mannekens die pikken elkander de koppekens kaal... — Maar als de vogels nu eens apaart zitten? — Dan moet ge ze hooren zingen... als zij zingen zijn het mannekens... daarbij kunt ge het zien aan hun houding en manieren en hun kp-leur is hooger... — Waar zou ik er een kunnen koopen? — Overal, meende de Klakkenmaker luchtig. — Ja, maar... — Het hangt af van de'soort die ge wenscht... Een Hollandsche of een Parijsche trompétter, een Brabantsche vogel, een Gentsche postuurvogel or een edelzanger zooals de mijne, een Saksische?... — Een Saksische dan, de schoonste die te krij-gen is, hunkerde Snepvangers. — Daarin hebt ge gelijk... de beste soort... geen bastaarden... maar 't is een kwestie van goesting ... ik ken een liefhebber die Schotch Fancies kweekt, reuzenvogels van twintig centimeters. — Dat zijn geen kanarievogels meer, minachtte Snepvangers. — Volgens mij ook niet, fluisterde de Neusstem, ge zult er verstand van krijgen, Snepvangers, dat voorspel ik u... Daarom, een goeie raad, let op de pooten als ge koopt... Die van jon-ge vogels zijn glad, die van de oude zitten vqI schubben en hun klauwen zijn veel dikker en langer... Ga naar den ouden Willems met mijn com-plimenten, hij is zaalwachter in het Steen en die zal u niet verneuken... Hij kleurt geen wijfkens om ze voor mannekens te verkoopen... Zorg dat ge uw drift meester blijft en dan zult ge veel plezier in de liefhebberij vinden... Ik heb hooren vertellen dat een Hollandsch kapitein die veertien jaar te Breda in garnizoen had gelegen zoo verslingerd op het gezang was geworden, dat hij menigmaal vergat 's midaags te gaan fcten... — Wel, wel!... — Van 's morgens vroeg tôt middernacht toe deed hij niets anders dan luisteren om de schoonste zangers te onderscheiden. • • maar zoo-veel tijd schiet er mij niet over... een kapitein is geen klakkenmaker... De Klakkenmaker hield Snepvangers in het deurgat nog bij den knoop van zijn jas. — En als hij wat heesch is legt gij een stuks-ken kalissiehout in zijn «èzer», of als het een valling is dan doet ge eenige druppelen vijgen-sap in zijn drinken... Als ze vreetziekte hebben moet het aluin of staal zijn, voor den afgang melk en voor de hardlijvigheid kandijsuiker en saffraan... — Kan een kanarievogel... — Ja, knikte de Klakkenmaker en zijn oogen keken zorglijk, zij kunnen het stiet krijgen en dat moet ge met ongezouten spek genézen, zij kunnen kwijnen in een donker kamer, vermage-ren als zij geplaagd worden door roode luisjes, daarom moet ge holle roestjes gebruiken, zij kunnen aan vallende ziekte lijden, aan vetziekte, aan buikkramp, aan natuurdrift, zij kunnen een been-breuk opdoen... — Och, och, zuchtte Snepvangers, 't is toch niet waar zeker? — Jawel, maar laat mij dan maar roepen... Ik zal wel raad weten... ik heb al twee pooten ge-nezen met een saaien draadje in lijnolie gedrenkt en warm zand in het kot... — Dan hebt ge niet lang plezier van een kanarievogel, wantrouwde Snepvangers. — Dat weet ik niet, dat hangt af... Wanneer ge katten en ongedierte weert... de vogel goed verpleep-t, versch eten en drinken geeft en dae-c-lijks «muur»... bijtijds een bad, en de roestjes driemaal per week uitklopt, dan leeft hij tien tôt vijftien jaar... Ik heb zelfs eens gelezen dat een vogel twintig jaar werd... — Dan koop ik er een, verklaarde Snepvangers opgetogen... — Doe het, moedigde de Klakkenmaker aan. 's Namiddags trok Snepvangers naar het Steen. Er waren geen bezoekers. In een klein zaaltje, naast een paar toonramen vol medaljes en pen-ningen, half verborgen achter verkleurde en ge-schifte zijden vaandels zat de oude Willems sla-perig aan zijn bakkebaarden te pluizen. Hij keek norsch den bezoeker aan, die aarzelend stilstond voor een geelkoperen bedpan, voetje voor voetje naderschoof en belangstellend door het venster keek naar den stroom waarop een hooge scheeps^ romi) zwenkte. Hij had nog nooit zoo scherp een kiel van een schip opgenomen, vond het vlak be-neden de waterlijn zeer rood gemenied. — De dag moet hier toch lang duren, polste hij den Zaalwachter. De man kikte niet, zag noesch naar het grau-we water dat midden in den stroom opschuimde als zog van den overzetter. Meeuwen scheerden rakelings over de baarkens. Snepvangers was niks op zijn gemak. Hij pro-beerde het nog eens: —Een schoon uitzicht op de Schelde... — Vindt ge dat, zei Willems, dan moet ge maar goed zien en van de gelegenheid profitee-ren.— Ja, maar ik kom om een kanarievogel te koopen... nu weet gij het, ontlastte zich Snepvangers.— Dat is wat anders, meende Willems leven-dig, stond op en kwam naast hem staan, waarom heot ge dat niet direct gezegd? — De Klakkenmaker heeft mij gezonden... — Er is niks zoo schoon als de zang der kanarievogels!-.. Nachtegaalslagers, edelrollers en kollervogels... Hoor hoe ze rollen: woe, woe... ie-rie-rier... ie-lie-liel... arrr... verrr... fi-fi... si-si... wi-wie... wies, wies, sies... toe... toe... tsoem... en hun kleur, zoo teer-.. zoo fijn... hooggeel, stroogeel, witgeel... bleekgroen... ik heb er roode gekweekt met kleurvoeder... — Roode? — Ja... maar als ge dat probeert moet ge maar een wijfken pakken... die zijn goedkooper en dan is er niks aan verloren... een weinig cayennepe-per tusschen het eten... en klaar is Kees!... Maar 't lukt niet altijd... — Wanneer kan ik een vogel koopen? — Direct... wacht een oogenblik... De Zaalwachter ging naar een kleerkast, trok de deur open en nam er een kooitje uit, — Een vogel uit de duizend... 's middaga is er geen mensch en dan leer ik hem fluiten... Twee violen en een bas-bas-bas!... Maar deze is vol-leerd... Alleen hem in 't donker houden... Moet ge soms poppekens hebben?... — Misschien later, als ik zou kweeken... — Dat is eigenlijk het plezier, Mijnheer Snepvangers, de vogels kweeken en ze leeren zingen... ik gebruik altijd een flesch en een stop en dat maakt aardige muziek... Ik ken een nachtwaker die er zijn dagen mee doorbrengt... — Wanneer slaapt hij dan, — verbaaede zich Snepvangers. — Als hij wat tijd heeft, 's nachts bijvoorbeeld... Ik heb enkel Saksische vogels, maar mijn broer, de kleermaker uit de Keizerstraat, nevens het Kapelleken, die heeft al de soorten van wereld-•• Laatst kwamen ze hem roepen terwijl hij het orgel trapte in St-Jacobskerk, want er was een Engelschman speciaal overgekomen om zijn vogels te zien... Twee vogels heeft hij toen verkocht, die puur kerkmuziek zongen... zij hadden lang tegen den kerkmuur gehangen en zij volgen zoo gemakkelijk na... Maar nu trof het goed... ik gaf voor zoo'n vogel niks... Ik laat u het manneken over omdat de Klakkenmaker u gezonden heeft... want eigenlijk kweek ik voor de kunst! Met zijn kooi en sterk door de raadgevingen kwam Snepvangers ln de Hobokenstraat. (Wordt vervolgd.) LODE BAEKELMANS. I 11YFP1ANO ,e kooP aan voor" LUALiiAliv deelige voorwaarden Turnhoutschebaan, 172, te Borgerhout.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het tooneel appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Antwerpen du 1915 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes