Het tooneel

1639 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 16 Septembre. Het tooneel. Accès à 23 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/d21rf5mm08/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

HetTooneel 2e Jaargang Nr 1 — 16 September 1916 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem _ . . — p " " r——————————————— ' •' ' " """ 1 " " ' HET TOONEELSEIZOEN Zoohaast wij vernomen hadden dat de opening van het speelseizoen 1916-1917 vastgesteld was op Zatur-dag, 16 September, trachtten we den bestuurder, den heer Bertrijn, te pakken te krijgen om van hem het een en ander te vernemen dat de le-zers van «Het Tooneel» kan interes-seeren.Alhoewel onze sympathieke directeur nu niet goed te spreken is voor een intervieuw heeft hij nochtans met de meeste bereidwilligheid de gevraagde inlichtingen verstrekt. — Ja, mijn waarde, zei ons de directeur, ik verkies veel liever dat het publiek bij 't einde van het seizoen kan zeggen : er is veel en goed ge-werkt, dan te hooren uitroepen bij den aanvang : veel beloven en weinig geven... — Heelemaal van uw gedacht, directeur! Maar u hebt wis en zeker een speelplan opgemaakt en om daar-mede kennis te maken in 't belang onzer talrijke lezers, zijn we U ko-men vinden. Wij begrijpen heel goed dat de beste en rechtzinnigste inzichten en voornemens soms omver geworpen worden door niet te voorziene en on-vermijdelijke oorzaken. Maar, zonder de minste zucht tôt vleien mogen we toch wel zeggen dat U, die een man is van de daad, zoo-veel als het in uw macht is, woord zult houden. Het vorig seizoen heeft trouwens bewezen dat U, met be-perkte krachten en middelen, uitste-kend werk géleverd hebt. — Ik dank U voor die deugddoen-de waardeering die grootendeels mag toegekend worden aan mijne ver-kleefde medewerkers. Het speelplan dat ik U zal mededeelen, zal zoo stipt mogelijk gevolgd worden. Het seizoen openen we met «Pari-sina», het lyrisch drama van Gittens en Keurvels. — Bravo ! directeur. Dat is een daad van diepgevoelde piëteit, eene schoone hulde aan de nagedachtenis van Keurvels, den grooten Vlaam-schen strijder en kunstenaar, wiens meesterwerk alzoo bij het publiek zal bekend geraken, vooral bij de jonge-re generatie. Mocht nu uw edel stre-ven op prijs gesteld worden door ons Antwerpsch publiek en vooral door de Vlaamsgezinden, dan zal uw moei-te niet te vergeefs geweest zijn. En niet alleen uw moeite, maar ook de enorme kosten. Want, tusschen haak-jes gezegd, we vinden uwe pogingen toch nog al vermetel en des te stou-ter en gewaagder daar dit kunstpro-dukt als openingsstuk moet dienen! — Jawel! dat wil ik niet ontken-nen. Een opvoering zooals die van «Parisina» gaat met zeer groote uit-gaven en moeilijkheden gepaard: een volledig orkest, een vrouwen-, man-nen- en kinderkoor vergen natuurlijk aanzienlijke financiëele opofferingen. «Het Meisje van Arles» is een suc-ces geweest en ik denk dus dat «Parisina», dit werk van eigen bodem, dat in de best verzorgde voorwaar-den voor het voetlicht zal komen, een talrijk en dankbaar gehoor zal vinden.— Wij denken het met U, directeur, en wij hopen het van harte. En wat komt er dan aan de beurt? — Een heele reeks heropvoeringen en ook enkele nieuwe stukken : «De Naakte Vrouw» van Bataille, «De Slet»,een nieuw werk van Scheltjens, «De dwaze Maagd» van Bataille ; «Kleine Menschen» van den Neder-lander van Waasdyck; «Allerzielen» van Heyermans; «Nora» van Ibsen, waarin mijn vrouw de titelrol zal overnemen van Mevr. Dilis; «Mevr. Warren's Bedrijf» van Bern. Shaw; «De roode Toga» (Rechters eerzucht) van Brieux; «Gaat en Vermenigvul-digt» van Haugen; «Mijnheer Alphonse» van Dumas, fils; «De Hin-derlaag» (L'Embuscade), van Kiste-maeckers ;< «Mea Culpa» van M. Van Riemsdijck; «Anne-Mie» van Faesen ; «Zaza», met mijn vrouw in de titelrol; «Een Boete» van Suze Lachapel-le - Roobol; «Verstrooid Vrouwtje». Waarschijnlijk gaat ook «Koning Hagen» van Hubert Melis ; «De Redite Lijn» van Fabricius en «De Win-keljuffrouw» van Fonson en Wiche-ler, in de vertaling van Moortgat, dat in Holland gespeeld werd door de Vlaamsche artisten en een kolossaal succès bekomen heeft. Voor dit laat-ste werk zouden er een paar décors moeten geschilderd worden. Maar of de Stad tôt het bestellen zal overgaan durf ik niet bevestigen. Ook is het niet onmogelijk dat we «Shylock» geven met Piet Janssens... Ik heb, terloops gezegd, een paar werken ter lezing gekregen van stadsgenooten. — En van het repertorium van verleden jaar zullen we voorzeker toch ook nog wat te zien krijgen — Ongetwijfeld ! De meeste stukken werden door het publiek zeer goed onthaald en zullen stellig en vast met plezier teruggezien worden, o.a. «Het Schandaal», «De Kleinen», «Pro Domo», «Medea»», «De Dief», «Margaretha Gauthier», «Het Meisje van Arles», «Spoken» van Ibsen,«Een Misdadige», «Op Hoop van Zegen», «Het Zevende Gebod», «De Kleine Lord», «Het Slachtoffer» en «De Meester der Smeltovens». Ziedaar wat we voorzeker zullen spelen, misschien op een paar uit-zonderingen na, die niemand voorzien kan. — Opperbest, directeur, opperbest ! Met machtig veel genoegen hooren wij dat er veel oorspronkelijk en veel kunstwerk voor het voetlicht zal ge-bracht worden. — We wenschen niets liever dan kunstwerk te leveren. Om de beurt zullen we trachten een oorspronkelijk en een uitheemsch werk op te voe-ren. Dat zal afhangen van de op-komst van het publiek. Verleden jaar hebben we 300 ver-taalde en niet minder dan 150 oor-spronkelijke akten gespeeld, terwijl in normalen tijd het lastcohier de opvoering eischt van 1/3 oorspronke-lijke akten. Wij zijn dus een heel eind verder gegaan alhoewel er geen verplichting was. — Ja, waarde directeur, uw stre-ven tijdens het verleden seizoen is door ons publiek wel naar waarde ge-schat en ik geloof dat U aile reden gehad hebt om tevreden te zijn over den uitslag. — Meer dan tevreden. Ik kan het publiek niet genoeg bedanken omdat het onze pogingen zoo goed gesteund heeft. — Des te meer hebt U reden te over om U gelukkig te achten, U en Uwe verkleefde medewerkers,daar er veel kunstwerk gepresteerd en het bewijs dus geleverd werd dat het niet noodig is voortdurend het dra-kenrepertorium aan te spreken om te gelukken. Die tijd is Goddank, voor-bij ! — Jawel, en indien het publiek blijft opkomen lijk verleden jaar... — En waarom zou het dat niet ? 't Vorig jaar hebben we gehoord dat meerdere bezoekers van uwen schouwburg, die vroeger regelmatig naar den «Royal» of naar de «Variétés» gingen, hunne verwondering uitdrukten dat onzen Neder-landschen schouwburg over z u 1 k e eerste-klas elementen beschikte die op uitstekende wijze de moeilijkste kunstwerken vertolkten. Die hebben dus den weg naar uwe kunstinstel-ling gevonden en zullen dus wel blij-ven komen. — Dat hoop ik met U. Onbekend is onbemind. Ik heb ook meerdere bewijzen gekegen van aanmoediging en waardeering van stadgenooten die niet wisten dat wij zulk degelijk werk konden voortbrengen. — En uw personeel, directeur, blijft dat onveranderd? — Ongeveer. Heer Herreygers zullen we misschien een paar maanden moeten missen, daar hij van de bui-tenlucht geniet om zijn gezondheid te herstellen. Als nieuwe aanwinsten kan ik u melden: Mej. Jeanne Janssens, zuster van Mevr. Magda Janssens-en de heeren Van Thillo, die U De Dichter en Toondicbler van " PARISINA Treurspel in 4 bedrijven waarmede heden het tooneelseizoen begonnen wordi. Frans Gittens Edward IÇeurvels in de «Palatinat» aan 't werk gezien hebt, en Van Roy, een der beste leer-lingen van de klas van den heer Sab-be.— En hoe lang denkt U te spelen ? — Zeven voile maanden: van den 16n September tôt den 15n April 1917. Wat meer is, wij hebben er een speeldag per week bijgevoegd, namelijk den Maandag. Dat maakt dat wij 5 vertooningen welkelijks zullen geven: 's Zaterdags, 's Zondags (2), 's Maandags en Donderdags. — Welnu, directeur, dat is dus een heele tijd welke U de gelegenheid zal geven uw s c h 0 0 n programma — want dat is het ongetwijfeld — uit te voeren. En, zooals we reeds zei-den, we zijn innig overtuigd dat het publiek nog talrijker zal opkomen dan verleden seizoen.... Goede waar prijst zich zelf ! Met deze woorden namen we af-scheid van den knappen bestuurder van ons uitnemend gezelschap. Onze lezers zullen dus met genoegen vernemen dat het speelplan uit-stekend opgemaakt is. De uitwerking ervan, wij durven het gerust voorspellen zal de moei-lijksten bevredigen. HET TOONEEL. Aan onze Lezers. Met dees nummer begint de twee-de jaargang van «Het Tooneel». Wij zullen wel niet meer moeten uiteenzetten wat we zinnens zijn te doen: de vorige jaargang heeft genoeg aangetoond wat ons werkplan is en op welke wijze wij onze belof-te gehouden hebben. De voortdurende en stijgende bij-val van ons blad was voor ons het beste bewijs dat we op den goeden weg waren en de schoonste aanmoediging om voort te gaan. Tijdens het vorige seizoen ontvin-gen we meerdere bewijzen van wel-gemeende waardeering van vooraan-staande persoonlijkheden in de Kunstbeweging. Andermaal zal onze betrachting zijn het publiek in te lichten over ailes wat er omgaat in de Kunstwe-reld.Onze kritiek zal wezen wat ze al-tijd was: eerlijk en oprecht. Vriendschap noch vijandschap zul-ten de drijfveeren zijn voor onze be-oordeeling, doch steeds het hooger belang van de kunst zal ons leiden. En met die gedragslijn is ons kunstminnend publiek volkomen t'ac-coord ! HET TOONEEL. " Parisina,, Het Poëma. De geschiedenis van Parisina, (le jeug-dige Italiaansche prins.s, die 't geluk vindt bij haar stietzoon Ugo, met wien ze in bloedschaude leeit tôt de menschelijke ger^chtigheid beiden vérnietigt, vertoont gelijkems met de oud-Grieksche legende van Phedra — den lezer vooral bekend door het treurspel van Racine — en ook eenigszins met de liefde-tragulie van die atidere Italiaansche schoone, waarvan Dante in den vijfden zang van, zijn «Htlle» het verloop verhaalt: Francesca di Rimini Hartstoclite lijke figuren als Parisina be-koren niet alleen hun minnaars, doch trek-keu eveneens de kunstenaars aan. Talrijk zijn dan ook de dieliters, welke deze onge-woue vrouw bezongen, die zulke passie te wekken wist en met zooveel glo-d die lief-de beantwoordde, dat zij met haar gellef-de aile menschelijke wetteu tart tôt beiden, bezaligd, den dood in gaan. In 1815 dichtte lord Byron zijn «Parisi-ua», bewerkt naar Italiaansche bronnen. Zijn werk werd door Romani benut om er een libretto voor Donizetti uit te trekken. Deze opéra werd met ov-rgrooten bij val voor de eerste maal vertoond in 1833 op den Pergolèse-schouwburg te Florence Ihans is voor velen het bestaan van dit zangsp;l onbekend. In 1839 werd een Parisina van William BetMiet te Lond<-n gege-ven en in 1878 liet Giribaldi te Montevideo een gelijknamig werlc-uitvoeren. — Italiaansche dichter, Dominico Tu-miati, schreef insgelijks een Ugo et Parisina door den komponist Veneziani op mu-ziek gezet, Deze partituur wijst op st-r-ken mvloed van Schumann. Een ander landgenoot der heldin, Rovocanachi, be-stnde-rde haar geschiedenis en gaf een boek uit, dat den opmerkelijken titel: «Fen Italiaansche Phedra» draagt. Ouder dan al deze bew.rkingen is «El Çsstigo sin vengaza» (De straf zonder wraak) van den grooten Spanjaard Dopé de Vega (1562-1635.) Eindelijk wi-rd op 26 April 1912 in den grooten Scala-schouwburg van Milaan.een Parisina van Gabri'ële d'Annunzio, met muziek van Pietro Mascagni, voor 't voet licht gebracht. We zullen ons bepalen bij «en korte be-spreking van het stuk, dat Frans Gittens schreef en door Edward KeurVvls tôt een lyrisch drama lierwrocht werd. Frans Gittens (1842-1912) was niet een groot dramaturg, Toch mogen een paar zij ne r werken gerekend worden onder het weinig goede dat onze tooneelliteratuur.na haren herbloei met van Ptene, voortbracht Deze stukken, we bedoelen inzonderheid Jane Shore en «De Maire van Antwerpen» bereiken geen hooge kunstwaarde, zijn on-beholpen van stijl — we wijzen hier niet alleen op de soms gewrougen en slordige taal —, doch zij bezitten toonedhoedanig-heden en bevattera treffende tafereelen.die den tôt luisteren geneigdeu toeschouw^r roeren,boeien,soms meesl.pen. Hebben deze,wel wat op déni smaak van de menigte berekende drama's ,de Vlaamsche dramati-sche letterkunde niet met groote schreden vooruitgeholpen ,zi j hebben toch den kunst-zin gelouterd van de op drakenkost ver-sli.ngerde schouwburggangers uit den tijd, elat «De twee Verstootelingen», «De twee Weezen»,en aBdere belangwekkende pareu met, de «Eondensehe Bandieten» en «De Bu lté naar», avond 11a avond, de zaal van orkestzetel tçt engelenbak deden volloo-pen. Voor de stukken van Gittens bkven de aan sterke emoties en zenuwschokken-de sensaties gevvone bezo.kers niet weg. Zoo bereidde deze dramaturg de baan voor latere schrijvers, die het peil onzer nationale tooneelkunst wilden verheffen. Wat Frans Gittens voortbracht mag tôt de de-gelijke volkskunst gerekend worden, al zou een weinig meer verfijning in de uit-wvrking der toestanden, wat minder los-heid van stijl en wat meer verdieping in de psychologie der soms nog al willekeu-rig geschetste «helden»zeker niets aan leef-baarheid en kunstwaarde der spelen if-breuk hebben gedaan. G.ttens was een groot bewonderaar van Shakespeare. Vertelt men niet — se non è v:ro, è bene trovato ! — dat hij zich eens lichtteekenen liet, starend op een doods-hoofd, hetwelk in zijn hand rustte — lijk ieder zich den meest-volmaakten Shakespeare held: Hamlet, voorstelt? Wat daar ook van zij, in zijn werken, in Jane Shore en niet het minst in Parisina, is de invloed van den grooten Will onloochenbaar en dit leidt soms tôt zeer zwakke nabootsingen' welke ook nog bij andere dramaturgen.die de spelen van Shakespeare uitpluisden, aangetroffen worden. H t einde van Parisina, 0111 ons overzicht bij dit werk te bepalen, waar de door Smart overstelpte her-tog de godheid en de natuurkrachten op-roept t r vfrnietiging van zijn eigen le-veu,doet denken aan koning Lear's boven-mensclielijke wanhoop... doch alleen om

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het tooneel appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Antwerpen du 1915 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes