Het tooneel

1543 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 28 Octobre. Het tooneel. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/qj77s7jw5h/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Het Tooneel 2e Jaargang Nr 7 ■ - 28 October 1916 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen i « 10 Gentiem mTHVR VJ1N TH1LLO Een nieuweling, die bij zijn eerste op-treden op ons Kon. Vlaamsch Tooneel on-middellijk de aandacht op zich trok. Ook is hij geen onbekende voor ons schouwburgpubliek. Zeventien jaar lang telde de tooneelafdeeling van de «Morgen-star» -— een onzer degelijkste volksmaat-schappijen — hem onder hare beste krach-ten. Hij onderscheidde zich vooral in het moderne drama en tooneelspel. Hij speelde opvolgentlijk : Georges in «Voerman Henschel»; Moerens, in «Een Herder»; Richard van Ottendorf, in «Het Verloren Pai-adijs; T o m , in «Aan Flar-den»; Bronk, in «Allerzielen», Geert, in «Op Hoop van Zegen» ; W i 1 k o de Hond, in «De Rechte Lijn», enz. In een der tooneelprijskampen tusschen matschappijen, door de Stad Antwerpen uitgeschreven, werd hij eervol vermeld.De verslaggever der jurv — Heer Fé Derickx — in zijn betoog over den prijskamp, zeg-de o. m. van heer Van Thillo: «zijn plaats is aangewezen op ons Nationaal Tooneel». Deze woorden werden dit jaar bewaarheid. Na eene verbintenis van anderhalf jaar aan den Palatinat schouwburg, waar hij verscheidene rollen van de meest uiteen-loopenden aard speelde o. a. : Fortu-nio, in «Fortunio's Lied; Flupke, in «De Liefde van Flupke; De Antieke, in «Peer de Koster» ; Gérard Verse haer en, in «De Bommelbaron» ; André Wicheler, in «De Brave Hendrik» ; CommandantFricasse,in «Rare Marus» ; De Gouverneur, in «Musketiers in 't Klooster», enz enz. — werd hij door den heer L. Bertrijn aangeworven. Hij trad voor 't eerst op als G a r z i n en A r-n h e i m in «De Naakte Vrouw», dan als Konsbroek, in «Kleine Menschen» en nu als P a s t o o r Roux in «De Dwa-ze Maagd»; hij wist meteen de gunst van het publiek te verwerven door zijn talent van uitbeelding, zijn schoone dictie en zijn natuurlijk spel. Over het Repertorium Wij ontvangen den onderstaanden brief van een onzer getrouwe lezers welke wij in zijn geheel opnemen. « Geachte Redactie! Sta mij toe, in uw veelgelezen blad, eenige bedenkingen neer te schrijven welke uwe lezers kunnen interessee-ren.In het eerste nummer van Het Tooneel, tweede jaargang, heb ik kennis genomen van het speelplan van onzen Koninklijken Nederland-schen schouwburg, en ik moet U rechtuit bekennen, dat dit plan op~ gemaakt is met veel beleid en smaak en getuigenis aflegt dat het bestuur zijn uiterste best gedaan heeft om goed en degelijk werk te leveren en in zijn poging gelukt is om de moei-lijkste eischen — in de huidige om-standigheden en in de mate van het mogelijke— voldoening te schenken. Wij krijgen werken te zien van ei-gen en vreemden bodem en daartus-schen zijn er verscheidene die tôt de wereldliteratuur behooren. Wij mogen daarenboven niet vei-geten, wij Vlamingen en Vlaamsch-gezinden, dat de opvoering van P a -r i s i n a , het werk van onze twee overleden verdienstelijke stadgenoo-ten: Gittens en Keurvels, een daad van loutere barmhartigheid en een kunstbetrachting zijn geweest, ten zeerste op prijs gesteld door de dui-zende Antwerpenaars, die de prach-tige uitvoeringen zijn komen toejui-chen. En dit schoon gebaar van hec bestuur was zooveel te edeler daar de poging uiterst gewaagd was en er dus van geldwinnen geen spraak kon zijn. De onkosten waren veel te hoog en de prijzen der plaatsen te gering om veel profijt in de kas te brenger. Dat weet iedereen die zelfs maar een weinig op de hoogte is van tooneelza-ken.Daar zooeven zeide ik dat het publiek werken zal te zien krijgen van onbetwistbaar kunstgehalte : Ibsen, Heyermans, zijn namen die eene ee-replaats innemen op al de programmai van de schouwburgen vai> Noord- en Zuid - Nederland. En ons publiek komt in massa op voor die kunstvertooningen ! Warsl in zijn smaak is ontegenzeggelijk eene gunstige wending te bespeuren. Hebben wij niet gezien dat het werk van den jongen Nederlandschen schrijver Van Waasdyck : K1 e i n e Menschen geestdriftig werd toe-gejuicht!Ja, ja! Onze schouwburgbezoekers beginnen van fijnere kunst te houden en dat te mogen bestatigen is vei-heugend, zeer verheugend zelfs. Ach! ik herinner mij nog den tijd dat stukken lijk N o r a en S p o -k e n voor halve zalen gespeeld werden! En tusschen de menschen die opgekomen waren, was dan nog de groote helft den tempel der kunst binnen gekomen met vrijbiljetten. Verleden jaar — zoo heeft men mij verzekert, want ik ben maar naar één vertooning van S p o k e n geweest - -werd het stuk op de vier vertoonin-gen gespeeld voor voile zalen! Er moeten dus geen TweeWee-zen, Koeriers van Lyon of andere Giftmengsters komen, om het theater te doen volstroomen. Gelukkiglijk!... Wat meer is: vele abonnenten en gewone bezoekers van den Royal of de V a r i é t é s zijn onze artisten komen toejuichen en hebben hunne bewondering voor en vooral ver-wondering betuigd over de dege-lijke gehalte en den fijnen samen-hang van ons gezelschap. Er is een gevoel van sympathie ontstaan tusschen het publiek en ons gezelschap ; een brug van echt weder-zijdsch vertrouwen is geleid tusschen de zaal en het tooneel; onze artisten weten dat zij voor een dankbaar publiek spelen en de toeschouwers be seffen dat de artisten hun uiterste best doen om met degelijk werk uit te pakken. Bestuur en artisten hebben dus, volgens mij, hun eigen toekomst in hun handen. Dat zij voortgaan zich te beïeveren, dat het ensemble dat zij verkregen hebben nog steviger worde en niet alleen zal onze goede burgerij den weg naar onzen schouwburg blijven inslaan, maar ook dit gedeelte van onze bevolking dat onze kunstinstelling minder gun-stig gestemd was, zal niet langer aarzelen op te komen. Wij hebben immers nu toch de overtuiging opgedaan dat, waar bestuur en artisten elkaar goed ver-staan om degelijk werk te leveren, waar goede wil en kennis en kunst samengaan, een resultaat wordt bekomen dat van de kracht en soliditeit van een ensemble getuigt, dat de vertolking van werken mag aandurven, die slechts tôt hun voile rechte komen op eerste-rangsthea-ters.Ik ben zeker dat men mij niet vtoi overdreven pretentie zal beschuldi-gen, met de bewering dat de negen tienden van uw lezers er thans zoo over denken als ik. Ons gezelschap mag zich thans meten met de beste van Nederland en wanrieer in normal en tijd het zal versterkt worden met enkele goede elementen zal het de vergelijking mogen doorstaan met welk gezelschap het ook zij !... Geachte redactie! Na dezen welgemeenden lof — zonder de minste bedoeling tôt vleie-rij — weze het mij vergund ook wat critiek te laten hooren. Of liever geen critiek, neen, een verzoek. 'We krijgen kunststukken te zien, daar zijn we over tôt accoord en m goede voorwaarden, dat staat vast. Maar waarom worden niet eenige minderwaardige werken of, als ik het zoo zeggen mag : enkele k a s s t u k -k e n vervangen door andere die, bui-ten hunne groote kunstwaarde toch nog de macht hebben het publiek buitengewoon aan te trekken ? Zië, ik ben altijd een groot bewon-deraar geweest van Shakespeare en daarom heeft het mij zoo diep ge-griefd dat de gewrochten van den ge-nialen schepper hier zoo regelmatig verwaarloosd worden. Buiten de Koopman van V e -n e t i ë , zoo meesterlijk vertolkt en door Laroche en door Piet Janssens — ik hoop dat we het werk dees jaar1 nog te zien krijgen — werd al het overige van den grootsten der dra-maturgen in den vergeethoek gela-ten.Jawel, voor vele jaren heb ik Jan Dilis H a m 1 e t weten spelen, maai die tijd is lang voorbij, heel lang... En sindsdien niets meer!... Ont-breekt het ons gezelschap aan moed of kunde? Is er niemand om die roi aan te durven? 't Zou al te gek zijn daar bevestigend op te antwoorden! Ik zou meenen dat een artist lijk Cauwenbergh niet zal terugschrikken voor de poging. Verkade speelt thans Macbeth in Holland, in een décor dat door de eenen geprezen door de anderen af-gekeurd wordt. Ik heb menschen van heel goeden smaak gesproken die hem gezien hebben in den Haag en die verklaren dfi t deze artist niet vrij te pleiten is van dilettantisme. Die Dewering heb ik zelfs gelezen in 'n Hollandsche krant. Die menheer durft dus wel al is hij minder bedeeld. Wat de décors betreft, is het best mogelijk dat ze niet aan allen dezelf-de bevrediging zuîîén geven. Maar ach, Shakespeare moest zich met veel minder tevreden stellen. Ik weet niet of 't mogelijk is tij-dens het speelseizoen 1916-17 — buiten de «Koopman van Venetië», waar ik stellig op reken — nog een werk van den grooten Will op te voe-ren, maar dat het bestuur, voorzeker bezield met de beste intenties, dan in 's hemels naam zijn voorzorgen neme en ons toekomend jaar een paar werken te genieten geeft van hem die nog altijd het schoonste gemaakt heeft wat op tooneelgebied te bewon-deren valt !..._ Geachte redactie! Mijn brief wordt te lang en ik vraag U en uwe talrijke lezers ex-cuus. Mocht ik mijn schrijven opgo-nomen zien dan zal ik misschien la-ter de kans nog wel eens wagen om de pen op het papier te zetten. Intusschen met mijn besten dariK en oprechte groeten. Uw dw. J. L. ALLERZIELEN — Dit groote meesterwerk van Hey-ermaitis, den grootste der Nederlandsche Tooueelschrijvers is te Amsterdam op-gevoerd voor de 400ste maal. Die jubel-vertooniflg viel samen met het heroptre-deri van Mvr. Van der Horst, thans aan de Tooneelvereen ging, direetie Heyermans en Musch verbonden, nadat er vôor een paar weken vaarwel was gezegd aa.n de Koninkl jke Vereeniging «Het Neder-landseh Tooneel. Rita behoort tôt de beste rollen van mevrouw van der Horst. Zij weet de symboliek, die de schrijver in dit zinne-beeldig spel heeft wille,n geven, in deze roi tôt uûing te brengen. Zij is de ver-persoonlijking van de, der mensch i.nge-boreti liefde tôt het leven, het algemeen m&nschelijke, dat de godheid niet buiten en boven, maar alom in het leven ziet. Daartegenover vindt zij de kerkleer van de katholieke kerk, verpersoonlijkt in de twee priesters, van wie de een streng en onverbiddel:jk aan de leer der kerk vasthoudt, de ander daarentegen tracht te leven naar zijn geloof, dat hij boven de leer stelt.. Het was een zeer goede vertooning, aan het slot waarvan talrijke bloemstukken ten tooneele werden gedragon, vele voor mevrouw Van der Horst en voor Tilly Lus. De heer Holtrop trachtte den heer Heyermans ee,n krans te overhandigen, maar de auteur - directeur was verdwenen. Ook de acteurs van zijn gezelschap en het verhuisde personeel bodem den directeur bloemen aan. THEO VAJS PELT In den roi van "Gaspardv in "De IÇlokken van Cornevtlle,, In en om de Schouwburgen. DE DWAZE MAAGD. — Dit successtuk van onzen Koninklijken Nederl. schouwburg is ook te Brussel vertoond, in 't oor-spronkelijke, in het theater «Olympia». In een Fransch Brusselsch blad lezen wij wat volgt : «Men kent de dramatische kracht van dit werk, dat gespeeld werd, zes of ze-ven jaar geleden in het «Alhambra theater» met Berthe Bady, de «créatrice» van de hoofdrol. Over het stuk werd toen ge-redetwist en geschreven. Zekere menschen warep opgeschrikt door het gewaagde van het onderwerp in hetwelk zij een pleidooi zagen ten voordeele van de vrije liefde. De schrijver heeft, volgens mij, nooit die bedoeling gehad. Van het standpunt uit: de schaking van een achttienjarig meisje door een gehuwd man, zeer verstandig en be-gaafd zelfs, maar vijandig aan alie enge conventie en gebruiken, laat de schrijver de zaken hun logischen gang gaan, door het eenvoudig verloop der passies. — Het werk is in dit grond dit: een conflict waar-in de voorgestelde menschen handelen volgens hun wederzijdsche belangen. Menkan aan zekere karakters een overdreven zie-lenadel, buiten aile waarschijnlijkheid om, verwijten, maar daarin ook heeft Bataille slechts van een voorrecht gebruik gemaakt dat altijd aan tragische dichters werd er-kend.ROLVERDEELING VAN «ZAZA». — Zaza Mevr. Bertrijn. — Bernard Dufres-ne, H. G. Cauwenberg. — Adolphe Cascart, H. L. Bertrijn. — Malardot, H. P. Jaus-sens. — Dubuisson, H. E. Gorlé. — Bussy, H. A. Van Thillo. — Michelin, H. Schmitz. — Le Camus, H. De Groodt. — Martin, H. F. Thees. — Courtois, H. Remy. — Larti-gon, H. Fr. Van Roy. —■ Auguste, H. Fr. Van Gool. — Duclou, H. Van de Putte. — Jules, H. R. Angenot. — Adolphe, H. Frans — Een heer, H. De Groodt. — Een chauffeur, H. Thees. — Anais, Mevr. M. Ruys-broeck. — Toto, Mej. Marg. Van der Baen. 1 — Simone, Mej. M. Bertrijn. — Clairette, Mej. I. Vervoort. — Floriane, Mej. Jeanne. — Mme Dufresne, Mej. J. Janssens. — Nathalie, Mevr. Noterman. — Juliette, Mej. Van den Eynde. — Melanie, Mevr Hens. — Liseron, Mej. Irma. BINNEN EEN ZESTAL WEKEN, zal het Hippodroom-Paleis gansch hersteld we-zen. Het belooft prachtig te zijn. Zooals men weet was de schouwburg, reeds van voor den oorlog, verhuurd aan de heeren Spree en Myin, uit Amsterdam... Door den Beheerraad van den Hippodroom werd nu aan die heeren gevraagd of zij wenschen bezit te nemen van de zaal. Zoo dit niet mogelijk zou blijken, zal ze worden te huur gezet. HEER FE DERICKX, regisseur van onze Vlaamsche Opéra, werd gevraagd om de regie in het «Théâtre des Galeries St. Hubert» te Brussel, waar te nemen... Hij heeft echter niet aangenomen. Zijne bezig-heden te Antwerpen lieten hem niet toe dit vereerend aanbod te aanvaarden. HEDEN AVOND gaat dus de eerste opvoering van «De Klokken van Corneville» in den Palatinat schouwburg. Deze prach-tige komische opéra werd hier nog nooit in de vlaamsche taal vertoond. Het stuk werd hier in het fransch gecreëerd tijdens het speelseizoen 1877-1878, op onzen «Théâtre Royal», het werd zesmaal opgevoerd. In 1880 kwam de troep der «Galeries St. Hubert» van Brussel, het hier in de oude Variétés opvoeren, met groot succès. Op den 6en April 1890 ging het in de «Scala», en in 1896-97 werd het zeven maal door het gezelschap der oude «Variétés» opgevoerd. Schier aile jaren werden er eenige vertoo-ningen van gegeven in onze Koninklijke Fransche schouwburg. Te Parijs werd het in de «Folies Dramatiques» op 19 April 1877, onder "het bestuur van den heer Cantin, voor 't eerst vertoond. Het beleefde in den schouwburg meer dan zestig oneenvolgende opvoerin-gen.GISTER, VRIJDAG AVOND, werd, zooals wij het aangekondigd hebben, de nieu-we «Eden» uit de Quellinstraat ingehul-digd. Toekomende week geven wij verslag hierover. Tooneelkunst van Eigen Bodem De gekende Nederlandsche letterkundige en roerige publicist, Bernard Canter, die een opschudding van belang verwekte op een vergadering van het laatste Nederlandsche Taal- en Letterkundig' Congres hier ter stede met zijn uitroep, dat het eene schande was dat een groot kunstenaar lijk Karel Van de Woestijne op datzelfde Congres reporterswerk moest doen om den broode en die (Bernard Canter) verleden maand te Amsterdam uit den schouwburg werd gezet omdat hij tijdens de 40-jarige jubileumvertooning van de Koninklijke vereeniging Het Nederlandsch Tooneel, pro-testeerde tegen het opvoeren van een in 't Nederlandsch overgezet Fransch stuk (en hij troùwens volkomen gelijk had. Red.) heeft een brief gezonden aan de N. R. C. bij gelegenheid van een feuilleton in dat blad, behelzende een intervieuw van Mevr. Alida Tartaud - Klein, sedert vijf en twin-tig jaar verbonden aan het Rotterdamsch Tooneel. In dit feuileton wordt o. m. gezegd door den redacteur: Maar wat is er dan toch ook tusschen de belangrijke artiesten in ZQo'n klein land als 't onze een vervelend gebrek aan verband en zich in daden uiten-de vervvantschap. Moesten voor zulke fees-ten, voor 't zilveren feest nu van Mevrouw Tartaud, onze kunstenaars niet gretig me-dewerken, om haar zoo'n avond aile kan-sen te bieden tôt een volkomen ontplooiing van haar ongemeene talenten ? En klinkt 't dan niet 'n beetje simpel, wanneer ze u vertelt, dat zij voor haar eereavond aan-vankelijk wel graag b.v. in Phèdre, of in een der klassieke blijspelen van Molière zou zijn opgetreden — om in het groote spel te geven als een conclusie van haar vijf en twintigjarige carrière op 't tooneel, maar dat er zoo geen geschikte vertalingen zijn. Heeft ons land dan geen knappe dichters meer, die voor haar 't werk dier metrische bewerking hadden op zich willen nemen, of nog liever zelf een haar waardige roi te scheppen?» Tegen die bewering komt Bernard Canter op! Hij schrijft dat hij tôt tweemaal toe een oorspronkelijk werk in verzen heeft aangeboden aan mevr. Alida Tartaud-Klein namelijk : M e d e a en later D e b o r a h , maar dat hij tôt hiertoe noch taal nocii teeken heeft gekregen van de groote Nederlandsche actrice. De heer Fabricius, de nieuwe regisseur van het Rotterdamsch Tooneel, zond hij drie treuspelen in verzen en twee blijspelen in verzen, maar bekwam eveneens geen antwoord. En hij besluit aldus zijn schrijven : M.i. zou eerst het opvoeren van oorspronkelijk werk van een Nederlandsch dichter een daad zijn. Hiermede bedoel ik niet, dat j u i s t m i j n werk zou moeten worden opgevoerd. Maar ik ben niet valsch... 1k zou natuurlijk gaarne zien, dat men mijn vele en langdurige pogingen om eens aan te toonen wat ik vermag, zou beloonen,met mij eens daartoe eene enkele maal de gelegenheid te bieden. Er steekt, meen ik, daarin niets onbescheiden of aanmati-gends. En aan r e c 1 a m e behoeft men ook niet te denken, daar ik vijtien jaar lang zonder reclame de verschillende Nederlandsche gezelschappen mijn werk heb aangeboden. Moge het dan ook eens eenige enkele malen in 't openbaar geschieden. Ik maak, nu een stuk van den heer Fabricius door mevr. Tartaud voor haar ju-bileum is aanvaard, naturlijk geen aan-spraak hem te dezen te vervangen. Doch mevr. Tartaud is onrechtvaardig, wanneer zij er zich over beklaagt, dat zij niet de gelegenheid heeft gehad groot spel te geven, waarmede zij het treuspel in verzen beproeft. Ook is de klacht onrechtvaardig, dat er geen goede vertaling-en van klassieke stukken in Nederland zouden te krijgen zijn... Heeft mevr. Tartaud wel eens moeite gedaan om die te verkrijgen? Heeft zij zich wel eens gericht tôt Adama van Schelte-ma? Boutens? Couperus? André Jolies ?

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het tooneel appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Antwerpen du 1915 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes