Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend

1103 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 17 Fevrier. Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend. Accès à 20 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/df6k06z617/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

gagJAARCîANC, Nt 83i. ZONDAC, 17 FEBRUAR! iÔiS , T_.-Jjgt»- HET VADERLAND Klelne aankondigingen : 1 fr. per regel Groote id. bij overeenkomst Dienstaanbiedingea : voor gereformeer-dea kosteloos. Belgisch dagblad, voorloopig te Parijs, 3, Place des Deux-Écus, 3 LEO VAN GOETHEM, Directeur Het numaier ; 5 centiem (Front en Frankrijk). 10 centiem (andere landen). Per maand (vooruitbetaald) : Frankrijk 1.25 fr. Engeland 2 sb. Holland 1 gld. 25. Elders 3.00 fr. HET ACTIVISME VEROORDEELD De Belgen, zoo binnen als buiten het land, brandmerken het verraad » Eene piechîige verklaring van 's Konings Regeering De Belgisohe ministerraad, te Sainte-idresse op 15 Februari 1918 vergaderd, leeft eenparig volgende verklaring ge-.temd : 's Konings Regeering, Ma kennisneming van de roerende proteste» der Viaamsche en Waalsshe irolksvertegenwoordigers en ssnators n bezet België gebleven, van de ge-neenteraden en van de rechteriijke li-ihamen tegen de wederrechtelijke aan-natiging van den zoogenaamden Raad ran Vlaanderen, door den overweldiger langehiîst en beschermd, Wenscht de regelmatig gekozenen an het Belgisch vo!k geluk met de fier-leid, weike zij aan den dag legden, vaar zij, tegen vreemde immsnging, de inwrikbare rechten van 's lands zelf-leerschappij verdedigden; Begroet de wakkere houding der ma-gistratuur, die niet geaarzeld heeft om te eischen dat de wetten werden toege-past op de siechte burgers, op wie de misdaad weegt, in verstandhouding met den vijand, het land te hebben willen nrMkelen; Brengt plechtig hulde aan den bur-germoed van het Belgisch volk, dat zich ia drie en half jaar iijden en beproe-fing, onwrikbaar trouw toont aan den Koning, aan de Crondwet en aan het Ifaderland; | Geeft andermaal uiting aan den on-przetteiijken wil van de Natie hare biheid te handhaven en, zonder zwak-leid, tôt het eind toe den strijd voort izetten tôt de bevrijding van het rondgebied en tôt het algehee! herstel an onafhankelijk Beigië. DE GEKOZENEN DES VOLKS TEGEN DE ACTIViSTiSCHE KUIPERÎJEN Bij bnvénstaande kernachtig en dui-mke. verklaring van onze regeerders, Vit zich het moedig en waardig pro-'tl mm, dat al de Kamerleden, in bezet Iaanwezig, aan den Duitschen innselier von Hertling, deden ge-xbeiioeft noch inleiding noch be-het spreekt hlaar genoeg en be-dat zelfs de Duitsche dwang, dat het geknip van enkele eer — en vergeten eerzuchtigen niets ver-i tegen België's eendracht, tegen ■ s bestaan. r volgt het verzetschrift : Excellentie, ® ffij het bewind in handen hebt ^ri, hebt gij uitdrukkelijk het êmen uitgesproken, den volkswil biedisron, zooals die zcih bij mon-" de meerderheid der wettig ver-ten Kamer uitspreekt. Nst u, met u, hebben uwe bondge-r®n> als een der hoofdbeginsels voor i wekomendôn vrade, hun wil doen Pen 2jch te onthouden van aile in-PPng in de eigen zaken van de ande-■°-Wen. En, van hunne zijde, eisch-°ok dat niemand zich met hun 5 ? P°litiéke organisatie zou inlaten. ■™^an minister-president von Seid- ■ ^ovember 1917). Zooals gij, heb- ■ ®J er aan herinnerd dat het Parle-Lj ' de andere volgens de J; ' ^ hevoegde lichamen, het recht ■ ue vraagstukken op te lossen, die ™ n®filandsche politiek van eene na- |re"en. (Redie van graaf Gzernin luari 1918). WAT IS RAAD VAN VLAANDEREN ? NIETS ! ! >5 weten of, in die ornstandighe-. °fldanks zoo'n vaste grondbegin-unaanks zoo'n uitdrukkelijke ver-u,w° regeering het inzicht !g «elang te hechten aan de i .van Vlaanderen. , als wettige vertegenwoordi- u ebbeD wii plicht aile Z fTÏ te weren en aan nie-tf, i 'a,-en wederrechtelijk de de I»p!hR,°P ^ Sczag. De zooge-j „pc .van Vlaanderen bezit in »liift"tDen °penbaar mandaat. teenemaal vreemd aan onze eonstitutionneele of wettelijke instellin-gen. Hij kwam tôt stand men weet niet lioe, men weet niet door wiens wil. Thans nog blijven zij ne juiste samen-stelling, zijn zending en zijn roi nage-noeg gansoh onbekend. Te vergeefs maakt hij aanspraak op eenig gezag in feite of op welke zedelijke erkenning ook in 't land. Hij heeft geen gezag en wordt niet erkend. De Viaamsche volks-verbegenwoordigers en senators, de hoof-den van de groote pclitieke en lettejr-kundige genootschappen, die de bevoeg-de verLogenwoordigers zijn van de Viaamsche beweging, hebben verzet aangeteekend tesren de roi, welke zich de Raad toeeigent, tegen de politiek, die hij nastreeft on zij hebben doen uit-schijnen dat zij ne daden niet beant-woorden. noch aan het Viaamsche programma, noch aan de wenschen van het Viaamsche volk. (Protest tôt M. von Bissing goricht, 10 Maart 1917). WlE 2AL HET TALENVRAAGSTUK REGELEN? GEEN VREEMDEN, MAAR W»d ! ï Met recht en reden hebben zij ver-klaard dat het talenvraagstuk bij onze binnenlandsche politieik behoort, dat het reeds het voorwerp was van talrijke maatregelen, meestal bijna eenparig ge-sternd en dat wij, na den vrede, dit vraagstuk zullen weten op te lossen, onder ons, met do medewerking van onze nationale instellingen, in een geesc van eendracht en rechtvaardigheid, zooals het aan eene natie past, die zonder verzwakken, beproevingen zonder weerga heeft doorstaan, ter wille van hare eer en ter wille van haar recht. Welke beteekenis kan men dan ver-leenen, welk belang hechten aan de ver-•klaringen of aan de daden van een groep zonder wettige macht en zonder wettig gezag en die slechts een schijn van danzien put in het feit dat hij, danik aan de perscensuur en aan de be-perking het recht tôt vereendging, alleen het woord mag voeren en dat hij naar verkiezen, zijn daden voortsttl't en het onthaal, dat deze daden bij de be-volking vinden ? Onlangs echter heeft de Raad van Vlaanderen aangekondigd dat hij zich aan herkiezing zou onderwerpen. Een officieël versJag meldt dat een meeting, onverwachts belegd, te Brussel, in een schouwburgzeial, gehouden werd. Daar mocht binnen wie wilde, Belgen zooals vreemden, mannen, vrouwen en kinde-ren. In 't geheel waren daar 600 à 700 personen aanwezig. Het waren deze on-bekenden, door het tœval vereenigd, zonder toezicht noch waarborg, die, in enkele oogenblikken tijds, als een tus-schenpoos in eene redevoering, 22 afge-vaardigden 'hebben benoemd voor den Raad van Vlaanderen en 52 provincie-raadsleden. En zoo zou zich, buiten de weet van zijn bevolking, de wil hebben uitgesproken van het arrondissement Brusse! dat 200,000 kiezers telt en bijna een millioen inwoners. Ieder rechtgeaard mensch kan derge-lij'ke handelingen slechts met schouder-ophalen aanzien. In geen enkel welinge-richt en vrij land, is het mogelijk dat de besluiten van wille>keurig samenge-steMe vergaderingen, zonder recht noch bevoegdheid beraadslagend, de plaats innemen van de vertegenwoordigende lichamen, noch van de wettige vormen waarmede het land geraadpleegd wordt. ÇANSCH HET VOLK SCHANDVLEKT DE VERRADERSï De wettige macht is in België niet verdwenen, en kan niet verdwijnen. Gemeente- en provinciemden bleven werken ; zij zijn de gekozenen van een algemeene, rechtstreeksch en geheim kiesstelsel : dat men ze vereenige. Reeds werd ter gelegenheid van de ontwerpen van bestuurlijike scheiding, algemeen en klaar verzet aangeteekend door den provincieraad van Antwerpen, door de hoofdzakelijk Viaamsche gemeentera-den van Antwerpen, Mecheten, Sint-Ni'klaas, Turnhout, enz., door de ge-meenteraden ook van Brussel en voor-steden en van vele andere plaatsen. Maar de Duitsohe overheid heeft hun verboden zich met de zaak in te laten Dat men dit verbod heffe. Overal za het optreden van den Raad van VJaan deren worden gebrandmerkt door d< jpenbare l'ichamen, die voortdurend er rechtstreeks in vœling blijven met 1-'1 voliksgevoelen. De voiksvertegenwoord igers en senators willen, met dit verzet te ondertee-kenen, betuigen dat zij elke schendina van onze nationale instellingen afkeu-ren en vei*werpen. En voorzeker dienen de wettige vertegenwoordigers van d€ natie te gaan voor onverantwoordelijke mannen, die aillen of bijna allen van het Duitsche bestuur in België benoe-mingen, bevorderingen, jaarwedden hebben ontvangen. Wat zoudt zij den'ken, wat zou ieder vaderlandslievend Duitscher deniken. indien, een gedeelte Dui'tschland bezet zijnde, daar Dnitschers geivon-den werden om de medeihulp van den vijand in te roepen teneinde het rijk te verdeelen en zijne grondwet te vernieti-gen ? Uit de geschiedenis blijkt hoe broos de willekeurige inriahtingen zijn, welke de bezetter aan de tijdelijk overwon-nen bevolking zoekt op te dringen. Ver in uwe eigen gesohiedboeiken hoeft gij niet te zoeken om te zien wat een fier en vaderlandslievend volk doet. Artikel 25 van de Belgisohe Grondwet zegt : « Aile macht komt uit de Natie ». « Zij Avordt uitgeoefend overeenkom-stig de Grondwet ». Buiten dit princiep, dat bij aile vrije volkeren heerscht, be-staat er niets dan willekeur en fantasie. En deze grondregel maakt deel uit Van d&wettige voorsohriften, die de bezetter volgens artikel 43 van de Haagsche Conventie moet doen eerbiedigen. Excellentie, Wij hebben de politiek niet vooruit te loopen, welke uwe regeering in dezen zal volgen. Maar tegen de daden van degenen, die, in vollen oorlog, hun ge-beisterd land zoeken te verscheuren, willen wij, wettige vertegenwoordigers van de Natie, een prachtdadkr en ver-ontwaardigd protest aan te teekenen. Wij ontzeggen hun elk mandaat en elk recht om te handelen uit naam van het Land of om te spreken uit naam van onze bevolking, geheel of gedeelte-lij'k.■ 1 UWIY— * 00RL0GSSCHIMMEN In 't roode westen schiet de zon haar [laatste Btralen; 0 avondrust, na strijd en zwoegen, ï [wees gegroet. De dag sterft langzaam uit en werpt zijn [laatsten gloed, De sohemer laat op aard zijn grijzen [sluier dalen. O avondrust, na strijd en zwoegen, [wees gegroet. De nacht komt traag en strooit den [nevel in de dalen; De schemer laat op aard zijn grijzen [sluder dalen. De boomen langs den weg zijn als een [reuzenstoet. De naoht komt traag en sttooit den [nevel in de dalen; De stilte brengt geen rust in mijn [geschokt gemoed. De boomen langs den weg zijn als een [reuzenstoet En over weide en veld zie '<k droeve [schimmen dwalen. De stilte brengt geen rust in mijn [geschokt ' gemoed. Mijn geest herroept een beeld uit oude [spookvenhalen. En over weide en veld zie 'k droeve [schimmen dwalen. Door 't oorlogsvuur gemerkt en '-t lijf [bespat met bloed. Febrari 1918. RACKELBOOM. NESTJES ROOVERIJ door FRITZ FRANCKEN ■ i "" — Ik verveel me, zei Fonske. En ik dan, beaamde korporaal Si-mons.Ze zaten op voorpost, de hooge bot-ten tôt aan de heupen opgetrokken. 't Was steefcdonker; geen sterretje te be-speuren waar men 't hoofd ook wendde. — Nu is 't goed om te verongeluk-■ ken, meende Fonske weer. Een Duitsch machinegeweer rifcketik-ketalkte, nijdig. Korporaal Simon zag duiidfaliijik 't vlammentongentjei : Hij momde : x— Die koffiemolen hangt me de kee-1 . uit. i — 't Komt van 't blockhaus der St-Jansihoeve, zei Fonske. — 'k Weet wel. Tak-t-ak-ta.k-tak-tak-lak-tak-tak... Fluitend sciheerden de kogels langs den grond, noesch over den post weg. , Fonske en korporaal Simon waren ver-pi ic'ht zich te bukken. — Ze zouden gaatjas in ons vel kun-nen schieten, koz'poraal, lachte Fonske. — Gaatjes, gaatjes. 'k Heb goesting om die kleppers ginder uit hun kot te halen. Simon wees, in de richting van 't blockhaus. Fonske zei niets. — Ga-de mee? vroeg de korporaal. — Wat doen ? — Dait nestje rooven ! — En de pinnekensdraad ? — Doorknippen ! En de kapitein"? Ik mag mijn post niet verlaten. — Ge gaa.t met mij op ronde, he ! Fonske dacht een oogenblik na : — Ja, 'k ga mee. 't Is hier veel te triestig. Hij wilde zijn geweer grijpen. — Neen, geen geweer. Grenaden en uw dolk, beval Simon. Ze foefelden eenige O. F.'s in hun zak. — Ik zal de post verwittigen, da,t we op patroelje trekken, fluisterde Simon. Wacht 'n minuutje. Toen hij weerkeerde slopen ze er van onder, traag, tastend met hun stok, om-ziohtig. De mannen van den post hoor-den ze nog even in 't water plonsen en dan 't geplof van een val. — 'k Zit al in 'nen put, mopperde Fonske. — Sst... Geen lawijd of we zijn bak-visch, vermaande Simon. Ze kropen door onze prifckeldraadversperringen. Voetje voor vœtje, gebogen, een grenade smijfensgereed in de hand, met korte, vlugge vlooieneprongetjes, suk-kelden ze verder... Wijl ze neerlagen om een poosje uit te blazen zagen ze plots vier donkere schimmen over den bodem aanstrijken. Fonske zwaaide geruchteloos ziin dolk uit de scheede... — Een Duitsche patrœlje, murmelde hij. Gereed om bij 't minste onraad de vijanden naar de borst te klampen en te keelen lagen ze daar, met ingehouden adem en gloeiende slapen. Maar de pa-troelje veronitrustte hen niet; ze stak links af en verdween in den duisteren nacht. Simon kroop verder op de hielen ge-volgd door Fonske. Een vreemde stem klonk... — Schildwachten, schrikte de korporaal.Uit Duitschland terug Op 1 Februari kwamen volgende Bel-gische militairen uit Duitschland en Zwitserland te Lyon aan : Jaoquemint, Hubert, ondérluitenent, 7 linie. Laurent, Heîidritk, le gergeant, be-roèpsvr. 1910, 30 linie. Audelon, Edmond, sold. v. m. p. 1909, le jag. te v. Bayet, Jozef, sold. m. 1904, 1 lans., 4 C. T. Gharlier, Jozef, sold. m. 1904, 1 lans., 4 C. T. Derrinckx, Clement, 2 linie. Lejeiune, Juul.-Ant., sold. m. 1911, 8 linie. Verheggen, Edmond, sold. m. 1904, 4 art. te p. Vanderschueren, Willem, sold., 6 1. Vandergouten, Jan.-B., sold. m. 1907, 2 jag. t. v. Haegeman, Franciscus, sold. m. 1903, 3 jagers te voet. Verbruggen, Polidoor, sold. oorlogsv. 1 karabiniers. — Ja; antwoorde Fonske, die aldra het vijandelijk postje in de gaten kreeg. — Willen we ze snappen ? — Neen, neen. We moeten de kereils van 't blockhaus hebben. Onopgemerkt geraakiten ze aan den versperringsdraad. Simon haakte zijn knijtang los, en sneed een gat in '4 net werk der versehansingen. Op handen en voeten wrootten ze er doorheen. Nu was de weg vrij. Koelbloedig slopen ze naar 't blockhaus, 't Viel mee. Er stond niemand op uitkijk, ze hoorden binnen plezierig gebabbel — felach galmen. Vlak tegen het blockhaus bemerkten ze een wapenrek met vijf karabijnen. Fonske goochelde ze op een oogwenk en wierp ze wat verder in een gra-naattrechiter.Geen palabers meer. Er diende gehan-deld, rap en stout. Simon sprong het verlichte --^Hlhok binnen, den glinsterenden dolk in de opgeheven vuist. Rond een blozend ka-cheltje zaten vijf ongewapende Duit-schers hun pijp te rooken, gelulkzalig en droomend wellicht van do Heimat. Boem ! Paf. Een stamp tegen 'h vuur en een veeg op 't lichit en kachel en kaars rolden omver. Een stikkende rook deed de onthutste Duitschers wijken. Maar in de plotse donkerte, klonk onverbid-delijik-uitdagend de stem van den korporaal.— Handen auf. — Kamerad ! Kamerad ! blaften zijn hulpelooze tegenstanders. Buiten dook een nieuwe scihaduw, dreigend en onheilspellend voor hun angstige, verbaasde blikken op. 't Was Fonske. — Voorwaarts, gebood Simon. Schuw stapten de Duitschers voor de twee stoutmoedige Belgen uit. Enkele passen echter. Want toen de laatste krijgsgevangen bemerkte dat de tegen-partij zoo slapjes was, keerde hij zich plots om, gaf Fonske een stomp in de borst en vlood schichtig heen. Hii had nogithans zonder den waard gerekend. Fonske slingerde een granaat achter den vluchteling. Zij ontplofte hem bijna tusschen de beenen en sloeg hem bloedend ten gronde. Simon vloog naar den anderen die 't ook op een loopje zetten wilden. Hij ging er met dolk op los, korf en vilde, blindelings, om-hoog, omlaag, rechts, links. Twee vijanden zonken kronkelend als palingen neer. De overigen vielen op de knieën, smeekten om genade. Vuurpijlen sisten omhoog, lichtend. Maxim's klapperden.'t Alarm was gege-ven.— Rap, gebood Simon. De twee Duitschers vroegen niet be-ter. Gedwee liepen ze tusschen Simon ert Fonske in. Gelukkig schoten de ma-chinegeweren te hoog. Op een drafje trokken ze naar hun post... Daar was alleman te been. Toen ze hun makkers zagen weerkeeren met buit juichten ze hoerah.... Korporaal Simons den abri van ka-pitein Martens binnenstappend, ver-klaai"de, kalmpjes : — Kapitein, 'k heb er twee. zulle ! — Hoe twee ? Watte twee ! — Wel twee mofkens. En hij verhaalde zijn avontuiurtje met Fonske van naaldeken tôt draadje. Merckem, Febr. 1918. | FRITZ FRANCKEN. Voor den na-oorlog EENE BELGISOHE ZENDING IN DE VEREENUGDE-STATEN Wij hebben vrœger gemeld dat de Regeering besloten had eene zending te sturen in de Vereenigde-Staten, ten ein-de er het «taylorism» te bestudeeren in de verechillende niijverheidsstedeli waar het wordt toegepasit. Deze zénding zal binnen kort Havre verlaten, onder het bestuur van den heer Steels, hoogleeraar te Gent, en zal samengesteld zijn uit de heerem dokter Sandt, gelast met de studie dar nijver-heidsgezondheidsleer, luitenant De Man, adjudant Dejace, sekretaris, met een nijveraar en een werkman-mekanicien. De heer Steels heeft zich tegenwoor-dig te Ste-Adresse gevestigd, ten einde de voorbereidende studiôn te maken en de reis der zending in te richten; reeds reisde hij Zuid-Amerika door, om er uitwegen te zoeken voor den handel van ons lanr MinisterVan deVy vere brengt hulde aan een held HOE BELGEN KUNNEN STERV&Yt Egmont, Hoorn, Anneessens zullen: niet de eenigen zijn, voor wie de ko-mende geslaclîten. in België, zullen in bewondering staan, als voor mannen, die wisten te sterven voor hun land. Sedert 1914 kreeg onze geschiedenis een lange lijst op te boaken van heldeir, die onder 't vijandelijk staal vielen, voor België's vrijheid. Onlangs nog werden nieuwe namen aan die lijst toegevoegd, die namelijk van den contrôleur der belastingen Ste-vigny, uit Maeseyck. De heer Van de Vyvere, minister van financiën, brengt op roeremde wijze hulde aan dien held, in een. rondschrijven tôt het personeel van het département van geldwezen gericht. • Wij laten het hier volgen : « Ik heb de eer aan de ambtenaren en bedienden van rechtstreeksche belastingen en accijnzen het overlijden mede te deeJen van M. Emile Stevigny, contrôleur der bolastingen te Maeseyck, door de Duitschers doodigesdhoten op 13 December 1917. » Ziehier den teket van den treffen-den brief, dien hij op dlen vooravond van zijnen dood schreef : Brussel, gevangenis van Si-Gillis, 12 December 1917. « Nu ik uit dit leven ga schedden,roep ik u een laatste vaarwel toe, aan u en aT mijne oversten, mijne collogas, mijne onderhoorigen. » Ik dank mijne oversten om d© wel-willende bezorgdheid, die zij mij steeds fetuigden en ik bid hen d/ie bezorgdheid thans mijne arme vrouw ©n mijne lieve kindertjes te laten gel den. » Zonder pralerij, maar zonder vrees, sterf ik voor mijn vaderland. » Emile Stevigny, Contrôleur der belastingen te Maeseyck., De heldhaftige houding van dezen wakkeren vaderlander, nieuw slachtof-fer der Duitsohe wreedheid, dwingt onze bewondering af en onzen eerbied. Het bestuur vœlt zich vereerd een zoo edel karakter onder de zijnen te hebben mogen rekenen en het zal uit ter barte deelnemen in den treurvollen rouw, die het gezin treft van contrôleur, Stevigny, wiens aandenken bij allen zal blijven voortleven. Havre, 15 Februari 1918. De Minieter, A. Van de Vyvere. " ■■ — ■■■ï wmv ■■■» i. De Telefoon in België uitgevonden? De « Léger bode» kende onlangs aan den heer Is. Lescouwier, gemeenteee-kretaris te Bixschote, het vaderschap toe van 't eerste plan voor een telefoon of ten minste een gelijktijdigheid van ge* dachte voor het overbrengen van de stem op afstand, met leeraar Bell. Ziehier de feiten door heer Lescoui wier zelf voorgelegd1: In 1876 vond de heer Lescouwier eene beschrijving van een toestel vooir het overbrengen van de stem door elektro-magnetische werking: na lange opzoekingen gelukte hàj eriu een toestel te vervaairdigen. Een industrieel uit Roeeselaere hooar-de erover spreken en verzocM den heer Lescouwier een tedefonische verbunding aan te leggen tusschen zijne bureelen in de stad en zijn fabriek extra-murœ. De onderneming werd met volkomen succès bekroond. Deze instelling was de eerste in ge* bruik in België. Later trachtte heer Lescouwier proefnemingen te ondernemen. op grooten afstand. In Januari 1878, gaf hij eene voordracht over den telefoon ta Dixmuide. De telegrafische lijn tusschen Dixmuide en Cortemairck-statie werd te zijner beschikkjng gesteld en de proefnemingen vielen ten beste uit. Een andere Belg, leeraar Van Ryssel-berghe, vond later het middel om t»r-zelfdertijd en langs denzelfden draad te telegrafieeren en te telefoneeren «n bot «eknetteiî te voorkomjeoa^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Périodes