Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

898 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 12 Août. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Accès à 25 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/222r49h350/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

12 Augusti 1916 Nr 33 39e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Kathoiiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen IIM8CHRIJVIIVG8PBIJB Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artihélen en mededeelingen moeten véôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, uitgenomen de aanhondigingen, die worden ingewacht tôt Yrijdag middag. Afzonderlijke nummers van dit blad zijû te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AANKONDIGIIVGEKI Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt e Agcncîe BAVAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-laats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) GSi, Borgerhoat-Antwerpeii Het Eerste Jaar _____ Het eerste jaar van het verplicht onderwijs is thans geëindigd of voltrok-ken. Volgens de mededeelingen die wij reeds ontvingen, zijn de uitslagen bevredigend en beloven eene herop-wekking van 't onderwijs in 't algeineen en eene verbetering in tucht en opvoe-ding. Dit kon ook niet anders, want het verplicht algemeen lager onderwijs is de grondslag van eene betere en steverige vorming der jeugd. * * * De bekomen uitslagen zuilen echter nog verbeteren, naarmate er voldoende leerkrachten zuilen zijn en de leer-gangen beter zuilen kunnen geschikt worden. Iedereen beseft thans het groot nut en de noodzakelijkheid van dit onderwijs, gesteund op tucht en voor-uitzicht, dat in aile bedrij vigheden van 't menschelijk leven zijn weldadigen invloed moet doen gevoelen. * * * Het verplicht onderwijs is vooreerst het uitroeien van de straatlooperij in de steden en het vogelen vangen in den buiten. Wierd het lager onderwijs zonder dwang min of meer algemeen gevolgd, altlians gedurende eenen korten tijd, die maar al te dikwijls « te kort » was, het getal dergenen die in 't geheel geen onderwijs genoten of het te veel verwaarloosden, dikwijls met medeplichtigheid van ouders en voogden, was ruim groot. Het was niet mogelijk op zulke wijze een stevig en mannelijk geslacht te vormen. * * * Dat de voertaal of onderwijzende taal in Vlaamsche gemeenten, Vlaamsch moet wezen, is ook eene nuttige en onmisbare bepaling. Feitelijk gebeurde het zoo in 't algemeen vôôr de huidige wet, maar in groote steden en gemeenten bestond nog al eens eene slechte neiging, om het lager onderwijs te veriranschen, enkel om voldoening te geven aan eenige onbevoegden, die den invloed der moedertaal op 't verstand- vermogen der kinderen niet kennen. * * * Het verplicht onderwijs sluit nogtans het vrij onderwijs niet uit. Alhoewel gemaakt hoofdzakelijk voor de openbare of gemeentescholen, aangenomen en aanneembare, hebben de ouders nogtans het recht hunne kinderen naar geheel vrije of betalende scholen te zenden. Op deze diende artikel 15 der wet, dat het Vlaamsch als onderwijzende taal oplegt, ook toepasselijk te zijn, zoo niet zou de wet kunnen ontdoken en geschonden worden. * * * Het is in 't belang van kinderen en onderwijs, en niet uit eenvoudige taal-liefde, dat de moedertaal aïs voertaal of onderwijzende taal is opgelegd. Het verstandmogen der kinderen kan aldus beter ontwikkeld worden, zonder te schaden aan de aanleering van Fransch of andere talen, die zij later kunnen aanvatten. * * * Dit algemeen lager onderwijs zal zijnen invloed doen gevoelen niet enkel in 't middelbaar onderwijs, waar ver-schillende leergangen of vakken insge-lijks in 't Vlaamsch moeten gegeven worden volgens de wet, maar tevens in vele stielen, ambachten en beroepen. Bijzonder in de bediendenwereld, kan het tôt verbetering in bekwaamheid en opvoeding leiden. * * * Het is deze laatste jaren fel opge-merkt, dat vele bedienden ondanks het genoten onderwijs, heel bekrompen van geest waren, en ook onder opzicht van opvoeding en tucht veel te wenschen lieten. Het gezegde : «nieuwemeesters, nieuwe wetten », kon gemakkelijk omgekeerd worden, want het mocht dikwijls heeten : « nieuwe knechten, nieuwe wetten ». Daarover had het publiek het meest te klagen. * * * Die toestand wierd nog verergerd door de kleinzielige politiek, die geene rekening mocht houden van bekwaamheid en opvoeding, en maar al te dikwijls genoodzaakt was personen tôt bedieningen en ambten te benoemen die er 't minst voor geschikt waren. Dit gaf geen hoogen dunk van hen die deze benoemingen deden, maar 't was een noodzakelijk kwaad, dat door de alge- meenheid moest uitgeboet worden. * * * Het verplicht onderwijs moet ons dus een nieuw geslacht leveren ; het moet bij de eenen meer plichtbesef doen ontstaan, bij de anderen meer rechts-gevoel. Plichten en rechten moeten hier samenwerken om in ailes orde en tucht te brengen, hetgeen gelijk staat met opvoeding en wellevendheid. Zij die aangesteld zijn om het volk te dienen, moeten weten dat zij dit op bekwame en iatsoenlijke wijze moeten doen, en het volk, bewust van zijne rechten, moet deze op dezelfde wijze weten te doen eerbiedigen. * * * Zoo ten minste hebben wij eene schoone toekomst te verwachten, die ons volk zal verheffen in 't aanzien van allen die prijs hechten aan ontwikke-ling en beschaving. Tôt nut van het algemeen en tôt bevordering der algemeene welvaart, zal het verplicht onderwijs die gewenschte uitslagen in ruime mate opleveren. J. L. D E TO ES TA WD HI ER EH ELDERS NEDERLAND. — Daar verschillende oor-logvoerende landen met het buitenland geenen handel meer kunnen drijven, of althans veel minder dan vroeger, trachten Nederland en andere staten hunne plaats in te nemen. Tôt vergoeding van hetgene Nederland door den oorlog verliest, zal het op die wijze schadeloos gesteld worden. Meer dan één aanzienlijke buitenlandsche markt zal aldus verplaatst zijn, indien de thans ondernomen betrekkingen duurzaam blijven of kunnen gehandhaafd worden. AMERIKA. — In de Vereenigde Staten gaat het stichten van nieuwe handels- en nijver-heidsmaatschappijen zijnen gang. In de maand Juli alleen beloopt het aangelegd kapitaal in deze nieuwe ondernemingen.opfr. 1,600 000,000 (duizend zes honderd miljoen,) waarin begrepen twee honderd miljoen voor ijzerenweg-maat-schappijen. Europa zal dus meer en meer met Amerika af te rekenen hebben op handels- en nijverheidsgebied, maar van den anderen kant zal die mededinging kunnen medewerken in de opbeuring van het uitgeputte Europa. —o— DENEMARKEN. — Het Deensch West-Indië, eene kolonie die voor Denemarken vele moeielijkheden opleverde, is aan Amerika verkocht, voor vijf-en-twintig miljoen dollars. Reeds over vijfiig jaren was er spraak deze kolonie aan Amerika af te staan, maar zoo iets gaat gewoonlijk niet gemakkelijk, des te meer daar vele landen, zelfs de kleinste, er eene eer in stellen kolonies of overzeesche bezittingen te beheeren. Voor kleine landen is het doorgaans eene moeielijke en kostelijke zaak, omdat zij niet over de middelen beschik-ken, om er al het nut te kunnen uit trekken. De Rijksdag moet de overeenkomst met Amerika nog goedkeuren. —o— SPANJE. — In Spanje is eenige onrust ontstaan over de handelwijze van Portugal. Alhoewel dit land gansch onafhankelijk heet, beweert Spanje nogtans dat er op 't schier-eiland slechts ééne buitenlandsche politiek mag gevolgd worden, in 't belang van beider bestaan. Portugal is betrokken in den wereld-oorlog en Spanje vreest daardoor te zuilen lijden. Een ministerraad die zeven uren duurde, heeft daarover beraadslaagd zonder eenig besluit te nemen. Waarschijnlijk zal dit moeten leiden tôt een bondgenootschap. —o — IERLAND. — De doodstrat, uitgesproken tegen Casement die eenen volksopstand beraamde in Ierland, is voltrokken door ver-hanging. Tôt op 't laatste oogenblik hadden velen gehoopt dat hij genade zou ontvangen. Of deze strafuitvoering slechte gevolgen zal hebben in den strijd van Ierland, valt af te wachten. —o— MEXICO. — Gevolmachtigden van Mexico en van de Vereenigde Staten zijn aangewezen om aile moeielijklieden tusschen beide landen uit den weg te ruimen. M. Arredoude, gezant van Mexico te Washington, is tôt Minister van Buitenlandsche Zaken benoemd, hetgeen eene waarborg is voor het welgelukken der onder-handelingen. Pax Uit de Gazettenwereld In de Tweede Kamer van Nederland is een ontwerp ingediend tôt herziening der wet op den staat van oorlog en den staat van beleg, waarin begrepen nadere bepalingen nopens het toezicht over de drukpers. * Verscheidene Amerikaansche dagbladuit-gevers hebben besloten, een kleiner formaat aan hunne bladen te geven, om te verhelpen in den papiernood. Van hout kan niet meer in voldoende hoeveelheid papier gemaakt worden, zoodat men nu zinnens is papier te maken van stroo, namelijk uit maïsstroo, uit rijststroo en zelfs uit katoenstelen. Men berekent dat voor een groot dagblad met 100,000 afdrukken dagelijks, er jaarlijks 2 1/2 hectaren bosch moest geveld worden. In China en Japan wordt veel papier uit rijststroo vervaardigd. Voor tijdschriften en boeken moet het papier echter van eene betere soort zijn. * * * M. Duke is de eerste dagbladschrijver die in een Engelscli Ministerie is opgenomen. Wel schreven andere Ministers in dagbladen, maar Duke is de eerste dagbladschrijver van beroep, die als Minister optreedt. In Frankrijk zijn verschillende dagblad-schrijvers Minister geweest, maar het kwam niet overeen met hun vrij spreken en handelen en zij gaven aldra hun ontslag. Zoo gebeurde het ook met Kamerleden, onder andere met Rochefort en Drumont, die zich als Katnerlid min vrij gevoelden en tôt hunne dagelijkscbe bezigheden weerkeerden. Hildebrand IN EN 0M DE SCHOOL Losse Opstellen over Opvoeding en Onderwijs in min breeden zin XIII Een Nieuwe Richting-s in de Verzorging- van het Zicht der Schoolkinderen Het is nog zoo bijzonder lang niet, dat de deskundigen hun aandacht gevestigd hebben op de verzorging van het zicht der school-J kinderen ; en over het algemeen, enkele groote j steden daargelaten, wordt dit punt wat al te zeer uit het oog verloren. Indien men echter wil nagaan welk een aanhoudende, onmisbare roi het oog vervult in al wat de opvoeding, en vooral de schoolopvoeding aangaat, zal de nalatigheid van sommige overheden, in zake verzorging van het zicht der schoolkinderen, des te onbegrijpelijker voorkomen. In onderscheidene landen hebben befaamde oogartsen onderzoeken ingesteld, om den invloed van het schoolwerk op het zicht vast te stellen. In Duitschland vond men 20 °/0 der I leerlingen van de lagere school door bijzichtig-| heid aangetast ; in de lagere scholen van Parijs > 16 tôt 17 % ; te Lyon vond Dor 33 % bijzich-î tigen in de kostschool van het Lyceum, en I slechts 18 °/0 in de dagschool ; te St-Petersburg s stelde Erismann vast, dat er op 397 leerlingen î der verschillende kostscholen 42 %, en op ' 918 uitwonende leerlingen 35 °/0 bijzienden j waren. 1 Deze onderscheidene proefnemingen, en andere in denzelfden zin en nagenoeg dezelfde à, j uitkomsten, bewijzen duidelijk, dat de school een verderfelijken invloed uitoefentop het zicht der kinderen. Maar die uitdrukking : « de school », is al te veel omvattend, en men heeft wat naderbij willen bepalen van waar die schadelijke invloed voortkwam. Zoo is men er toe gekomen de glanzende borden, de àl te witte vellen papier, de kleine letters, te vervangen door doffe borden, door geel getint papier, door groote letters. Jammer maar dat men in deze laatste richting niet ver genoeg gegaan is ; om bij het lezen zooveel mogelijk de vermoeienis der oogen te keer te gaan, zou men de letters in 7 voit moeten drukken op ' zwart papier. Ook het geschrift — het schrijfonderwijs — heeft men beschuldigd van bijzichtigheid te veroorzaken, en getracht er aan te verhelpen door het invoeren, voor een korten tijd echter, van het rechtgeschrift, het zoogenaamde steilschrift. Doen hierin dwaalde men, zooals ik het in een andere studie, aan het schrijfonderwijs onder leerstellig en lichamelijk oogpunt gewijd, aangetoond heb. De hoofdzaak in de verzorging van het zicht der schoolkinderen is de algemeene verlichting der klas. Er is als grondbeginsel gesteld gewor-den, dat « de verlichting moet voldoende zijn voor al de leerlingen, zoodanig dat het op de minst voordeeligste plaats nog klaar genoeg is ; » maar de lezer zal met mij moeten beken-nen, dat deze formule of aanwijzing ailes bebalve nauwkeurig is. De Pransche scltoolraad voor gezondheid uitte zich in dezen zin : « Wanneer men het oog houdt op de hoogte van den minst bevoordeeligden lessenaar, moet men nog minstens dertig centimeters lucht kunnen zien », formule, die mij wel heel zonderling voorkomt. Er dient nu echter ingezien te worden, dat het daglicht over het algemeen zeer voldoende is in onze scnolen, en dat vooral, bij de nieuwere gebouwen, dit punt ten zeerste behartigd wordt ; maar — en hier ligt het zwaartepunt der opzoekingen — dat zulks in het geheel niet het geval is met het kunstmatig licht, hetzij dat men zich aan de oude petrool-lampen, aan de nieuwere gasbekken of aan de electrische verlichting houdt. Ik neem aan, dat men ten onzent afgezien heeft van de gewoonte de leerlingen te plaatsen volgens de gestalte of volgens de behaalde punten, en dat men dichter bij het bord, of dichter bij de versters, die leerlingen plaats, wier zicht niet ver genoeg reikt, of meer klaarte noodig heeft. Bij het daglicht is zulks zeer gemakkelijk in een klas toe te passen ; maar wat te doen met de kunst-matige verlichting ? Deze laatste vraag is, onder geneeskundig oogpunt althans, zeer vernuftig opgelost geworden door mijn Russischen vriend Docter Raphaël Kaz, oogarts der lagere en middel-bare scholen van St-Petersburg. In een zeer gunstig besproken opstel, eerst in 't Russisch te St-Petersburg, en daarna in 't Fransch in de uitgaven van het Internationaal Bureel voor Opvoeding en Onderwijs, te Oostende, versche-nen, stelt hij éénplaatsige lessenaars voor, elke hunner voorzien van een lamp, een gasbek of een electrisch licht, in dier voege, dat elke leerling de verlichting van zijn plaats kan regelen volgens de noodwendigheden van zijn oogen. De klassihale verlichting zou dus plaats maken voor de hoofdelijhe verlichting, iets wat voorzeker de studie ten goede zou komen, en veel bijzichtigheid voorkomen. Doch, hoe dit bewerkstelligen ? Dr Kaz, die niets ten halve voorstelt, heeft dan ook de afbeelding gemaakt — en in zijn studie opgenomen — van een reeks van drie éénplaatsige lessenaars, elke van hen voorzien van een hoofdelijk verlichtingstoestel. De middelste bank toont ons het toestel in werking : een eenvoudige lichtbek op den hoek van den lessenaar geplaatst; op de eerste bank ziet men het neergeploeid en geborgen in een daartoe aangebracht kastje, iets of wat grooter dan de tegenwoordige openingen voor de inktpotten bestemd ; de laatste lessenaar toont het uitzicht bij het daglicht, het kastje gesloten. Zeker is dit al om ter eenvoudigst. Het is echter niet zonder reden dat ik hooger schreef : onder geneeskundig oogpunt althans is de vraag zeer vernufiig opgelost ; want ik koester wel eenigen twijfel of het op die wijze uitgewerkte stelsel van hoofdelijke verlichting onder practisch oogpunt veel bij val zal inoogsten in de schoolwereld. Immers, de petroollampen uitgeschakeld als onvoldoende en gevaarlijk, blijft er nog enkel de gas en de electriciteit over, die men juist niet naar willekeur regelen kan, en waarvan de leidin-gen de onderscheidene banken derzelfde klas aaneenschakelen moeten. Indien men dan nog deze laatste opwerping over het hoofd wil zien, en de eerste krachteloos maken op welke wijze ook, dan vraag ik me nog af in welk een toestand een leeraar zou verkeeren, die voor dertig of veertig — zooniet meer — hoofdelijke lichten zou komen te staan, I

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Borgerhout du 1878 au 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes