Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

882 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 28 Avril. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/1r6n010n2v/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

28 April 1917 Nr 17 40* Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen mSCHRIJVINGaPRIJS Voor een jaar fr. 5.— "Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . h 5.50 Voor anders landen » 7.00 Dit blad Terschijnt dan Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artihelen en mededeelingen moeten vààr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsook de aankondigingen. Afzonderlijke nummers Tan dit blad zijn te bekomen ten onzeu bureele, Carnotplaats 65. — 10 centiemen het nummer. AANKOIVDIGINfGEIV Dan regel fr. 0.Î0 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht « 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de A.gencie DAVAg, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 68, Bor^erbout-Antwerpeii TUCHT EN EERBIED Over gebrek aan tucht en eerbied j wierd hier te lande immer geklaagd, j maar er wierden weinig iniddeien aan- j gewend om daarin verandering te \ brengen. Integendeel, vele nieuwe jj wetten en verordeningen kwamen tucht en eerbied benadeelen, zelfs deze met de beste bedoeiingen voorgesteld en inge-voerd. En nogtans, bij anderen bewon-dert men gaarne tucht en eerbied, en men zou in 't algemeen willen, dat dit hier te lande ook in acht genomen wierde. * * * Het gebrek aan tucht en eerbied kwam veelal voort uit het gebrek van een volledig en bestendig lager onderwijs en uit eene verkeerde opvatting der vrijheid. Die verkeei^de opvatting der vrijheid, die door Minister Bara in de Kamer bestempeld wierd door de « vrijheid der losbandigheid » en door Minister Jacobs door de « vrijheid der onwetendheid » was de oorsprong van aile kwaad, van gebrek aan opvoeding, tucht en eerbied, niet enkel bij het mindere volk, maar in aile standen. * * # De invoering van het verplicht lager onderwijs, nu nog maar twee jaren in toepassing, zou daarin veel kunnen verhelpen. Het zal niet genoeg zijn de kinderen een goed en degelijk onderwijs te bezorgen, maar men zou hun bijzonder opvoeding, tucht en eerbied moeten leeren, om tôt eene heilzame hervorming in de levenswijze der menigte te geraken. * * * Wij zegden hooger dat zelfs wetten i en verordeningen, met de beste bedoe- : lingen ingevoerd, afbreuk doen aan tucht en eerbied. Dit is namelijk het geval geweest met de wet op de vast- : heid der openbare bedieningen en met deze op de evenredige vertegenwoor- 1 diging. De wet op de vastheid der openbare bedieningen, ingevoerd om enkele zeldzame misbruiken, zooals onredelijke afzettingen of ongegronde 1 afschaffing van ambten te voorkomen, j heeft bij velen aile tucht en allen eer- j bied gedood, verzekerd als zij zijn : straffeloos hunne plichten te kunnen j verwaarloozen en zelfs zich vijandig ^ aan te stellen tegenover hunne onmid- , dellijke overheden. * * # De toepassing dier wet kwam in 1 enkele gevallen die slechte uitwerking • nog vergrooten. Hoe plichtig sommige : bedienden ook waren en welke straf zij , ook verdienden, zij kregen niet zelden gelijk bij eene hoogere overheid, bijzon- i der wanneer er bij die overheden meer 1 rekening wierd gehouden van politieke of al andere vriendschap. Die wet was dus in strijd met tucht en eerbied ; zij ondermijnde tevens het gezag, dat alleen kan bestaan op redelijke meester-schap.* * * De evenredige vertegenwoordiging kwam dit ailes nog verergeren, ook in andere zaken van minder aanbelang. Klagers en misnoegden liepen van de eene partij naar de andere, om onder-steund te worden in hunne gesehillen met deze of gene overheid, met deze of gene beambten. Zonder onderzoek en zonder kennis van zaken wierd er maar al te veel partij voor hen getrokken, zelfs in openbare vergarleringen, in gemeente- en provincieraden, tôt zelfs in de wetgevende Kamers. Dit ailes ; • kon niet anders dan het gezag onder-| mijnen en afbreuk doen aan tucht en l eerbied. ♦ * * Bij die ondersteuning van meermaals | ongegronde of kwaadwillige klachten, \ kwam het gebrek aan karakter bij vele overheden deze zaak nog erger maken. Uit vrees dezen of genen te misnoegen, ait vrees voor een enkel stemmeken, streken sommige gekozenen en over-heidspersonen de vlag tegenover soms nietswaardige of onbeduidende perso-nen. Zij ofïerden tucht en eerbied op voor eene misplaatste kiesvrees. * * Uit die toestanden kwam dus meer en meer tuchteloosheid en eerbieds-gebrek voort. Maar dit ailes gaf aan-leiding tôt nog een grooter kwaad, namelijk tôt valsche aanklachten en meer andere onwaardige handelingen. Over het aanklagen wordt thans fel geklaagd en dit komt bij velen ver-wonderlijk en zelfs onverklaarbaar voor, maar wanneer men echter dieper in de levenswijze van het volk in 't algemeen en in de doenwijze der politiekers hier te lande binnen dringt, dan moet dit aanklagen niemand verwonderen, ver-mits het deze laatste jaren als in de zeden en gebruiken gedrongen was. * * * Tegen dit zeden- en karakterverval zou in de toekomst met straffe hand moeten ingegaan worden. Op dit gebied is er veel te verwachten van 't verplicht onderwijs, alsmede van 't vakonderwijs en van meer andere instellingen, op het samen leven en het samen werken en handelen gegrond. Daar moet de jonkheid de beste lessen opdoen ; zij moet er tucht en eerbied leeren, niet enkel voor 't gezag, maar ook voor zich zelven. Op die wijze is er nog iets te verhopen tôt heropleving en herop-beuring van het volk en tôt eene betere samenleving. J. L. DE TQESTAUD HIER EH ELDERS j NEDERLAND. — Het te-kort in levens-middelen komt veelal voort uit het fait, dat Amerika niet meer rechtstreeks schepen met eetwaren naar Nederland zendt. De Regeering is verplicht zelve schepen naar Amerika te zenden om daar de verlangde levensmiddelen te halen. Op hunne terugkomst komen die schepen vele vertragingen en moeielijkheden tegen, veroorzaakt door allerhande pleegvormen. Zij moeten te Halifax onderzocht worden en worden verder geruimen tijd opgehouden in Engelsche havens. x Alhoewel Nederland een uitgebreiden handel in vee en vleesch heeft, wordt er toch aangedrongen op besparing. Vleeschlooze dagen zijn er nog niet ingevoerd, maar er is in bedenking gegeven of het niet goed zijn zou, de opgesloten gevangenen niet meer met vleesch te voeden maar wel volgens het ; groentenstelsel. Het Ministerie zal dit voorstel i onderzoeken. x In aile besturen worden duurte-toeslagen \ of vermeerdering van jaarwedden toegekend. ' Ook de Protestantsche predikanten hebben eene I vergadering gehouden tôt bespreking van middelen en voorstellen, om eene verbetering in hunne levensvoorwaarden te bekomen. —o— ROME. — Het beheer der Katholieke Kerk ondervindt thans eene belemmering, die wel-licht nog nooit is voorgekomen. Bijna geheel afgescheiden van landen en volkeren, is het den Paus niet gegeven zijne stem te doen j-hooren, zelfs niet in zuiver godsdienstige zaken. ' De eerste jaren van het Pausscùap van Benëdictus XV zullen gekenmerkt blijven door het gémis aan wereldbrieven of encyklieken, of aan persoonlijke opvattingen of « Motu proprio's ». Maar zij zullen niettemin rijk zijn aan ondervinding en menschenkennis. Het menschdom heeft zich nu heel anders voor- ' gedaan dan hetgene men er mocht van ver- \ wachten, want is de wereld een gedurig \ herbeginnen, hij is thans toch eene heele nieuwigheid geweest. Van daar de talrijke ' l k miscijferingen der meest verfljnde geesten in zake van godsdienstige en maatschappelijke belangen, van staathuishoudkundige en andere ; opvattingen, van uithoudingsvermogen, enz. Langs aile kanten en in aile middens is die miscijfering buitengewoon groot geweest, en heeft van eerst af aile berekeningen en vooruit-zichten dooreengeworpen of doen falen. —o— ZWITSERLAND. — Dit land blijft het toevluchtsoord van ontslagen krijgsgevangenen, die om de eene of andere reden niet naar bun eigen land kunnen of mogen gaan. De onder-houd dezer personen kost veel, maar vele rijke familiën komen den Staat ter hulp en nemen menigen dier ongelukkigen te hunnen laste. Ook wordt er buitengewoon veel naar Zwitser-land gezonden ten behoeve dier lieden. Vele vrouwen zijn hunnea man daar gaan ver-voegen, hetgeen voor die lieden eene herleving moet zijn in den huiselijken kring. —o— LUXEMBURG. — Het Ministerie Thorn heeft zijn ontslag gegeven als gevolg van moeielijkheden bij delevensmiddelenverzorging. SPANJE. — Ondanks aile binnenlandsche en buitenlandsche moeielijkheden had het Ministerie Romanenos zich tôt heden kunnen hand-haven. Thans echter om aan aile partijen eenige voldoening te geven en de verant-woordeiijkheid te verdeelen, is het Ministerie in dien zin hervormd, indien wij de laatste bericuten mogen gelooven. De binnenlandsche moeielijkheden zullen allicht kunnen geregeld worden, maar de buitenlandsche zijn moeielijker op te lossen. Handel en scheepvaart lijden veel door de oorlogsdaden van andere landen, alhoewel Spanje onzijdig is gebleven en zich ten dienste heeft gesteld van aile mensch-lievende belangen. De Koning vooral heeft zich op dit gebied onderscheiden en gaat voort als bemiddelaar op te treden. De inwendige rust is in dit anders zoo woelige land kunnen gehandhaafd blijven, dank aan het wijs beleid van Koning en Ministers, en aan de inscbikke-lijkheid der partijleiders. Pax UIT 0E QAZETTEN WERELD [ Spotsgewijze wierd er vroeger meermaals gezegd, dat het hoofdartikel in een dagblad, voor renteniers of geldbezitters gelegen was in het Fondsenbulleiijn... 't Was ook dit artikel dat zij het eerst raadpleegden. Het best geschreven hoofdartikel vermocht daartegen niets. Dit is altijd zoo geweest, want wij vinden de zelfde bemerking in eene redevoering, ter Fransche Kamer uitgesproken in... 1825, betrekkelijk de censuur. Denkt niet, zegde de redenaai*, dat de menschen zich veel aantrek-ken van het geschrijf in boeken en dagbladen ; zij vinden meer g jnoegen in te weten hoe het staat met de rent van 3 ten honderd, dan den toestand te kennen der grootste Staatsbelangen. Ons ondermaansch tranendal terandert dus niet. De menschen loopen als in eene renbaan en komen immer op lietzelfde punt terug. Hildebrand SCHRIJVERS EN BOEKEN CHARLES DICKEHg 't Is uit diepe erkentelijkheid jegens den grooten meester der Engelsche letterkunde van \ de XIXe eeuw, en om eenigszins goed te maken Iwat ik gedurende veertig jaren te zijnen opzichte te kort kwam, dat ik Charles Dickens' naam onmiddellijk na dien van de , Zweedsche naohtegaal nederschrijf. In mijn oog l behooren zij ten andere bij elkaar, hoe ver-schillend ook hun opvattingen en de uitwerking hunner denkbeelden, evenzeer als de stof welke zij behandelen, wezen mogen. Want evenals Selma Lagerlof is Charles Dickens een wereld op zich zelven. 'k Herinner me nog hoe in mijnjeugd vader-zaliger het steeds had over de onbegrijpelijke voorliefde van zijn ambtgenoot Jul van der Voort — ik kan geen Dickens lezen zonder me ; dien naam en vaders verwondering te herinne-! ren —, die steeds maar van Dickens praatte en geen schrijver zoo hoog stelde als dezen. Vader zelf bield hoegenaamd niet van den Engelschen schrijver, en toen ik later Dombey en Zoon aankocht, en drie, vier maal dit werk beproefde te lezen zonder er eens in te gelukken,... vond ik dat vader overschot van gelijk had, en werd < prof, van der Voort in mijn jongelings- (en dus ! onervarën) oogen... zoo'n soort « zonderling ». \ Wellicht zou een ander werk beter in mijn smaak vallen, dacht ik later. En ik schafte me i Maarten Chuzzlewit aan, dat ik eens met % warme genegenheid had hooren bespreken. ; Maar ook dit werk kon Dickens geen genade doen vinden in mijn oogen. Nog later deed ik me de Slechte Tijden komen — want ik wist heel wel dat menigeen de voorliefde van prof, van der Voort deelde, en gaarne zou ik uitgevorscht hebben waaraan die te danken was — ...maar 't was al boter tegen de galg gekletst. En die drie pracbtige werken werden ergens in een hoekje van mijn boekenkast begraven, tôt mij de welkome gelegenheid gegeven werd ze ten geschenke te geven aan iemand, die me zegde er wèl van te houden. Zoo werd ik veertig jaar, en mijn afkeer voor Dickens groeide al meer en meer aan, hoewel ik ondertusschen, en sinds lang, in een familie getreden was, waar Dickens' woord als dagelijksch brood klonk, en waar zijn volledige werken een eereplaats in de boekenkast bekleedden. Reeds ontelbare malen had ieder der huisgenooten ze uitgelezen, in zooverre dat de ledaren banden versleten waren en de bladen loshingen. De boekbinder zou dit al wel her-stellen, meende moeder, doch ik vond dat de kosten van herstellen en inbinden dier tien of twaalf zware en groote deelen niet opwogen, maar in 't geheel niet teg6n de geringe waarde — in mijn oogen destijds. — Gelukkig liet moeder zich door mijn tegenspraak niet alschrikken, en het hoognoodige herstelwerk werd gedaan. 't Werd m'n één-en-veertigste Winter, en we zaten allen bijeen in de ruime en warme zit-plaats, moeder met de Kerstvertellingen v6ôr zich, en ik met 'k weet niet meer wat, toen moeder me eensklaps onderbrak : — Zie, doe me nu eens het genoegen deze ééne bladzijde te lezen. 'k Trok even mijn neus op : een heele bladzijde Dickens ! Dat scheen me een echt schoon-moederlijk verzoek toe... waaraan ik echter toch gehoor gaf 't Was het begin van Het Krekeltje in den Schoorsteen... 't Weet niet of mijn lezers die vertellling kennen, waarvan de aanhef verdient een eereplaats in elke degelijke bloemlezing te bekleeden : die wed-ijver tusschen het krekeltje en den waterketel om het luidst te zingen, waarbij de waterketel een waarlijk bezield schepsel schijnt te worden in zijn kamp om den hoogsten toon te voeren. Ik raad elken liefhebber van fijne verbeeldings-letterkunde aan, eens dit werkje ter hand te nemen, het langzaam, héél langzaam te lezen en zich het gansche tafereel goed vôôr den geest te brengen, zonder zich door de eigen omgeving of door gelijk welke invloeden van buiten af te laten afleiden. En dan zal er met hem gebeuren wat er met my voorviel : ik ging er geheel en al in op, vergat al wat rond mij was om me geheel en al te beperken bij het krekeltje en den waterketel, liet me door de bijkomende personen medevoeren in de wereld die het vernuft van Charles Dickens ons hier voortooverde... tôt moeder, het wachten moe, me het boek onder den neus wegkaapte, om zelf haar lezing voort te zetten. Nu meende ik het geheim van Charles Dickens' geheimzinnige aantrekkingskracht gevonden te hebben. Zonder verwijl trad ik op de boekenkast toe en langde 'er Samuel Pickwick uit... die mij den ganschen avond uitstekend gezelschap hield, en me al meer en meer in de wereld van Charles Dickens deed doordringen. Nu vond ik, in tegenstrijd met mijn jonge-lings-overtuiging, dat vader het wel degelijk verkeerd voorhad toen hij van « onbegrijpelijke voorliefde voor Dickens' sprak, want met Maarten Chuzzlewit leefde ik geheel en al meê, me verheugend in de vrolijkheid van Mark Tapley en de schijnheiligheid van Pecksnifï schandvlekkend ; met David Copperfield leed ik mede, de lichtzinnigheid van Westley betreurend, en de goede oude kinder-meid in al haar uitingen bewonderend, terwijl de eigenzinnige doch in den grond doodbrave tante Trotwood steeds een straaltje zonnescbyn op de droevigste tafereelen liet vallen ; met Barnaby Rudge nam ik deel aan den opstand, vol genegenheid voor den ouden sleutelmaker, minachtend neerkijkend op den valschen, opgeblazen leerknaap en op den wreeden, dus laffen Dennis, den scherprechter ; met Kleine Dora vertoefde ik in de Marshalsea, de gevan-genis voor schuld, terwijl mijn afschuw voor Blandois evenzeer als mijn medelijden voor zijn Italiaanschen gevangenismakker aangroeide, en ik me verheugde dat Dora Dorrit niet bedorven werd door de «pruimpjes- en prisma» lessen van de statige, eerzuchtige Mevrouw General ; met Onze Wederzijdsche Vriend deelde ik het leven van John Rokesmidt, alias Julius Handford, alias John Harmon, beschul-digd van moord op zijn eigen persoon, terwijl ik me verheugde in het geleidelijk veranderen van het karakter van Bella Wilfer onder den invloed van « den gouden vuilnisman », den doodbraven doch zeer diepzinnigen Noddy Boffln, en niet min in de vernedering van den schurk dien Silas Wegg geworden was;... in een woord — want het zou te veel plaats

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Borgerhout du 1878 au 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes