Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

770 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 14 Octobre. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Accès à 24 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/cc0tq5sc10/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

14 October 1916 Nr 42 39e Jaargang Vrii en Onafhankeliik Katholiek volksqezind weekblad voor Vlaamsche en Alaemeene Belanaen IHI8CHRIJVIMGSPRIJ8 Yoor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1-50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teehent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vôôr DondercLag avond ten bureele besteld zijn, alsook de aankondigingen. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onze:: bureeie, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AANKONDIGINeEN Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbencht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Ageucie H A. VAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andsre aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6S, Borgerbout-Antwerpen ACHTUREN WERK Tusschen de maatschappelijke her-vormingen die na het sluiten van den vrede eene oplossing moeten bekomen, zal dit van het acht-uren-werk eene eerste plaats innemen. Dit stelsel strekt immers niet alleen om tôt eene betere verdeeling der werkzaamheden te geraken, maar ook om de beschaving te bevorderen, om aan de arbeiders niet alleen de noodige rust en ontspanning, maar ook gelegenheid te geven tôt ont-wikkeling en menschwording. Tôt heden kon dit stelsel niet geluk-ken, want oude gebruiken zijn moeielijk uit te roeien ; maar wat de overtuiging vroeger niet kon bereiken, zullen de nieuwe levensvoorwaarden weten op te dringen. Zoo ook is het gegaan met de Zondagrust. Men stond hier als vôôr onoverkomelijke moeielijkheden, zoo-wel van godsdienstigen als van stoffe-lijken aard, en toch is het eindelijk gelukt. En zij die er vroeger het meest tegen waren, zijn er algauw de beste aanklevers van geworden. * * * Het acht-uren-werk moet natuurlijk samen gaan met meer beschaving en waardigheid. Het zou een groot gevaar voor de Maatschappij of de Samenleving zijn, indien deze mindere arbeid enkel ledigheid en straatlooperij zou bevorderen. Integendeel, die mindere arbeid moet waargenomen worden tôt ziels-verheffing en veredeling van 't volk, waarbij eenieder belang heeft, zoowel de verschillende standen als de regeer-ders.* * * Het moeielijkste op te lossen vraag-stuk zal zijn de regelmg van het loon. De arbeiders zouden een zelfde loon moeten bekomen, vermits zij dit noodig hebben voor hun bestaan. Die zaak kan geregeld worden, wanneer aile werk-gevers het eens zijn om dit loon te doen dragen door de klanten. Indien er geene onderkruipers waren, zou zoo iets tôt geene moeielijkheden aanleiding geven. Bij elke verhooging van loon gebeurt toch dezelfde toepassing, zoodat de moeielijkheden van het acht-uren-werk enkel zouden te wijten zijn aan mis- verstand of moedwilligheid. * * * Buiten dit, moet het acht-uren-werk aan aile lieden van goeden wil het middel geven om meer van het huis-gezin of van het familieleven te genieten ; om de eene of andere werk-zaamheid uit te oefenen ten dienste van 't huisgezin, zooals het bewinnen van een hoekje grond hier wel de hoofdzaak zal zijn. Het moet aan de werklieden ook den noodigen tijd geven om avond-scholen en andere leergangen bij te wonen, zooals vak- en nijverheids-scholen.* * * Bij dit ailes moet de algemeenheid winnen. Een beter opgeleid en meer ontwikkeld werkvolk strekt in 't belang van 't algemeen. In plaats van ledigheid en straatlooperij, zullen betere gevoelens de menigte beheerschen, zoodat ook de armoede en 't getal misdaden zullen verminderen. Leeszucht en goed begre-pen sport, dit laatste in 't belang der lichamelijkeontwikkeling, zullen samen werken om geest en hart te verkwikken en den lichaamsbouw edeler te maken. * * ♦ Het is bedroevend om bestatigen, hoe vele werklieden thans gebukt gaan of vergroeid zijn volgens hunnen arbeid. Aan hunne houding kan men zien welk j op ambacht zij uitoefenen. Die gebreken ^ zouden veelal verdwijnen, indien zij den ^ noodigen tijd hadden om andere bezig- md heden of oefeningen waar te nemen tôt ha betere vorming van geest en lichaams- te jj bouw. Van uit de school zou die betere ,vtc il opleiding en houding moeten in acht zjj | genomen worden, want zij dragen ke | tevens veel bii tôt de openbare gezond- la heid. de * * * ei: ni Eens het slafelijke van den arbeid de weggenomen, zal hij ook minder mis- m prezen worden. Het zou dan gaan zoo- zj; als wij het thans reeds gezien hebben. 01 Menschen die vroeger te fier waren een paksken te dragen en hunnen neus 1 optrokken tegen allen handenarbeid, V waren thans beladen als muilezels en schaamden zich hoegenaamd niet aan het een of ander mede te arbeiden. br m * * * st De arbeid dient dus veredeld te worden door hem min drukkend te be maken ; door hem beter te regelen en 0i meer te vergelden. Dit moet met alleen in acht genomen worden door bijzon- 01 deren, maar nog meer door openbare ^ besturen, die ook nog al eens zondigen te tegen dit maatschappelijk belang. De w arbeiders staan daar ver achteruit di tegenover nietsdoeners of nietsopbren- t0 gende instellingen. * ** G Dit ailes dient thans overwogen te worden om op tijd en stond deze her-vorming in algemeenen zin op te lossen. Even als de Zondagrust, zal die hervor- gc ming eindelijk aangenomen worden en in de zeden dringen, tôt heil der K menschheid en eener gewenschte doel- 01 treffende beschaving. J. L. ^ |„n di DE TOESTAND HIER EN ELDERS ai Vc NEDERLAND. — Bij gebrek aan vele grond- 0I stoffen voor 't vervaardigen van zeep en andere w onmisbare behoeften, zijn hier reeds vele uitvindingen gedaan om deze voortbrengsels door andere te vervangen. De meeste dezer ^ uitvindingen worden ecliter waargenomen om bedrog te plegen. In Nederland is de wetgeving zl nogtans zeer streng tegenover zulk bedrog, w maar de bedriegers zijn doorgaans slimme gc kerels die uit de klem der strafwet weten te ee geraken. Het ergste is, dat dit bedrog niet h( alleen schadelijk is omdat het niet geeft wat het zou moeten geven, maar ook omdat vele D nieuwe bedrieglijke voortbrengsels scbadelijk ee zijn voor de openbare gezondheid. Het best is ^ zeer omzichtig te zijn met aile nieuwigheden a£ die thans worden aangeboden. Ten andere, er tt' bestaan overal instellingen, zoowel in België als in Nederland, waar men zulke voorwerpen zj scheikundig kan doen onderzoeken. Die onder- ^ zoeken zijn kosteloos en in 't belang der open- v( gezondheid. 0— j 01 CHINA. — De eerste Republiek van de ; h< Chineezen heeft reeds allerhande wederwaar- l ze digheden beleefd en blijkt nog niet stevig ; st gevestigd te zijn. Noord en Zuid schijnen ; ei moeielijk te kunnen samen gaan. Ook is er | le spraak dat de Zuiderprovinciën eene eigen *, Republiek gaan stichten, onder leiding van jj b« Soen-Jat-Sen. Er smeult dus immer vuur j kl onder de assche. ? M —o— | Zi MEXICO. — Generaal Carranza, Voorzitter P' der Republiek, schijnt een dubbel spel te ^ spelen. In plaats van den vrede te bevorderen ■ en samen te werken tegen de opstandelingen, : v< zoekt hij meer en meer oneenigheid met de Vereenigde Staten en zelfs met vreemde ,1 Mogendheden, alhoewel er vredesonderhande- ! lingen aangeknoopt zijn. Er valt dus te vreezen Zl-dat er eindelijk uit en door die houding eene botsing zal ontstaan, misschien wel tusschen e verschillende landen. O'j ! AMERIKA. — De Vereenigde Staten zijn e( thans de eenigste tusschen de groote Mogend- w heden, die een zuiveren geldelijken toestand v< hebben, namelijk dat hunne in omloop zijnde m bankbriefjes gedekt zijn door eenen voldoenden zi goudvoorraad. Andere landen hebben dien- ui aangaande veel te kort, zoodat zij moeten leven st 1 <** 't vertrouwen dat de burgers in hunne sderzijdsche Staatsbesturen wel willen îllen. Ten andere, er wordt in aile landen ,ar gestreefd, om in den handel zoo weinig jgelijk klinkende munt te gebruiken en aile ndels- en nijverheidsbewerkingen op- en af schrijven als overdrachten. Dat heet het >lk doorgaans belalen met gesloten beurzen. Is eenvoudig en gemakkelijker, want weder-dsch vertrouwen is zooveel waard als klin-nde munt. Er was een tijd dat de boeren en ndlieden geene bankbriefjes wilden aanvaar-n en « potstukken » of vijffrankstukken ichten. Thans is dat ook veranderd ; zij zijn st meer schuw van bankbriefjes en behan-len deze even goed. Alleen heeft een bladboek 3t zakjes de overoude « kous » vervangen. io draait de wereld alsook het rad der fortuin van « avonturen ». Pax Jit de Gazetienwereld Reeds verschillende groote bladen, wier iefwisselaars gesprekken of « interviews » ede deelden, zoogezegd gehouden met groote aatslieden, zijn op onwaarheid betrapt. Die :sprekken hadden soms niet eens plaats gehad. 3t ergste was echter, dat daarin gezegdens of oordeelingen voorkwamen, enkel van aard a olie op 't vuur te werpen. Het uitstrooien van allerhande valsch nieuws 'er oorlogstoestanden alsmede over de denk-ijze van aanzienhebbende personen, houdt is niet op. Het kan ook gebeuren dat dit ailes goeder trouw verkeerd wordt voorgest6ld of eergegeven, maar in aile geval kan men er is geen staat meer op maken. Wachten en ezien blijft de boodschap. Hildebrand edachten over Godsdienstige Opvoeding h Er heerscht te veel woordenkramerij in onze idsdienstige opvoeding... Ik herinner me, dat. in het Mei-nummer >13 van The Catholic Educational Review, igeveer hetzelfde nedergeschreven werd, wat >ldoende bewijst dat de zoo betreurens-aardige feiten in de godsdienstige opvoeding, b ik in het vorig hoofdstuk hekelde, ook door ideren gevoeld worden. De beste leerwijze die we in het onderwijs in den godsdienst volgen kunnen, zegt igeveer de schrijver van het bewuste stuk, iens naam ik vergeten ben, is zonder twijfel e welke Jezus-Christus zelf gebruikte. Het is niet uit dit of dat gedeelte zijner leer ,t zijne leerwijze voortvloeide, maar uit het ondbeginsei dat uit geheel zijn leven en al ne woorden te voorschijn treedt. Zijn leven as een gedurig voorbeeld van zijne voor-hriften. Zijn onderwijs was doordrongen van ne innerlijke heerlijkheid die al zijne toe-lorders aan zijne lippen boeide, en om hen iheel en al te overtuigen deed Hij wonderen. t laatste was noodig, omdat zijne zending ne nieuwe openbaring was. De parabels die [j dikwijls gebruikte, als eenvoudige verhalen .nschouwd, waren en zijn nog altijd aan-ekkelijk door hunne ongekunsteldheid en inné bevalligheid. Nochtans maken zij, op îh zelven beschouwd, geen geheel uit, maar enden enkel om den geest der toehoorders >or te bereiden tôt eene hoogere waarheid. Uit het gewone leven of de menschelijke idervinding getrokken, hadden die parabels stzelfde doel niet als de mirakels, die de kerheid der bovennatuurlijke macht daar-ellen. Beiden, parabels en mirakels, waren ikel middelen tôt toepassing der goddelijke er. De parabel is de toepassing van een leer-iginsel dat uit al de deelen van den Bijbel aar te voorschijn treedt. De komst van den essias is door de profeten aangekondigd, jae leer voorbereid geworden door de •edikingen van Johannes den Dooper, de stelling van het H. Sakrament des Autaars - het Avondmaal der Protestanten — is >orafgegaan door het mirakel der brooden, iz. De parabel is de onmiddellijke voor-sreiding tôt eene waarheid, die niet in het sreik van het verstand der toehoorders ligt ; j opende den weg tôt het onderwijs der leer i diende geenszins over het algemeen, althans, r opluistering. Het hoofdgewicht van de msche leerwijze van Christ-us berust juist o deze voorbereiding. Zouden de waarheden van den godsdienst op :ne werktuigelijke wjjze moeten aangeleerd orden, zonder den geest der kinderen ertoe )or te bereiden ? De godsdienstige waarheden oeten aangeleerd worden, en op eene duur-iine wijze, maar zal men zich niet in betere tslagen mogen verheugen wanneer het ver-and voorbereid is, dan wanneer er van ^11 IIHl M —I—WBMM MWM —!■ — voorbereiding geene spraak geweest is? Het antwoord op deze vragen kan niet twijfel-achtig zijn. Beschouwen wij even de diensten door de parabels bewezen als middel tôt voorbereiding. Wanneer we de parabels van den Bijbel aandachtig nagaan, dan zien we dat Jezus altijd zijne woorden toepaste aan het begripsvermogen zijner toehoorders. Door zijne vergelijkingen te ontleenen aan voorwerpen en toestanden waarmede zijn hoorderskring vertrouwd was, bracht hij zijn onderwijs binnen hun bereik eu verminderde hij nimmer de belangstelling in de waarheden die volgden. Wel integendeel, de belangstelling groeide er daardoor zelfs aan, want ieder zocht reeds voor zich zelven den diepen zin der parabel te doorgronden. En daar elk deel der uitlegging betrekking had op een vastgesteld deel der parabels, was er hoegenaamd geene moeielijk-heid meer in het doen begrijpen van den zin. Niet alleen hebben de parabels de booge verdienste den weg te openen tôt de leer van Jezus, maar, daar zij de verbeelding treflen en de belangstellinc; opwekken, prenten zij de godsdienstige vooorschriften diep in den geest. Zij zijn niet enkel getrokken uit zaken of voorvallen, die bijzonder eigen zijn aan de streken en tijden waarin Jezus leetde, maar uit vertrouwde dingen van aile tijden en aile landen, zoodanig dat hunne onderwijzende waarde geheel en al onaantastbaar blijft. Wanneer men zich tôt kinderen richt, mag men hen alleen spreken van hetgene waarlijk binnen hun bereik valt, hun begripsvermogen ireffen door beelden uit hunne bijzondere en welgekende omgeving gekozen, en steeds moet men van den overdrachtelijken zin naar den wezenlijken zin overgaan. Door een werk-tuigiijk onderwijs kan men in den geest woorden prenten die weleens kunnen begrepen worden, in later dagen, maar dat geschiedt dan altoos ten nadeele van beter aan hun begripsvermogen aangepaste denkbeelden. Het werkluiglijk onderricht moet dus verbannen worden, niet alleen omdat de ziel-kuude die leerwijze veroordeelt, maar omdat geheel het onderwijs van Jezus er lijnrecht tegenover staat, — wat eigenlijk toch hetzelfde is, want Jezus deed alleen wat zielkundig was. — Eene leerwijze die de beste uitslagen gegeven heeft in al die andere onderwijs-vakken, zal voorzeker niet min voortreffelijk blijken in het godsdienstig onderwijs. Daar het te wenschen is dat geheel de opvoeding doordrongen zij van den godsdienstigen geest, is het onbetwistbaar dat men dit doel niet bereiken zal door er eene bijzondere leerwijze op na te houden voor de godsdienstige opvoeding, en eene betere voor al de andere vakken van het onderwijs. Tôt dusver in korte woorden, wat The Catholic Educational Review over dit vraag-stuk schreef. Indien de lezer nu eens wil nagaan wat ik in het vorig hoofdstuk neder-schreef, dan zal hij bemerken dat de zeer Katholieke steller van bovenstaande gedachten, en de evenzeer Katholieke, maar nochtans door enkele bijzichtige en enghartige geloofs-genooten verketterde schrijver dezes, nagenoeg dezelfde gebreken aan de kaak stellen. Het eenige onderscheid tusschen ons beiden bestaat hierin dat de medewerker der Catholic Educational Review, dien ik vermoed een hooggeplaatst Roomsch Katholiek geestelijke te zijn, theoretisch spreekt en enkel zijne theoretische overwegingen ten beste geeft, terwijl ik me hoofdzakelijk door de praktijk en de bekomen ondervinding laat leiden. En praktijk en ondervinding zijn en waren immer de beste leermeesters. Daaruit spruit dan ook voort dat ik me meer en beter op vaste teiten en doorleefde toestanden beroepen kan, en dat ik, door de gedurige voeling die ik met het kindergemoed houd, door de aantrekking die, krachtens mjjne ambtsbezigheden, het kind steeds op rnij uit-oefent, beter in den kinderlijken geest weet door te dringen en er op te merken welk zaad in de goede aarde en welk ander op de dorre rotsen valt. Want ik kan er niet genoegzaam den nadruk op legger. : diepgrondige studie van • zielkunde en aanverwante vakken is voor-' zeker heerlijk, maar leidt enkel tôt theoretische I" gegevens, tôt oppervlakkige en soms verkeerde gevolgtrekking, tôt wijsgeerige verhandelingen die weinig aarde aan den dijk brengen, voor zooveel er geene gedurige en onmiddellijke voeling is tusschen het hart van den opvoeder en dat der kinderen. In de godsdienstige opvoeding vooral is die I voeling noodzakelijk en onmisbaar, omdat de godsdienst min eene leerstof dan een invloed is, een invloed ten goede die op het kindergemoed moet uitgeoefend worden. En, jammer genoeg, men overzie met een algemeenen blik al de ten onzent bestaande leergangen voor godsdienstig onderwijs, het is vooral als leerstof, dat de godsdienst den kinderen ingepompt wordt. En dit is niet alleen het geval in mijn l eigen Roomsch-Kathoiiek midden, maar ook in

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Borgerhout du 1878 au 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes