Het Vlaamsche nieuws

1104 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 18 Novembre. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 20 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/st7dr2r07h/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

londerdag- 18 November 1915. Eerste aarg. Nr 307 Frijs: 5 Cenfcieireo door geheel Belg^ Het Vlaamsche Nieuws Het best ingelicht en meest verspreid Nieuwïîblacijvan België. - Verschijnfc 7 maal per week auwi'IIT i <>( muiiui Per week 0.35 Per S maandea 3.75 Par maani 1.25 Per 6 maaaden 7.60 P#r jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD : Dr Aug. BORMS — Albert ?AN DEN BRANDS BUREELEN : ROODESTRAA T, 44, ANTWERPEN. Tel. 1990 AANK0NDIGING2N Tweede hladz., per regel 2.50 Viarde bladz., per regel.. 0.50 Derde bladz., iâ. I.— fi>*«d$bsricbt 5.— Veer aile annoacen, wcude men zicii : R.QQBBSTK.AAT, 44, OM EN ROND DE GIETSCHOTEL îene wandeling bracht me laatst in omstreken van de alomgekendv en tnqaarde buitenherberg «Gietschotel». ilk Antwerpenaar kent ze zooals ze jar gelegen is eene korte wandelpoos initen de vestingen, aan een kruispunt au wegen naar omliggende gemeenten « dorpen : Deurne, Mort sel, Borsbeek, m. 's Zondags is zij een geliefkoosd Ldeldoel van de Antwerpsche barge-ijdieer een smakelijke koffie met kra-liek of boterhammen met hesp komt tes, De kinderen vinden in den tuin De soorten van spelen waarmede zij, fetlaten vroolijk, h un jong hartje jimnen te goed doen, en hunne jeug-|je leden vermoeien zooals 't hoort. Hoc staat die herberg nog eenvoudig ejelijk daar in haren natuurlijken en njezochten vorm. Wie weet welke sa-lenzweringen worden er weeral ge-ueed, om haar 66k de verbouwing te iten ondergaan die hare zuster de Dikke Mee », aan den anderen uithoek erstad, met haar bestaan bekocht? iï«t lijkt ernaar alsof de groote meer-erheid der bouwmeesters met eene on-ejrijpelijke onverschilligheid - bouwen, olgens eenzelfde schéma dat overal ienst doet : in de stad, in het dorp, m de groote baan, in de smalie straat, ?een plein, voor een park en zoo meer. a het is volkomen onmogelijk dat zul-e opvatting die het huis-uitzicht tôt tts algemeen gelijkvormigs verlaagt, de buwkunst in waarde zal doen stijgen. i îen huis is ©en stuk van het groote ge- |ee\: straat, dorp, stad, en heeft als jeel van eene samenstelling eene wer-ing uit te oefenen, die steeds m ;t on-;rsfaanbare loszinnigheid wordt over Ét hooid gezien. De bouwmeescer ont-rapt een huis, een magazijn, eene fa-riek om eene zekere plaats in te ne-len i,n het groeiend en ontwikkelend ezen der omgeving, en aile punten die lann werking uitoefenen, moeten retuai zijn tôt het individueel ontwer-p van ieder afzonderlijk huis of ge-puir. Een huis dat als achtergrond (eut eener straat, zal anders zijn dan st wat de plaats inneemt eener weg-nigende huizenrij. Een toren cLe om-oog rijst achter een huis, de onmid-ïllijke nabijheid van een uitgestrekt pouw en zoovele andere punten heb-tn invloed op de gestal'.e van het huis. Evenzeer als met de architektonische ngeving is er af te rekenen met de ituur. Zij beschikt over de prachtigste irmen, over de heerlijkste verschijnin-ffl die den vorm van eene architekto-sche samenstelling kurmen beïnvloe-o. Boomen, water, heuvelland zijn w om er aile mogelijk voordeel uit te tkken. Aan de « Gietschotel » nu, om tôt h uitgangspunt terug te keeren, zijn de laats'# jaren veel veranderingen taurd. Het uitzicht van den omtrek ® wezen veranderd. De steenweg, die ;M buiten de poort leidde tusschen R velden, waar alleen eenige zeld-®e houten werkmanswoningen ston-;d. raaakt traagjes aan volbouwd met 31 heel en staalboek van hedvmdaag-huizenbouw. Ik ben overtuigd " ûfl7e naneven niet veel eerbied zul-"htbben voor zulke voortbrengst uit « aanvang der 20e eeuw. "»nneer men met den rug gekeerd J « Gietschotel » staat, heeft men *zich de mooie zonnige baan, met 'de eene zijde het Cogelspark, aan j®dere zijde nog eenige be'iouden «n en voor het overige meestal ïceuw-leelijke huizen. Over de wetschotel » verbreedt de baan met ":n achteruitsprong zoodat een groote ontstaat. Op de plek die daardoor ';ilblijft, staan enkele hooge ranke Jomen, en, wonder genoeg — men is JWege grondeigenaars zooveel fijn-;°eligheid niet gewoon — z'jn de «nrijen çr «an toegepast zoodat !a °0Qlffl de plaats heeft moeten rui-51 Jammer genoeg zijn bijna al de waarschijnlijk door het leggen !?;/as en waterleiding gekwetst ge-Wen en van den zomer hebben hunne kruinen geen groen gedragen. sieo zijn waardevolle bijkom^tighe-, °® bouwkundige lijnen te doen 'eu. De wrongarmige takken in den JT('' grœne bladermassa in den ,,*r door hunne natuurlijke on-^natipheid de regelmatigheH van ^hitektoniek uitkomen. fiier is "u pieteitvol oude boomen uit den Segaan. Hier was een taak voor de ***** om, ala aanleiding «e-ittiti ^taande içeboomte, een sa-Wt'«^d reheel te scheppen. En dat > ^daan. Noch het groo- **fê, noch de kîeinere *.cb it fa»#«b*kk«riî Aan Dr. A. Claus, hoogachtend en waardee/end. daiiken himnen vorm aan hunne "xer bijzondere ligging. Evcnmin zijn de huizen over het park gelegen met bijzondere aandacht aan hunne eigen plaats, over den vijver en over het over-heerschend groene van het lanuschap, aangepast. Die huizen kunnen 't is ge-lijk waar staan met altijd dezelfde physionomie van schijn-rijke voornaamheH. Wat zij bezitten aan siermotieven, is zoowat overal aan moderne huizen te zien, maar in zoo'n gansche nieuwe omgeving heeft men een « ensemble » dat van den toestand der bouwkultuur de-er laatste jaren, een al te droevig denk-beeld geeft. Eenheid en samenhang ontbreken geheel. Nieuwe straten zou-den moeten toonen de dubbele kairak-teristiek : de individueele schoonheid van ' ieder huis afzonderlijk en d_> al-gemeene schoonheid van al de huizen vereenigd in het straatzicht of stads-beeld.Toevallig zag ik laatst, in een dorp uit Antwerpen's naaste omgeving, twee overeenstaande voorbeelden van hoe men het bouwen vroeger verstond en thans. In eene dorpstraat, aan beide zij den tuin en door muren afgesloten en door eene poort toegangbaair. Het werk van vôor honderd jaren laat zich er-kennen aan zijn eenvoud, degelijkheid en schoonheid. De effen-wit gekalkte muur, gedekt met donkere pannen, welft zich boven de inrijpoort die zwart ^eschilderd is en zonder ander sieraad dan ,de groote ijzeren ringen. Het eerste aanzien doet reeds "ermoeden dat dk ingang leidt tôt een koelen tuin met machtige boomen, die, over het muur-^evaarte, hunne rijke groene pracht la-ten bewonderen. De andere muur, over-laden met versiering, maakt eenen ar-moedigen indruk. Hij is verdeeld in paneelen met gele en roode baksteenen, en heeft pilasters waartusschen de ijzeren poort hangt, die tôt op man^hoogte met eene ijzeren plaat bedekt is, om het doorzicht te beletten. Die poort is een misbaksel. Met hare gesmedten ornemen-ten, waarvan de lijn zich niet ka,n doen gelden doordat onmiddellijk erachter1 de zwarte ijzeren plaat het belet, staat zij als iets onbenulligs tegenover de massieve houten poort. Een vermoeden , van he^geen er achter haar leeft en ! streeft van de eeuwige natuur, dringt zich niet op. Het scherpe onrustige muurvlak geeft aan h .'t geboomte dat | er achter uitkomt iets, alsof het niet op j zij ne plaats ware. Zoo is.dit geheel in j geen-en deele aangepast bij de omgeving | die tijd en natuur daar geschapen hebben. En dat zulk hedendaagsch muur- j je, niettegenstaande eene overgroote tnéér geldelijke waarde, het oude voor-beeld, uit een schoon'ieidsstandpunt, niet benaderen kan, is een bewijs dat de duurte de schoonheid niet noodzakelij-kerwijze medebrengt. De oude muur vergroeid tôt een vast ?eheel met de rustige dorostraat, de modem-e een vl >ek tesren de dorp9che rust en klainte : hij staat te pronken als een boerin in steedsche kleeren. En hoe leelijk dat is, heeft Hugo Verriest in « Op Wandel » verteld. Wat ik hier over deze muren vaststel is waar voor haast aile huizen. Doorloop de dorpen en bezie maar een« wat daar seder4- eeniare jaren bouwt. Waar blijft het eieen karakter dat zich in oude dorpsfrebouwen met zulkr aantrekke-liikheid voordoet? Geene eenheid, peen samenhansr ziin de voornaamsie eisren-schapoen van de nieuwe gebouwen. Aan de «Gietschotel», in den gevel. ; waarvan het jaartal 1660 prijkt, bevin-< ■ den zich een drie'a] boomen, die met : hun jolig groen de verweerde muren in ' den zomer versieren. De gevél zooals 1 hij daar staat spreekt den voorbijgan-ger aangenaam toe, en noodigt hem uit in de koele herberg of onder de teer ruischende boomen van den hof te ko- ' men verwijlen. En die magnetische ' kracht komt niet alléén van de aantrek- ' king die oude dingen haast altijd op ons 1 uitoefenen. Het is voornamelijk de vol- ! ledigheid waarin dit gebouw zich met zijne omgeving bevindt : de samenhang J van dit laagliggend huis onder hooge l boomen. Het is er niet gebouwd, het 1 is er gegroeid. * 1 De middeleeuwsche stedenbewoners, 1 de bouwers van de oude pachthoeven, ; en dorpshuizen die wij nog in menigte J bezitten, doch niemand bekijkt, hebben ' iuist op die grondvesten heel hunne îiesthetiek gebouwd. De uiterlijke ver- i schiinin? van een bouwwerk is het ' noodzakeliik revoler van tiidsomstan- c iigheden en plaats. En toch stonden de ? mannen die z6o bonwden niet in het v le>/«n beladen m»t de omvangrii'ke we- t l'Btsclaai», met de UTtgebreade kërrfâe ? waarover unze hedendaagsche bouwers heeten te beschikken. Maar hun takt, hun gevoel voor de omgeving, was zoo-zeer een ingeworteld ^eel van hun zelf, dat zij uit intuitie in de mogelijheid wa-ren de woinderlijkste samenstellingen e doen rijpen tôt schoonheid. Wat zij de-den voor de schoonheid onzer landen, wie zal het thans doen? Vlaanderen heeft grootelijksch behoefte aan 1 rach-ten die voelen hoe over de landen waait de wind die aandraagt den nieuwen lijd, en die er zich weten in te leven. SERJÀNS. ONZE LFTTF.RKUNDK.il PRIJSRAMP EmmannlM de Bom 1868 Een verstandige, een prachtige kop — Rik Luyten, waar zit ge? — : blond sier-lijk-lokkend haar, een voilé blonde baard, die beide, haar en baard, nog nie-mendal van kleur verschieten ; een voor-hoofd, gaaf en ongerimpeld gebleven, doch sterk en mooi afgelijnd door klaar, diep en adellijk denken ; een rustige, open blik, wiarvan de vriendelijkheid nog opglundert bij een geestigheid, doch waaruit zij evtn vlug en schuw weg-fronst bij de geringste onstemming ; een hartelijk en innemend voorkomen. En zoo Vlaamsch Emm. de Bom uiter-lijk is, zoo zuiver Vlaamsch is h.'j ook innerlijk van hart en geest, van gemoed n van denken. Wij zou den er mogen aan toevoegen : m van schrijven. , Prosner van Langendonck, die innige dichter, en tevens die ernstige, zwaartil-Icnde criticus waar het de kunst geldt, zei ons, zooals wij reeds de gelegenheid hadden het te vermelden : « Emm. de Bom is onder ons degene die misschien wel het schoonste Vlaamsch schrijft. » Zijn werk is bij den eersten aanblik minder aanzienlijk, als Re verwachten zoudt van iemand die zulken grooten invloed heeft gehad op de nieuwere rich-ting van onze letterkunde. De bibliografie vermeldt van hem : Henrik Ibsen en zijn Werk, 1893 ; een roman : IVrakken, 1898 ; William Morris en zijn invloed. op het Boek, 1910. Voorts kennen wij van hem : Een Moord. verschem n in Flandria's Novel-len-Bibliotheek ; De Kameradi n (drukk. Madou, Antw.) en menig ^eleerde bij-drage op gebied van Boek- en Bdekerij-wezen. wat dan past bij zijn ambt van hoofdbibliothekaris van de stad Antwer-pcn, alzoo het vermaard gebleven vlug-schrift : Abraham Verhoeven de eerste courantier van Et'.ropa ?, dat ontworpen herdenkinersfeestcu in de kiem ver-smachten zou. Doch dit alle9 maakt slechts het klein-ste deel uit van zijn letterkundigen ar-beid die mild ea breed in tijdschriften sn kranten verspreid li?t. En als we Doit, wat we wel wenschen, zijn brief-çvisselingen aan de Nieuwe Rotterdam-sche Courant g îbundeld krijgen, dsn zullen wij daarmee niet alleen de ge-schiedenis hebben van heel het Vlaam-3che leven te Antwerpen, in de laatste rien, twaalf jaren,maar tevens een merk-waardisr boek uit een ooeT>unt van stijl, bumor, opmerkinsgave en kritiek. Twee schrijvers hebben een overwe-jenden invloed gehad op het zieleleven /an Em. de Bom : eerst Ibsen, in de jaren 1891-92, en ! îter Goethe, in 1905-6. Hoe paradoksaal het ook moge klin-■cen, het was de zwaarmoedige Noor die lem redde uit de zwaarmoedigheid. Van [bsen leerde hij : « Het leven is een ;trijd tegen de geesten in hart en h<x>fd ; iich^en is gericht houden over zich-:el). » Op bladzijden 102 en 103 van het joekje vinden wij deze woorden : «... Oneindig veel • - dit is mijn innig ïeloof — zal Ibsen ct toe bijdragen, cm >ns uit den poel der lafheid, der baav-:ncht en der leugen te trekken, waarin vij Erezonken zijn ; de zielen zullen ver-itaald worden in het vuur van den strijd. » Ibsen predikt : de waarde van het ;elfbewustzijn, van den stc rken wil, het (otiwen op eigen kracht ; tevens voert îij strijd tegen het enge egoïsm, hij tordert offerwilligheid. verloochening mn zichzelf, maar het de Plicht, de Ide» reldt — de Plicht, die immer als een iîane Thekel Phares met vurige lettevs 66r zijn oog geschreven staat. » Ons chinkt dat het woorden zijn om n deze tijden aan te Vlamingen te her-nneren. Moeten we Ibsen raan herlezen f is de Bom over Ibsen ons voorloonig enoesr? Althans voor onzen landgenoot ras het leeuwenmerg die hem tôt krach-ig voedsel verstrekte. Hij herwon de le-eosblijtaefd «n de wH*fcracht%e ®pge- wektheid, die het voortecht en sieras waren ook van zijn jeugd, doch die b vij pende jaren zoo dikwijls vervlucht | gen en dan tôt een melancholische sten ming kunnen overslaan, of erger in do. re onverschilligheid ontaarden. Weer moedig, weer zelfbetrouwend e zichzelfbev/ust zag hij den Plicht : h zal den strijd, den schoonen strijd aai binden voor volk en taal. Heel het leven van Em. de Bom, e schier elke regel uit zijn pen, was sind: dien gewijd aan de verdediging en vc heerlijking van eigen landaard. Wat hemzelt" zooveel goed deed, wi de hij ook meedeelen aan zijn volk. I 1893 verscheen, vrucht van studie e overweging : Henrik Ibsen en zijn werl De Bom is de eerste geweest on on; Vlamingen, met den grooten Noorsche schrijver, die toen te Parijs verguisd e bespot werd en er onbegrepen zou bli /en, bekend te maken. Daarvoor zijn w hem dank schuldig. Het is geen lijvig boek, 't besla; slechts een groot honderdtal bladzijdei doch het was voor ons van wijdstrel kende beteekenis. Hij deed ons Ibse begrijnen en beminnen en zijn bewoi derend betoog werkte zoo aanstekelij en zijn vinnige voorrede was zoo'n pril kelende aansporing dat Een Vijand dt Volks, Nora, Spoken, Stennpilaren dt Waatschapbij, op den Antwerpsche Schouwburer werden onsrevoerd. Em. de Bom zegt van Ibsen : « Bedenkt men nu z;jn tFoostelooî donkere jeugd, de pijnlijke ervaringe van zijn zwerversleven, dan zal men b< grijpen, waarom dat ijsberen-hoofd zo norsch staat, waarom tevens zijn werke ever zoo vele poëma's van droefheid e diep nadenken zijn. » (blz. 11.) « De hooge eisch dien Brand aan de mensch stelt is : iets willen, geheel e volledig, en aan dit willen ailes opof't ren, ook het leven. » (blz. 26.) Verder : « Peer Gynt is het meest m tionale moderne werk dat de Noorwegei bezi'.ten. » (blz. 4ô.) Op het einde van het boek treffen w deze diepe woorden : « En moest h( waar zijn, dat Ibsen's denkbeelden — t betei : de denkbeelden die hij verdedigi en die hij toch gedeeltelijk aan de stroom der ideeën van onze wetensehai | pelijke eeuw daukt — moeten ondei gaan, dan nog, meen ik, zal de kuns \an zijn werken hen voor zulk lot tx hoeden. En dit is eindelijk toch het eet 1 wig voorrecht van de kunst boven de gc dachte. Het schoone zal langer Uve djn het ware, al is het schoone dan oo maar betrekkelijk, al heeft iedere tijc iedere eeuw, ja iedere generatie haar e: gen esthetische begrinnen. Maar war neer het nageslacht, dat niet meer he pantheïsme der Grieken kent, een Hc meios. eeji Aischylos, een Sophokles, al hov georiesters in den Eeuwigen Ten.pt der Knnst eert, — ... zoo geloof ik nie van oppervlakkig lyrism beschuldigd t i mogen worden wanneer ik van Ibsen ge tuig : nog vele geslachten zullen zich aa: de dioevige schoonheid der Noorsch kunst van deze persoonlijkheid ver mien. » « i Em. de Bom leerde ons Ibsen kennen , hij was ook de inwijder, hier in den lan | de, van een ander groot man, namelijl ! van William Morris. ! Daarover morgen. En zoo worden, ter gelegenheid vai zijn naam, onze lezers aan het groob werk dier kun'enaars herinnerd, wa van ons de beste hnlde en voor hem we de zoetste lof zal wezen. Uit de briefwisselingen van hem, di< sinds den oorlog en na zekere weder waardigheden, wel waard om later ver teld te worden, de E .d. B.-korrespon dent van de |V. R. Ct is sreworden, gevei wij een bladz'ijde over Jordaens. Weeral een gelegenheid om Ôver eei grooten Vlaming te spreken. Ge ziet. de dooden staan op uit hur graf om ons te helpen in onzen Vlaam schen vaderlandschen strijd ! De veldtocht in Pusland Napoleon's plan en de taktîek der Russen Hoe nrachtig ook reoreaniseerd rooi wat betreft het aantal manschappen hunne uitrusting, bewarjening en muni-tie, de maatregelen die getroffen waren, onder het toezicht van den keizer zelf, voor de verzorging der soldaten, was he1 « Grande Armée » van Naooléon, dooi de aanwezigheid van verschillende vreemde kon tinrent en, van minder be-trouwoare elementen en van jonge re-krnten. niet bestand te^on de hooge ei-schen die aan eene strijdmacht worden ges'eld, die zich waa°t in het koude en enherbergzame Rusland. Mag rao* vw«id8r»telî«a «teit Tfap®- d kon die moeilijkheden niet heeft voor-ij zien? De Fransche keizer heeft zoo dik-i- wijls bewijzen gegeven van helder door-u zicht in legerzaken, dat men die veron-r- derstelling moet verwerpen, e meer daar, zooals later bleek, zijne aandacht n er was op gevestigd. ij Het is waarschijnlijk dat hij meende l- die moeilijkheden te kunnen ontwijken door een snel optreden en door den in-n druk dien hij van de eerste zegepralen i- verwachtte^ r- Door zijn spionnen was hij ingelicht dat de Russische strijdkrachten die hem 1- 't hoofd zouden bieden, hem, in twee le-n gers verdeeld, te gemoet kwamen. Door n verrassend snel in Rusland te vallen, '. hoopte Napoléon zich tusschen die twee ;, légers te kunnen indrineren en ze ieder n afzonderlijk te verslaan. Vo6r het intré-n den van den Winter zou hij ùe Russen j- alzoo tôt vrede dwineen. ij Deze hooo koesterde de kei2er toen hij in Juni, bij middel van drie bruggen, it met ziin leger de Njemen overtrok. Op t, 24 Juni trok de bijzonderste groep, on-der de oogen van den keizer zelf, bij n Tilsit hoogergenoemde rivier over, zon-i- der door den vijand gehinderd te wor-k den. Oo twee andere plaatsen nog beurde de overtocht in even gunstiee •s omstandigheden, zoodat einde Juni reeds r 420.000 man over de Njemen waren, die n later nog door 100.000 man werden ge-volgd.Tzaar Alexander van Rusland bevond i- zich toen te Wilna, te midden van zijn n '.eger. omiring van zijn feneraalsy de î- dannen besnrekend die zij hem voorle?- 0 den. Barclav de Tollv. minister van oor-n -og, die met de leidinc der krijgsverrich-n ti ngen zou worden eelast, raadde den tzaar aan een groot gevecht te ontwij-n ken, stelselmatig terne te trekken om n den vii'and in 't binnenland te lokken. v aan den indringer niets overlatend dan een eenzaam la -d, met andere woorden : i- ailes wat niet kon meeeevoerd worden s he verbranden of te vernielen, opdat de v/ijandelijke legers nereens bei.chuttinCT ij of levensmiddelen zouden vinderj* « Wij :t zullen tegen hem, had Barclay de Tollv ►f gezegd, al de middelen aanwenden die : de natuur en de terreingesteltenis van n het land ons bieden. Wij zullen het h. « Grande Armée » lanezaam uitputten •- door kleine .Tevechten, maar deze zullen it we slechts leveren terwijl w , zooveel s mogelijk een algemeene aktie ontwij-i_ kend .steeds blijven terugtrekken naar •- het centrum van het rijk. Wij zullen n hun niets overlaten dan een verwoest k land, ontvolkt door de vlucht deT bewo-, ners, waar de infanterie zich noodeloos . 1 zal uitnutten en waar de kavalerie roem-. loos zal vergaan. » t De tzaar aarzelde nog steeds tusschen de verschillende plannen die h<An wer-s den voorgelegd, toen hem, op 24 Juni, 1, 's avonds, op het oogenblik dat hij een t bal bijwoonde dat te zijner eere werd e gegeven door generaal Bennirsen, het . bericht toekwam dat het leger van den 7 overweldiger de Njemen overtrok. Aar-i_ zelen was niet langer mogelijk ; tzaar . Alexander nam het plan van Barclay de s Tolif aan. Twee dagen later verliet de ; Russische keizer Wilna en ver'rok naar . Moskou, na een proklamatie trt het volk c te hebben gericht, waarbij hij zich ver-ij bond met den vijand geen onderhande-!j lingei aan te knoopen, v66r het vijan-! delijke leger over de Njemen zou zijn teruege trok ken. Tezelfdertijd, met het t inzicht op zijn tegenstrever de schuld 1 van den oorlog te weroen, zoi.d hij zijn politie-minis er Balachoff tôt Napoleofl ; met de boodschap dat hij bereid was vre-. desonderhandelingen aan te knoopen, . maar onder uitdrukkelijke voorwaarde . de besnrekingen niet aan te vatten v6or ! aile vijandelijke soldaten den Russischen i bodem hadden verlaten. j [ Nanleon aanzag dit voorstel als een bewijs dfv. Rusland niet gereed was om , hem te weerstaan. Dit was voor hem een ! . prikkel te meer om snel zijn voorgeno-men aktie door te zetten. De overtocht over de Njemen werd doorgezet, maar tegen zijne verwachtit^er in en "elf tôt zijn eroot soijt, vond nij aan den anderen oever geen vijand. De Russen begonnen het plan van Barclav de Tolly uit te voeren; zij maak-ten « mimte » voor den indringer. On- j middellijk deden de ee vol een der Rus- ! sische taktiek zich onaaneenaam gevoe- ' . len voor dezen tegen wie ze werd aan-1 gewend. Mathieu Dumas, generaal-mtendant ran Naooléon's léger, «chreef daarover : ] « De toevoer van materiaal en leven#- î : middelen, de regelmatiVe verdeeling en i ■ de organisa tie der militaire transporten, ! lieten niets te wenschen over, tôt na het l overschrijden van de Njemen. Maar, wij : verloren 20.000 paarden tusschen ivowno en Wilna... Eens Smolensk voorbij werd de dienst nog veel moeilijker, en vooral de hosnitaal-dienst had zeer veel te lij-den doordat de Russen, die vôôr ons w»g#r«kk#fi, de v«14l#fc f-srwo«#tt«o, de huizen verbfandden'en ons meeeleept«o. in een echte woestijn. » Tôt overmaat van ramp nam ds ver-zwakking der tucht onder de treepen van dag tôt dag toe. Tusschen de Rhijn en de Njemen waren, van de vreemda kontigenten vooral, reeds veel soldaten de rangen ontvlucht om naar hun land weer te keeren. Vergemakkelijkt door de lange marschen, door de onmogelijkheid voor de chefs om over die massa men-| schen, een bestendige en afdoende waak-zaamh'eid uit te oefenen, nam de deser-tie van dag tôt dag toe. Eens in Rusland bereikte zij het toppunt. Onder voor-wendsel dat ze niet eenoeg werden ge-voed verlieten zij de rangen om zich bij de achterblijvers te voegen, die In en, tij-dens crfen terugtocht, bij honderdtallen, van kou, zou terugvinden ; ofwel ver-dwaalden zij en werden gedood door d« patroeljes kozakken, die overal rond-zwierven of afgemaakt door Russische boeren, wier patriotisme aan fanatisme geleek. Daardoor en ook tengevolge van d« gevechten waarmede het Russische leger, zonder zichzelf bloot te stellen of een grooten slag te ontwikkelen, h<*t « Grande Armée » poogde te verzwak-ken, was het terrein tusschen de Njemen en Wilna spoedig met een groot getal lijken van menschen en dieren overdekt, hetgeen een walgelijke reuk men ver verspreidde. Niettegenstaande al de raadgevingen die men Napoléon deed en de verzeke-ring dat de strijd, die hij kort en goed wenschte, heel lang zou duren en met den dag wreeder en onmenschelijker zou worden, sing hij voort met verder het binnenland van Rusland in te dringen, op jacht naar een beslissenden slag waarin hij zijn vijand zou vernietigen. Maar deze weigert iedere groote slag, laat zich nkel verleiden tôt korte. snelle gevech-t.en, waaroo hij onmiddellijk weer terug trekt, ontsnappend aan Naooleon's leger, dat vruchteloos poogt hem te ge-naken.Men vecht opvolgenlijk te Deweltowo, te Mohilew, te Ostrowno, te Polotsk, te Inkowa, te Ivrasnoï, te Smolensk, te Va-loutina en op andere plaatsen nog. Maar,, ■ alhoewel in deee gevechten soms 100.000 | man betrokken zijn en, zooals te Valou-tina bijv., de verliezen van het « Grande Armée » 7.000 man aan dooden en ge-kwetsten bedragen, zij brachten hem geen stap dichter bij den vrede,zij kwamen zelfs niet in aanmerking als een succès voor den aanvaller, gezien de Russen steeds weer verdwenen toen hij meende hen te verrassen. De gevechten ontwikkelen zich niet tôt een grooten slag, den beslissenden slae dien de keizer vruchteloos zoekt vanaf zijn intrede in Rusland ; maar zij putten zijn krach-ten uit, ontmoedigen zijn beste soldaten die verwend zijn aan snelle zegepralen ; zij dunnen de rangen van ziin leger, die hij oo 800 mijlen van Frankrijk niet kan aanvullen, terwijl de vijand steeds weer zijn gevallene soldaten kan vervangen. Dien beslissenden slag moet hij vinden, "nij heeft er behoefte aan. hij lokt hem iiit en hij vindt hem ten slotte, op 5 Seo. tember, aan de Moskowa, in de vlakte van Borodino, waar ziin leeer aankomt, verstrooid door 't vuur van den vijand, en, meer nog, door de desertie ; uitgeout van een landen marsch door stortregens, langs weeen die in moerassen zijn her-schar»»n. -vi aar de paarden omkomen en de artillerie niet meer voort kan. Een jonere kozak, ge van een genomen, wordt bij Napoléon gebracht. Onder-vraagd, vertelt hij dat aan den kant der Russen een groote slae wordt voorbe-reid. 't Is inderdaad zoo. Bii het besten-dig vooruitdringen van het Fransch leger, was de stemming in Rusland omge-slagen. Het plan van Barclay de Tollv, eerst aanzien als 't eenicr uitvoerbare, werd nu beschouwd als de domme inee-ving van een onbevoeed ^eneraal. Men vroee ziine afstelling en eischte de be-noemin'T van Koutousoff, den veteraan der Turksche oorlogen, tôt opperbevel-hebber. en dit met zooveel aandrang dat de tzaar eindigde met toe te geven en aan Koutousoff de hooee leiding van zijn leger toevertrouwde. HUIGH. DAGELIJKSCH NIEUWS LEERGANGEN IN DE WIJSBE-GEERTE. — Op Vrijdag 19 November te 5JI/2 u., opent de E. P. Perquy in de Ploegstraat, 23, T./S., een leergang van wijsbegeer^e voor heeren. De lessen zullen de volgende Vriidagen worden voortgezet en tel ken s op hetzelfde uur beginnen.' De inschrijvine kost 10 fr. Een leereang van wiisbegeerte voor dames wordt gegeven door E. P. Jans-«at, in ket Ge*tscht vOOt hoog«- ou-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes