Het Vlaamsche nieuws

1508 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 27 Janvrier. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mp4vh5f34p/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Woensdag 27 Januan 1915. Eerste Jaarg. IJr 14. Friis : 5 Gentlemen door geheel België * x risfiT* « Vlaamsche Nieuws Het best ingelicht en meest verspreid Nieuwsblad van België. - Verschijnt 7 maal per week VOORNAAMSTE MEDEWERKERS : Lode Baekelmans. — Jan Bruylantt, — Mr Artb. Cornette — Vict. De Meyere. — Ant. Moorî^at — Ary Deiec, — e.a. - — . BESTUURs aoofdopâteUsr ; Allons BAEYENS Sehearder: Ant. VAN OPSTRAET BUREELEK, ftantetnat, 44, ANTWBRPRK Telefoon !99w AANKOlSDiaiNQBN : Tweede feladz. per regel . Î.50 | Vierd« bladi. per regei . 0J5 Derde id, id. .1.00 j of volgens overeenkomst. Doodsbericht 5.00 " Après la guerre, on n'en parlera plus, du Flamand ! " Sien zegt dat 't Vlaamsche volk te niet zal gaaa ; 't.En zal! « Après la guerre, on n'en parlera plus du Flamand ! » zoo sprak een Ant-werpsch vulgarisateur tôt een onzer lei-krsy schreef Df Aug. Borms Vlamingen, waakt ! * # * Na de verdachtmaking, de miskenning onzer zelfstandigheid ! Wat kenden we onze vulgarisateurs nog slecht ! In vredestijd ons bekampend met list en leugen, met smaad en hoon ; over taaltoestanden los-taterend als over-spannen windbuilen, met plomp-boeren-bedrog en keuken-argiunenten, met een zelfvoldaanheid, die hun een schijntje van goedkoope voornaamheid gaf in de oogen van enkele sukkelaars, sloten ze zwijgend akkoord, allen twist te laten vlotten tôt na den nood ! Maar... slechts in de nood leert men zijn vrienden kennen ! Hoe onvaderlandseh ze ook ijverden v66r den oorlog en aandrongen, moed-willig en schijnheilig, op bestuurlijke scheiding, — die dan ten slotte ons toeh baat zou brengen, — zôô monsterachtig, als dat venijn zich tkans ontpopt, had niemand ze zich durven voorstellen ! Zij braken de overeenkomst en wier-pen ons met slijk en loochenden ons recht op vrij bestaan ! En, hoe? De Vlaamsche strijders met de pen, ze zouden dood nu blijven? Op ! Allen ! Of zoudt verraad ge plegen te-genover de helden, die, helaas, reeds vie-len, of pal nog staan op 't kleine stukje vrij Vlaandersch land? Zij met 't ge-weer, gij met de pen, ten strijd, voor 't-heilig ideaaî I Steunend op het pangermanisme van uitzonderlijke enkelen, — voor pangermanisme seheldend het sympathiseeren met een kunst, die «nze Germaansche ziel toch nader is, dan iedere andere vreemde uiting, — hunkerde het dolle franskiljonisme naar een mogelijke uit-barsting van dit, gelukkig, niet-aange-kweekt gevoel, bij de massa. Zullen die hardhoofden moedwillig onzen strijd ver-keerd blijven verstaan? Begrijpen ze niet dat Vlaanderen, bij zoo'n uitbarsting, Xich-zelf zou dooden? Voor ons komt geen redding van buiten ! Noch uit het Oosten, pangermanisten, noch uit het Noorden, beschaafde sprekers, noch uit 't Zuiden, franskiljons ! Weg, weg, met de taie, die niemand en spreekt, hoe edel dan ook zij moog' heetent zong Gezelle. De redding moet uit ons-zelf komen. De essentiëel-Vlaamsche ziel hoeven we zelf te vormen. En, meer dan eens, zijn aile krachten er toe noodig ! Vlaamsch-zijn ! Enkel en slechts Viaamsch-zijn ! Daarom ging de strij 1 immer. 't Was tôt hiertoe een woorden-strijd. Maar : Vlaandrens diep vernederde oorden Vragen daden, maar geen woordenî En, nu onze echte en hechte kampers door daden toonen wat ze willen, — nu uw heimelijke hoop op vefraad van hun-nentwege in rook is opgegaan, —■ nu ze manmoedig hun plicht doen met taaie wilskracht en grenzelooze liefde, — nu zoudt gij, franskiljons, in dom-dolle dweepzucht de beteekenis van hun strijd verminderen? Nu zoudt ge uitbazuineh, dat, na den strijd, het Vlaamsch te niet zou zijn? Nu zoudt ge 't vuur wel blus-schen, dat laait, hoog-op, in hun door-Vlaamsche hart? Hun het doel van de-zen reuzenstrijd ontnemen? Gelukkig, ze gelooven u niet ! Gaat eens tôt hen, tôt in de loopgraaf, en zegt hun, dat ze strij den om het Vlaamsch te moorden ! Dat na den zege, het Vlaamsch te niet zal zijn, vergeten voor altijd. Zegt hun dat dit hun troost moet zijn en een aanvuring in den strijd. Over de effen Vlaamsche vlakte, koud an kil van overtollig water, klinkt forsch «De Vlaamsche Lfeeuw ». En moedig strijden ze voort... 't Zou voor hun eigen volksdood zijn? voor 't doel der franskiljons? Zoudt ge niet minder onzinnig zijn en minder... gemeen, gij, Heeren? We -willen Vlaamsch blijven ! Geen stoffelijke overwinning kan het zedelijk gevoeien knakken ! Stil leeft die zekerheid voort in onze harten. De hoop op volkomen ontvoog-ding houdt ons recht in de nare werke-lijkheid. Wat is reeds niet opgeofferd in den strijd voor vaderlandschen grond, voor stam en taal, voor vrije ontluiking van edele verzuchtingen? En dan nog, bi^il die wonden, 't ver-lies van eigen volksziel, van rasgevoel en taal? Dàt het loon voor zulke daden en zulke smart? Dan zou de strijd maar eerst voor goed ontbranden, en de afloop daarvan kan niet twijfelachtig zijn ! Oogen en ooren open, Hçereu franskiljons, en geest en hart ! Staakt uw inisselijk tarten ; 't kon u en velen eens noodlottig worden ! * * * We willen Vlaamsch zijn ! Enkel en slechts Vlaamsch ! We zullen ze houden, onze taal ! Trots het gekef van fransch-dolle hon-den ! Want : Die geen taal heeft is geen naam weerd, waar geen taal leeft is geen volkl We minden onze taal in vrede ; we minnen ze méer nog^ in den nood ; hoe tneer ze lijdt, hoe meer we ze bemin-nen en er voor strijden zullen; Zijn we niet gesterkt, wij die angstig nakeken, door het groote voorbeeld gegeven op het slagveld? Steeds zal onze hulp klein maar wezen, bij de daden, daar verre... Laat ons trachten de gevallen krachten waardig te worden ! Dan zal, als 't goud gelouterd door het vuur, de Vlaamsche ziel, gezuiverd en gesterkt door dezen reuzenstrijd, her-opleven en immer hooger streven, tôt daar, waar lachend wenkt het zonnige licht van 't ideaal ! En in het Vlaamsche hart blijft niet een enkele vlek, niet zelfs haat of min-achting voor franskiljons ; goedwillig schenkt het zelfs hun raad, gemeend en ziels-oprecht : » De franskiljons? Qu'ils s'en aillent ! » TJALDA. Ypriana Het volkshuishoudkundig vraagstuk van het behoud van natuur- en steden-schoon begint in ons schoon Vlaanderen steeds meer tastbaar en weinig geruststel-lende vormen aan te nemen. Op talrijke punten wordt het Vlaamsche landschap bedreigd en de steden worden dikwijls in haar oOrspronkelijk schoon gekrenkt. In stee van met piëteit te worden ver-zorgd, wordt het oer-schoon werk der voorzaten verdrongen door ergerlijke would-be sesthetiek en veelvuldige pro-dukten van modernism breken den ver-kwikkenden indruk van het fraaie landschap. Met eenig recht zou men, nu Kunstcultuur toch zoo gevulgariseerd wordt, een loutering in den smaak mo-gen verwachten, een lievende zorg om de natuur zoo weinig -mogelijk te schen-den, een beproeving om een compromies te verwezenlijken tusschen de sesthetiek «a d« «ischea van handa} eç nijverheid. . Zoolang echter en de officiele en de pri-vaat-vereenigingen die zich met openba-re kunst bemoeien, en de kunstenaars en het bouwend publiek niet hand in hana werken, is het maar best niet te veel illu-sie te koesteren over de verbetering van den toestand. De trein voert ons door 't Vlaamsche land. Het oog rust op de schoone viak-ten. Het zijn de malsche landouwen, de beemden en boomgaarden en drabbigt moerasgronden, de trage waters kronke-lend om de lommerige boomengroepen, de donkere sparrebosschen op de heide-vlakten met hare rosse tinten... al het verrukelijke verheerlijkt door schilders en schrijvers, een onuitputtelijke bron van emotie. Maar daar zijn de reklamen, groteske aandachtwekkers die een schril-le noot werpen in de majestueuze na-tuur-harmonie, de verwaande villa's van infamen smaak, de fabriekeu zonder zweem van stijl, de schandelijke brug-gen in ijzer en béton, en de onooglijke wftrkmanskazernen aangelegd in den stijl vân tuçhthuizen — al wat stuitend is en een jammerlijken indruk maakt. Werd niet onlangs de Leie met het 1i-niaal bedreigd? Sprak rnen niet van ze, althans gedeeltelijk,recht te trekken tus schen Gent en Afsnee zonder dat daar-toe de geringste noodzakelijkheid be-stond? Worden dé windmolens niet ge sloop t, de eene voor, de andere na, ten zij ze afgekocht worden door enkele Mse cenen die recht hebben op onzen dank En naar het oordeel van de meest be-voegde deskundigen worden op dit oo Tenblik de jammerlijkste wijzigingen ge-hracht aan de Hallen van Mechelen. En zoo waren ook onze imoressies toen wii onlangs het Vlaamsche land doortrok-ken, op weg naar Yperen. Wij peinsden aok aan onze kleine Vlaamsche steden. ils nestjes in 't groen gedoken, maar die nog de sporen dragen van vroegert jrootheid en verstorven weelde. Yperen, rustig en lief gelegen in de naar 't Zuiden zacht deinende streek, nog Omgord met romantische stadswal-len, lokt veel vergelijkingen uit met den ouden tijd... De gedachte gaat vanzelf terug naa- de dagen van grooten voor-spoed, toen Yperen eene der goede steden was. Veel duizenden inwoners huis-den binnen de stadsmuren ; tallooze am-bachten werden er uitareoefend ; 't wac een stad van nering en van kunst ; van de boorden van den Rijn, van Parijs, ja van den lande van Oversee kwamen de kooplieden naar de Ynersche jaarmark-ten ; en de lakengilde, met den steun van het stedelijlc bestuur, richtte de on-vergelijkelijkè, trotsche Hallen op, dit nog getuisren dat Yperen een der eerste koopmanseemeenschaopen was in de Westersche landen. Zooals iedere oude stad heeft ook hier elke eeuw haar eigenaardig schoon aan-gebracht. Daar hebt ge vooreerst de majestueuze Sint-Maartenskerk. Sornmigc deelen dagteekenen uit de dertiende eeuw en zijn gebouwd in romaansch-ogi-valen stijl der overgangs-periode ; elders vertoont zij de sporen van zuiver go-thiek terwijl het portaal der kruisbeuk van de vijftiende eeuw is. Daar is de Sint-Pieterskerk met het verrassend ro-maansch portaal, een kerk op wier af-wisseiende steensoorten men de eeuwen iezen kan. Daar zijn de dertiende eeuw-sche Hallen die zoo onovertreffelijk mooi waren, en het daaraanpalend Nieu-werck — het bevallig gebouwtje in Spaanschen Renaissance-stijl, met zijn flinke bogen, uit de zeventiende eeuw, doch vermoedelijk aangelegd volgens de zestiende eeuwsche plannen van den Gentschea bouwmeester Jan Sporeman ; uit de ?estiende eeuw dagteekent het houten huis der Rijsselsche straat, en in de achttiende eeuw werd het huis Mer-ghelynck opgericht, dat kostbaar juweel met sierlijke golvingen, fraaie ijzeren balkoenen, zachte schepvormige krullen, — het werk van een discipel van Pierre Vigné de Vigny, bouwmeester van Lo-dewijk XV. En al deze juweelen van bouwkunde zijn als de aanslibbingen des tijds ; zoo zijn ook de aardlagen straats-gewijze opgehoopt ; het eene voegt zich bij het andere, maar verdringt het niet of haalt het niet omverre. Elke eeuw, elk tijdperk heeft zijn oorspronkelijk schoon aangespoeld ; de bouwmeesters bekommerden zich niet om den stijl van vroeger ; zij werkten in den geest van hun tijd, elk gewrocht zijnde de uitdruk-king van eigen origineele opvatting. Laat ons hier de woorden van Ruskin nog eens bepeinzen : For, indeed, the greatest glory of a building is not in its. stones, nor in its gold. Its glory is in ils Age, and in that deep sense of voiceful-ness, of stem watching, of mysterious sympathy, nay, even of afrbroval or con-dernnation, which we feel in ivalls that have long been washed by the passing waves of humanity. Men mag zich afvragen hoe het werk vàn sommigen onzer tijdgenooten later zal beoordeeld worden? Met recht wordt er verzet aangeteekend tegen de wijze waarop het restaureeren vaak opgevat wordt. Onze voorouders wisten niet veel af van geschiedenis, wetenschap der 19de eeuw. Het vulgariseeren nu van histori-sche kennissen, de archœologie, dikwijls ontaard in een schadelijke manie, on-kunde op gebied van sesthetiek en een gebrekkige cultuur van den smaak, dat ailes heeft ons reeds menige leelijke peu gespeeld. Niet zelden dwingt het her-stellingswerk van moderne bouwmeesters onze bewondering af en draagt het den stempel van piëteit ; menig bouwmeester begrijpt dat het bouwwerk spreekt van den geest des tijds waarin het ontstond, en dat er, bij gebeurlijke restauratie cf beter, conservatie, reke-ning moet gehouden worden met de as-piratiën, het karakter, de samen'.evings-verhoudinçen van voorheen. Dikwij's echter lokt het zoogenaamde herstel-iingswerk scherpe critiek uit. Sommité perioden hebben o. z. t. z. het monopo-îium van den wansmaak gehad. Wat er zoo rond de jaren '50 en '60, en later ge-daan is geworden... 't is om bij te schreien. Dat onze stedelijke archieven met kunde en zorg doorsnuffeld worden, dat op grond van rotsvaste documenten zeer bouwvallige oude monumenten i hun oorspronkelijk schoon hersteld wo den — en dan nog met omzichtige spaa zaamheid —, daar kan men bezwaarlij iets tegen invoeren. De bouwmeester va voorheen volgde zijn ingeving, bouwc in den trant van zijn tijd ; wat vÔor hei gedaan was, eerbiedigde hij ; hij pet terde noch kleuterde aan een andennai werk ; hij pleisterde niet bij om h< werk zijnèr voorgangers te volledigen hij schrobde en schuurde de gevels ni' net stalen borstels ; hij deed den stec niet uitvreten met venijnigbijtende sa] pen ; hij sloeg geen ramen in, uit pi zier om die door andere te vervangëi Hij deed zijn eigen werk zoo goed d; hij kon, bewonderde de steenen onzi vaderen, zonder er de handen aan slaan. Zonder ons nu eenige deskundige b voegdheid in zake van bouwkunde willen toerekenen, verlangen wij allée mede te deelen, dat wij onlangs gezie hebben als staaltjes van bedenkelijkt restauratiegeest. Immers onze oude g bouwen, die van Yperen inkluis, zij toch ons Vlaamsch kunst-patrimonium wanneer iemand, hetzij een individi hetzij een genootschap, het in zijn hoo krijgt onze kunstgewrochten op te poe sen dan meenen wij het recht te bezi ten het publiek daar over in te lichte: al v« are het slechts om het recht- van to zicht van het volk toch eenigszins te he pen handhaven. Men vraagt zich af wie die Yperscl herstellingen (?) eigenlijk uitgevonde heeft? Het is bedroevend te zien wat i aan de Hallen en aan de Sint-Maarten kerk gedaan is. Bij den eersten aanbii heeft men een gevoel van verlegenheid men voelt zich niet tehuis ; een somtx doek van Rembrandt dat zou opgepoet en bijçetoetst zijn, een oud versch-afg schuurd beeld, zou dezelfde impress van Unheimlichkeit doen ontstaan. het nog wel het oude kunstgewrocht d: den wind der eeuwen getrotseerd heef of een handig facsimile, een fijn-afgelii oseudo-antiek fabrikaat voor een World Fair? Gaarne geven wij toe dat de b doelingen der ondernemers spotteloi geweest zijn. De vraag blijft echter i het werk niet alleen hunne bedoelingei maar de eischen der oudheden-besche ming beantwoord heeft, en bij nader oi derzoek en vergelijking zal wel blijke dat hier werk van zeer bedenkelijk* aard verricht is. Arth. Cornette. 08 militaire schilders «an Frankiij op het front De Minister van oorlog van Frankrij heeft besloten dat een klein aantaal mi taire schilders en teekenaars kond« veroorloofd worden voor het Musetu van het léger, geaccrediteerd bij de aai voerende generaals, om van hen, binne de grenzen, door hen vast te stellen, h verlof te bekomen om de zonen d< krijgsverrichtingen te betreden. De opdracht van deze schilders, ze{ het « Petit Journal», bestaat daarin, o door pen en penseel een blijvend bee te maken van de meest intéressante ep sodés der veldslagen, de typen der vec tenden en den aanblik van het terrei: De verzameling van dergelijke schetse of schilderstukken zal ongetwijfeld eei serie van dokumenten uitmaken voor ( oorlogsgeschiedenis van het hoogste b lang. Volgens de gegeven instructies, mo ten zij trachten hoogst nauwkeurig zijn bij hunne studies op het terrein, a leen ware scenen voorstellen, door d« juisten datum te geven en zich onthoi den van iedere symbolische of denkbee dige voorstelling. Deze voorschiften willen ons zeer jui voorkomen. Het aantal schilders, d hunne medewerking hebben aangebodei overtreft het cijfer dat voorzien en no< dig geacht was. De door den Minister genomen maa regel dient om misbruiken te voorkome en de circulatie te beperken van noi combattants, schilders of photographe! die in de zone der krijgsverrichtinge hinderlijk zouden kunnen worden. Deze zendingen zijn sedert eenige wi ken werkzaam. Wij weten, dat zij doc de generaals, de generale staf en de o ficieren der vechtende troepen over: gunstig ontvangen zijn geworden. Zoc wel de een als de ander verheugt zich b de gedachte, dat de herinnering van hui ne opofferingen voor de geschieden niet zal verloren gaan. De teekening e de schildering zijn ongetwijfeld het be: te middel om hunne toewijding, somtijc hunnen heldenmoed,te vereeuwigen. Eei ieder zal dezen maatregel van den mini: ter toejuichen. Wij wilden geene namen noemei maar wij kunnen wel zeggen, dat m< een doek van Scott, hetwelk de territi rischen voor de vlag voorsteld, met c middernachtmis in de steengroeven va Soisonnais, van Tinayre, de teekeninge van Jacquier, van anderen, ook zeer ui stekend, de vereerde generaal Niox, oi getwijfeld voor het Leger-Museum eer belangrijke galerie zal voorbereidei gewijd aan den oorlog van 1914-1915. Dagelijksche Rondschouw r- k n EENE SCHANDELIJKE MIS- om den grooten bolvormigen toren aa e DAAD. — Eergisteren deelden wij eene de westelijke zijde der kerk, welke zul u schandelijke misdaad mede : Eenige el- sen karakteristiek panorama der stad e lendelingen hadden het noodig gevon- van het geheele dal opleveren, wederoi ls den het standbeeld te Brussel van den op te bouwen. 4 Hold der Vrije Gedachte, Fràncesco Al deze werken zijn van een technisc . Ferrer, met verf te bezoedelen. Hierdoor standpunt onberispelijk uitgevoerd. Aa ontstonden heftige protestaties vanwege zekere plaatsen heb ik weer andere we: n de bevolking; een volkstoeloop ont- ken gegeven. Het is te hopen, dat des stond, en een afdoende maatregel werd gebouwen den winter en de regentij ». vereischt. Het stedelijk bestuur werd zonder gevaar kunnen door maken, e j dientengevolge door den Gouverneur- dat men in een vreedzamer tijd definitii 5 Generaal gelast het standbeeld te verwij- de herbouwing en herstelling beginne ,r deren. kan. :c DE ZEDELIJKHEID IS EEN He* is evenwel raadzaam, om deze g< SCHOONE ZAAK 1 — Er was eens een bouwen, alsook de andere in de lente ee e- land in oorlogstijd, waar vele menscheu 'weeden keer te onderzoeken, om te zie te den kop verloren hadden. of zich niet gedurende den winter nieuw n In een groote stad, gelegen in dat ^chaden heeft voorgedaan.» ■n land, was er een gebrek aan onderwij- EEiN'E ZUS'JLEit VÀN KONINGI n zers. Onderwijzeressen werden aange- i 11 — u 2- steld om de kleine bengels de beginselen ivuinuien : bene uer zusters van de Ki n der wijsheid te leeren. mngin van iseigië, de gravin van 10e ; Maar wie het uitgevonden heeft is amg en Jettenuacli, die op het wesienj h nooit gebleken, maar zeker is het dat de iront bij de Ouitscners ambulancjèi •d onderwij zeressen gescheiden werden van was, werd met het ijzeren kruis geaeci t- de onderwijzers. De dames werden 's reerd. t- morgens en 's middags in het kabinet btNjB Z0NÛERLINGE PROPi 1, van den bes uurder geloodst, de speel- __ net biacl « tctlo de ^ans e- tijd van de klassen waar he schoone ge- ireKt Qe aanciacilt van ae eel 1, slaéht de plak zwaait mocht met samen- (< ûekcndmaKl - „ aan hef votk ^ vallen met de speeltijd der andere klas- een IlacaLenSgeleuen 0 de muren v. ie sen, en de dames werden pas losgelaten rar was aan °piaKt) m^t het schn n wanneer de heeren reeds een paar stra- <(Leugensl)) °Jnn men Qe Juusci -r ten ver waren. troepea verdedigt tegen de Fransche o ~arl ^ouw . m.en d^ugd der da- I1Cieie meoedeemigen, welke iiun van d. mes? Liepen de heeren rond met mis- ûen van wreecmeiu beschuiûlgt. Het bu , dadige bedoelmgen? vraagt: « is de polme onmacntig tegt "r „ ,a®.\ , , deze propaganda der pacitjsten? ». »t De zedelijkheid is een schoone zaak ï- En geeft het menschdom veel vermaak. ^t PAAKDEMAKKTtN. — Tel :e LENIGINti DER WERKELOOS- e"ic^e ^eu ùalldéi van net bezette grorn ■s 1. k V vT 1 geDied te doeu ùerleven en de iJëlî'isct HEID. - Het Gemeen ebestuur gehol- paraenlokker te beguustlgen> c pen door andere mstellmgen beraamt Gouverucur.U€ntruai vau ^ ë M de middelen om m den bouwstiel en m yoQ h de msteiung vaif veulei . de kleedingmjverheid een zoo groot mo- markteu ver(jrdeud dat ls&voorioopig a ®£:!J arbeiders en arbeidsters aan proeI 1Je verli(Jop zai blJ opUtxl g^ull >s el,w®F e. s ,e en' , , . . den en tegen kontante betaling. , Te dien einde worden de werkeloozen, . , ,, , behoorende tôt de hieronderstaande stie- Jauuari hadden de eersl 7' len, verzocht zich dadelijk in de weder- Pa«*rdenmarkten te Waveren, Zinil r" zijdsche stempellokalen te laten inschrij- -^dingen, Halle en ISijvei piaats; c 1 ven op de daartoe bestemde aanwer- ^eigl3C11e paardenîokkers ùadden er ee n vingslijsten. groot aautal Paarden gebraent. " Mannen: EENE REDE VAN ANSEELE. - Bouwstiel : metsers, metserdienders, Meû telegraieert uit Amsterdam aan c voegers, plafonneerders, wittesteenbe- " v orwarts w •' . werkers, blauwgoedbewerkers, schalie- De inwijding van de nieuwe feestza: j( dekkers, timmerlieden, schrijnwerkers, van de socialibtische coôperatieve Vere. bouwsmeden, slotsmeden, schilders, be- niging te Gent, kenmerkte zich door ee hangers, loodgieters. discours van den burger Anseele, waari k Kleedingnijverheid: kleermakers, snij- hij zijne toehoorders aanmaande om de i_ ders, schoenmakers. moed niet te verliezen en op het aocii ■n Vrouwen • ilsul te blijven vertrouwen. De rijt n Kleermaaksters, giletmaaksters, naai- ^SSen hebt)en thans de w^rkklas ,t( 1- sters, linnenwerksters, breidsters, bot- hu pe frofPen' fmaar ûa ,den °°rjc :n tinstiksters, modisten. fuilen de tegenstnjdige belangen de st Het is overbodig zich te laten inschrij- ^assenstnjd opmeuw doen ontbrandei -r ven als men den stiel niet grondig kent doçh dan zai het met meer mogelijk ziji of zich als gast te willen doen dœrgaan fls Belfe mt,zlJI1f asfche wcef 7fa he( ft als men maar halve gast is. even' de werkeûde klas over het hoof te zien. S WERK^I^BEmE0- i?eUpres^ . Burfr fnsede -tkent geenszins d: 1- , , , ^ ^ de gebeurtenissen het Internationale dent van de Commissie ter instandhou- i u r. . , 1- een slag neeft toegebracht. Men mo« ding der monumenten in Rijn-Pruisen, . t vereeteif dat deze ideëcn - Dr. Clemen, heeft he| volgende rapport ® , ,, :ii Q , . ' „• , '!5 - . een tijdstip ontstonden toen de volkere over de herstelling der historische monu- EuroDa elkander eveneens bevoci e menten in België, welke door den oorlog Van ^ pa elKanaer eveneens Devoci e geleden hebben, uitgebracht : en* e « Het is met genoegen, dat ik op mijn zullen sterker zijn dan d laatst bezoek aan België heb kunnen haat voortgesproten uit de bitterhei e constateeren, dat aile gemeente adminis- der tijden en uit het nationalism. ^ traties ervoor gezorgd hebben, dat de EEN VERLOF TER GENEZIN( n monumenten, welke door krijgsverrich- — De « Indépendance Belge » ontvanj ^ tingen beschadigd werden, voorloopig het volgend schrijven : beveiligd zijn en dat de aanwijzingen, „ Een groep van vlaamsche gewonc we ce wij, de heer Falke en ik, hun heb- gelgische soldaten hebben onlangs Loi st ~ <"nnen gfver>! opgevolgd zijn. clcn VOOr Afrika verlaten, alwaar zij zic ie , e . euven IS het sterke dak, dat de zuntn uitrusten en herstelling zoeken 1 geieele -er moet beschutten, voltooid, midden van hunne Afrikaansche stan >: en 15 me" bezl& t'jdehjk de kerkra- V€rwante landgenooten. men, welke aan de zuid- en westznden ^ ... ^ ^ gesprongen zijn, dicht te maken. Het " 7?611 J100 .°P PUr^^.a?1.9a, inwendig gedeelte is bijna geheel ont- fhn^ ^ Engelander, heb ik bemerk n ruimd.Binnenkort zal het gebouw weder- dat velen onder hen door het feit leder om voor den dienst bruikbaar zijn. Inde dat zij thans nog zonder nieuws va domkerk te Mechelen is men bezig om ^unne famille waren, en zij wenschtei n voorloopig sterke afschuttingen,gebouwd dat h"1??6 ?anlll,e s konden weten, waai volgens technische voorschriften, op te 'leen Z11 Sjngen en op welke wijze z richten. Zij zullen het hoofdschip van de aan ^en ^on"en schnjven. 'r kruis- en zijbeuken afscheiden ter hoogte » Zoudt U dus de goedheid hebben oî 7 van de bogen. Later zal men gerust het voor het Belgisch publiek de namen de 1 bevestigingswerk van de muren aan de soldaten te willen publiceeren, die vci Î7 zuidzijde der kerk kunnen beginnen. Aan trokken zijn, te weten de volgenden : 1J de noordzijde zijn de gebroken vensters ' Bauden, Désiré, Zillebeke, 23 jaai tijdelijk door nieuwe vervangen. 2e jagers te voet ; Beert, René, Ncvèh ' Eveneens werkt men aan de Notre- 23 jaar, le jagers te voet ; Lambert, Lec Dame om de gaten, welke door bommen Nevele, 26 jaar, le jagers te voet; M-- 's in de muren geraakt werden, te herstel- thieu, Jules, Nevele, 27 jaar, le jagei len, en alsook tijdelijk de vensters te te voet ; Roman, Albert, Nevele, 24 jaai sluiten. le jagers te voet; Sanders Daniel, N( Te Lier heeft men het dak van de kerk vêle, 20 jaar, 3e jagers te voet ; Van de jt St-Gummarus voltooid. Op het koor, al- Bril, Florent, Bierre, 30 jaar, 26e lime »t waar de bommen schade aangericht heb- Van Hemelen, Pieter, Bierre, 25 jaai j. ben, heeft men de muren door kleine ko- 26e linie ; Vermeulen, Michel, Farmist le lommen van rood steen onderschraagd. '24 jaar, 26e lime. n De kostbare vensters in de zuidelijke zij- n De « Wounded Allies Relief Con n beuk der kerk en in de absis zijn zorg- mittee » zal ailes in het werk stellen 01 t- vuldig met papier bedekt en met hout- Hen de korrespondentie van hunne fatn ). werk beschut geworden, zoodat men die lies en vrienden te doen geworden, c ie in gunstigere tijden restaureeren kan. de brieven geadresseerd aan « The Sa 1, Ook te Dinant is het dak van de hoofd- vation Artnv » te Cape-Town. » kerk tijdelijk hersteld,en is men van plan (Handteekening). n k n n h n :e d n :f n n n 'e N ît y- i-ke > II-»ie :e n tt ie t-i-id:n 1-l-1e,e r, 1-is;e :i .e n ie û n n n 1-:eÏT & n », 1» r-dit n :t P 11 1- e d i. e 1-h:e 1- r ► » t, n 1, ij n I '» '» k s r t » L- n if i-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes