Het Vlaamsche nieuws

1023 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 11 Novembre. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/tt4fn12h6n/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Iponderdag n November 1915. Eerste jfaarg. Nr 300 Prijs: 5 Centiemen door geheei België Het Vlaamsche Nieuws Het best ingelicht en meest verspreid Nieuwsblad van België. - Verschijnt 7 maal per week ABONNPMENTSPRIJZEN Per week 0.35 i Per S maanden 3.76 Per maand 1.25 | Per 6 maanden 7.50 Per jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD : Dr Aug. BORMS — Albert VAN DEN BRANDE BUREELEN : ROODESTRAAT, 44, ANTVVERPEN. Tel. 1990 AANKONDIG1NGEN Tweede bladz., per regel 2.50 j Vierde bladz., per regel.. 0.50 Derie bl«dz., id. I.— | Doodsbericht 5.-«- Voor aile annoncen, wende men zich : ROODESTRAAT, 44. Antwerpen en Engeland ii. Een mislukte Aanval ■Rond 29 Juli kwam de Engelsche in 't zicht van de Schelde-' jondingen ; een kwade wind belette lsïhter door te zeilen. Toen men ver-dat het Fransch eskader nog voor J jjjssingcn lag onder admiraal Missiessy, 'mioot men van plan te veranderen om oorlogsehepen waaruit het be-& af te sluiten : het waren de « Pul-iRku.de «Dantzig», het admiraalschip ^^Kharlemagne », de « César »,de « Com-'^Brce de Lyon », de «Ville de Berlin », «Duguesclin », de « L'Anversois », H « Sansonne » en de «Dalmate», die 400 tôt 600 man aan boord had-M In steê van langs de Hont te steve-zou de tweede afdeeling de Ooster-Bhelde opvaren, troepen landen op ■tord- en Zuid-Beveland, en van daar, ..■laid, de forten van Bath en Santvliet îtBottway bracht iuderdaad zijn 12,000 op Walcheren, dat onvoorbereid en ^■nauwernood te verdedigen was. De a^fcts-commandant van Viissingen, ge->Baal Monnet, met sleclits S,0<JU solda-"Hc m den begmne, maar later dapper '.^Bjgcstaan. door generaal Osten, — ter-iflii generaal Rousseau het eiland Cad-laBnd verdedigde, — gelukte er m Lord ^■atham, die hem veel sterker waande, Hruimeii tijd op te houden, zoodat ad-Haal Missiessy tijd vond om zijne vloot bin J uli veilig te i,illo te ankeren, ^Bpujlde EngelscLen nog op Bevelaud ^MWl)e Franschen versterkten metter-iiath en Liefkenshoek, en richtten H den stroom paalwerken in, om de Handelijke brandschepen gebeurlijk te-te houden. De tweede afdeeling, [■ce: bevel van John Hope, kwam den ifHtn Oogst te Bath — te laat dus om ■ssiessy te vangen ! — en de plaats Hrd zonder slag of stoot overgegeven. «ji'iuen nu Chatham en Strachan zon-Hr talmen de Wester-Schelde opgeva-■>, om v66r Bath te verzamelen, dan <lBrcn ze te Antwerpen gekomen op een (fllstip dat daar slechts 2,000 man be--^■tag was, zonder een enkel kanon op ■ vesten en met verouderde werken 1 "Biar de opper-leiders verkeken de kans, IBnjl zij er op stonden eerst Vlissin-"Bnn te nemen... HWat gebeurde er middelerwjil te Hnjs? Toen er op 31sten Juli de Htscheping bekend was, nam de Hiisterraad het besluit de beschikbare ^^■darmen, nationale garden en troepen ■ Boulogne naar Antwerpen te sturen H te zamen zoowat 30,000 man — als-Bde de troepen van den Hollandschen , ^Bcing Lodewijk (Napoleon's broeder), ■jeveer 5,000 man. Er zouden echter een paar weken verloopen vooraleer '' Ve macht hier vergaderd was, en de .mirong. Men dacht er een oogenblik ^Bgansch den Antwerpschen omtrek te s^H^troomen, en in de Schelde oude «Hk>en te doen zinken : gelukkiglijk op raad van commandant Dell», Wervan afgezien, en alleen de om-van Lillo en Liefkenshoek onder 12den Augustus waren reeds *0 nian aangekomen, en nog steeds generaal Monnet Viissingen vast, :■ «nige verkregen versterkingen. de Keizer te Schoenbrùnn het gela^»'fe vernam, beval hij dadelijk de d^Bwerving, in de Noorder-departemen-^B>van 60.000 nieuwe vrijwillige natio-1 ?arden, te stellen' onder 't bevel t ®aarschalk Bessières en van Prins ^■"'«•Corvo, alias Bernadotte, later ko-Van 2weden. Vooral drukte Na-er0p' a^e aanraking met de En-troeI>en te vermijden, tijd te want, zoo schreef hij, weldra '■■"f de polder-koortsen den vijand den aftocht dwingen. Van 12 tôt j^H^u?ustus was Viissingen beschoten, ■ ar'delijk gaf zich generaal Monnet t<^Bsen^Cn 0Ver' Ua een van ^ weêrhield nu nog de Britsche ot>-:.H ^-iebbers, maar, zooals 't dikwijls ^aar rees oneel:iigheid tusschen .M ^den : Chatham wilde Antwerpen .berriken. admiraal Strachan " ;-ed thans den weg te land aan. pX , la^lain, gebruik makende van e»r°PPergeza^> dreef zijn zienswijze tn z°o vertrok dus de vloot naar den 25sten aankwam. On-r,v«l | ^len had zich de voorspelling van lk;« " 'î bewaarheid.In een lijvig boek-HmML « Enquête relative aux af-gitMi-, e l'Escaut », reeds in 1810 te ofltft ''erschenen, lezen wij daaroveT H>lV)n?eil^e ^ijzonderheden : Volgens f.)^B ' 'tn van den opzichter der gast- huizen, M. John Wabb — die zelf ziel viel ! — deden de eerste gevallen vai koorts op Walcheren zich voor hal Augustus. Den lc3n September telde men aange tast 220 officieren, 348 onder-officieren 121 tamboers en 7,626 soldaten ; om ec-î begrif) van 't snelle toenemen der kran ken te geven, zij gezegd dat op 23 Sep tember deze getallen reeds respectieve lijk bedroegen : 213, 382, 190 en 9,046 Van 21 Augustus tôt 16 December wer den in 't gelieel 12,863 zieken naar En geland terug gezonden, terwijl de sterfti 70, soms 100 man per dag bedroeg. He onderzoek bracht veel slordigheid in dei gezondheidsdienst aan 't licht: zoo kwa men b.v. 1,000 pond kina, den llstei September gevraagd, slechts den 15dei Oktober op Walcheren toe ; dan ont brak er de hoogst-noodige Portwijn, wa ren er veel te weinig bedden, en was he aantal geneesheeren ontoereikend --eerst 70, dan nog 46. Kortom, van di 44,000 man die de Engelsche expeditii vormden, bleven er amper 25,000 vali den over! In het onderzoek dat te Londen plaat greep voor eene parlementaire commis sie, en dat, op 2 Februari 1810 begon uen, tien zittingen duurde, werd aai Lord Chatham heftig verweten den 25i Oogst op Walcheren te zijn gebleveu ii plaats van op Antwerpen te koersen.To zijn verdediging haalt hij aan, dat hi reeds op den 26n te Bath een krijgsraac had belegd, waar, gèzien den droevei toestand van de manschappen, de ver sterking van den vijand, de overstroo •ningen rond Lillo en Liefkenshoek, he gevaar voor een uitval der Antwerpsch< bezetting waardoor het Ene:elsch lege: met totale vernietiging kon bedreige worden, besloten werd af te zien vai verdere pogingen, en zich bij het bezi van Viissingen te bepaïen, te meer daa de vloot te laat te Bath was aangeland door Strachan's fout. Deze, op zijn beurt, schoof aile schuld op de rc-kenin; van het slechte weder!... Z6o gaat he steeds bij mislukking ! Den 2den September keurde het En gelsch Kabinet de besluiteu van dei krijgsraad goed, en nu begon eene treu rige, ellendige terugtocht naar het va derland, terwijl — om den schijn ti redden — voorloopig 12,000 man 01 Viissingen werden achtergrelaten, er di maal voor zorgende dat hun noch ge neesmiddelen, noch drinkwater ontbre ken zouden. Uit de woelige besprekingen die h het Lordshuis den 27sten Maart begon nen, en waar de minister Castlereagl hardhandig werd aangepakt, bleek da Engeland's bijbedoeling was geweest Oostenrijk eene afleiding te bezorgen Maar de slag van Wagram had dit in zicht verijdeld, en den nadeeligen vred< van Weenen voorgeschreven. Kritiek scherpe aixkeuring werd aan de Regee ring uiet gespaard: Zoo werd haar o. a verweten dat de geheime inlichtinget van het ministerie enkel berustten oi eene memorie over Walcheren van 180î en eene van 1805, — op een staat dei troepen op dit eiland, zonder datum ; — op een gedrukt stuk betreffende d< macht van Antwerpen bij eenen krijgs gevangen officier op Catalonië gevonder in 1808 ; — en op een privaat schrijvei van eenen Antwerpschen gemeentebe ambte van 1805, die verklaarde geer acht geslagen te hebben op den toestanc der vestingen ! Het was dan ook waar achtig te weinig I Het leger bestond — op papier —< uit 105,000 man en hac aan inrichting 23 miljoen pond sterlinf gekost : toch konden met moeite 40,00( man bijeengebracht worden ! En wa' had men dan nog bereikt? Bijna twintij dagen beleg, een verlies van 7,000 mai en drie miljoen pond sterling waren ei gevergd om Viissingen te nemen, dai overigens nog niet behouden kon worden. Napoléon had zeer juist gezien toen hij reeds den 16den Augustus 180Ç aan Fouché, zijnen politie-minister schreef : « De Engelsche onderneming » berust op vàlsche inlichting en onbe-» voegde berekeningen. Men heeft t« » Londen geen juist begrip van de » Schelde, noch van Frankrijk, want op » dit oogenblik komen 80,000 man in » 't Noorder-departement bijeen. Het i; » zeer gelukkig dat de Engelschen 'een » aanvalspunt kiezen, waar aile kan; » van slagen uitgesloten is. » — Dat was inderdaad het bilan der zaak : ver-lies en1 beschaming voor Engeland ; — aanwinst van een nieuw leger van 80,000 man voor den keizer ! En daarbij nog Antwerpen s haven ongeschonden. Dat zulks wel degelijk hoofdbelang was, moge blijken uit het feit dat, terwijl in 1805 de totale opbrengst der tol-rechten voor gansch Frankrijk 12 miljoen frank bedroeg, in 1806 onze haven alléén 18 miljoen frank daarvoor in de Staatskas bracht ; dus wij alléén een derde méér dan geheel het keizerrijk te zamen ! Uit de oorlogshnven in 1803 door Bo-' naparte als 't ware uit den grond ge-stampt, is de huidige machtige zeehan-delshaven gegroeid. De Sinjoren mogen dus wel dankbaar herdenken den voor 1 ons zoo gunstigen afloop eler 'hooger be-1 sclireven expeditie, die, ware zij ge-slaagd, onze geliefde stad wellicht tien-tallen van jaren hadde teruggehouden op den weg van vooruitgang en voor-spoed ! <t ICAREL TI-IOR. i ONZE LETTERKUNDIGE ; PRIJSKAMP : Cyriel Verschaeve t (I. OORDA) 1874 Cyriel Verschaeve werd den 30n April 1874 geboren te Ardooie, in West-Vlaan-3 deren ; vandaar de deknaam I. Oorda, - waaronder hij tôt in 1913 al zijn opstel- - len en gedichten heeft in het licht ge-î zonden. Hij ontving de priesterlijke i wijding in 1897 en bleef tôt 1896 leeraar i aan het CoHege te Thielt. t Leeraar van Poësis eu van Kunstge-i schiedenis. 1 Over Thielt schrijft de criticus Dos-î fel : : « Daar, zooals in de meeste kleinsteed- - sche collèges is er weinig pracht, maar t veel degelijkheid en gezelhgheid, en de : studenten verblijven er om te studeeren; - wat in menig leergesticht uit groote ste-l den geen plaats heeft. Voor een denker i is een verblijf in dergelijk college wel t gewenscht. De strateu zijn stil, de men-r schen iugetogen, de velden liggen dicht , en het is gemakkelijk landwaarts te ; vluchten, in de groene vredezee van oog-f sten en weiden. En ook de zielen der t studenten zijn er nog eenvoudig en rein, 't zijn jongens van te lande, hoekig en • gezond, 't zijn jongens uit de burgerij i van Vlaanderen, eenvoudig en rein, on- - verdorven, vatbaar dus voor edele in- - drukken, bewondering. » : Ook hier weer zal een groot deel van > het schepi)ingsvennogen, van de bezie-t ling van een Vlaamsch kunstenaar zich - niet in papieren woorden maar in leven- - de taal, in den levenden groei en bloei van leerlineenzielen onmiddellijk heb- i ben geuit. De studenten van Thielt eer-. den in hun leeraar « een groot man », en i veel van zijn bekendheid heeft Ver-t schaeve aan de werkdadige bewondering , van zijn leerlingen te danken, die waar-. deerinsr voor hem zijn caan eischen toen . zij zelven mondig waren. ; In 1911 vertrok Verschaeve als onder-( pastoor naar Alveringliem, een vereen-. zaamd dorpje tusschen Veurne en Iepe-, j ren. « Daar ziet men nog den inachtigen i ' strijd van den wind, vertelt de dichter. )j't Is een streek met wildopgeschoten I boomen, lagen grond, zompen en venen, - putten en kreken. De eeuwen gaan er . niet voorbij, maar blijven hangen boven > 't land gelijk de mist boven de weiden.» Waar en hoe leeft thans Cyriel Ver-t schaeve, en welke zijn de gedachten, i hoopvolle of mismoedige, die hem thans . i vervullen?... t j Hij is een sterk man, een werkzaam l man, een vertrouwbaar man dus. . I Zijn werkzaamheid is niet spoedig . ' saam te vatten, al heeft hij weinig boe-| ken uitgegeven. In tal van tijdschriften : ■ 'De Vlaamsche Vlagge, Ons Leven, Diet-) sche Warande en Belfort, Jong Dielsch-: land, gaf hij dramatische fragmenten, ; lyrische en epische gedichten en studies i over kunst en letteren. Daarin betoonde • hij zich een onzer best onderlegde en : verst schouwende letterkundigen. Onder . het bekendste noemen wij de studie over Rodenbach en de Zeesymbhonieën, dat Mejuffer Belpaire zoozeer bewonderde, I dat zij erbij aan Beethoven dacht. Ge-; heel onmogelijk is het, een overzicht van | dit verspreide en veelsoortig werk te ge-: : ven. : | In den laatsten tijd scheen Verschaeve ! ' zich meer aan grooter, meer scheppend dan beschonwend werk te willen wijden. In 1913 verscheen van hem, in proza, de Passie van Ons Heer Jezus Christus, waar de bekende Hollandsche deklama-tor Albert Vogel een rondreis mee ge-maakt heeft. En nog datzelfde jaar verscheen het drama Jacob van Artevelde, dat, volgens velen, een meesterwerk i», maar dat door anderen, met evenveel ge- I zag, ongunstig is ontvangen geworden. 1 Van dit stuk, dat door katholieke studenten is opgevoerd geworden, hadden | verscheiden jongere katholieken hun kunststandaard gemaakt. Dat het ver-heerlijkt en sterk afgekeurd is geworden bewijst dat zijn schrijver een persoon-lijkheid is en dat hij hooge bedoelingen heeft gehad. Onder het beste wat ons Zuid-Neder-latidsche proza heeft voortgebracht zijn te reker.en de Uren Bewondering, die Oorda achtereenvolgens gewijd heeft aan Albrecht Rodenbach, aan Vondel's Lucifer, Adam in Ballingschap, aan Ru-bens, enz.. In onze « Bloemlezing » la-ten wij een fragment uit het eerste stuk volgen : als bezielde en bezielende ken-schetsing van den Eeuwi^en Jongeling uit Roeselare, zal dit stuk blijven leven zoolang Vlaamsche jongens voor geest-drift vatbaar zullen zijn. Het zijn blad-zijden die we gerust naast die van Van Deyssel mogen leggen. En de Vlaming Oorda. hoor hoe hij spreekt in de slot-rede van een voordracht over Vondel's Jephla, Ëfehouden te Thielt op 2 September 191P, : Heerlijke Vlaamsche be-weging, geze-gende liefde tôt Vlaanderen, die ons zoo-vele mannen heeft geschonken, en langs de baan van eenen natuurlijk-edelmoe-digen liefdegroei zoo vele karakters heeft gemaakt. Men heeft soms met die dagen van geestdrift gelachen, waaroft studenten te zamen kwamen en onder gezangen en optocht houden Vlaanderen tôt hun z:e-lebruid kozen, en haar liefde zwoeren voor eeuwig. — Ja, indien 't gevoel in de lucht wegschetterde met den klank der liederen en niet meer duurde dan die wandelingen en vergâringen en optoch-ten,... doch al wat duurt is eerbied waar-dig, en ik weet, dat de liefde op zulke dagen geboren, heeft geduurd, en ik kan niet anders of ik vioet eerbied hebben er voor. Ik zie daar in de zaal, aan genen muur de vlagçe van ''t Oost'endsche gild. Vôôr lange jaren heb ik in dit gild een ont-roerende -blechtigheid bijseivoond. Het was te Gistel in eene herberg, en toch behoud ik mijn woord ■ eene plechtig-heid. Daar was vcrgâring en men nam twee drie nieuwe leden aan. Dit vaandel daar met den leeuw en het kruis werd neergebogen, en de jonge studenten zwoeren, de handen op die vlagge, met stemmen die uit de keel niet wilden daar ze te gezwollen waren van hartle-ven, met tranen in de oogen en een prachtige bleekheid op 't gelaat, eeuwi• ge trouwe aan Vlaanderen. — Roman-tisch, nietwaarf 't Geeft niet, ik weet, dat die drie studenten, ik ken ze, nu nog hunne zelfde trouw hebben bewaard, geestdrijtig hebben bewaard en 'k zegen die romantische dagen, die leven baar-den dat bleef leven, en Jk lac h met al de i natuurlijkheid en het gefilosofeer, dat I dood gebaard heeft en zal baren door zijn platheid of verveting. Indien ik van mijzelf mag spreken, — en- waarom zou ik het niet, dewijl ik het toch maar wil om de waarheid en nog beter : om de liefde er mee te die-nenf — welnu dan mag ik verklaren dat mijn liefde tôt Vlaanderen in geene an-dere, dan in zulke romantische dagen en omstandigheden is geboren en dat ze, Goddank, na vijj en twintig jaren no onverzwakt duurt, en, hoop ik, duren I zal tôt aan mijn dood. j Dit wil ik u zeggen voor 't laatst, dat gij zoudt volharden in uwe liefde, zoo-velen als gij hier zijt ; niets anders moet gij doen. Behoudt uwe liefde, doet ze duren en gij zult mannen zijn en wer-kers voor ailes wat noodip wordt en noo-dig blijkt. 't Is mijn hartewensch. Moge I men eens, als gij zult stsrven, van u benevens vele andere schoone dingen, ook dit verheerlijkend woord zeggen : Zijn Vaderland getrouwe Bleef hij tôt in den dood. ■ TvriT-rTi rina-twii iiwmim iiiiMiiniimmiiirti n irwiw i i ihiwmi mm De KuItuur=Staat en het Flaminpatitismé 0 La parole est un acte. Ernest Hello. In de moderne democratiën, zooals zij zich in de laatste eeuw ontwikkeld hebben, heeft de nationale Staat zich als het hoogste en volledigste kultuurbegrip doen gelden. De algemeene oorzaken, die de evolutie van de huidige samenleving hebben be-paald, hebben ook de ontwikkeling van het staatsleven tôt zijn huidigen vorm ten gevolge gehad. Het zijn vooral twee groote oorzaken die dit bewerkt hebben : i°) de groote technische uitvindingen die op het einde van de XVIIle en in het be-, gin van de XIXe eeuw de industrieele revolutie hebben ingeleid en den bloei van het moderne kapitalisme hebben mogelijk gemaakt en ten 2e) het correlatief ver-schijnsel van de enorme vermeerdering van de bevolking, die in de laatste eeuw heeft plaats gehad. Een der gevolgen van die verschijnse-len, en dat van het hoogste sociologische belang is, is wel dat door de ontwikkeling van de techniek en de vermeerdering van de bevolking de sociale betrekkingen en verhoudingen van groepen en individu's zoo ingewikkeld en verscheiden zijn geworden, dat het uiterst moeilijk wordt om aile verschillende belangen tôt een groot algemeen belang te harmoniseeren. Een moeilijke vraag voor de huidige samenleving is b. v. te weten waar het personlijke eigenbelang met het algemeene belang overeenstemt en waar het er mede in strijd is. Zoo wordt de noodzakelijkheid bewe-zen van een opperste organisme, dat in zich als het ware aile nationale krachten vereenigt en het wenschelijke voor de nationale gemeenschap als het rechte be-paalt.Van von Gneist af, die na 1870 in Duitschland de noodwendigheid van den Rechtsstaat bewees, langs den socialisti-schen theoreticus Anton Menger, die van het Staatsrecht voraert dat het minder het recht van een sociale klasse of groep en meer dat van de algemeenheid wordt tôt aan den Franschen hoogleeraar Duguit, die het subjectieve recht van den Staat looehent en in de plaats daarvan hem een socialen plicht oplegt, allen erkennen, dat de eerste en hooldzakelijke functie van den Staat is, de regels, die in een geor-dende samenleving als rechtsregels moe-ten gelden, te bepalen en toe te passen. Dat is het rechtsbewustzijn dat in de leidende kringen in West-Europa al meer en meer doorgedrongen is. Aile staatkunde berust ten slotte op ethische axioma's. De moderne staatkunde heelt voor axioma de bevordenng van de nationale kultuur d. i. de stolfehjKe en geestlijke welvaart van het volk. irou-wens, de sociale functie van den Staat be-vat in zich het zedelijke gebod, dat aan cle bewindvoerders is opgelegd, de stoiie-lijke en geestelijke behoelten van het volk na te gaan en er aan te voldoen. Daardoor wordt het begrijpelijk dat op elk gebied van menschelijke bedrijvigheid de Staat heeft ingegrepen en de sociale politiek in aile landen tôt de verbetering van de maatschappelijke toestanden wordt ge-voerd. (Cf. de politiek van Bismarck in Duitschland, na 1870; die van Lloyd George in Engeland, in de laatste jaren, ook de sociale wetgeving in België; enz.) Dat is de wezenlijke inhoud van het begrip van den modernen Staat. Het is duidelijk dat de liefde tôt het vaderland slechts daar met de liefde tôt den Staat samenvalt, waar deze laatste zijn zede-lijken plicht vervult en de stoffelijke en geestelijke belangen van het volk waar-neemt. Zeker, niet iedereen heeft een juist en klaar denkbeeld van de ware behoef-ten van een volk. En het is ook aan geen twijfel onderhevig,dat de volledige vader-landsliefde, die te begrijpen is, niet als de negatieve haat en de miskenning van het vreemde, maar als de positieve liefde tôt het eigene volk en het streven naar zijn welvaart, slechts door een kleine elite wordt gevoeld. De massa heeft niet altijd, en dit vooral in een zoo achterlijk land als het Vlaamsche, een klaar besef van wat er noodig is tôt de volledige ontwikkeling van het volk. Het meest verheugende feit der laatste jaren in de Vlaamsche beweging is dan ook niet, dat die Beweging al meer en meer een volksbeweging zoude zijn, maar wel dat een Vlaamsche elite, een keur van de beste intellectueele krachten zich naast de Fransche elite opwerkt en deze wil ver-dringen. (*) Dat zij daartoe geraken zal blijkt duidelijk, wanneer men bedenkt dat zij beschikt over het beste middel tôt het verwerven van de macht over de massa: de taal van het volk. Die Vlaamsche elite gebruikt ook, bewust van haar waarde, de taal zelve als een middel tôt sociale differentiatie ; het is niet zonder reden dat zij er naar streeft door een « beschaafde » uitspraak het prestige van de Nederland-sche kultuur in Vlaanderen te verhoogen. Uit wat hier gezegd wordt over de groote beteekenis van de minoriteit der Vlaamschvoelende ontwikkelden voor on-zen kultuurstrijd, mag niet worden afge-leid dat de poging om van de Vlaamsche beweging een volksbeweging te maken niet zoude zijn aan te moedigen ; integen-deel, die minoriteit zal alleen dan hare taak volvoeren, wanneer zij het nationale bewustzijn, dat haar vervult, tracht te doen doordringen in aile standen en klas-sen. Dit zal de beweging ontegenspreke-lijk groote kracht bijzetten, de krachtvaii het getal namelijk, al is het getal in de moderne démocratie niet zoozeer het essentieele als wel gemeenlijk wordt aan-genomen : men denk» daarbij maar aan den onge-zi«nen maar niet te onderschat-ten invloed van dien kleinen beperkten knng van personen, dien men met den naam van « la haute banque » of « la haute finance » aanduidt, of nog aan de discussies over de geheime diplomatie in de Engelsche pers, ook een beperkte kring van personen die een overgrooten invloed op het publieke leven oefent, ook in parlementaire landen. * * * De Vlaamsche elite is er zich bewust van dat de Belgische Staat tegenover de bewoners van het Vlaamsche land een kultuur-zending te vervullen heeft. Daar-om is de strijd om de Vlaamsche kultuur een strijd om op Vlaamschen bodem den Staat in zijn wezen te vervlaamschen. Indien de Regeering in al haar daden niet werkehjk vlaamschgezind is d.w.z. indien zij niet aile staatkundige vragen, die net Vlaamsche land en zijn bewoners aan-belangen, van uit een Vlaamsch oogpunt beschouwt, dan schiet zij aan haar plicht te kort en dan kan het ook met anders of de VlaamscUe beweging zal een revolu-tionnairen weg moeten opgaan, dien zij tôt nog toe met ingeslagen heett. De Vlamuigen zijn te vas; overtuigd van den grooter] invloed van het Staat&wezen op neel de volksnuisnouding, dan dat zij nog langer kunnen duloen ciat de jbeigiscne btaat in al zijn betrekkingen met de Vlaamsche burgers, zien als een ver-franscht, dus als een vreemd organisme, voordoet. De nationale kultuur in Vlaanderen wordt alleen bevorderd door dit eenige middel: de volkstaal d.i. het JNe-deriandscli. Dat neeit de btaat te besellen en daarnaar neelt hij bewust te Uandelen. Indien na den ooriog met voorgoed met net stelsel van venransching wordt aige-broken en aile staatsinrichungen voilco-komen vervlaamscnt, dan is de strijd voor Vlaanderen onherroepelijk verloren. Geen halve vervlaamsching moeten wij eischen, want de hahheid is juist de verlranscnmg. En zoo de leiders van den Staat met van het Vlaamsche bewustzijn doordrongen zijn, dan zal het gevaar voor het Vlaam-sene volksbestaan nog grooter zijn dan vroeger. Om tôt de verwezenlijking van den Vlaamschen Kultuur-Staat eindelijk te geraken, daartoe is dit historische oogenblik als voorbestemd. En daarom is het zoo bitter noodig, dat de stem van de Vlaamsche leiders genoord ! wordt en de groote eisch van de Vlamin-gen,dat in Vlaanderen na den ooriog door j een sterk-ingrijpende politiek van den ! Staat de nationale d.i. de Nederlandsche kultuur bevorderd wordt, te iormuleeren. H. FALK. *) Dit werd helder ingezien en uiteengezet door b. Willems tijdens de sociale week van liet Sociologisch Instituut Solvay, te Brussel, die aan de studie en bespreking van de Vlaamsche kwestie gewijd was. DAGELIJKSCH NIEUWS ONZE SOLIDARITEITSBETUI-GING. — Men herinnert zich een artikel vershenen in n. 292, 'van ons blad, naar aanleiding van den maatregel getroffen door de regeering tegen de leiders der « Vlaamsche Stem ». Daarop antwoordt thans de redaktie van ons broederorgaan uit Amsterdam in dezer voege. « Wij groeten onze broeders in het dierbaar Vlaanderland met Vlaamsche liefde. Wij begroeten den Dageraad der Nationale Vlaamsche Unie! Het lichtet overal ! » Dr KUYPER OVER DEN VLAAMSCHEN STRIJD. — « De Standaard » van 5 dezer behelst, van de hand van Dr A. Kuyper, ge wezen Eerste Minister van Nederland, de volgende driestar over « De Vlaamsche Strijd » : Het doet niet geruststellend aan, dat de beweging uit den Vlaamschen hoek zoo op allerlei manier doorgaat. Zeer verschillend standpunt wordt daarbij thans ingenomen, en allerlei blad komt op, om de zeer uiteenloopende meeningen te bepleiten. En zoo veel al-thans bespeurt men wel, dat er door de Belgische Regeering, hoeveel ze ook ter tegemoetkoming deed, niet de juiste tact is aangewend, om deze aktie te verzoe-nen.We .hadden daarom gehoopt, dat uit Le Hâvre een zoo hoog noodig verzoe-ningswoord zou vernomen worden. In deze verwachting zagen we ons te-leurgesteld.Eer omgekeerd volgde er uit Le Hâvre bericht van een genomen maatregel juist van tegenovergestelde strekking. Ontzetting uit het ambt van twee ijve-raar#.De în&est gew«n»chte sehijnt ons dwe houding niet.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes