Het Vlaamsche nieuws

1193 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 10 Octobre. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 25 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/3f4kk95r42/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

igcwdag w Uktober 19x5, iierste jaarg. JNr 268 Prijs : 5 Gentlemen door geheel België Het Vlaamsche Nieuws ète ing#ifeht @gi meesi v#r«preM Nieixws&i&çl ma « ViwikchJJnt H mmmI per wm&H c7ffîJwri,M-**^XSÊKm!KMÊaimasaKiJSii*S!KXii*mmzttatEziasLMm-kM.\i.zsavmiBiriii ■■ Itp-T» ' Ti^r^TTgy^-lirmaMnfng! "j «ML»-: ABONNEMENTSPRIJZEN » Per week 0.35 Per 3 maanden 4.— Per maand 1.60 Per 6 maanden 7.50 Per jaar 14.— - — «m» ■ mi» il .i iimi m i i i m — i ■- „ - -— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD: D* Ang. BORMS — Albert VÀÎ^ DEN BRANDE BUREELEN : ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN, Tel. 199% AANKONDIGINGEN Tweede bladz., per regel 2.50 , Vier'de bladz., per regel.. 0.50 Derde blad., id. 1.— I Doodsbericht 5.— V .-\nr qIIc» aritirtn^Pt» matirl a m&rx vi r> Vi • 1? OOT^T^.Q'PT? A AT A A FRANSCH IN VLAANDEREN In de Avondleergangen Ken onzer inedewerkers had ons eer ■rjjven ingezonden over de lessen var Bliouden en handelsrekenen die dooi Hzorgen van het gemeentebestuur inge-Ht en kosteloos aan de leergilerige ■ gegeven worden. Onze korres-Hideut drukte zijne verontwaardiging ■ over uit dat die leergarigen in de Hamsche stad Antwerpen, ten voor-Hic tler in meerderlieid (Vlaamsche Bolking, die veelal het Fransch onkun-H is, desnietterain in 't Fr:|nsch wer- ■ gegeven . ■Het aanklagen van dien wantoestanc: Ht heelemaal in het prograpiina van Ht Vlaamsche Nieuws, dat openhartig Helfde gebreken van ons openbaar en ■ onderwijs aan de kaak heeft ge-Hld met alleen dit doel voor oogen : de ■dediging der Vlaamsche taalbelangeE Hiiet onderwijs. Het is trouwens de Hige logische houding van ieder Vla-Kng, die de verstandelijkc- ontwikke- ■ van zijn ldnderen langs pedago-Hdie wegen wil laten gebeuren. Zou H buiten België nog een land. ter we-Hd zijn waar moet aangjedrongen wor-H op de toepassing van dit princiep : H iiicedertaal is de voertaal van aile Hderwijs. HCvcr de kwestie die ons hier bijzon-Hr bezighoudt hebben wij in ons num-H van eergisteren een tweede stukje, Hii antwoord op het eerste medege-Hdd, dat we heel bereidwillig op-Hmen maar niet onbesproken kunnen ■en vooîbijgaan. ■Het antwoord is geen weerlegging ■ de argumenten waarop onze brief-Hsselaar zich steunde om te eischen Ht de avondkursus in boekhouden en ^■delsrekenen in 't VlaamSch zou ge-H ) worden. Wel integendeel. Het ■fi eenmaal, we geven dat gaarne toe, ■Antwerpen een ingekankerde ge-Honte geworden de handelsboeken in B Fransch te houden vooral in de Hôte b ni zen. Ondernemingen van Hnderen omvang, en ook enkele groote H maken op dien algemeenen regel H loffelijke uitzondering. Degene die Hti dus tôt den handel voorbestemt B^t tôt nog toe in onze haven zijn Hkjes in. 't Fransch kennen. Het Braeum, Middelbare schoo-1 en a ■ton de private onderwijsgestichten, Hm die lessen dan ook uitsluitend in ■Fransch met van tijd tôt tijd de ver-Hjng van technische termen, vertalin-Hdie, omdat men de bastaardwoor-H vermijden, doorgaans schrik-■ftend zijn. In die scholen wordt met H '!ail(ltlskursus aangevangen wan- ■ de leerling reeds voldoende Hf5^ kent om de uitleggingen in die H te volgen, zonder te groote inspart- H.: yot blijft dan nog een vyantoestand H ronge artikels). H'® bedenke echter dat de avondleér-H?en nioeten openstaan voor allen die ■>% lager onderwijs genoten hebben ■ wtzij uit oorzaak van de hooge on-V'':n P1' tengevolge van omstandighe-K voldoende het handelsvak leeren. Daaronder behooren ook mrtn die op bureelen in mindere be- ■ !'n»en werkzaam zijn en zich door V We studie hun toestand willen ver-■er'r ^ vormeii, we zijn er van H lll8d, de meerderheid van de toe-■Ier® de lessen van boekbouden ■ aandelsrekenen. Niet allen kennen ■ oende Fransch om de Fransche uit-■S'ngen van een, voor de meesten, on-Cd,vak te begrijpen om er al het ■^'iijke voordeel uit te trekken. ■jfor hen is het onontbeerlijk dat ten H!!,. toedichtingen der te verwer- ■ 5 0 ln_ het Vlaamsch worden gege-H Zû°fliet ontstaat er verwarring, ■•b«gn]pen enz. ■nT'T115 wanneer men die lessen al- Ht n! Ct ^r?nscb zou geven, verwij- ■tsri,611 01}®^^ellijk al de leergierige H j-11 ^le het Fransch onkutidig ■jj., u,nt 8e u voorstêllen dat een Hik „" C'tr,aar avondleergangen te ■^Ter^ddstechniek in 't I>"itsch Mjyncterwijzen ? Kr'twe we mogen de be- ■ « toestanden niet over het hoofd ■stamw! .weT^°Pen dat eenmaal die ■,v0r,„ in Vlaanderen normaal zul-H iv.1'1' zo°als ze het te Rotterdam ■ boeH V°,CTen Hollandsche huizen H fli \°Ud^ in 't Nederlandsch en Bal ons °C-r' Ieinand ^ie van 't vak ■Wiv.„nijet te&enspreken wanneer Hders ,, ;lt, de. Hollandsche boek- ! H^ndtr,- "i €n leeraars, door ■dat » j Wereld °vertroffen worden ; ■ik«n Crr hun moedertaal ge- B^biio-ehr, t0t nog t0e geen V iwî ' VeTre vandaar. B ' 1 ,nf? van een radikale ver- ' J andering in dit opzicht voor-onze han-delswereld, inoeten we weeral met halve maatregelen genoegen nemen. Maar dit eischen wij toch en zal niemand ons durven betwisten : de uitleggingen in den avondkiursus moeten in 't Vlaamsch gegeven worden, aan het stelsel Moe-dertaal. Voertaal mag niet geraakt worden of de leergang werpt de vruchten niet af die we er van mogen verwachten. Ook in 't leger, zoo is het ten minste bcpaakl, worden de ophelderingen in 't Vlaamsch gegeven voor de Vlamingen, de kommando's blijven Fransch, en dat zijn dan maar kreten meer, die het ge-oefende oor onmiddellijk herkent. Zoolang er ,niets bèters te verwachten is, weze het dan ook zoo voor 't boek-houden.Hetgeen hierboven gezegcl werd over boekhouding geldt in nog grootere mate voor het handelsrekenen. Waarom zou inderdaad een Vlaamsche jongen niet evengoed Engelsche ponden of Hollandsche florijnen in franken leeren herlei-den wanneer hem dat in 't Vlaamsch wordt uitgelegd dan wannjser het in 't Fransch geschiedt? ONZE LETTERKUNDIGE PRÎJSKAMP Karel van de Woestijne 1878 Wij emdigden gisteren ons artikei met dezen zin, waaruit één woordje wegviel : « Van de Woestijne heeft in verre lia de vizionnaire kracht niet die onze groote Stijn Streuvels in Het Woud bezielt, dioch, kind van de bloemenstad Cent, is hij in onze letterkumde als een zeldzame j orchidee. » Van Eangendonck vraagt zich af « of de clichter (K. v. d. W.) wiens rhythmus en kleur toch Vlaamsch zijn, niet ge-deeàtelijk gevormd werd door andere li-teraturen, zooals de Italiaansche Renaissance en de subtiele kunst der Fransche decadenten en sym'bolisttn. Van daar wellicht die beeldeitsveelde en woorden-klank, die soms wel eens — hoe zelden ook — tôt beeldenwdede en ijdel woor-denspel overslaan ». Wij halen die aanhaling uit Vlaande- ; ren (jaargang 1904). In ditzelfde boek vinden we Literaire Kroniek van Karel van de Woestijne. Wat hij daar bazelt over -eVmotioneel en intellectueel ; hoe hij axjiomen neer-schrijft als deze : « Zoo keiittien we Poë-door wat ze resultatief is», hoe hij ge-leerd betoogt over het auditief-motorisch en het plastisch-visuëel în ve£zen, zullen I we maar ter zijde laten. 't Is een hebbe- j lijkheid van onzen tijd dlat dicSiters over hun verzen spreken en ze ontledert als ingénieurs een gasmotor of een auto, Wat minder bevalt en minder onschtd-dig is, is de hr Karel van de Woestijne, [ die zich als plakzwaaier aansteât over Vlaamsche en Hollandsche diclîters en schoolmeestert... of lievert porutificeert • ex cathedra. Een voor een Worden ze af-gemaakt, soans na de pil vergitdd te heb- ■ ben. Avondgaarde van de Meyfcre : « Mij ' dunkt dat deze dichter slap, slordig en : laf is en schijnt, soms, onbeholpen in de uitdrukking van zijn poëtisch wezen. » En voor 't eindigen : « Auondgctarde is van een echt dichter. Jammer maar dat : ze zoo weinig schoone gedicliten bevat. » 1 « Beeld en Spel van Joannes Reddin-, I gius bevat er niet veel meer. » <( Eene oprecMe gevoels-dichteres 1 wordt wellicht, hoop ik, Cornelie de Waal. » Ik weet wel, ja, dat ze er thans noy: < een eind van af is : heel de lengte vain ' schoolsch navolgen tôt eigen-geworden ' zeggen. ■; 1 » Ja, ze dicht meestal buiten aile poë- , 1 zie om. » ] Stille Geluiden van W. van Weâde : j 1 « Ik vrees dat W. van Weide het nooit ' zoo verre brengt. Hij behoort totj de ri} s van rijmelaars, van smokkel po£tasters die, afkooksel, laagste seepsop... enz. k Een volgende aan de beurt : « De tegenwoordige rnaehteloosheid van Lodewijk de Schutter, geloof ik, is niet als bij W. van Weide, onmacht. » » ... want niet ieder heeft de opoffe-ring van de Schuttër die 'er naar ge-streefd heeft — aldus beschouw ik het E ten minste — zijn stiel van verzen-maker v\ goed te leeren. ij » Nu kan hij wachten dat de dichter in hem wat wordt. » » Lap ! Een volgende !... Wij kiezen niet » uit, wij nemen één voor één selijk ze bij den alleenheerschenden criticus volgen : w Een voorbeeld van een uitstekend verzen-maker, waar de dichter nooit in V Dntwaken zou, is Edward B. Koster ; en k ik dank de Godèn dat ze me zulke treffe- fce lijke stof leenen tôt het sluiten van deze kroniek (want andere bundels met verzen bespreek ik later). » De cursiveering is overal van ons.. Eenige bladzijden verder vinden we die aangekondigde volgende kroniek : Wec-r eerst geleerd gezeur : moreel-di-dactisch, schematiseh, midden-stadium, senseriëel, emotioneel, rationeel... louter motorische beelden... enz., enz. Als ge suf zijt, begiut de nieuwe he-katombe : De eerste aan de beurt, René de Clercq. -« Maar ik wilde voornaamlijk bij hem den dichter beluisteren : den zanger eer-der gezeid. (Er is maar één dichter, die gevolgtrekking moet stilaan in u rijp worden, beste lezer !) Want de Clercq moge zich inspannen gevoel te melden : het is zijn spraak-apparaat, zijn stem-orgaan dat de verzen dicht, en... de ge-toonde geschiedenis zal herhalen. » De volgende : a Caesar Gezelle (o dubbele naam, en duA>bel-zwaar om dragen !) lijdt eerst nog aan gebrek van persoonlijkheid... » Vooruit maar. « Levende Steden -van Adema van Scheltema. Dat is valsch en gemaakt, af-stootend en tegen-houdend.,, » Aan wien de beurt? « Niet aile handigheid is, helaas, zoo belang-wekkend als de zijne... Mij is Willem Gijssels tôt op heden — ik m*eif in Wandelingen — geen dichter, dan in luttele uitzondering geweest. Niet dàt hij geen goede verzen heeft geschreven : zijn bundel toont er die, van een bedre-ven penne-voerder, van een matig èn keurig artiest ,te voor-beeld konden ge-steld. En als hij dan maar met opreclî-ten wil, zijne lichte vaardigheid, voor bewuste knnde wil afleeren, dan... Ja, dan zullen we niet hebben te betreurcn, dat het hem ga als Pol de Mont : een echte dichter geworgd door eigen han-den. » Zie zoo ! dat zijn er twee met éénslag ! Nog iemand? Ja, Omer Wattez. « Germaansche Beelden. En 't ergste is, het zijn zeer slechte gedichten. » lÛm Herman Gorter dood te bazelçn, heeft Karel van de Woestijne een hede | Kroniek noodig in 't zelfde boekdeel. Maar als ik suf ben na gelezen te hebben over concept... objectief element... aesthetische gevoelens... partiëele be-standdeelen... contrasteerende bestand-deelen... affftct... affectief..., ben ik murm om mee naar den fakirischen navel van Karel van de Woestijne te kijken en te belijden dat die egocentrische dichter en criticus, de eenige dichter is en al wat er buiten hem bestaat slechts verzen-makers zijn, goed om stof te leve-ren tôt geleerde motorische kritiek voor onzen poëet. Hij zelf is wezenlijk een dichter, in den schoonen zin van het woord ; zeer ongelijk weliswaar, zooals aile dichters, zelfs nog ongelijker dan de meesten, want, La Palice zou het gevonden hebben : hoe hooger de bergen, hoe dieper. de dalen. Als criticus is hij' noodeloos onbarm-iartig. Tarquinus Superbus Wandelde net zijn rietje door zijn tuin en sloeg alleen de heulbloemen af die te hoog haar koppen opstaken : Van de Woestijne noet, met weinig Assissische liefde, ook len mindere nog een tikje geven van îijn zwaaiende plak. Een zonderlinge behoefte voor een op-recht dichter. Vandaag spraken we van den criticus, norgen ereven wij een heerîijke bladzij-le over den dichter, van iemand die hem îoog waardeert, diep gevoelt, met liefde >egrijt>t en hartstochtelijk van hem îondt. Stijn Streuvels is het weelderige woud ; René de Clercq, de heldhaftige lichter en denker, verwant aan Roden->och : Van de Woestijne, de kultuur-)eladene, die in de trorpische wannte zij-îer bezieling, vreenodsoortige en soms n-eemdstaltige planten laat opJ>loeien. Het stuk proza onzer u Bloemlezing », leis, is merkwaardig. Daaruit spreekt îet fantastisch vermo^en van een eigen-lardig talent. s»-wacraagat * J Fransche Stads^cholen te Antwerpen Onze zeer gewaardteeide medewferker L. F. schreef destijdb in zijn merk-■; tardig overzicht over de (( Toestanden l jde betalende scholen te Antwerpen : (t\ In het Hooger Instltuut van de Y,-auge Gasthuisstraat is het al Fransch wat de klok slaat. » [Een briefwisselaar scHrîjft çlaarover fit volgt « In de Lange Gasthuisstraat' te Ant-ferpen op een groote poort eert groote £>peren _pl«at, m«t groote kapttalen : •lïooger onderwijsgèsticht .voor Juf- ' ^ ' i v rouwen » en daaronder in kleiuer let- s I ter de Fransche vertalingf |j | Binnen in 't gesticht is 't het tegen- t ! overgestelde van wat op de plaat staat, a 't Fransch heeft er de kapitalen en het 1 Vlaamsch... och ja, 't is altijd het zelf- 1 de. Het schooljaar is weer ingegaan, de ^ lessen aile in 't Fransch, ja Duitsch ( zelfs met P'ransch als voertaal. Waarom? i Ja, de meisjes moeten goed Fransch kun- < nen spreken, en in sommige klassen zijn s et tôt drie Walinnen. Aan die verbaste- s ring helpt dit Hoog Verfranschingsge- sticht voor Jufvrouwen mede ! i Op de oprnerking van een familieva- ( der, dien we met naain kennen, dat dit i stelsel voor Vlaamsche meisjes toch to- 1 taal anti-oedagogisch was, laat staan | anti-vlaamsch, zegde de bestuurster : s — Ja, Mijnheer, ge hebt gelijk ; ik < ben ook flamingante .(«'cj. We zullen de i lessen afwisselen, de eene les met i'oer- i taal Fransch, dan een les met voertaal ; Vlaamsch. i Wat zal daar van voortkomen? L'âme 1 belge ! Misschien ? < Op de speelplaats en op straat spreloen 1 die Vlaamsche juffers Fransch 1 En dat < is' in het Mekka der Flaminganten ! s 't Is te hopen dat binnen kort de eeni- < ge voertaal van het onderwijs het Ne-1 s derlandsch zijn zal! » < Er zal aan da wenschen en . vracMInpit m het voiie ; voldaan worden... : Wij ontvangen volgend uitsluitend Fransch formulier, uitgaande van het Belgisch ministerie van oorlog in den J Haver : | Ire direction générale Ministère de la guerre 2e bureau N° B. 1 Le Ministre de la Guerre a l'honnenr de vous faire savoir que. j votre lui a été renseigné le j comme ayant été blessé le au combat de Il est actuellement soigné à . . ..,.. , , le 191 . Par ordre : Le Directeur Général, « Dus in eene vreemde taal ontvangen de ouders van onze Vlaamsche jongens de tijding dat hun zoon gekwetst werd op het veld van eer ; ook in eene vreemde taal stuurt men hun het overlijdens-bericht ! Hoe vernederend voor de Vlamingen en hoe wreed tevens voor de engelukkige ouders, die door een vertaler moeten ver-nemen wat het ministerie hun schrijft ! ^ Wanneer zullen die bloedige grieven eens ophouden? 1 De laatste sformloop 1 op fwangorod j — z Ziehier hoe een Oostenrijksch-Hon- 1 gaarsch officier die gebeurtenis vertelt : Het was op een der laatste dagen van è Juli. Na de verovering van Slowiki No-we, het sterkste vooruitgeschoven werk t van Iwangorod, had zich de bezetting s van aile meer vooruitgeschoven forten in die der binnenste linie teruggetrokken, c zoodat de belegeringstroépen algemeen r van meening waren, dat de aan val den c volgenden dag zou worden voortgezet. a Het belegeringsgeschut bevond zich c evenwel op een te grooten afstand, en I moest derhalve eerst op beter gelegen ï punten in positie worden gebracht. Wij c moesten zoodoende eenige dagen geduld I hebben, en onze soldaten was deze klei- î ne rust na de verwoede gevechten voor à Slowiki Nowe van harte gegund. Want 2 de vliegers hadden bericht, dat de heele n linie sroed bezet en bewapend was en d voorzien van tal van hindernissen, zoo- s dat het moeilijkste en gevaarlijkste werk d ongetwijfeld nog te doen stond. Einde-lijk, op den laatsten van Juli, was ailes d voorbereid. 8 In een der talrijke bosschen, die de v vesting omringej» hadden #de sappeurs hun werkplaats opgeslagen en groote t< hoeveelheden handbommen vervaardigd, om daarmee de sterke prikkeldraadhin- z dernissen en palissaden uit den weg te F ruimen. En daar werden ook de groe-pen sameneresteld, die dat gevaarlijke p werk in den nacht zouden doen. Wie zich vrijwillig daarvoor opgeeft, e verdient den naam van held. Want aile t hindernissen werden immars door vijan- b delijke infanterie- en artillerievuur be- r itreken, terwijl een groot aantal voor->osten en schildwachten nauwlettend oeziet, dat niema;id nadert, zoodat het vaarlijk ee'n groot waagstuk is, een paar îonderd meter over een open terrein te oopen en dan te trachten bommen te verpen. De verliczen der sappeurs en >ok der infanterie-patrouilles, die mee-^aan om te helpen en er voor te zorgen lat de vijand een eenmaal gemaakte ■tormbres niet herstelt, zijn dan ook teeds bij zonder groot. Er werd gewacht tôt het stikdonker vas. Toen gingen zij op weg ; op han-len en voeten, met het geweer op den •ug en de bommen goed opgeborgen ;ruipen zij vooruit. Geen woord werd jesproken. Alom heerschte doodsche itilte. De richting was hun bekend, en le beste plaats voor 'een bres was hun il vroeger herhaaldelijk door hun kom-nandant gewezen, die nu met de groot-;te spanning het resultaat van den ge-'aarlijken toclit verbeidde, en, in weer-vil van de duisternis, met zijn kijker mbeweeglijk op één punt staarde. Zoo ang het stil blijft, gaat ailes goed. Plot-leling was in de verte een vuurzuil eenige oogenblikken zichtbaar, gevolgd loor een doffen slag ; juist op het aan-fewezen punt ; en dan een tweeele en :en derde, waarna, men duidelijk ge-veerschoten hoorde, eerst enkele, dan leele salvo's. Een glimlaeh speelde een odgenblik )m den mond van den bevelhebber. Het verk was gelukt : één der groepen- had enminste het doel bereikt, want eerst îa het werpen der bommen waren de hpperen ontdekt. Nu was het slechts le' vraag, hoeveel hunner zouden terug-ceeren. De overige groepen waren even-vel niet zoo ver gekomen en waren ongetwijfeld onbeweeglijk blijven liggen, laar de vijand eenmaal opgeschrikt ter-lege oppdste en de maan van achter de volken te voorschijn was gekomen. Een nieuwe poging te doen was on-nogelijk. Doch later, wanneer de in-anterie in stormloop zoo trachten in de /esting binnen te dringen, zouden ook le sappeurs in de eerste gelederen mee-faan,. cm met scharen, bijlen en kap-nesseu de S'emaakte ojDeiiinR te verbree-len en zoo noodig nieuwe gaten in de lin dernissen tè maken. Nu was evenwel de tijd gekomen om le vesting onder vuur te nemen en de >ezetting tôt wanhoop te brengen. In het begin werd door aile batterijen heel langzaam geschoten, opdat de ar-tillerie-officieren, die ter observatie van het vuren in de voorste loopgraaf zaten, nauwkeurig konden nagaan in hoever in de richting of afstand een verandering moest worden gebracht, en eerst daarnai toen al het geschut goed was gericht, be-gon het snelvuur van aile kanonnen, voortdurend gecontroleerd door de daartoe aangewezen officieren, die ook steeds rondkeken of er geen nieuwe punten, machinegeweren of nieuwe geschut-stellingen waren, die onder vuur moesten worden genomen. Af en toe werd het plotseling stil ; een bevel van den artil-lerie-kornmandant om den vijand te misleideri,- die natuurlijk dadelijk ver-moedde dat de infanterie van plan was te gaan stormen, eu daarom zijn bom-vrije kelders verliet om zijn tegenstan-der in de loopgraven met een overstel-pend geweervuur te begroeten. Was hij daar aangkomen, dan werd weer het artillerievuur heropend, waardoor de vijand gewponlijk zware verliezen leed. Om 9 uur 's morgens kreeg de infanterie inderdaad het bevel te stormen, zoo lang mogelijk gedekt door het eigen artillerievuur, dat de loopgraven des vijands bestreek. Tôt aan de hindernissen ging het met kleine verliezen vrij snel, maar daar moesten bijna aile colonnes hait maken, daar het stormgat veel te klein was. Onder het moorddadig vuur van den vijand moesten de sappeurs thans hun in den nacht begonnen werk voltooien, terwijl de infanterie met bommen en met geweervuur zoo krachtig mogelijk hulp bood. Op dat oogenblik werden groote verliezen geleden, maar nauwelijks was de opening groot genoeg of met een luid hoera stormde de infânterie er doorlieen om den vijand met de bajonet uit zijn loopgraven te verjagen. Lang werd geen weerstand geboden ; de bezetting had door het artillerievuur reeds te veel geleden ; maar het front was groot en de overige stell-ingen nog immer door hindernissen goed be-schermd. Het gevecht moest worden voortgezet en aanhoudend moesten re-servetroepen worden gezonden om na-burige stellingen aan te vallen en de bezetting van de door deze forten be-schermde citadel tôt overgave te dwin-gen. Eerst tegen 7 uur 's avonds gaf de vijand den strijd op en werden "2300 man gevangen genomen en 60 machinegeweren en kanonnen veroverd. ALLEEN VOOR ONZF VLAAMSCHE ¥ ROUWEN EN MEISJES Onze Nieuwe Prijskamp Na afloop van den tegenwoordigen etterkundigen prijskamp, die tôt een groote honderd zal loopen, richt Het Vlaamsche Nieuws een grooten Rozenprijskamp n, waar al onze LEZERESSEN kun-len aan deel nemen en voor denwelken ij van nu af haar voorzorgen kunnen lemen. De Prijskamp wordt als volgt gere-eld : Elke lezeres is gerechtigd om ons in e zenden de drie schoonste Nederland-che rozengedichten die zij kent. Onder rozengedichten verstaan wij ge-ichten, waariu de schoonheid van de ozen verheerlijkt wordt of dan toch verwegend te pas komt ; bijv. : Dién vond en die roze, van Guido Gezelle, u Sub Rosa', van Karel de Gheldere. )eze beide gedichten, die wij destijds eeds in onze « Bloemlezing » afkondig-en, blijven van nu af buiten prijskamp. )eze gedichten moeten oorspronkelijk Tederlandsche gedichten zijn, gedichten us van Vlaamsche, Hollandsche of iuid-Afrikaansche dichters en de keuze îag zich uitstrekken van de oudste tôt e hedendaagsche, zelfs onuitgegeven tukken worden aauvaard, doch moeten an den naam van den dichter dragen. De inzendster zal onder elk ingezon-en gedicht de herkomst aanduiden : op-even in welk boek of tijdschrift, en op /elke bladzijde, het vers voorkomt. Van heden af mogen de Rozengedich-;n ingezonden worden. De oinslag moet dragen als adres : Ro-enprijskamp, Het Vlaamsch Nieuws, [oodestraat. pf, Antwerpen. Bij de drie gedichten, naam en woon-laats der inzendster. Zoodra onze Letterkundige Prijskamp în eind heeft genomen, zullen wij de ozensredichten opvolgenlijk in ons lad afkondigen. Het zou prachtige liker kunnen wprden. a Voor elk gedicht drukken we weer een uitknipsel. Als aile ingekomen verzen zijn afge-drukt (alleen nietswaardige zouden ach-tergehouden worden), begint de eigenlij-ke prijskamp, die hierin bestaat dat door algemeen stemrecht van aile lezers en lezeressen die ons al de verschenen uitknipsels laten toekomen, de drie schoonste gedichten worden aangeduid. De lezeres die ons de drie schoonste versstukjes bezorgde, of die er het dichtst bijkwam, wint : Een prachtige kristallen vaas met ro-zen en een toepasselijk rozengedicht in handschrift van een onzer dichters. Voor de dertig beste mededingsters is een aangename verrassing weggelegd. Het is dus het algemeen stemrecht dat de winnaars zal aanduiden. Denkelijk zal dezelfde jury die onzen Letterkun-digen Prijskamp zal uiteendoen, zoo vriendelijk zijn ook deze taak op zich te willen nemen. Als voorbeeld geven we nog dit over-heerlijk gedicht van Willem Kloos, dat dus ook buiten prijskamp valt : O ROZEN... O, Rozen, droef en schoon, Ik heb u uitgekozen Voor al mijne koude doôn, Roode en witte rozen. Rozen om 't doode haar, Rozen op arme' en borsten Vallen met zacht gebaar, Of zij niet v-allen dorsten., Rozen voor ieder, die Met lachen, of kussen, of groeten, Of schoone melodie Mijn leven woû verzoeten. Rozen voor mij slechts niet, Voor mij geen bloemen, die geuren. Voor mij mijn eenzaam Lied En wat stil tïeuren... Willem Rlôos.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes