Het volk: christen werkmansblad

1174 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 03 Juin. Het volk: christen werkmansblad. Accès à 24 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/d21rf5mq03/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ZesenTwiiitigsfe Jaar. — R 128 »■ i m i i IIÉ imiWCyq fioàsâienst — Hnlsgezla — Eigesdoia fôierdag. 3 M <916 AHe lirjefTrfsselîngen vtccM- j vrij te rende» a-an Atig. Van Jeeptem, uitgever voor de na&ml. tuafttfich. «Drukkerij Het Volk», Îr1pe**"»<«eg, n° 16, Gent. Rvnvcl voor West-Vlaanderent Gaston Boesuyt, R&coUelAea.-Ctroat, 14, Kortrijlf Bureel van Antwerpe», Bradent en Limburg : Viktor Kuyl, V&artetraat, S, I^euven. HET VOLK Man schrljît In » Opalle postkantoren aan lOf*. per jaar. Zes maanden fr. 5.0®-Drie maanden fr. 2,50. Aankondlgingen s Prijs volgens tarief. Voorop Is* betalen. Keehterlijke herstelling, 2 tfc per regel. Ongeteekende brieven wordaa geweigerd. TELEFOON N* 137, Genfc. Verech)[jnt G maal per week CHRISTEN WERKMAN SBLAD 9 Gentlemen het numme? ^lilscheSedcdeeliflgeacaTerordcningeB. 168. - VERORDENING. - In aansluiting »an de verordening van 6 Februari 1916 (N° 124 Iran 't Verordeningsblad voor het Etappen-gebied van het 4e leger, bladzijde 164, N° 22) tvordt betreffende de daarbij nog niet goed-gekeurde besluiten van den provincieraad der provincie Oost-Vlaanderen van 4/5 Januari 1916, bevolen als volgt : 1) Worden goedgekeurd de besluiten betreffende het aangaan eener leening tôt het bedrag van 1.000.000 frank, betreffende de toepassing van opeentiemen op de rijksbelastin-gen, betreffende wijziging der verordening op de taks op honden, der verordening op de provinciale laks-o'p het mobilier en der verordening ojj de provinciale taks op het belastbaar kadastraal inkomen. Verder worden goedgekeurd de besluiten betreffende wijziging en aanvulling der provinciale begrooting van 1915 Bn de daarin begrepen ratificatie der maat-regelen, in dit opzicht genomen door de be-stendige afvaardiging van den provincieraad. Voor zoover in het bovenstaande de heffing van belastingen (taksen) en het aangaan eener leening goedgekeurd wordt, worden ook de met deze in verbîind staande artikelen van op-brengsten der provinciale begrooting voor 1916 goedgekeurd. De bij het bovenstaande ver-leende toelating tôt de heffing van belastingen (taksen) is geldig alleen voor den tijd tôt 31 De-cember 1916. 2) De goedkeuring van aile onder 1 niet genoemde besluiten des provincieraads der provincie ,Oost-Vlaanderen, betreffende het opleggen en heffen van nieuwe belastingen (taksen), alsook van aile met c'eze in verband etaande artikelen van opbrengsten der provinciale begrooting wordt geweigerd. Het daar-door ontstaande tekort in de begrooting der provincie Oost-Vlaanderen wordt gedekt vol-gens Artikel 11, § 3 der verordening van 21 Mei 1916 (N° 165 van 't Verordeningsblad voor het Etappengebied van het 4e léger, bladzijde 257, N° 35. ) Het plaatsen der opbrengsten, die volgens dit bevel ter beschikking der provincie staan, in de provinciale begrooting, door middel eener latere bepaling van artikelen tôt aanvulling der begrooting, blijft den provincieraad Oost-Vlaanderen voorbehouden in zijne eerstvolgende ïitting. A. H. Qu., den 24 Mei 1916. Der Oberbefehlshaber, Herzog Albrecht von Wurttemberg. Zonderlinge Belasting. We hebben al meermaals gezegd dat het vanwege de openbare besturen eene verkeerd-heid is, thans nieuwe belastingen op te leggen, nu iedereen, zelfs de meest begoede, het al zeer lastig heeft om te voorzien in 't noodig levens-onderhoud voor hem zelven, voor zijn gezin, voor zijne familie of voor hulpbehoevende beschermelingen. Er zijn andere middels — leening of ander krediet — om lijdelijk aan geld te geraken en 't is nu de tijtt niet om met geldlasten men-Behen te bezwaren, die voor 't oogenblik te nauwer nood de twee eindekes aan elkaar kunnen knoopen. Onder meer hebben wij dienaangaande den taks gehekeld, welken de meerderheid van den Gentschen gemeenteraad gestemd heeft ten ïaste van de ongehuwd gebleven mannen. Dienaangaande ontvingen we de verleden week een eigenaardig schrijven, dat we, na eenige narzeling, toch besloten hebben aan onze lezers ineê te deelen. Het luidt als volgt : Menheer de Hoofdopsteller. G'hebt al verseheidene keeren geschreven tegen de belasting op de jongmans of vrijge-zelien. Anderen hebben er met u tegen gepro-testeerd. 't Heeft ailes niet gebaat. Dit bewijst dat zeker iemand, die l&ng ongetrouwd bleef en nu in *fc gemeentebestuur, vooral wat de kas betreft, veel te zeggen heeft, nu al eenige jaren in den huwelijksband loopt, — of 't zou niet waar geweest zijn met de belasting, want van betalen is hij uiterst verveerd, tenzij wanneer het aan hem moet geschieden, — en 't bewijst «ok dat de meerderheid van den gemeenteraad tôt mijne soort niet behoort, voor wat den lichaamsvorm betreft. Want ik ben van die soort, als ik met het bovenste van mijnen rug iemand tegen 't lijf loop, die mag zeggen : <c Excuseer, 't is maar een hooge schouder. » En ik ben overtuigd dat deze excuse de éénige reden is, waarom ik niet heb kunnen trouwen, wijl die excuse in mijne prilste kinderjaren uit lichamelijke flauwte voortgekomen is en ik altijd lichamelijk zwak gebleven ben. Anders is eene mismaaktheid of eene ongewone gevormdheid geen reden tôt afweer voor 't huwelijk, want op aile potjes past er wel een schijfke, al ware 't potje nog zoo links gedraaid. Maar trouwen in flauwte, dat is geen porture, en daarom ben ik niet getrouwd. Maar ter zelfder tijd is die flauwte met uiterlijk bewijs, — of hever : is het uiterlijk bewijs van die flauwte de oorzaak van veel andere levensmoeite voor mij geweest. Op school had ik het lastiger dan meestal de andere kinderen : ik kon tegen het lang zitten niet, ik kon tegen het lang loopen niet, en waren er niet een paar kloeke blokken van jongens geweest die mij beschermden, ik zou ook tegen de wel niet erg gemeende, maar toch hand-tastelijke plagerijen der frisch-levendige kleine kwelgeesten van schoolmakkers niet gekunnen hebben. Ik leerde niet slechter of niet beter dan een ander, maar toch slechts met gewone schoolbekwaamheid van middelbaren graad en altijd lichamelijk zwak kwam ik in het bedrijvig leven. Jongens die minder vooruit waren dan ik, geraakten nogal gemakkeKjk aan een post : ze hadden een flink uitzicht en goeden liehaams-bouw, en ze zijn later meest allen getrouwd ook. Voor mij moesten mijne goede oud-meesters zoeken en blijven zoelcen om iemand te vinden, die mij uit compassie op zijn bureel wilde nemen, want voor lichamelijk werk was ik steeds te zwak en om eene firma in 't openbaar te vertegenwoordigen had ik te veel het uitzicht van... iemaXd die met de kas wegloopt... 'k Zal er den braven man zaliger, bij wiens zonen ik thans nog in dienst ben, altijd, tôt mijn laatste levensuur, dankbaar om blijven dat hij mij aanvaard heeft. Hij kon mij nooit ■ een hoog salaris betalen : 1 ) omdat hij inderdaad voor zijne zaken geen volkomen boekhouder noodig had, 2) omdat mijne zwakheid mij toch nooit zou toegelaten hebben eene volkomene boekhouding bij te houden. Maar hij was wezenlijk goed voor mij en zijne zonen zijn het nog. Hun zij daarvoor mijn innigste dank toegewijd. Zulks heeft evenwel niet belet dat ik geen gemakkelijk leven had. Mijne ouders heb ik vroeg verloren, — 'k was nog geen voile twintig jaar als mijne moeder stierf, die zes jaar weduwe geweest was, — en zusters of broeders heb ik nooit gehad. Te Heb altijd voor mijn eigen moeten zorgen, en in lichamelijk opzicht had ik dikwijls betere en meer verzorging noodig dan eene kloeke jonkheid. Overal waar ik kwam of woonde, kostte iedere draad, iedere knop, iedere naaldsteêk mij geld. Hadde ik de zieken-beurs niet gehad, — want al was ik zwak, feitelijk was er op mijnen gezondheidstoestand niets te zeggen, zoodat men mij het lidmaatschap niet kon weigeren, — ik hadde mij reeds drie-maal naar het openbaar gasthuis moeten laten brengen; nu heeft het mij telkens eenige van de weinige spaargelden gekost, die ik had kunnen garen. Voor mijnen ouden dag zorg ik bij middel van de pensioenkas. Volslagen behoeftig ben ik dus niet en 'k hoop het ook niet te zullen worden, maar baar geld heb ik niet en overschot evenmin, want nu het leven zoo duur is, moet ik zelfs nijpen om toe te komen zonder mijne hospita of gastvrouw te kort te doen. Ge ziet van hier, Heer Hoofdopsteller, met mijn ruggevaarte en zulk een leven, dat er voor mij nooit spraak kan geweest zijn van trouwen. Ik ben thans t'einde de veertig jaar, en nu, omdat ik zulk leven gehad heb, omdat ik mij van jongs af heb moeten excuseeren voor mijnen hoogen schouder die wat ver naar achter sfcaat, daarom krijg ik nu nog eene belasting bij op mijnen nek ! Wie kan dat billijk, wie kan dat rechtvaardig heetenî Ik vraag het u. — Mijns dunkens heb ik al genoeg te dragen, zonder dat men mij dien nieuwen last oplegt. Waren er eenigen van mijne soort in den gemeenteraad geweest maar 'k dring daarop niet aan : die samenkomst doet somwijlen al genoeg lachen wanneer ze hare be-raadslagingen openbaar laat worden. En 't is toch nog altijd beter zich een hoogen schouder te lachen dan zich kwaad te malcen. Maar intussehen mijen ik toch, Mijnheer, u met mijn geval bewezen te hebben hoe onzinnig, onredeÛjk en onrechtvaardig die belasting op de jongmans is : belasting op een achterwaartschen hoogen schouder! Wat blieft er u? Uw lezer, EL BULTI. OP 0£ BALKANS. Aan ta Eulgaarsch-Srleltsc&s Grens. Volgens eene melding oit Saloniki zijn de Bulgaren niet verder op Griekseh grondgebied vooruitgerukt. De Bulgaren bezetten aile Grieksche forten in de omgeving van Rupel. Portugsesc&a Troepsn op Met MacsdoîîIsGli Front Volgens beriehten uit Sofia zijn aan het Grieksch-Macedonisch front ook Portugeesche troepen aangekomen. Nieuwe Oorlegstasten. De Rijksdag die woensdag eene zeer lange zitting hield, besprak in tweede lezing de 1 y2 millard nieuwe lasten. Deze lasten bedragen 650 millioen op het verbruik en het verkeer en een miljard op de ooriogswinsten. De Rijkskaoseller te Karlsrafce. N» te Munchen en te Stuttgart bezoeken te hebben afgelegd, is de rijkskanselier verder naar Karlsruhe gereisd. Daar toegekomen begaf hij zich naaï het slot van don groot-hertog. Liebknecht onder Beschaidiging vaa Oorlogsverraai Volgens mededeelingen uit Berlijn is de Rijksdagafgevaardigde Liebkneeht beschuldigd van oorlogsverraad. OflicieeleMededeeliiigen fn Vlaanderen, Frankrijk en Elzas. (Duitsche Melding.) BERLIJN, 1 Juni. (WolfE.) — Uit het groote hoofdkwartier : Noordelijk en Zuidelijk van Lens heerschts ook gister leven dige artilleriewerking. Links van de Maas zetten de Franschen 's avonds aanzienlijke kraehten ten aanval aan tegen Morthomme en de Cauretitehoogte. Aan de Zuidhelling van Morthomme gelukte het hun, over omtrent 400 meter uitgestrektheid voet te vatten in on^e voorste graven. Voor het overi-ge zijn de veelvuldige vijandelijke aanstormin-gen onder de zwaarste verliezen afgeslagen. Rechts van de Maas werden de artilleriege-vechten voortgezet. Oostelijk van Obersept drong eene Duitsche verkennersafdeeling op omtrent 350 meter breedte en 300 meter diepte in de Fransche stel-ling en keerde met gevangenen en buit terug. — Een Engelsche tweedekker werd Westélijk van Kamerijk in luchtgevecht neergeschoten. De inzittenden (oSicieren) zijn verwond ge-vangen genomen. In het Fransch lgerbericht van 29 Mei, 3 uur 's namiddags, wordt beweerd, dat den 28 Mei vijf Duitsche vliegtuigen door de bedrijvigheid der Fransche vliegeniers en door afweergeschut vernietigd werden. Wij houden ons sinds lang niet meer bezig met de terechtwijzing van vijandelijke beriehten, maar moeten echter, waar het om de dienstvaardigheid van het jonge vlieg-tuigen wapen gaat, vaststellen dat noch op gemel-den dag noch in de voorgaande week volstrekt geen Duitsch vliegtuig door vijandelijk werk verloren gegaan is. (Fransche Melding.) PARUS, 1 Juni. (Reuter.) — Ambtelijk be-richt van woensdagachternoen : Op den linker Maasoever waren er gister en binst den nacht verbitterde gevechten tusschen Morthomme en de Maas. In aansluiting met eene ongehoord hevige beschieting, die twee dagen duurde, wierpen de Duitschers herhaaldelijk concentrische aanvallen met zeer groote strijd-krachten vooruit tegen de Fransche schuts-graven Oostelijk van Morthomme en aan beide zij den van het dorp Cumières. Overal werden zij teruggeslagen. In de streek Zuidelijk het Caurettewoud moesten de Franschen evenwel de sehutsgraven der eerste linie ontruimen, wijl zij door de beschieting volslagen ingedeukt waren. Zuidelijk van Cumières gelukte het den Duitschers, in eenen aanval van bciderzijds het dorp, de Franschen aanvankelijk terug te dringen in de richting naar de statie Chattancourt. Maar een levendige tegenaanval voerde hen terug tôt de toegangen van het dorp. Eenige afdeelingen, die onder beschutting van den mist langsheen de Maas ter hoogte van de statie gekomen waren, werden door ons vuur volledig vernietigd. Op den rechter Maasoever artilleriestrijd met onderbrekfeigen. In Opper-Élzas vielen de Duitschers na hevige artillerievoorbereiding de Fransche stellingen bij Sept aan op eene uitgestrektheid van onge-veer 1200 meter, en vatten voet in eenige graven-sector3, waaruit zij door eenen tegenaanval da-delijk verdreven werden. — Ambtelijk bericht van woensdagavond : Op den linker Maasoever hevig bombardement met granaten van groot kaliber bij Avocourt en de hoogte 304. 's Namiddags namen onze troepen bij eenen levendigen aanval een sterk aangelegd Duitsch werk op de Zuidwesthelliqg van Morthomme. Op de Zuidoosthelling van Morthomme liet een aanslag, in den laatsten nacht ondernomen, ons 25 man gevangen nemen. Op den rechter Maasoever zeer groote bedrijvigheid der beide artilleries tusschen de Maas en het fort Vaux. Geen bedrijvigheid der infanterie. Onze batterijen beschoten en ver-strooiden vijandelijke verzamelingen in 't Noor-den van het Fosseswoud. Op het overige front nu en dan onderbroken kanonade, die in de streek van Metzeral en van Hartmannsweilerkopf tamelijk hevig waa. — Belgische Melding : Wederzijdsehe beschieting der verschillende frontplaatsen. (Engelsche Melding.) LONDEN, 31 Mei. (W. T. B.) - Haig bericht : De vijand heeft tijdens den nacht de loop-graven van Fricourt, Neuve-Chapelle en Laven-tie beschoten. De beschieting van Neuve-Chapelle was het zwaarst. Zij duurde tachtig minuten en was door eenen infanterie-aanval gevolgd. De aanvallers drongen tôt in de loopgraven door en namen eenige gevangenen. Zij werden er later weder uit verdreven. Eene andere aanvalskolonne werd door bom-men verhinderd in de loopgraven te dringen. Op het Oostelijk Gevechtsterrein. (Duitsche Melding.) BERLIJN, 1 Juni. (Wolff.) — Uit het groote hoofdkwartier : De toestand is onveranderd. (Oostsnrijche Melding.) WEENEN, 1 Juni. (Wolfi. ) — Ambtelijke mededeeling : Onze stellingen in Wolhynië stonden gister zeker verseheidene uren onder het vuur der Vijandelijke artillerie. Den nacht door, meermaals hevige sehermutseling op het voorveld. Ook aan het Bessarabisch front hield de bedrijvigheid des vij ands aan. * % (Het Russisch bericht ontbreekt.) OeOosieoi'ijksch-ïlaliaanscleOorlog (OostenrijJcsche Mrlding.) WEENEN, 1 Juni. (Wolff.) Ambtelijke mededeeling : Onze strijdkrachten, in het ruim Noordelijk van Asiago naar het> Oosten vooruitrukkend, hebben de hofstede Mandriele bereikt en den straatweg Oostelijk van Fiara en den Monte Baldo overschreden. Oostelijk van Arsiero werden de Monte Cengo, alsook de lioogten Zuidelijk van Cava en Frische veroverd, 900 Italianen, waaronder vijftien officieren, gevangen genomen en drie machiengeweren buitgemaakt. Bij Arsiero zelf vatten onze troepen voet op den Zuidelijken oever der I'osina en wezen eenen sterken tegenaanval der Italianen af. Evenzoo mislukten vijandelijke aanvallen op de stellingen onzer landjagers, bij Chiese (in het Branddal) en Oostelijk van den Passo Buole. Het nazicht in het aanvalsruim verhoogde den gister gemelden buit tôt 313 kanonnen. MENGELWERK 17 Sens ZosSerliage Yerdwljiiing door A. K. GREEN. »Dat kwam mij aardig voor, te meer, omdat fiij er zoo droevig uitzag, maar zonderlinger nog was 't als hij detrap opging, terwijlzij hem volgde, zoo erg ontsteld, dat ik het niet- zeggen kan. sBeidea^jingende kametr in, die hij de studie lioemde, en binst dien, alhoewel ik wist dat mij no wegzending op 't spel stond, kon ik aan de bekoring niet weerstaan, om aan 't sleutelgat te gaan luisteren, » « En wat hoordet ge daar ? » vroeg ik terwijl 2e adem haalde. «Wel, 't eerste dat 'k hoorde waa eene uit-roeping van vreugde vanwege haar en de woorden : o Gij houdt dat altijd nog in uw bezit ? Ge kunt mij dus niet zoo ongenegen zijnzooals ge 't wilt doen uitschijnen. » Ik wist echter tiiet wat ze daardoor beduiden wilde, noch wat hij deed, maar 'k hoorde hem in de kamer heen en weer gaan; haar hoorde 'k schreeuwen, alsof ze gekwetst ware geweest, ofwel erg verontwaardigd. Hij praatte, praatte binst «naar immer voort, doch ik kon geen woord Van zijn gesprek opvangen, daar hij in stilte «prak. Welhaast echter schreide ze gelijk een kind; 'k werd bang en 'k wilde heen vluchten, toea een eehreeuw als vaa schrik door haar werd uitgegalmd; « O, spreek niet verder, te denken dat die misdaad uit onze familie komen zou, de meest gewaardeerde van 't landl Hoe kunt ge, Holman, hoe kunt ge? Ja, » Fanny sprak voort, maar ze was zoodanig opgewonden, dat hare kaken zoo rood werden als de kersen-roode linten harer muts. « Dit waren de eerste woorden die ze uitborrelde. » te denken dat die misdaad uit onze familie komen zou, de meest gewaardeerde van 't land. « En ze noemde hem bij zijn voornaam en ondervroeg hem of hij zoo iets zou kunnen doen. » « En wat zei M. Blacke ? « wedervoer ik, een weinig uit mijn lood geslagen door Fanny'g inspanning. « O! ik ben niet meer blijven luisteren, ik Wilde niet wàchten op andere onthullingen. Indien men anders niets te vernemen heeft dan zulke dingen, dan denk ik dat er beters te verrichten is, dan te luisteren aan 't sleutelgat. Ik liep de trappen op, dat verzeker ik u. » b En aan wie hebt ge uwe wederwaardigheden verteld, sedert dat een half dozijn uren ver-loopen zijn ? » « Aan niemand, hoe kunt gij zoo iets denken, als ik u beloofd heb, en... » Het was onnoodig verder in te gaan op hat interview. De gravin de Mirac was verzot op oudheden, dat had ik vernomen gedurende mijn onderzoek wegens haar. Rap was mijn besluit genomen; van die neiging zou ik gebruik maken om in hare tegenwoordigheid te worden gebracht, daar zij de eenige persoon was, met M. Blaeke's geheim bekend. Den volgenden morgen, met het ingepakt voorwerp, 't welk ik ontleend had aan een mijner vrienden, in de hand, verseheen ik voor den dorpel van madame de gravin. Ik zond de fraaie negerin tôt haar met verzoek mij te willen ontvangen, wachtend intussehen in vertwijfeling op 't antwoord. Daar moest ik gelukkig niet lang op wachten. Madame was ongesteld en kon niet ontvangen. Ik liet mij echter zoo gauw niet afseheppen, 'k overhandigde het ingepakt voorwerp aan 't meisje, aandringend dat ze het toonen zou aan hare meesteres, erbij voegend dat het een raar stuk was, nergens te vinden. Het meisje liet zich overhalen, ze sehudde echter het hoofd, wat voor mij niet aanmoedigend was. Haar wantrouwen wijkte echter spoedig. daar Madame deed zeggen dat ze mij onmiddellijk wilde zien. Mijne eerste gedachte, als ik voor de preutsche dame verseheen, was. dat het meisje zich vergist had, daar ik de gravin over en weer vond wan-delen in de kamer, verslonden in gedachten, een brief afdoppend, dien ze met onvaste hand geschreven had. Het voorwerp dat ik meê had gebracht, lag op tafel. Bij het zien mijner eerbiedige houding aan den ingang der kamer, stak ze den brief in een boek weg. Terwijl nam ik haar op van hoofd tôt de voeten. Zij was veel veranderd sedert ik haar op een avond in de academie gezien had. Gekleed als ze nu was in een soort van déshabillé, stak dit grootelijks af bij de zij de en 't satijnen tooisel, 't welk de aandacht trok. De verandering sprong nog meer in 't oog. Nu hare zware kaken onfcbloot waren van 't blan-ketsel, dat haar opflikkerde en haar aehoon maakte, was dit diezelfde vrouw, die 'k eens zien staan had voor den melancolisehen M. Blacke, als eene gloeiende koteca van kracht en sterkte, maar nu ontdaan van die krachtige uitdrukking? « Ze heeft aile hoop opgegeven, > dacht ik en mijne verrassing was spoedig over. a 't Is waarlijk een pertig voorwerp dat ge mij voorlegt; » sprak ze op een toon waarin hare liefde voor de kunst doorstraalde; i kunt ge mij de herkomst van 't voorwerp aanduiden, alsook de aanbeveling en de bewijzen, dat uw voorwerp echt isî » « Niets daarvan, » antwoordde ik, hare vraag met een beslisten lach ontwijkend, i behalve dat ik niet bang ben voor 't geval de polieie van New-York mijn koopoffer moest te weten komen. » Ze trok op de wijze haar eigen, de schouders op, en ze overtastte zaehtjes de inlijsting rond: k Ik heb geen nood aan zulke voorwerpen, » sprak ze op slependen toon; « bovendien, » en ze plaatste het kunststuk neer, « ik ben er dezen namiddag niet op gesteld om te koopen. » Dan vervolgde ze kortweg, « wat vraagt ge ervoor J » Ik uitte een zotten prijs. Ze stond verbaasd en keek mij sluw aan: k « Ge zoudt beter uw kunststuk elders gaan aanbieden. Ik heb voor 't oogenblik geen geld ervoor beschikbaar. n Ik nam het voorwerp weer in hand. « Gaarne zou ik het u willen leveren hebben; » zei ik, « mogelijks....» i Juist rees 't gefluister eener stem de kamer in, de gravin ontbiedende; ze ontnam mij het kunststuk weer terug uit de hand. o O, daar is Amy » en ze trad eene aanpalende kamer binnen, achter haar de dour openlatend. XarveJgtJ' ^ J Onze andere gezamenlijke bxiit ia nog nie! volledig te overzien. Tôt hiertoe werden 148 machiengeweren, 22 mijnenwerpers, 6 autowagens, 600 rijwielem en zeer groote menigten munitie, waarondei 2250 zware bommen, ingebraeht. (Italiaansche Melding.) ROME, 1 Juni. (W. T. B.) — Op de hoogte® Noordelijk het Ledrodal en in den sector van Riva sterke bewegingen des vij ands, die eeu-t' ongewone bedrijvigheid aan zijne verdedigingts-werken ontvouwt. In het Lagarinadàl hadden gister nieuwe hevige aanvallen plaats, die door eene hevige beschieting uit groot kaliber ondersteund en door den vijand dapper uitgevoerd, onder vernietiging der aanstormende kolonnen terug-geworpen werden. De strijd was langduriger en verbitterder in de streek van den Col Buole, waar de dappere infanteristen van het 82e regiment (brigade Cicilia) en van het 207e regiment (brigade Tare) meermaals in de sehutsgraven binnenbraken en den vijand met de bajonet terugwierpea. In den sector van Pasubio artilleriestrijd. Een vijandelijke aanval werd in de richting naar Forni Alti teruggeslagen. Tusschen de Posina en de boven-Astach is een slag in ontwikkeling. De vijand trekt zijne strijdkrachten bijzonder samen in het Astach-dal. Gistermorgen werd een aanval in het gebiod van Canpigalia teruggeslagen. Verder Oostelijk dwong het sterk geconeea-treerd artillerievuur van den vijand onze troepen, de stelling op den Monte Priafora te ontruimen. Een verbitterde tegenaanval stelde ons weder in 't bezit van de stellingen; intussehen trokken onze troepen zich, ingevolg® het hevig vijandelijk artillerievuur, op de Zuidelijke helling van den berg terug. Op de hoogvlakte van Asiago ontruimden de onzen het Punta Corbin, maar hielden den vijandelijken druk aan 't overige front doei-treffend tegen. In het Suganadal is de toestand onveranderd. In Carinthië en aan den Isonzo nu en dan onderbroken artilleriebedrijvigheid, die in het opper-Butdal en in den sector van San Marti»© tamelijk krachtig was. Er werden koene voor-stooten onzer infanterie-afdeelingen tegen de vijandelijke linies gemeld. OF DE BALKANS. (Duitsche Melding.) BERLIJN, 1 Juni. (Wolff.) Uit het groote hoofdkwartier : Een zwakke vijandelijke aanval aan de Zuiderpunt van het Doiranmeer werd wezen. Bij Brest (Noordoostelijk het meer) werden Serven in Engelsch uniform gevangen genomen. (Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 1 Juni. (Wolff.) Ambtelijke n»-dedeeling : Geen bijzondere gebeurtenissen. DardanellenKaukasus en Kleia-Azii. (Turksche Melding.) KONSTANTINOPEL, 1 Juni. (W. T. B.) -Ambtelijk bericht : Aan het Irakfront geen verandering. Aan het Kaukasusfront op den rechter vleugel geen gebeurtenis, ongerekend onbeduidend u fanterievuur. Het ofïensief, dat wij 's morgens van 30 Mei uit de algemeene richting van Tuzla Tere en Mamachatun ondernamen tegen de Russische stellingen acht kilometer Westelijk, zes kilometer Zuidelijk en achttien kilometer Zuidoostelijk van Mamachatun, over eene uitgestrektheid van dertig kilometer, was met succès bekroond. Daar deze verrichtingen schier bij verrassing uitgevoerd werden, waren de Russen gedwongea zich op dezen sector terug te trekken, deels naaï 't Oosten en deels naar 't Noordoosten, zonder dat het hun aan verseheidene plaatsen gelukte eenigen weerstand te bieden, met het gevolg dat de plaats Mamachatun door ons bezet werd. De aanvallen, die de Russen met een deel hun-ner strijdkrachten tôt beantwoording van om offensief in den sector der Tschornk en op den linker vleugel ondernamen, werden na hevigen artillerie-, infanterie en bommenstrijd terugge-wezen.Een monitor en twee torpedobooten (tel vij ands bombardeerden van op eenigen afstand verseheidene opene dorpen op het Westelijk deel der kusten en van het eiland Keusteu. Eenige huizen werden daardoor licht beschadigd en een boer gewond. Op de overige fronten geen gewichtige gebeurtenissen.(Duitsche Mededeeling.) Vlaamsche USartelaàrs. In Ons Vlaanderen, een blad dat te Part}» verschijnt, komt het volgende artilceltje, dat een zeer eigenaardig licht werpt op de onbe-schrijflijke ellende van vele onzer Vlaamsche broeders die in het buitenland vertoeven. « In enkele gevangenissen van Frankrijk bevinden zich sedert maanden, — sommigi sedert meer dan twaalf maanden — Belgische soldaten, die eene veroordeeling ondergingea, uitgesproken door onze krijgsrâden. Daar z|jf veroordeeld werden, vermits zij het verdienden, dat bespreken wij niet. • Maar onder deze soldaten bevinden zich zeker duizend Vlaamsche soldaten: die soldatca, hoewel veroordeeld, zijn menschen, ongelukkige menschen, met een mensclielijk Hàrt, dat g®-»voelt, dat weent, en getroost kan worden, dat ook verbitterd kan geraken. » Nu, die Vlaamsche soldaten. die niets daa Vlaamscli spreken, hebben sinds den tijd hunner gevangzetting in Frankrijk, geen enkel woord kunnen spreken of schrijven, vermits de be-wakers Franschen zijn en de censuur geen Vlaamsch verstaat. » Verstaat gif wel wat dat is, gedurende een jaar geen woord kunnen spreken of schrijven? Was er ooit eene foltering die grooter was? » Wij weten het, deze hachelijke toestand springt voort uit de bijzondere omstandigheden in dewelke België zich nu bevindt; maar kg kan en mag toch niet blijven durea. •

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het volk: christen werkmansblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à - du 1891 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes