Ons land

2436 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 15 Decembre. Ons land. Accès à 20 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mc8rb6x42f/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

3de Jaargang, Nummer 33 ^ PRIJS : 5 CENTIEME 15 December 1917 ABONNEMENTSPRUS : Per jaar 3.— Voor 6 maanden 1.75 Voor 3 maanden I.— ONS LAND Men schrijft in ten bureeie van het b!ad Opstelraad en-Beheer: ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR ,HET VLAAMSCHE VOLK "sr"* T cy * ¥ » tf-v w -P- v u « .— « - ______ STAATKUNDE - W ET E N SC H A P KUNST TOONEEL LETTERKUNDE Recht op eigen Bestaan? Heeft Vlaanderen recht op eigen bestaan ? Waar zijn de mannen, die dat eigen bestaan sclieppen ? Heeft Viaanderen recht op zijn Vlaamsch Recht? — Waarom is !an de taalverordening doode letter? Hebben de Viamingen, wrochtend voor de Vrijheid van Vlaan-leren, gëwerkt aan hun verbanning, hun gevangenschap, hun graf? Wie vervangt de Regeering van Havere, die vervallen ver-laard is? Welke Viamingen zullen Vlaanderen en zijn Recht vertegenwoor-igen bij de Vredeskonferentie ? iVloet Vlaanderen"s opstandinge Krachrzich uitputten.. uitput-;n !... in hopen, nogmaals hopen... dan nog hopen ? De hoop is de vertroosting van wie berusten kan ; de werker haakt aar de daad. Daarom is 't NOOD1G dat- de taalverordening toegepast worde ! Rat de Bestuurlijke Scheiding in aï haar konsekwenties doorge-reven worde ! Dat de Politieke Scheiding afgekonaigd worde... En dat ailes is slechts het minimum ! Vlaanderen moet heelemaal zelfstandig uit den strijd komen of ■' laanderen bliift ten eeuwigen dagen de uitgebuite prooi van de ranskiljonsche leidende standen, van de anti-Vlaamsche politikasters, an het Fransch en Engelsch kapitaal. Er is maar een oplossing mogeliik ! Vlaanderen heelemaal zelfstandig ; d. i. Germaansch ; d. i. 'LAAMSCH! of Vlaanderen terug bij België, d.i. opgéofferd aan het Anglo--atijnsch belang. En elke dag dat men weigert de Vlaamsche kwestie wat nader 3t haar oplossing te brengen is een dag verloren voor het Vlaamsch n het Germaansch element ! Vlaanderen wacht op daden... men wete ho' .. WACHTENS-/lOE!.<( ONS LAND». "BELGES COMME DES OIES" 'eza Fransche uitclrukking vôor en tijdens ai ooriog in. Frankrij k geforuikt om het gérais politieken zin der Belgen te kenschetsein, :, aiaar ons meemen, volslagen boveii dit ar-1. ■ /'ij zuîlen heden kort zijn. Wij zulten enkel landacht vestigen van eeorige menschen op de jte massa verlorea werk, op het hard la.beoH' :r dagen on dat geen vruchten geeft. 66r eenige weken had er te Brussel een groote ting plaats. Duizenden Viamingen en eenige taHen Franskiljons waren er heen gekomen. 1er het gejuich der akfevisteni en het woedend " iengekna-rs van de aan-Frankrijk-verko.ohten d er ae Haversche regeering voor vervallen claard. îdeitdien bleef ailes zooals het wa3. Deze malien-verklaring, als ze ernstig gemeend is, iliceeïo verscMllende gevolgen. Daarover ïam miemand iets en de Viamingen toonen , eveneens zooals ze aitijd geweest zijn : zij ben met woorden-eens iets kraoh-tigs ver-t... maar tôt de daad komt het niet. Welldcht er weer menschen geweest die bezwaren heb-geopperd. Ze zullen dat gedaan hebben met ernstige gezichten en ze zullen gewezem heb-op mogèlijk heel ernstige teksten... Zij heb-gehandeld als vôôr 1914,de regeeringsmen in met de Viamingen handelden, als ze deze teen doode musch wandelem zonden. elges comme des oies I fij hebben een Nederlandsche Universiteit ! '■ niet genoeg ! rij hebben bestiïuirlijke scheiding ! ïsmoeilijk om-het te bespeuiren ! Brieven van rechtsdiensten uitgaande ontving ik deze ï nog opgesteld uitelu.it elijk in het Fransch! et openbaar leven, het Vlaamsch uitzieht van Liidereiî blijft geschonden. Tweetaligheid i de maat. De straten zijn meer Fransch dan imsch, de bioskopen ook em vooral in strek- /er heel het verfransohte land gaat een stJ-oo-; om verzet tege-n al wat Vlaamsch is. In •laats van oinmiddellijik in te girijpen, wacht , duâdt men, stelt men uit of men roept tôt xde als het onduldbaar sohandaal al te lang îurd heeft. ïlges comme des oies ! aar Blijven de mannen, geen Belgem als en meer, Viamingen dan met harde koppen >nbuigbare willen? Of bestaan die dan <"ok r alleen op papier? * * * 3 afkondiging der geheime veïdragen door egeering van Lenin en Trotzki heeft een i'il-door Réel Eraropa doen gaan. Wat prachtig înaal ia daar den aktivisteni geleverd cm bedrogen, uitgemoMde en lijdende landge-en te bewijzen hoe het al leugens zijn waar-men miHiardeDi franks en miUioenien man-nleveiis opoffert. ooit stond een kans zoo schoon om aaix te en dat de Haversche regeering wetens en îns medoplichtige is van de internationale talisten-kliek met haar zetels te Parijs. te ien en te New-York, die den ooriog cntke-e en heT offer eischte van aile belangen om i belangen te verdedigen. Het bewijs ligt vooir Eiiropa lclaar van de hatelijke roi die Enge-Fœankrjjk en Rusland hebben gespeeld en bewijs is geleverd dat de Belgische regeering waar naar toe het ging. Dat heeft Van de le in 1913 te Parijs gezegd. 113 ! — Toen ook zegde -mon daar : <t Belge* me des oies ! » omdat de Franschen maar niet •ijpen konden hoe een. r egeermg die zioh onalistdsch noemde, het Belgisch belang op lanige wijze aan het vreemd belang koa t«r> r brengen. Het ging zoo ver dat de Limburg-, koolmijmen aan Fratugohe wapenfabriekm vei'koclit of verhuurd werden ! De Viamingen inochten er de koelie's in dien'vt van den v-reem-deling zijn! De aktivisten laten- voorbij gaati ! Niets roert! 't fo windstilte ! En niet eens de veelzeggende kalmto voor den storm ! 't Is ve.r-schrikkàdjk stil... versohrikkelijk voor ons' Belges comme des oiesl Zijn we dan zoalang dienaars geweest dat wo niet meer weten kunniem hoe men handelt als men meestea- is. Moeten we dan bij franskiljons <te rade gaan, bij Mercier; die priesters treft, bij de gemeenteraden, die vèrvolgen ;'bij de regeering, die met gevangenis eni dood dreigt! Mannen van Vlaanderen, wat staat ge naar dem Hemel te zien om te weten van waar de wmd komt? 't Is nui de tijd er niet toe! D'oe daden ! verscbrikkeiijk© daden ! Toont u de kracht in het land en het volk zal -u eeren ! ile>n eert aitijd de kraeht ! Ze is de hoogste uiting van het Leven ! Een kracht-leven is de hoogste uitdrukking van het zijn. Mannen,. zijt ! Met al wat we hebben, hebben we niet gemoeg. Wij moeten vrij zijn in Vlaandei'en ;in Vlaamsch Vlaanderen En voor die het in Vlaamsch Vlaanderen met stelien kunnen, opent de deuren en laat hen gaan. Jaagt hen weg, desnoods. Als je goed den bezem hanteert, dan zullen ze nog iiw handen likken... Wat kruipers zijn het voor wat kracht is. Als je de macht niet hebt. of beter de kracht niet hebt om bezems te <hanteeren, 'laat de plaats dan aani anderen. Bedenkt dat er kunnen hun geloof verliezen, Iran gelooï! Aktivisten mogen niet zijn Belges comme des oies! George P. M. Roose fc. "T.M i*. ~ Hollandsche briefwisseling KANTTEËKENINGEN HOLLANDSCHE WAARDBERING. — Uit een schrijven van de Hollandsche kinder-schrijfster, Mevrouwe M. C. Kooy-van Zeg-gelen, neem ik de volgende woorden over : a Vlaamsche krachten zijn. van zelf spre-kend in dezvn tijd welkome gasten iu Noord-Nederland, maar al ware de tijd auders, zoo lijkt mij de medewerking van Zuid-Nederland een gewenschte, omdat de beste schrijvers m. i. daaruit voortkomen. » Het zal het Vlaamsche schrijversgilde deugd aan 't harte doen en 't zal zich voome-men deze woorden vooral waardig te blijven. Mevr. Kooy-van Zeggelen is de hoofdop-stelster van het weekblad « De Hollandsche Lelie» en schreef o.a. «Jong Java's hef en leed», 't welk een Deensche vertaling beleef-de ; « Feestavonden » en «Van kleine me;s-jes » die bijzonder goed den juisten kinder-toon trîffen en m. i. zeer geschikt zijn om op onze Vlaamsche scholen gebruikt te worden. Haar lange verblijf in Nederlandsch-Indië deed haar een bundel Indische Schetsen schrijven onder opschrift a Onderworpenen ». Dit natuurlijk voor volwassenen. Een voor-aanstaande vrouw in de Vronwenbeweging zijnde, zal men zich niet verwonaeren, zoo^ men hoort, dat bij Scheltema en Holkema te Amsterdam, een boek van haar hànd ver-scheen onder titel «De Hollandsche Vrouw in Indië » (prijs : fl. 2.90). Verder treffen wij nog aan : « De schat van den armen jongen», «Een broederdienst uit 1815», «De Gouden Kris». Dit laatste is zeer beroemd in Holland. M. i. kan Mevr. Kooy-van Zeggelen, wat het schrijven betreft, een'tweede Nellie van Kol genoenid worden. Een voorbeeld van beoordeeling kan slechts goed doen. Hier moge volgen wat «De Nieu-we Courant » schreef over « De schat van den armen jengen » : "VVij zijn verheugd, een nieuw boek van Mevr. Kooij te mogen aankondigen. « De scha van den armen jon-gen » is ook door onze Hollandsche meisjes en jongens, njk en arm, te veroveren ; een rein hart, een open oog, een va-ste wil. Al zullen onae — meer nuchter aan-gelegde Hollandsche kinderen — geen boom ot steen of bron om raad gaan vragen, zooals deze arme ouder-looze jongen op Celebes deed, of geen vogeltje tôt vriend knjgen, zij kunnen zich dezen schat veroveren en zullen evenals Din op een dag tot de ontdekking komen, dat de goede raadgever aitijd bij hen is en van binnen uit tot hen spreekt. Wie uit bovenstaand mocht opmaken, dat het nieuwe boek van Mevr. Kooij een -doorloopende zedeles is, herft het gelukkig glad mis. In een alleraardigsten vorm vertelt Mevr. Kooij allerlei aardige oude gebruiken van de bewoners van een d&el van Celebes en doet ons de ontwikkeling van Din, als klein bekkenslagertje van een prinsje begon-nen -tot reiskaineraad naar Java inet dienzelfden prins meeleven, terwijl we zien hoe hij den naam Makora c de Verstandige » verdient, die hem een heel dorp van boombewoners geeft. Ook aardige trekjes, die de schrijfster weer doet kennen als een, die kinderen lief heeft en ook van het kinderlijke bruine volkje is gaan houden. Maar ik vertel er niet meer uit Ik raad alleen aan: laat uw jongens en meisjes het boek lezen en wie tijd heeft bestede er zelf eens een pw',r uren aan. Het zal n niet berouwen. Men zal het met mij eens zijn, dat derge-lijke boeken in Vlaanderen op ruinie schaal moeten verspreid worden. « DE KAMPBODE». — Zondag, 25 Dcode-maand? ging « De Kampbode » zijn 3de jaargang in ! Een gebeurtenis , want — in het hoofdopstel van A. Verbist — wordt verteld dat men gehoopt had, dat het niet zôôlang duren zou : men verlangt naar huis. Uit « De Stem uit België » werd een verhaal overgeno-men van Pater Callev/aert, onder hoofding : « Met je Grootmoeders Oorlogsklacht » — een waar vertelsel, goed gevoeld, al wekt het geen prettige gedachten over den gang van zaken voor de Viamingen in Engeland. « Kamp van Harderwijk » geeft er zijn verslag en schrij-ver dezes werd ook een ruimte afgestaan voor zijn vers: « Stemmige teleurstelling ». Over-wegend blijft het in denzelfden toon — maar we hopen dat het wat meer in het activistische teeken zal staan, eer die jaargang om is. Hoe waar en juist de verslagen in «Nieuwe Courant » en « Gazet van Brussel » over het Zeisterkamp mogen geweest zijn — er is toch nog heel wat treurigs op Vlaamsch gebied. Zal J. lyenaerts, den aetivistischen krijgs-man, daar verandering in brengen? Van Cau-welaert's «'Vlaamsch Belgisch Verbond » heeft er te veel macht. Dat moet weg! CORT VAN DER LINDEN. — Dadelijk springt men op van vreugde! Wat nieuws van den grooten man ? Ja ! Een manneke van de « United Press Association » wou 'ne keer een pratelîfe maken met Holland's grootsten staatsman en Cort van der Linden dacht : « Dat \s 'ne schoone gelegenheid ! Ik zal het dat heerschap eens kalm — maar goèd — zeg-gen. Geen onnoodige drukte — maar juist wat van belang is. » Een korte inhoud ervan uit « Het Nieuws van den Dag » geknipt moge hier volgen : c De korrespondent herinnert er aan, dat onze premier een der zeer weinige is, gedurende den geheelen ooriog in funktie, en zegt, dat 's ministère politiek er op is gericht Nederland uit dezen oorlogstijd te voor-schijn te doen komen, in voile onafhankelijkheid en integriteit, en voorbereid op den vreedzamen strijd, die té wachten is. De vraag, die de journalist stelde, was : — IToe v-erklaart uw Excellentie de opvattingen van het Nederlandsche publiek over chs-^jpuding van Ame- De minister antwoordde : — Dat is niet mogehjk, ons volk hechtte onvoor-waardelijk geloof aan de idealistische boodschappen van den président, die een warmen weerklank vonden in het land. En daarom begrijpt het niet de houding van Amerika tegenover een volk, dat streeft naar vol-maakte onzijdigheid, en poogt de kern van het inter-nationaal recht te redden, door de belligerenten, die zijn rechten of belangen schaden, te herinneren aan de regels, die de beste en meest verantwoordelijke rechtskenners ter wereld hebben gekodificeerd. Amerika had een leidende roi bij dit beschavings-werk, en nu houdt het de schepen vast van een kleine onzijdige natie, en zendt ook geen levensmiddelen en grondstoffen, zoodat hier over weinigen tijd geen brood meer zal zijn, en de werkloosheid een omvang krijgt, die voor de openbare orde gevaarlijk wordt. Verbaast gij u dan dat het volk Amerika'e politiek betreurt? Waarborgen, dat ingevoerde levensmid4elen niet zouden worden uitgevoerd, kan men vindèn in het feit. dat zij worden gekonsigneerd aan de regeering of aan de N. 0. T., maar de beste svaarborg is wel de omstandigheid, dat wij ze zoo hard noodig hebben. Natuurlijk voeren wij sommige zuivel- en land-bouwprodukten uit, als kompensatie voor eteenkool, ijzer, kali en chemische produkten, die Duitschland invoert, maar vergeet- niet, dat deze uitvœren aan beide oorlogvonrende parti j en zijn aangeboden, in ge-lijke verhouding. Dit is de eenig mogelijke politiek voor onzijdige landen, die prijs stelien op vriendschap-pelijke relaties tot hun buren, die deze betrekkingen noodig hebben, in verband met hun geografische lig-ging en hun ekonomische struktuur. Bovendien, de hoeveelheid van onze uitvoeren over de Oostgrens is zoo gering in verhouding tot de enorme bevolking der Centrale keizerrijken, dat het volmaakt onbegrijpelijlc is, hoe de pers kan praten over een Nederland, dat Duitschland voedt, als zij niet verkeerd is geïnfor-meerd. Ik geloof niet, dat de Amerikaansche regeering van ons verlangt, dat wij de handelsbetrelckingen met onze Oostelijke buren zullen afbreken. Amerika weet, dat dit onmogelijjk is, omdat hierdoor de levehsvoor-waarden voor onafhankelijkheid zou verdwijnen. Ik hoop ernstig, dat de regeering te Washington dit op de juiste waarde schat, want ik verlang niets liever, dan vriendschappelijke relaties met de groote repu-bliek, waarmede zoovele historische banden Nederland verbinden. Wij verlangen niets meer, dan wat wij werkelijk noodig hebben, om te kunnen leven en wij zijn bereid, daarvoor elken prijs te betalen, dien strikte onzijdigheid, een goed nationaal geweten, en de levensbelan-gen van ons land niet verbieden te betalen. Dat is onze houding en dat een deel van de Amerikaansche openbare meening, dit niet gelooft of niet begrijpt, is onze voornaamste grief. De aanvallen op de politiek der Nederlandsche regeering moeten daardoor worden verklaard. Wij zijn zeker, dat, indien de pers ten voile was geïnformeerd over Nederlands politiek, haar recht-vaardigheidsgevoel haar zou maken tot den besten advokaat van Nederland's behoeften. Het is evenwel natuurlijk, dat die pers niet veel aandacht wijdde aan een klein, onzijdig land, waar de belligerenten door hun oorlogsdaden zooveel aan-dachfc eiscbten, maar indien van eenige natie, dan niag Nederland van Amerika vragen, dat de levensbelangen van een klein onzijdig volk zullen worden geëerbie-digd. Wij betreuren het, dat de verkeerde voorstellin-gen van de Nederlandsche politiek gegeven, misver-stand wekten, en ik hoop, dat gij, Amerikaansche kor-respondenten, Nederlands politiek in 't voile licht zult zetten. Wij zijn overtuigd, dat wij dit licht kunnen verdragen, en gelooven oprecht, dat de Amerikaansche regeering en pers, indien goed ingelicht over onze positie, onze behoeften en onze bedoelingen, zullen er-kennen, dat onze politiek juist was en dat wij niets anders vragen, dan te worden behandeld in overeeu-etemming met de beginselen, die Amerika nder ds volken vil zien heerschen. » Wat zegt ge daar van ? Is dat niet om met den mond vol tanden te staan voor Amerika I Holland heeft tenminste regeerders die durven. En of dat van belang ls zoo'n rede ! Nauwelijks uitgesproken stond ze in aile groote Amerikaansche .bladeti uitvoerig te lezen. Dat noem ik de Amerikaansche openbare meening dwingen tot rechtvaardig oordeel! Daar gaat niets af — niets bij ! Hadden wij maar zulke heeren ! Voelt ge wel wat een nietswaardige poppen uit Havere. over ons heersfrhen willen. 't Was tijd dat Havere werd afgedankt. Deve Cort van der Dinden! Marcel Van de Velde. Week aan Week i. Wij hebben het plan opgevat, — en hopen het tot een goed einde te voeren, — week aan week aan te teeKenen en te bespreken in « Ons j,and» al wat bij ons weten in het buitenland door vooraanstaande staatslieden of mannen van beteekenis, tot welken kring ze ook be-hooren, geschreven of gesproken wordt, 't zij over laanderen en zijn « struggle for life », 't zij over België, 't zij, eindelijk, over welk yraagstuk ook dat met onzen strijd eenigszins in verband staat. Want dat heeft zijn onloochenbaar, groot belang, en wel een tweeledig. In de eerste plaats dienen de mooi-praters-die nog imrner de groote, niet-door-zich-zelf-denkende massa, met zich slepen, ontmaskerd te worden, moeten, onophoudelijk en zonder omzichtigheid naast hun woorden hun daden gesteld. Ze weten wel : we raken daardoor een gevoelige, uiterst gevoelige plek en meer dan eens zal men ons hardhandig vinden. Maar moeten we dan niet antwoordeu met het vers van dichter René de Clercq : En slaat u en slaat zich terzelfdertijd, Als ee.n vader doet, die zijn kind kastijdt? Het is hoog tijd dat ons volk den blinddoek afwerpe, en, gelukkig geschiedt dat reeds tallenkant ! Het gevaar waaraan het zich bloot-stellen zou, meegesleept door kunstmatig-op-gewekte gevoelens, zich zéô maar over te geven in armen die het zoolang omhelzen zullen tot zijn ribbenkas ervan kraakt, is waar-lijk te ^groot, opdat hier niet systematisch zou worden ingegrepen ! We moeten1 die taak op ons nemen, haar vervallen in de mate der tegenwoordige mo-gelijkheden! Vlaanderen moet leeren zien, wil het vrij en doelmatig over zijn lot kunnen beschikken ! Haar er is meer nog. Er kan gewis bij ons geen de minste illuzie bestaan over de waarde van het tegenwoordige staatsmanswoord. Wij bouwen, wij, aktivisten, op steviger grond. En toch heeft da.t woord, al is het slechts een masker dat een bedoeling verdoken houden moet, een beteekenis. Want de klanken, die het in de lucht rond zich werpt, vinden hun weergalm in de oprechte, het goede, het recht-vaardige betrachtende harten van duizenden, harten heel en ganseh vreemd aan de bijge-dachten van de « groote heeren » die in de toe-komst niet langer heeren kunnen blijven. En dààr zal zich een plant je ontwikkelen dat wie eerst het woord spraken heelemaal niet door hen in den grond gestoken zullen meenen ! Dààr wordt de jonge vrije gedachte verder ge-dragen door aller behoefte aan een nieuwe orde, aan een nieuwen tijd met een nieuw leven en een nieuwe maatschappij. En dààrom zijn de uitspraken waartoe de Europeesche leidende staatslieden van tlians gedwongen worden, omdat anders aile geestdrift in de harten hunner volgelingn gauw zou gedoofd zijn, telkenmale een stap nader tot de bevrij-ding!Nu aan 't werk. We wilden ditmaal even over zee, en wel in Groot-Brittanië stilstaan, om bij een volgende gelegenheid ook elders een blik te werpen. Carson, — zooals de lezer weet een der lei-ders van de door-dik-en-dun oorlogsgezinden in Engeland, — heeft weer een rede uitgesproken — de man heeft er al heel wat op zijn aktief — die Reuter de wereld rond heeft ge-zonden. Ze is ook wel, op zeker plaatsen, de moeite van 't le^en waard. Vooral verheugend is ze hierdoor,dat wij,die slechts wenschen,aan beide zijden vriendenharten te voelen klop-pen, hier werkelijk djngen hooren verkonden waarmee we onze volste instemming betuigen. Laten we eén der merkwaardigste passage's overschrijven : « Geen volk kan aan den ooriog een einde maken, door slechts zijn eigen doeleinden te bereiken. (Dus : een Verstàndigùngsfrieden schijnt, ook van Engelsche zijde, als noodza-kelijkheid te worden erkené.) Dat is ook niet het doel waarvoor we strijden. Wij kampen voor een groot ideaal en zelfs voor een eenig ideaal, dat ons in de toekomst veiligheid zal schenien en aan den ooriog voor aile tijden een einde maken. Het is de herstelling van de vrijheid en van ons recht, zonder de immer heriiieuwde bedreiging van een herhaling der vijandelijkheden, in vrede te leven, en, voor de toekomst, den vrede gewaarborgd te zien, niet voor Engeland en het Britsche Keizer-rijk, niet voor Frankrijk, Italië, Rusland of Servië, maar voor geheel de wereld, zoodat we ons allen, ieder in zijn eigen kultuur, ontwikkelen kunnen. Derhalve kan ik geen mogèlijk einde zien aan dezen ooriog ZONDER WAARBORGEN VOOR DE RECHTEN DER KDEINE NATIES, EVENZEER ALS DIE VAN ENGELAND EN HET BRITSCHE RIJK. » I> "het niet buitengewoon verheugend hoe, wellicht zonder daar zelf van bewust te zijn, de heele wereld Vlaanderen's strijd thans rechtvaardigt ? Bewijst het niet ten overvloe'de dat de aktivisten den juisten weg zijn opge- gaan? En laat het niet aile hoop toe voor de toekomst ? Want hier ligt een ongemeen groot en veel-belovend arbeidsveld voor ons open! Stelt men zich wel goed voor wat de werking zou kunnen zijn van een degelijke voorlichting der geesten die door-zulke woorden, — we willen niet nagaan met VPelke 'Kçdoeflng/wjjneenen verholen, — zijn ingenonien ! Zal Hsnicre ons nog kunnen knechtén, al rukhen onze ver-drukkers met vliegende vaandels en slaande trom opnieuw onze erve binnen, indien heel de wereld weet dat hier een volk bestaat dat onder den knie wordt gewrongen, de idealen van aile volkeren ten spijt! En wat een bevestiging van der aktivisten these dat de Vlaamsche kwestie een internationale oplossing behoeft Want zijn wij dan geen kleine natie ? En kan men Carson's woorden anders uitleggen dan in dezen zin, dat de Vredeskonferentie die rechten grond-vesten moet ? Wat een kletsende kaakslag voor Van Cauwelaert en zijn volgelingen, die het nog immer binnen Beigië's greiizen den-ken af te haspelen ! En dat van dien kant ! Dringen we aan de wereld het bewustzijn, het weten op dat Vlaanderen's volk lijdt, dan is Vlaanderen gered... zoo wij zelf dan de handen aan 't w-erk slaan om op het veld, dat men ons dan ruimen zal, onzen tempel op te richten I Luc heeft het ondervonden, geschreven ! Hii heeft goed gezien! Wanneer trelit een afgevaardigde van den Raad van Vlaanderen naar Zwitserland, en naar Nederland, en naar de Skandinaafsche landen ? Wanneer zullen de Russische maximalisten weten dat ook hier een volk moet bevrijd worden î De tijden dringenl Vrienden! Aan 't werk! Aan 't werk ! ! ! We hebben ons niet te richten tot staatslieden, wier woord huichelarij is, wel tot de volkeren : die huichelen niet ! Daarnevens een verklaring van den — en tereoht — beruchten Bonar Law : € Wij kunnen het feit niet loochenen dat de ooriog, die zoo lang duurt en zooveel lijden met zich brengt, op de bevolking van ieder land invloed moet uitoefenen, bij ons even-goed als in de Dominions. Zoo we nu aan 't eind ons doel niet konden bereiken, gelooft dan iemand werkelijk, dat de eenheid van het Britsche Rijk, die, naar wij hopen, tengevolge dezen ooriog hechter zal worden, zal kunnen gehandhaafd worden ? Ik geloof het niet ! » Van de twee veronderstellingen één : ofwel moet de eenheid van het Britsche Rijk gehandhaafd worden door een overwinning. Maar dan kan alvast worden opgemaakt wat de Engelsche staatsman onder die « eenheid » verstaat, en dan moeten wij hem terzijdç schuiven als een sehurftig schaap. Want dan geldt het : de verdere verdrukking van Ier-land. en van onze stambroeders, de Boeren-bevolkingen, die inderdaad in een nederlaag, of uit het uitblijven van een militaire overwin-ndnsr der Engelsche strijdkrachten, een grond. slag tot herovering hunner onafhankelijkheid vinden zullen. Daarmee kunnen wij, nationà-listen en menschen van de nieuwe gedachte, die, zonder utopisiten te zijn, opkomen voor een koninkrijk van Vrede en Recht over heel de wereld, ons in de verste verte niet veree-nigen!ofwel geldt het het in zwang brengen van cen nieuwe maatschappelijke ordenmg, die al de heden, als bloemen in de Lente op-bloeiende idealen tot werkelijkheid zal maken. Maar dan houdt het besluit dat Bonar Law daaruit trekken wil, hoegenaamd geen steek ; dan is n.l. het voortzetten van den ooriog en de verplettering van Duitschland daar-toe volstrekt niet het middel! Want dat toch zou vooropstellen dat daar nog de eenige hin-derpaal bestaat voor de invoering van een beter regiem, en dat is niet het geval : immers ook bij de Entente-regeeringen, ook in Engeland is men vèrre van de vrije gedachte, die een conditio sine qua non daartoe is. ROLLO. Katte-krieweltjes In Trocadéro heeft de liberaie volksverte-genwoordiger voor Tongeren, de heer Neven, een rede voorglezen, die minister de Broque-ville, die ongesteld was, moest houden. De heer de Broqueville roemde Beigië's tweeta-ligheid als teeken der Belgische eenheid. (Nota der Red.) — Heel sluw van de Broqueville om zijn lofrede van zijn ouden vriend, den Vlaamschhater, Monseigneur Mercier, door een liberaal volksvertegenwoordiger te doen houden. Neven — kluchtspeler ! — pantin!) Heer Fr. Van Cauwelaert heeft evenals wij den smaad gevoelt die er ligt in des heeren de Broqueville-Neven's rede, maar te weinig Vlaamsch om flink vooruii te komen, bestreeit hij even, katachtig, de Broqueville en laat hem de fijne nageltjés voelen : DE 0NBEGRI1PELIJKE HOUDING VAN DEN MINISTER « Wat echter minister de Broqueville's in-zicht moge geweest zijn, het is ons een raad-ael hoe deze man, die in zijn onbetwistbare behendigheid een goed deel van zijn kracht heeft gevonden, op dit^ oogenblik, terwijl de in- en uitwendige gevaren voor 's lands een-dracht en eenheid zienderoogen toenenien, en terwijl aile Viamingen — soldaten en bur-gers — met uiterste inspanning van hun ge-duld^ sedert zoovele maanden wachten op het bevrijdende woord, hoe deze man als verant-woordelijk woordvoerder van eene. regeering op den inval is gekomen, 0111 de tweetalig-heid van Vlaanderen te gaan huldigen als de kracht van 's land.s eenheid, en te gaan spre-ken over het gevaar dat "de- vijand het Walen-land aan den Vlaamschen invloed zou ont-trekken! ! Het lijkt meer op een weddenschap dan op een staatsmansrede, en zoo de groote Kurth, op wiens gezag als geschiedschrijver de Broqueville zich beroept, in de plaats van dezen had gestaan als staatsleider, dan zou hij voorzeker getoond hebben de lessen van het verleden en de behoeften van zijn tijd beter te begrijpen. » DE GROOTE FLATER « Het Walenland aan den invloed van Vlaanderen onttrekken! Wie heeft van dezen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons land appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes