Ons recht: Vlaamschgezind weekblad

743 0
26 juillet 1914
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 26 Juillet. Ons recht: Vlaamschgezind weekblad. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/gh9b56fb89/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

16e Jaargang Nanimer 30 10 Centiemen Zondag 26 Juli 1914 ONS RECHT YLA AMBGHGEZIITD WSEKBLAD. A.BONNEMENTSPRIJS 5 Fr. voor één jaar. 2,50 Fr. voor 6 maanden. 1,25 Fr. voor 3 maanden Uitwisseling van bladen en tijdschrilten wordt vrilopnc nvprppnknmçf crprpcflH Voor inschrijviagen en briefwisseling wende men zich tôt het bureel : M ARKGRAVESTRAÂT» 19 ANTWERPEN. Boekwerkea, waarvan één afdruk wordt gestuurd worden aangekondigd. Mits twee afdrukken wordt er verslag over gegeven. Men wordt verzocht aile briefwisseling vrachtvrij te zenden en slechts op eenezijde van't papier te schrijven. Al wat het opstel van het blad betreft, moet vô6r Donderdag middag op het bureel ingezonden zijn. INHOUD : 1. Ons afscheid. - 2. M. de Broqueville's verklarin-gen. — 3. De Vlamingen en de politiek. — 4. Een Belgisch tijd-schrift. — 5. Kroniek. ONS AFSCHEID Dit is het laatste nummer van Ons Recht. Het eerste nummer verscheen den 26en Maart 1899, zoodathet 14 jaar en 4 maanden bestaan heeft. O. R. was de opvolger van Het Recht,waarvan het eerste nummer den 22en Maart 1874 verscheen. Daar stond o. a. als programma van het nieuwe weekblad in ver-meld : «Wij zijn bestrijders van het kostbaar onrecht dat men oor-logsbudjet noemt, van den kost-baren gruweî der loting, vijanden van aile burgerlijke lijsten en vet-betaalde eereposten en andere geldverspillingen.Wij vragen recht voor allen : Recht voor de vrijheid van gedacht ; Recht op eigen per-soon, op eigen taal, op eigen wel-vaart.» Zooals men ziet was het eene echt democratische richting. Het blad had gedurende verschei-dene jaren veel bijval en werd veel per nummer verkocht, alhoe-wel de prijs tôt in 1884 15 centiemen was. Het Recht was zooniet het er-kende dan toch het officieuse or-gaan van den NederduitschenBond, toen de fractie der Meetingcoalitie die aan het oude programma der Meeting getrouw was gebleven. Vlamingenvan de meest uiteenloo-pende denkwijze op staatkundig en godsdienstig gebied vonden immer in dit blad eene vrije tri-buun.Op 31 December 1893verscheen nochtanszijn laatste nummer. Dit wasvooral veroorzaakt door ge-brek aan medewerkers, want zooals er in -t afscheidsartikel stond, waren velen die Het Recht mede-gesticht hadden ter eeuwige ruste gegaan, anderen hadden meer dringende beroepsbezigheden ge-kregen om nog de pen in het blad te voeren. Intusschen deed zich echter de noodzakelijkheid gevoe-len van een Vlaamsch strijdblad, dat tevens het oude programma der Meeting verdedigde, vrij en onafhankelijk, zonder winstbejag. In 1899 werd er dan door eenige Vlamingen der Meeting beslist het sedert vijf jaren gestorven Recht weer tôt het leven te roepen ; maar aangezien de Christene Democra-ten den titel ervan hadden overge-nomen voor hun orgaan te Brug-ge, moest de titel veranderd wor-den in Ons Recht, waarvan het eerste nummer den 26 Maart 1899 verscheen. Wat vroeger met Het Recht voorviel, is ook met Ons Recht ge-beurd. Eenige der oprichters van 1899 zijn overleden, anderen heb-ben zich terug getrokken om op een ander gebied werkzaam te zijn of hadden geen tijd meer om er aan mee te werken of schonken hunne meewerking aan andere poliiieke minonafhankelijkescihif- ten. De onverschilligheid en de ver-deeldheiddie er in de laatste jaren, vooral sedert den dood van Core-mans, bij de Vlamingen in het al-gemeen en bij die der Antwerp-sche Meeting in 't bijzonder, ont-staan is, heeft er veel toe bijge-dragen om ons én medewerkers én abon nenten te ontnemen. Wij denken hier echter- twee omstandigheden te moeten aanha-len die bijzonder nadeelige gevol- gen voorOns Rechthebben gehad. * ♦ * Zooals onze lezers weten, heb-ben wij de bisschoppelijke onder-richtingen van 1906, de vijand-schap der hoogere geestelijke overheid tegen de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool en de verfransching, die er in de meeste bisschoppelijke onderwijsgestich-ten heerschte afgekeurd, zooals dit ons recht was. Tôt onze groote verwondering echter ontvingen wij in 1908 van den vicaris-generaal den E. H.Van Roey, van het aartsbisdom van Mechelen, een brief gedagteekend 22 juni, waarin gezegd werd dat Z. E. de Kardinaal bestatigd had, «dat er sinds langen tijd,onderver-schillenden vorm in Ons Recht ar-tikels verschenen die voor doel of ten minste voor uitwerksel hadden het bisschoppelijk gezag te bena-deelen en dat Z. Em. in geweten niet langen mocht gedoogen dat O. R. onder voorwendsel de be langer der Vlaamsche taal te ver dedigen, de geloovigen aan zijr gezag onderworpen, misleidde er tôt weerspannigheid bracht ; doch dat hij ten opzichte van O. R lankmoedigheid zou gebruiken zoo wij Hem binnen de acht dager wilden beloven, 't zij openlijk ir ons blad, 't zij door eenen per-soonlijken brief, dat wij in 't ver-volg zijn gezag zullen eerbiediger en dat wij Hem zelf zullen later oordeelen hoe en in hoeverre Hij het uit te oefenen heeft ; dan zou hij gaarne het verleden vergeven en vergeten. Doch ware 't anders, dan zou Hij, wel tegen dank ge-noodzaakt zijn tegen O. R. maatre-gelen te nemen.» Namens den opstelraad werd aan Z. E. hei volgende eerbiedig antwoord gezonden : Eminentie, « De brief van den Eerw. Heer vicaris-generaal aan den Bestuur-der van O. R. heeft ons diep ver-wonderd.Nooit heeft ons blad iets ge-schreven dat ten doel had uw bisschoppelijk gezag te benadeelen. Steeds heeft het er zich bij be-paald het ideaal te verdedigen, waarvoor de Vlamingen nu sederl meer dan drie vierden eener eeuw strijden : vervlaamsching van ons openbaar en bijzonder leven, toi zedelijke, verstandelijke en stoffe-lijke ontwikkeling van ons Vlaamsche volk. Zeker kan het gebeurd zijn dal wij daardoor de meening en de handelwijze te bekampen hadden van zekere onzer oversten, zoc geestelijke als wereldlijke. Maar Zij ne Eminentie is een te verheven geest, opdat Hij uit hei oog zou verliezen dat, in zake die godsdienst noch zedeleer betref-fen, den Katholieken het recht is gegund hunne zienswijze teger wien ook te verdedigen. Gebeurt het nu dat het gebruik van dit onbetwistbaar recht de on gegrondheid der zienswijze var onze overheden in zake taalkwes= tie doet uitschijnen en daardooi inzekere mate hungezag schaadt, zoo kunnen wij, naar onze be-scheiden meening, daarvoor niei billijk verantwoordelijk gemaaki - worden. Dat, in strijd met wat in Oos-i tenrijk-Hongarijë,Polen en Ierland i geschiedt, de geestelijke overheid i in België niet aan de zijde staat van de verdedigers der landstaal, maar deze openlijk als eene voor de cultuur ongeschikte spraak af-schildert, is al erg genoeg,dan dat wij nu ook door het geestelijk gezag gedwongen zouden worden den strijd voor ons nationaal recht op te geven. Den godsdienst, de kerkelijke leering en het kerkelijk gezag zullen wij steeds eerbiedigen ; als trouwe Meetingisten zullen wij de godsdienstvrijheid uit al onze krachten voorstaan, doch, zooals uw geëerd schrijven eischt, ons schuldig bekennen wegens onze iouter Viaarnsch-nationale daden en schriften, kan van ons, naar wij denken niet gevergd worden. Wij houden ons overtuigd dat 't misverstand, hetwelk tôt deze briefwisseling aanleiding heeft gegeven, nu uit den weg is geruimd en drukken den rechtzinnigen wensch uit, dat het voortzetten en het openbaar maken ervan, hier-door onnoodig gemaakt zij. Aanvaard, Eminentie, de be-tuiging onzer gevoelens van eer- biedige hoogachting. * * * Wij verkeerden in 't gedacht dat daarmeê de zaak afgedaan zou zijn, te meer daar wij uit het Bisdom niets meer vernamen. Wij waren dus erg verwonderd : wanneer wij in de tweede helft van October 1910, dus twee jaren en drie maanden later, van ver-scheidene priesters,wiervlaamsch-: gezindheid boven allen twijfel verheven stond, de afschrijving : van hun abonnement ontvingen en zulks ten gevolge van een ver-, bod uitgevaardigd door Z. Em. Kardinaal Mercier. In ons nummer van 30 October 1910 deelden wij den tekst meê van dit stuk, gedagteekend van 12 October en waarin aan elken geestelijke op straf van doodzonde ■ verboden wordt Ons Recht te ontvangen, te lezen of op welke wijze ook te ondersteunen en te verdedigen. Aanleiding tôt dit streng ver-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons recht: Vlaamschgezind weekblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Antwerpen du 1899 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes