Ons Vlaanderen

1289 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 08 Octobre. Ons Vlaanderen. Accès à 23 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/fj29883v84/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ONS VLAANDERE I Doop Eendracht Stsrk 1 vekschijnt elken zaterdag Lieyer Dood dan Duitsch! Il■■ l |I|| I| aum H, H MMiim 11 IH II « «iP— "I ■' IWIIIl ■ inBBa^M3ggi^Lvy«gac^3«=E»*aEg: Inschrij vingsprijs : Voor Frankrijk : per jaar 4.00 fr. per zes maand 2.25 » Buiten Frankrijk: per jaar 6.00 » II I, |[T" | Hnllrf» Ml'| H • <'Mi I Kl'lli i "» I l IHI I 'Uni i II I I ■ l—i d I1 t1 II IM ■ »■!! '■■ I T 1 Bureelen der Redactio : te Gent : 24, Wellinckstraat. — ta Parijs : 181,rue de Charonne Aankondigingon : Tien frank per 4 Regels. Zich wenden tôt Ons Vlaanderen. Aan onze Abonnenten. lo — Vriendelijk verzoeken wij onze jëabonneerden wier abonnement in de naanden October of November vervalt, >ns den Inschrij vingsprijs — 2 fr. 25 3er zes maand — in postbon of post-nandaat te willen zenden. 2» — Onze nieuwe inschrij vers wor-Icn verzocht ons hun juist adres te aten weten. Zij kunnen ons den inschrij-/ingsprijs per postbon medezenden; )p hun verlangen kunnen wij 00k :>er postkwittancie doen ontvangen. Postzegels echter moeten wij rolstrekt migeren. Voor onze Jongsns 't Wijste ware te doen, alsof de Dorlog dit jaar nog niet zal gedaan rijn. De bodem van ons lieve land betreden wij zeer waarschijnlijk maar in de lente van 't jaar 1917 en ons jongens, ons moedige jongens houden ginds aan den Yzer de wacht door zon-nig weder, en wind, en regen, en slijk, în sneeuw. Ons jongens, 't kruimelke uit van ons volk, welke bewondering, welke liefde dragen al de Belgische vluchte-lingen hun niet toe ! Zij lijden en strijden voor ons eer en ons bestaan sinds zoo lange ! En altijd nieuwe helden komen aan-geloopen om de bres in de rangen aan te vullen en te toonen dat wie Belg is groot is en niet ten onder geeft. Op 't oogenblik dat ik schrijf gaan mijn jongere vrienden van boven 25 jaar binnen ; en binnen enkele maan-den zal het onze beurt zijn 't geweer in 't hand te nemen. De laatstgekomene zljn de gelukzak-ken, 'zij hebben de slechte uren van den aftocht van Antwerpen en de bittere heerlijke dagen van den slag aan den Yzer niet gekend, maar wie weet wat hun beschoren is : t vrij maken van België en 't verslaan van den duitsch. Dat ons jongens groot en heldhaftig zijn daar twijfelt niemand aan, maar dat hun ziele verheven is, dat hun harte laait van prachtige gevoelens dat 00k is zeker. Laat mij toe dat ik u hier een staalke geve van die zielegrootheid en dat ik u in al zijnen eenvoud het briefje overschrijve, dat ik onlangs ontving van een soldaat van d'eerste uur, timmerman van stiel. Belgie 21-8-16. Mijnheer, « Ik laat U weten, alsdat ik met veel genoegen, uwen brief ontvangen heb, waarin ik zie, dat gij nog allen welvarend zij t. Dat doet mij veel plezier ; ik stel het 00k, God dank, nog altijd wel. t Mijnheer, ik heb over veertien dagen, het geluk gehad van Mijnheer Louis, uwen broeder onderluitenant, te gaan bezoeken, hij ziet er 00k nog altijd zeer goed uit. Als ik Mijnheer Louis zag mijn hert herleefde. Och, Mijnheer, mochten wij toch, het geluk genieten van onze familiën weder te zien ! Welk geluk zal dat niet zijn, nu dat wij er twee jaar van verwij-derd zijn. « Mijnheer, gij vraagt mij 00k of dat ik in congé wil komen naar Parijs. Daarvoor bedank ik u uit den grond mijnsharten. Maar Mijnheer, gemoogt het niet kwalijk nemen, dat ik het niet kan aanveerden, daar ik van in het begin, als wij in congé konden gaan, naar mij ne vrouw geschreven heb, dat ik nooit in congé zou gegaan zijn, dat ik 00k geheel den oorlog wilde lijden zooals zij die op mij wacht. c Mijnheer ik heb nu toch goeden moed en hoop dat wij dit jaar bij onze familiën zullen zijn. « Vele complimenten aan Madame, en het lief zoontje. B. » Deze die dit schreef is een eenvoudig werkman ! En zoo zijn er honderden, wat zeg ik duizenden . Moeten wij die helden, niet geest-driftig bewonderen en aanwakkeren ? Ik weet het, hier spreek ik voor bekeerden of liever voor overtuigde minnaars van ons jongens. En 'k wil er maar een bewijs in vinden in vol-gend briefde dat ik 00k overp n : Aan de Heeren van « OnsVlaanderen», a Eene naamlooze uit het departe-tement Creuze, wil eenen oproep doén, aan aile Belgische vrouwen vluchtelin-gen, uit medelijden voor ons soldaten ginder aan den Yzer, die zooveel lijden en strijden en hun bloed ver-gieten voor ons , voor ons haardsteden en Vaderland, hun eenigen troost en hulp te verschaffen. Want zij zitten daar in de loopgrachten met den meesten moed het 00g gericht naar den vijand, verlaten van vader en moeder of van vrouw en kinders. Belgische vrouwen, goede zielen, opent uw hert met u aan te bieden als oorlogsmeter. Met aan ons jonge .s soms een briefje te zenden, kunt gij ze opbeuren, zendt hun wanneer het mogelijk is een pakje, daarmeê be-wijst gij hen grooten dienst en zij zullen er u toch zoo dankbaar voor zijn. Mijnheer, druk dat briefje in < Ons Vlaanderen » ik zou toch zoo ver-heugd zijn voor hen. Hoogachtend B. A. Belgische Vluchtelinge. » Ehwel « Ons Vlaanderen » richt tôt al de Belgische vluchtelingen eenen warmen oproep, opdat het in hunnen naam aan honderden soldaten met aanstaande -Kerstfeest, het feest van den Godmensch, het heuglijk feest van Vlaanderen, een eenvoudig kerstge-schenk kunne zenden. Verleden jaar bracht onze inschrij-vingslijst ruim 3000 frank op en meer dan duizend soldaten ontvingen eene aangename verrassing waar zij gedu-rende weken in ons blad van spraken. Dit jaar dat er meer soldaten zijn dan vroeger, en dat de nood harder nijpt omdat hij reeds langer duurt, dit jaar dat duizende nieuwe lezers van « Ons Vlaanderen » bij kwamen, moet de lijst nog grooter zijn. Aile giften wor-den met erkentelijkheid ontvangen hoe gering 00k. Wees mildadig, 't is voor onze jongens, 't is voor onze Helden. Kerstgeschenk der Belgische Soldaten. Onder het Eerevoorzilterschap van E. II. Moyersoen, Bestuurder van liot « Werk der Vlamingen » E. II. Moyersoen, Bestuurder van het « Werk der Vlamingen », Parijs. 100,00 E. H. Frans Seyssens, aalmoezenier der « Tijdelijke uitwijkelingen van Oosl-Vlaanderen », Gent, 50,00 Advocaat Bonse, Iloofdopsteller van « Ons Vlaanderen », Gent, 20,00 P. De Breucq, Gent, 1,00 P. S. Nazareth, 0,25 Te samen 171,25 Het Belgiseh Vorstenpaar. (Wat een soldaat van den Yzer orer d«n koning en de koningin vertelt.) — En ziet ge den koning dikwijls '! vroegon we aan een Belgiseh soldaat, die onlangs nog aan de ïzerstond — Zeer dikwijls, antwoorde hij. De koning komt veel ia de loopgraven. Dan spreekt hij met soldaten, Vlaamsch met Vlamingen, Fransch met de AValen. Ook als wô in rust gaan, ontmoeten we hem menigmaal. We kunnen dus zeggen, dat hij or«ral verschljnt, aan 't front, in de cantonnementen, ook op het strand of in de duincn bij oefeningen. Enkele weken geleden ontmoetten soldaten, die de soep vervoerden, hem. De koning liet den wagen stilstaan. Hij wilde de soep eens proeven. Maar de mannan hadden alleen den grooten scheplepel mee. De koning nam dezen dua vast en at van de soep, die naar zijn zin bereid -Vvas. En wij weten, ware dit zoo niet geweest, dat de aanmerkingen wel aan het rechte adres zouden zijn gekomen. Dergelijke kleine voorvallen, die toch teeke-nend zijn, en vooral voor een vorst, die voort-durend bij zijn soldaten vertoeft, doen veel de ronde. Ook is 't bekend, dat Albert nooit het Belgiseh grondgebied verlaat. Nimmer begeeft hij zich naar Fransche plaatsen of naar St. Adrese, waar zijn regeering haar zetel heeft. De koning van Engeland, président Poincaré, als zij den vorst der Belgen willen ontmoeten mo»ten naar zijn land, naar dat klein hoekje bij de Yzer komen. En de soldaten voelen het diep, hoe de opperste aanvoerder van hun leger, ook met hen deelt de eentonigheid van 't moerassig land of van de kust, waclitend als zij, tôt Bolgië weer wordt berrijd. Men weet dat onlangs de koning van Enge-land^ het Belgiseh vorstenpaar heeft bezocht en koningin Elisabeth decoreerde voor haar ambulance-werk. 't Was geen decoratie uit eti-ket verleend. — Veel zwaar gewonden, vertelde m« dezelfde soldaat, zijn door koningin Elisabeth in het hoa-pitaal l'Océan eigenhandig verbonden. Ook zijn er voorbeelden bekend, datHare Majesteit bij 't sterfbed van eenvoudigs soldaten stond en hun de oogen sloot. De vereering voor de vorstin is dan ook zeer groot. Die werkkracht is iets wonderbaars. Koningin Elisabeth ziet waarlijk veel vreeselijke toonee-len. De ambulance van l'Océan krijgt bijna uit-sluitend de zwaar gevonden. De lichteren wor-en naar Frankrijk vervoerd. En l'Océan noemt men de ambulance der vorstin. Daar verschijnt ze dagelijks, spreekt ze bemoedigende woorden, deelt ze tabak en sigaretten uit. Dit weten we nu eens niet uit officieuse ver-slagen, maar van eenvoudige soldaten, die het gansche Yzerdrama hebben meegemaakt en er van vertellen, zonder aanstellerij of overdrijving. De koningin ziet dus zwaar gewonden, ernstig verminkten. Van haar wordt hooge zedelijke kracht geëischt en we weten hoe tenger ze vôôr den oorlog was, en hoe eens voor haar leven werd gevreesd. Toch houdt ze vol, blijft ze trouw op haar post, werkt en hoopt ze, verbeidend den dag der bevrijding. Nog vindt de koningin tijd om zich ook over 't lot van kinderen te ont-fermen, gelijk ze weleer zoo gaarne te Brussel deed. We herhalen het : haar werkkracht is wonderbaar. "De koning is veel verouderd", vertelde me de soldaat verder. " Zijn haar begint te grijzen." Geen wonder ! Men bedenke, wat daar al in zijn hartis omgegaan. We kenrien zijn karakter en zijn goeden wil om België's vooruitgang te bevorderen, van vôor den oorlog. En onder zijn regeering treffen de zwaarste rampen zijn volk. Welk een zwar» verantwoordelijkheid drukt op hem. Men stelle zich Albert niet voor als een vorst, die den schijn geeft ailes licht op te nemen, als een, die scliertst met zijn soldaten. Men denke evenmin aan gesprekkenals van den duitschen keizer, naar correspondenten telkens melden. De soldaten zien 't hem aan en voelen het, dat hij door den ernst van den tijd lijdt gelijk België's vadersenmoeders, gelijkmannen, die van vrouw en kinderen zijn gescheiden, zooals ieder gewoon mensch het voelen moet ; de oorlog is een verschrikking. Maar hij weet, dat hij den weg van eer en plicht aan zijn volk heeft gewezen en daarom is hij rustig onder zijn bèproeving. De soldaten gevoelen, dat hun vorstenpaar met hen is, met hen meelijdt en meeleeft en met hen strijdt en hoopt en ook dat geeft hun kracht. Een nederig verblijf is nu Alberts en Elisabeths paleis, maar schooner paleis is er nu toch in de wereld niet. A. H ANS. Voor de vrouwen en kinderen der gemobiliseerd» Belgen. Het Belgiseh Gouvernement komt in een besluit-wet volgende maatrege-len te treffen voor de vrouwen en kinders der gemobiliseerden. Voortaan zal de vrouw eene allocatie trekken van 1,25 fr. per dag en het kind 0,50 fr. Daarenboven zullen de familiën der gemobiliseerden in Frankrijk volgende vergoedingen genieten : 30 fr. per maand voor de moeder of het familie-hoofd en 10 fr. per kind in de ge-meenten van meer dan 8000 inwoaers, in de gemeenten van min dan 8000 inwoners zal de vergoeding zijn van 20 fr. voor de vrouw en 7 fr. per kind. Bestuurlijke Decentraliseering. De onderverdeeling van België in na-tuurlijke en staathuishoudkundige stre-ken ; de verte genwoordiging der staathuishoudkundige intresten ; het regelen der gewestelijke zaken door gewestelijke raadsvereenigingen ; — dat waren de drie bijzonderste punten die we in princiep hebben vooruitgezet en ver-dedigd. Het kunstmatige maaksel dat uit het in-praktijk-brengen dezer eenvoudige princiepen zou voortspruiten, in 't breed en in 't wijd uiteenzetten, en ligt niet éénmaal in onze bedoeling, Het moge dan evenwel volstaan de algemeene trekken van dit ideale her-vormingsontwerp samen te vatten. En als eerste vraag althans dient deze nu vooraan opgelost. Moeten de bestâande Belgiës onderverdeelingen met name provinciën, arrondissemen-ten en kantonnen stand houden ? — Welke ze ook mogen wezen, de nieuwe streken van indeeling zullen immer al te oppervlakkig voorkomen om zelve niet onderverdeeld te moeten worden in omschrijvingen van zoo mogelijk een evearedig getal inwoners. Maar het bespreken der arrondissementen en kantonnen zou ons geLidelijk van ons onderwerp doen afwijken. Het gaat hier dus alleenlijk over het lot der provinciën, naar aanleiding van het scheppen, of liever van het bestatigen der « Lands-streken ». Velen zullen verschrikt opspringen vôôr de likwideering van het aktief en het passief der provinciën ; anderen vôôr de ontbinding van sommige eeuwenoude banden tusschen steden, gemeenten en inwoners. De eersten zouden we alras van het loutere moge-lijke overtuigen ; maar het ware eene ONS Tweede Jaar. - N* 33 EDITION HEBDOMADAIRE Zondag 8 October 1916.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons Vlaanderen appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Parijs du 1915 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes