Ons Vlaanderen

1243 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 11 Decembre. Ons Vlaanderen. Accès à 24 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/2b8v980q6w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ABONNEMENT S PHI.'S \ OOR Belgie EN- l'RANKEIJK : Vati nu tôt ii Mnart J919. 3.00 30 Juoi 1919 ... 5.00 » /tv ABOKNEMKNTSPRIJS VOOR DEN VREEMDE Van nu tôt jo Juni Ï919... 8.00 /î\ TE GENT : 24, Wellinckstraat. 65, Holstraat. VERSCHIJNT DEN WOENS^APt EN DEN ZATERDAG TELEFOON : ROQUETTE 5 6.41 — POSTREKENING : PARIS n- 1159 \ TE PARiJS : 22, Avenue de la République (XIa) TE LE HAVRE : 1, Avenue des Ursulines. ORGAAN Der Belgische Yluchtelingen in Frankrijk D00R EENDRACHT STERK ORGAAN . Der Belgische Christene Sociale Werken I* ; NIET TE HAASTIG ! Van aile kanten tracht men het onze vluchtelingen te doen verstaan dat ze ciet te haastig mogen zijn om naar hun dorp terug te keeren. Hon-derd verschillige redenen geeft men op om de ment.chen hier te houden. Wij vvillen nu de gegrondheid of de niet- gegrondheid dezer redenen niet bespreken ; eene andere zeer belang-rijke zaak roept onze aandacht, na-melijk : de opvoedlng en het onderwijs onzer kinderen. Ten prijze van zware opofferingen en groote geldelijke lasten, heeft het landbestuur, hier ia Frankrijk, talrijke scholen voor onze vluchtelingen-kin-deren gesticht ; veel werk en moeite heeft het gekost ; veel goed hebben deze scholen te weeg gebracht. Onze kinderen hier in Frankrijk hadden reeds eenen kostelijken tijd venoren in de Fransche scholen alwaar ze, de taal niet begrijpend, al weinig voort-gang mieken. De Belgische scholen waren overal hertelijk wellekom ; het vlaamsch is er de voertaal ; onze kinderen ontvangen er een degelijk on-derricht, eene echt vaderlandsche opvoediDg. Welnu, het Staatsbestuur vraagt aan de vluchtelingen van niet te haastig te zijn om naar België terug te keeren ; wij, vluchtelingen vragen, van onzen kant, aan het Staatsbestuur, van o.ns zoolang mogelijk onze belgische scholen in Fiaiikrijk te laten. 't Heeft te veel werk en moeite gekost om ze te siich-ten, opdat men ze nu roekeloos en te haaatig zou vernietigen ; onze kinderen hebben deze scholen nogte zeernoodig ; bevoegde stemmen zeggen ons dat we r" hier nog drij maanden, misschien vvel nog zes maanden zullen moeten blijven; als 't zijn moet, zullen wij die nieuwe ballingscbap kloekmoedig verduren, en als bet Vaderlind het vraagt, ons kiuis nog drij, nog zes maand dragen; maar dat men toch voor onze kinderen zorge ; dat met ons niet dwinge onze geliefde kleinen weerom op straat te laten loopen of naar scholen te zenden, waar 't onderwijs wel goed kan zijn, maar waar onze kinderen niets kunnen leeren omdat ze de taal niet voldoende verslaan ; en zelfs al vers! on den onze kleine nu 00k redelijk goed de fransche taal, iedereen zal toch gemakkelijk begiijpen dat voor Belgische kinderen eene Belgische opvoeding de beste i5. En dat men niet kome zeggen dat men de schoolmeesters noodig heeft in België ! In Belgie is er op dezen oogenblik geene enkele klas welke niet voortgaat omdat de onderwijzer in Frankrijk is; de terugkrer der onder-wijzers is dus zoo haastig noodig niet; maar, hunne tegenwoordigheid hier in Frankrijk is wel broodnoodig, wil men van or ze vluchtelingeu-kinderen geen straatloopers maken. Wij vluchtelingen, wij vragen dus dringend aan *nze regeering dat ze ons onze Belgische scholen late zoolang onze kinderen genoodzaakt zijn hier te blijven, zoolang er leerlingen zijn in voldoende getal die de school bij-wonen ; ons dunkt dat die vraag enkel de taal is der gezonde rede, de taal der ware vlaamschgezindheid en der echte vaderlandsliefde. Alleene. Hertellen der Frontiinie _—^ Wij ontvangen volgend schrijven, dat wij aan het oordeel onzer lezers gaarne onderwerpen. Mijnheer de Hoofdopsfer van 0 Ons Vlaanderen t. Het weze mij vergund als kind der Yzerstreek eenige persoonlijke gedach-ten uit te drukken over het herstellen der frontiinie waar zoovele vroegere weelderige landeiijen in woestijnen zijn herschapen ! Men zal daarover vele inkt ver-schrijven en vele schoone voorstellen doen op 't papier dat nogal gewillig is; misschien zullen de minst bekwamen er meest over schrijven ; van hooger hand zal het aan geen goeden wil ont-breken ; zelfs is er eene som van 25000 franken uitgeloofd voor dezen die bet beste plan zal opmaken voor die herstelling ; dit ailes is zeer loffe-lijk en prijzenswaardig ! Maar uit de vele gedachtens uitingen zal de waar-heid wel uitschijnen i Het eertte en noodzakelijkste werk is de niet ontplofte moordtuigen op-zoeken en dan met motorploegen (tracteurs) den grond omwoelen op eene diepte die vast te stellen is door bevoegde manrien en dit werk te doen verrichten door de duitschers zelf ! Want vergeten wij niet dat duizende granaten in d'aarde bedolven liggen die met de eerste aanraking kunnen ontploffen en de peerden en mannen dood^n; met de motorploegen vermin-dert reeds het gevaar voor peerden en vermits dit werk door iemand moet gedaan worden past het best voor deze die zich die onaangenaamheid hadden kunnen vermijden met in Duitschland te blijven i Voor wat» het delven van putten of keiders aangaat zal er altijd met groote omzichtigheid moeten te werk ge-gaan worden, en nog eens de werkers zijn er voor aangeduid ! Na het verdwijnen van 't grootste gevaar zou men best doen zich te verstaan met de eigenaars der landen die zich op hunne beurt zouden verstaan met hunne pachters die vermits genoegzamen betaalden loon de meest bekwamen zijn om ieder op zijnen grond die hij best kent de beste manier van herstellen te gebruiken. Natuuilijk zouden aan bovengemelde werkbestuurders de noodige mannen en werktuigen m >eten toegevoegd worden met de noodige geld en andere middelen die het vvelgelukken dezer ongekende onderneming zouden moeten verzekeren / In de vette weiden tusschen Nieu-cappelle en Oudecappelle werden de graszoden afgesteken en van den eenen eigendom op den anderen gevoerd; wie anders dan de mannen der streek zullen daar, wijs uit worden ? Sommigen stellen voor daar houtgewassen te planten, dat is streng af te keuren daar den aard van den grond hem daartoe niet leent en dat die grond — die den rijksten der wereld is — en waar wij vroeger duizenden stuks vee zagen gra-zen en vetten, meer weerd is dan tak-ken en bladeren te dragen waar niets uit voortkomt 1 Laat den taaien Vlaming zelf han-delen (onder Staatstoezicht indien men het zoo verkiest) en indien het mogelijk is, in weinige jaren zullen wij verbetering zien om later eens op nieuw te doen uitschijnen dat 't Belgische volk in landbouw en veeteelt voor niemand ter wereld moet onderdoen ! Geeft aan ons volk zijne Kerken, zijne Priesters, zijne woonsteden, zijne huisdieren, zijn alaam, en de noodige middels terug on korte jaren nadien zullen wij er de talrijke familiën van boeren en werklieden zooals vroeger ontmoeten waaruit 't grootste getal der koene strijders kwam die onver-saagd hun land en hunnen Koning ten zijde stonden en waarvan dien heiligen grond zooveel bloed der onzen dronk ! Aanveerd, Mijnheer de Hoofdopstel-ler, de verzekering mijner hoogachting. L. K. H. Terug naar net 'i menai* ■ ■—■—-* (Van onzen bijzonde/en briefwisselaar) I. Vertrek uit Parij s Brugge, 28 November. Terug naar 't Vaderland ! Dat is wel de wensch die in bet hait van elken viuchteling genesteld zit sedert de wapenstilstand werd uitgeroepen. Dat scheen zoo natuurlijk, zoo van zelf spreken j. De oorlog is gedaan 1 Dan gaan wij terug naar huis. Helaas hetgeen zoo natuurlijk scheen zou weldra heel moeilijk blijken De Belgen zooals zij gewoonlijk doen, wanneer zij -eene inlichting of huîp verlangen, trokken naar 't centraal bureel hunner regeering te Parijs. In de rue d'Amsterdam was het we dra eene b ,jgankenis. Er werd in die Pari jsche straat voortaan meer vlaamsch dan fransch gesproken. Lijk wespen en mieren rond hun nest, kwamen allen te samen aan het iJ 70 bis en het w-as er een gedrang en geloop aan de deur en langs de hooge trai,pen van het bekend lokaal. Iedereen wilde weg en zoo haast mogelijk. Bittere ontgoocheling ! Met hun hart vol liefde naar het verre land, naar het sinds laLg verlaten huis, naar de verwanten^n vrienden die ginder ble ven, naar hunne zaken en bezigheden botsten zij op een soldaat die achter een tafel stond en zooals het gewoonlijk gaat maar vijf woorden g' brekkig vlaamsch kon spreken en die, voor aile tegemoetkoming aan het brandend verlangen zijner landgenooten. . brief-omslagen en vragenlijsten uitdeelde 1 — Vous n'avez qu'à remplir le questionnaire et l'envi yer ici, on vous lépondra quand vous pourrez partir. Ik b*n daar 00k geweest. Wanneer ge stout zijt en tôt achter de tafel doordringt dan vind ge een paar soldaten die sappig antwerpsch praten — waarom staan die de vlaamsche menschen niet te woord ? — maar zij kunnen u helaas geen grooter troost geven. Vclen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Dat heb ik eens le meer kunnen bestatigeû in de kwestie van den .terugkeer naar het land en de evangelische troost dat de laatsten de eersten zullen zijn blijft, voor vele zaken, tôt in de eeuwigheid uitgesteld. Ik heb willen tusschen de uitver-koornen en de eersten zijn $n, met voorspraak en bescherming, heb ik het zeldzaam stuk papier bemachtigd dat den weg naar 't vaderland voor mij openstelde. En op 27 November te 9 uur 's avonds vertrok ik uit de Gare du Nord te Parijs. Wanneer gij denkt dat de oorlog gedaan is, dan raad ik U aan eens naar die gare du Nord te gaan rond het vertrekuur van een trein naar 't Noorden. Het is een immer aangol-vend-e stroom van soldaten die langs aile deuren binnenspoelt. Het blauw , der Franschen, het kakly van Engel- ' schen en Belgen, het grijs van Italia-nen en Portugeezen, ailes wemelt er dooreen, onder het belle licht der booglampen. Ik stond daar op mijn vriend te wachten die met mi] moest vertrekken 1 en had dus gelegenheid om den gang en stand en het uitzicht van al die vreemde rassen nog eens na te gaan : De Franschen zijn vuil en slordig, zij loopen /.orgeloos maar, niettegenstaande ailes, zijn het de ideale soldaten. Zij zijn met hun blauw uniform vergroeid ge kunt ze U niet anders meer voorstellen. De Engelschen loopen recht en korrekt met hunne dunne omzwach-telde kuiten. De Belgen zijn zuiver en zorgelijk, maar 't kan hun weinig schelen hoor, en zij blijven, in hun eigen, boer of werkwan of wat 00k liever dan soldaat. Zij hebben de kunst een heel arsenaal van getuig en pakken met koorden en riemen rond hun lijf te hangen. Zij zorgen voor hun ge-mak op reis. In de Itaiianen erken ik de luie macaronièters, maar schijn bedriegt, 't zijn goede vechters 00k... Maar daar kwam miin vriend op-dagen. Het is een ras-Vlaming maar hij heeft de ongelukkige manie zich zoo internationaal mogelijk voor te doea, zoo dat ze hem nu eens voor t ' j jood, dan eens voor een Rus, dan weer eens voor een Capucien verslij ten, bizonderlijk in den lijd dat hij zijn baard zijn voile groei laat nemen. Nu had lnj voor de gelegenheid het potsierlijk gedacht opgevat — neem het mij niet kwalijk beste — een bear-neesche muts op te zetten en russische laarzen aan te doen . Het overige van zijn lijf ging gewikkeld in de ruime plooien van een engelsche Burberrys van een onbesehrijfelijke kleur maar die de moderne schilders impressio-nistisch zouden noemen. Ik zelf had mijn wit, glad-geschoren gelaat en mijn jas van altijd en ik kan er niet aan doen wanneer ze mij soins voor een engelsche clergy mail nemen maar ik zag met een beden-kelijk gelaat naar mijn vriend en had waariijk den schrik op het lijft dat ze hem voor een spioen zouden nemen en wij moeilijkheden zouden gehad hebben. Maar ailes liep lijk van een leien daakje, zooals de Hjllanders zeggen. Op vertoon van ons papier uit de rce d'Amsterdam krtgen wij onze tickets en wij zaten weldra, elk in ons hoekje, naast vier keurige fransche oftieiers in een verwarmd en zacht coupé. Wij redeD de donkere banlieue in van Parijs. Ik sliep weldra ma^r, tel-kens dat ik wakker schoot, zag ik dat mijn viiend zijn oogen star geopend hield op den donkeren nacht waardoor onze trein met een verbazende snel-heid als door een tunnel reed, toen ik voor goed wakker schoot in een tusschen station waar de trein weer be-stormd werd door al de vrienden-rassen van de wereld en ik boven het frisch engelsch gekakel van nursen het gevloek en geroep hoorde dreunen van een bende belgische jassen. — Hier verdomme, hier in de couloir is nog pleuts, wat wilde varder loepen ? Dat waren er zeker van Antwerpen. Rond vijf uur in den'morgen waren wij te Duinkerken over Kales. De intocht in Vlaanderen vertel ik morgen. J- M. OPG-ELET De nieuwe militaire wetgeving heeft al de uitstellen en dagvaardingen af-gesehaft, wij zegden het reeds in een voorgaande artikel. Het valt meerma-len voor dat de militaire overheid, vervoegiogsbevelen zendt aan de per-sonen die vroeger in bovengemeld ge-val verkeerden. Moet men béant woorden aan dit vervoegingsbevel, en het leger gaan vervoegen ? Wij antwoorden met de volgende; eenvoudige formuul : Alleen de perso- ! nen die militaire waren sinds 31 Juli j 1914 of die verschenen voor een re-cruteeringscommissie en lezing ont-vingen der militaire wetten, sinds dien datum, zijn verplicht te gehoorzamen aan het vervoegingsbevel. Dat al de anderen die het bevel ontvangen, het terug sturen naar de overheid van wien het komt en tevens den Minister van Oorlog en van Binnenlandsche Zaken te Brussel verwittigen, dat zij dit bevel ontvingen en terugstuurden omdat zij geen militair zijn, nog niet voor eene recruteeringscommissie verschenen hebbende. Advokaat Ronse. Indien de ontvangst door Pirijs voorbehouden aan koning George van Engeland geestdriftig was, indien de Parijzenaars zich er op voor'oereiden den * voorzitter der Arnerikaansche republiekmet hartelijkhei ! teontbalen, die geestdr.ft en die h rtelijkheid zull -n zeker d genen ? iet overtreffen, welke het bezoek van onze Vorsten in Parijs kenniîrkten. Parijs ÎTêëtt zich ze f overtrofîen en het grijze weer kon den dag niet be-letten een hcugeiijke feestdag te zijn. Wij zouden willen zeggen met welke rechtvaardigheid de openbare meenirg hulde brengf aan België en de groote roi eikent, die het vervulde in den harden strijd Maar dan zouden wij kolommen en kolommen vullen en beter is het nog te trachten een denkbeeld te | geven van de spontané begeesterfle I betoogingen, welkë onze Vorsten vanaf hunne aankomst begroetîen. De Aankomst In de s t i e stonden M. Êoincaré, voorâUtr van de Fransche republiek, Mme Poincaré, M. Clemenceau, miriis-ter-president en een wi j den kring van ministers, officieren en andere overhe den de Vorsten op te wachten. Een kanonschot davert. De koninklijke trein met Bdgische en Fransche, vla^gen getooicL glijdt langzaam de statie binnen eP stopt, terwijl de salvo's opnieu v groeten. Koning, Koningin en prins Leopold ; stappen uit met hun gevolg en begeven i zich, hartelijk en eerbiedvol begroet door de overheden langs den met j bloemen getooiden trap, naar het ont-, ' vansstsalon. s » De Koning neemt plaats in het eerste rijtuig rechts van M. Poincaré. Het tweede is bestemd v€ )r onze lieve Koningin. Daaina volgt 1 rins Leopold En tusschen een dubbele rij van ruiters met blinkende zwaarden en geweren ; tusschen twee zeeën van menschen, trekt de stoet langzaam de laan af. Op' Weg De menigle juicht en wuift met hoeden en zakdoeken, uit hondeid duizende moeden weerklinkt : Leve de Koning ! Leve de Koning1 n ! Leve de Prins î Leve Belgie ! Weldra wordt het rijtuig van de Koningin overladen met bloemtuilen en \an aile kanten regent het bloemen. In het Ministerie van Buitenlandsche Zaken Om twee uur veertig, stoppen de autos met een bocht in de eerekoer van het ministerie van buitcnlandsche zaken. Koning, Koningin en hertog van Brabant met hun hoog ; gasthee-ren stappen uit. Hier vormt zich de stoet zooals in den aanvang om de vorstelijke bezoek ers te geleiden naar de hun vooibereide vertrekken, vtfaar zij enkele oogenblikken zullen rusten. De Namiddag en de Avond Bij half vier trokken onze Vorsten naar hèt Eliseum Daar brachten zij met hun gevolg een ofiicieel bezoek aan M. en Mme Poincaré Daarna ontvingen de Koning en de Koningin leden van de Belgische kolo-nie en de vieeinde diplomateu in htt ministerie van buitenlandsche zaken. Des avonds diner dcor Président Poincaié aan onze Vorsten in het Ely-seum aangeboden. Beiangrijke heildronken waarop wij zullen terugkomen/ werden uitgespro-ken. Op den doortocht onzer Vorsten stond in de schitterend verlichte stra-ten een nog steeds talrijke en geestdiif-tige menigte geschaard Ds Heildronken M.,Poincaré heette onze Vorsten wel-kom in zijn heildronk en zegde hun hoe het Fransche volk hen liefheeft omdat het liefheeft al wat recht is, eervel en eerlijk. Bilgie's eerlijk'neid is machtiger geweest dan de macht. De Koning mag fier zijn over zich zelf, over zijn leger, over zijn volk. Belgie zal onafhankelijk zijn en ver-goeding onvangen.Eeuwig zal hst mogen rekenen op Frankrijks dankbaar-heid.* Ik drinsc op Belgie's opstanding en welvaart. » De Koning dankte dan en bracht op zijne beurt hulde aan Frankrijks kriigshoed migheden, aan maarschalk Focli, aan het leger en aan het volk, aan mir.iste'' Clemenceau. Belgie zal Frankrijks vriendsc'aap niet vergeten en met Frankrijks hulp en die van zijne bond^enooten zijn vtorgaan ien voorspoed heroprichten. Dan bracht de Koning een heildronk aan Frankdjk, aan zijn herwonnen provinciën, aan zijn roemrijk leger. Van Brugge naar Parijs Per auto waren onze Vorsten uit Brussel vertrokken naar Brugge, waar hun een bijzondere trein van de Fransche Compagnie du Nord opwachtte. Ontbijt werd in den trein gediend. De tweede dag Het weder is even donker als den eerste maar nu net zoo min als den eersten dag schaadt dit aan de betoo-ging onzen oisten ter eere.De reusach-tige stad gelijkt een bijkorf : overal blij gegons en gewemel van Parijzenaars, die hartelijk en luide lucht geven aan hua dankbaarheid en veree-ring voor hem, dien zij noemen den eersten verdediger en redder van Parijs, onzen Koning en voor zijne zacht-moedigé, edele gemalin, onze Koningin. Ook onze erfprins, Leopold hertog van Brabant, wordt hartelijk en ôvervloe-dig toegejuicht. In den voormiddag De voormiddag van onze Vorsten was gued gevuld. Koning Albert heeft den quai d'Orsay, om 9 1 [2 uur verlaten om zich met onzen prins naar het Belgisch Fehuis van Courbevoie te begeven in gezelschap van admiraal Ronar'ch. Het Tehuis van den Belgische Soldaat Om 10 uur 35 komt de Koninklijke auto daar aan. De « Brabançonne » en de « Marseillaise » weerklinken. De Koning teekent het Gulden Boek en bezoekt de lokalen. In den refter wordt hij op een donde-rend « Leve de Koning » onthaald uit 600 Belgische soldatenborsten. Juist zija er 750 krijgsgevangenen over Zwitserland aangekomen. Een laatste hoerrakreet, die eindloos ver voortgolft en de auto van Albert I rolt naàr Saint-Sulpice. De Bezoeken van de Koningin Ook Koningin Elizabeth was gansch ien morgen met bezoeken in de weer. Vsrgezeld door Mme Poincaié verliet [lare Majesteit het paleis van Buiten-andsche Zaken om 10 uur en begaf dch naar het hospitaal Cochin. De Vorstin wilde alvorens de Belgi-;che werken te bezoeken, de Fransche ^ekwetste soldaten bezoeken, wat door )nze Fransche vrienden zeer werd ge« vatrdeerd. De Koningin droég het Fransche oor-ogskruis eu de gulden medaljevan de ;< Reconnaissance Française », dis haar jisler werd aangéboden. In de Kerk van Saint-Gervais De olficieele stoet begaf zich van daar naar Saint-Gervais. De p^stoor van de kerk en M.Bastin, Belgisch consul, ontvingen onze Vorstin.Het groot orgel speelde de « Brabançonne.Hare ^faj-^teit en Mm: Poincaré bî-zichtigden de plaats waar het onheil door de moordende Duitsche obus was gesticht, terwijl de E. H Pastoor het verschrikkelijk drama verhaalde. V;»rde Jaat. — M* 221. Pri]a : 10 CenUecn pti flummet Woens ag 11 December I8I81

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons Vlaanderen appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Parijs du 1915 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes