Onze kop

1214 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 02 Mai. Onze kop. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/1v5bc3ts4j/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Zaterdag 2 Mei 1914 4e Jaargang. Nr 140, ONZE KOP Een Weekblad voor de Vlaamsche Hoogeschool en dus ook voor de heele Herleving van Vlaanderen. t,c:. ■ 3S/& yawawMfcatrp,:' -rtTimcgty.Twng.r-y-g.. -Will'1 t-,rJM,'lli^'Tira'TrFrf^Timy^-T ■ '' ■■MMDHWHI Gent aan de Gentenaars ! — Vlaanderen aan ie Vlamingen ! PR1JS per Jaar 3 Frs — Het Nummer 5 Cs. AANKONDIOINOEN 20 es den regel, of anders, blj den uitgever DRUKKER-UITGEVER VICTOR DELILLE, MALDEGEM a Die kop die moet er op ! Wie kan dit zier ? Wie krijgt het op ! Een beeld te laten zorder Vop... Wie '.ou al< hij dat ziet, zijn hsnden kunn<>n [bouwen 70U d t-Is- e t— d'"n top weer on te uouwen 't Beteel eni \ jpis foch zonder k( p ! Die op d.e m îet er op ! ]k w- et ten bae d een heerlijk beeld, Ho bceid vai g«i sch een vol*. getee'd In 't v ie wei i )aud waar Lcie en Scbelde [stroomen 't Beeld van een volk zoo g oot, zoo vol ook nog [van droemen En 't staat ocharme zonder kop ! Die kop die moet er op 1 Een beeld ja zonder kop dat is't ! ' Een volk dat hooger leven œist ! En ùooger leven is de schoo1 in eigen taie : Dat volk en adel drinke uit de ei, en gouden [schalc Dat is ons kop, ods Vlaamscbe kop I Die kop die moet er op I 'k Zie reeds in gouden aureool Dien ko-> ! Die Vlaamsche hoogeschool ! En 'k zie dat opschrift tôt de latere geslachten 's Lands kinderen waren 't die dit hier tewege [brachten Studenten op ! Die kop ! Die kop die moet er op 1 DELILLE. Wij eischen de Vlaamsche Hoogeschool ! MGR. VAN RECHEM, WIJBISSCHÛP VAN GENT. Zaterdag, groote tijdiwjr : De Z. E Heer kanonik Eugeen Van Rechem, komt door Z. H. den Pans, wijbisschop van Gent benoemd te worden. De nieuwe moasignor is geboren te Bevere bij Oudecaaxde 8 April 1858. Zijne ouders kwamen nadien te Gent wonen, maar hij heeft zijn latijnsch ' klassen gedaaa in het koliege van Eekloo. Hij werd ondespastoor van het na-burige Lembeke, alwaar de menschen nog de beste herinnenng van hem hebben bewaard, dan in St. Jozef te Aalst, bestierder van het groot Semiu arie, algemeene overste der Damen van Doornzele er sedert 1903 de vijfde algemeene overste der Congregatie der Zusters van liefde om welke be trekking, hij geregeld naar Eekloo overkwam. Het grootste deel van zijn leven is gewijd geweest aan oaderwijs en zie-kenverpleging,Wij noemen in de laatste jaren : « het Kloosterken » van Onze Lieve Vrouw ten Doom, te Eekloo, nu ees der grootste onderwijsgestichten van het land en het Krankzinnigensticht Chantas van Melle, Hij was ook medestichter. van het Vlaamche tijdschrift voor zieken verpleging. De kiezingen in Frankrijk bren gen al niet veel verandering mee ook op 341 gekozenen zijn er 25/ her kiezingen. De schande van den dag, zeg Figaro, is dat Cailliaux, wien: vrouw den schrijver doodschooï herkozen is !... Maar Thalamas, die aan di moordenares een brief van geluk wenschen zond, is af. * * * 't Is niet gelijk wij verledei week meenden met Mexiko en d' Vereenigde Staten. De Mexikanen zullen niet zo< licht hun vaderland prijs geven De partijen hebben hunne vee ten onder malkaar vergeten, on tegen den indringer te vechten. Het blijkt ook dat presiden Wilson der Vereenigde Statei waarheid sprak fis hij zegde da hij voor geen oorlog of geene in palming was. Maar zelfs al goed willende zoi - hij misdaan hebben, met te een-; zijdig tegen président Huerta (der |. oproerige Mexikanen) te hebben opgetreden. t De troepen van de Staten zijn 3 meester van Vera Gruz, maar , pogen geen stap verder te gaan. Intusschen hebben de republie-î ken van Chili en Argentina en - bijna al de andere Zuid-Ameri-kaansche staten die gelijk Mexiko, van Spaanschen oorsprong zijn, hunne bemiddeling aangeboden. 1 Ook Japan verklaart zich tegen 3 de Staten en eindelijk, men wil dat de Paus ook het zich aantrekt ) om het grondgebied van Mexiko te doen eerbiedigen... * 1 * * Keizer Frans Jozef is voort aan t de beterhand. 1 t Qeen halve kop 1 Geen eenoog 1 1 Het Heiiig Bloed, te Brugge. ■ggaggai N 't jaaar Ons Heeren 1145 tiiïfcans da regetinse van Diederik Ppïg van den Elzas, vijhiensten Grave ||vjil 'an V a»nderen, zoo bebben de ^ ":>cenea ingenomen de stad Eiess \ aelè^en in Arménien. e1 "a. isbifscbop met volk wreJelijk verrat »rd Deze wreedbeid en 't verlies van zulk é ne stad wierden nlligte ruchtbaar door ge'r.r'l Europa, eu bebben de christene Pri«cen ten uitersten bedroe'd. Zoodat. ten laals'en, door den raad en de vf^maninge van Paus Eugenius III en van bint Bernardus.Koenraad III, Keizer van Duitschiand. Louis VII. k'ribroe v.;n Vrankrijk, met zijnen broeder Robert, Diedcrik van den E'zas, met Sibilia, zijne bu'svrouwe, zuste^ van Boudewin, Koning van Jerusalem, mitsgaders vele andere Princen en G aven. vertrokken zijn, met een macitig leger. om bet Heiiig Land bij te staan, en te verlossen uit de harden der ongeloovigen. lldaar gekom^n zijnde, zoo hebben de cbrialenen zeerkioekelijlr gestreden, en boven alie andtren beeit uitgescbenen Diederik van dep Elzas, door den grooten ijver dien hij hadde om het Heiiig Lmd te redden, en door zijna kennisse zoo van den oorloge als van de gelegentheid des lands. Bij hadde immers reeds verscheide keeren Palestina bezocht en bijge-staan, namentlijk toen hij. ten tijde van Koning Fulco, Jerusalem hadde heipen ontzet* te en verlost van zijne vijanden : voor welke kloeke daad, Fu'co zijne doebter Sibilia aan Diederik te huwelgk gegeven hadde. Terwijl dat Diederik nu bezig was met de Saracenen te bevechten, zoo diende zijne huis"rouwe Sibilia de zieken bij in 't gasthu's van S'nt Lazarua. binnen Jerusalem. In welke heilige oefeninge zij zoo uitnemende is geweest, dat zij de metiscben, die bevangen met besmettelijke ziekten en vervuld met ellenden lagen, niet alleenelijk en diende, maar daarbij nog hunne wonden zuiverde. Maar, als de tijd nu gekomen was dat G-ave Diederik wederkeeren zoude naar Vlaanderen, zoo heeft Sibilia haren man seboone gesproken om te Jerusalem te mogen blijven, en te . volherden in den dienst der zieken, tôt het ! einde van haar leven ; 't welke de Grave, door 't vele bidden en tranen zijner huisvrouwe, en ' ten verzoeke van zijnen schoonbroeder den j Koning van Jerusalem, ren langen laatsten met vele pijne heeft toegestaan. Koning Boudewin, verblijd over deze heilige scheidinge, 1 heeft aan Diederik van den Elzas, zoo tôt 1 dankhaarheid en bekentenisse van dezelve, aïs t om de hu'pe en den bijatand, die de Grave 1 hem vetleend hadde,, menigvuldige en koste- 2 lijkegiften gedoan. Onder ander schonk hij hem. met toelatinge van de Princen en Prelaten van 't Heiiig Land, een groot deei van het hoogweerdig eo dierbaar Bloed Ons Heeren 't welk op dien (ijd bij hunlieden in groote weerdigbeid, a!s den allerkcstelijïrsten pand der verlossinge van het menschelijk geslacbte, bewaard en vereerd wierd. De?e relrqiic is een deel van't dierbaar Bloed dat verzameld en bewaard is peweest door Joseph van Àrimtahea en N codemus, toen zij 't bebloed licbaarn van On zen Heer afwiesscben en 't Bloed, dat rordom zijne wondtc versteven iap, vergaarden Als de vooruoem.le G ave van VUanderen dezen kostelijken pand vaa den Koning van Jerusalem ontvangen hadde, zoo heelt bij hem door Leonius, Abt van Sint Bertins klooster te Sint Omaars, naar Vlaanderen doen over bren gen. Leonius, die met Grave Diederik naar ons land wederkeerde, droeg de kostbare vrecht van 't Qsilig B oed gestadig aan zijnen bais, zong dagelijks Misse in de tegenwoor-iigheid ervan, en geraakte eindelijk zonder jnfjeval te B-ugge, in 'tjaar 1148, anderen seggen in 1149 Ais Leonius en Diederik vaa den E zas de stad naderden, met dien weerdigen sebat, zoo sijn de Gcestelijkheid, 't Msgistraat van Brugge en vaa 't land van den Vrijen, de ïdellieden en de overige inwoorders, huenen S ave en nen Abt van Sint Bertins, die 't Hei lig Bloed droeg. processiewijs, met vanen en brandende toortseo, tôt buiten stadspoorten te gemoet gegaan, en hebben ze aldus geleid, inder 't geluid van al de klokken, naar s Graven paleis, staande op den Burg. ter plekke waar men nu t paleis van Justifie aiet. lu de cappelle van gemeld paleis gekomen, stelde Leonius de kostelijke reh quie op den autaar, en, nadat de geloovigen hunne devotie sraan voldaan hadden, zoo schonk ze de Grave ter bewaringe aan den Poost van de capelle Deze heilige reiefuie verwekte dagelijks zoo senen grooten toeloop van volk, dat 't godde lijk officie erdoor dikwijls in de hofcappelle belet wierd ; Diederik besloot ze elders te p'aatsen. Maar, begerende dien onweerdeer baren achat te houden omtrent zijn paleis, zoo deed hij digt daarbij eene nieuwe capelle bouwen, alwaar hij, ten eerwigen dage, vier prebenden instelde, voor al zoo vele capianen, die het dhrbaar Bloed zouden be waren, dagelijks aldaar de kerkelijke getijden lezen. ;n 't heiiig sacrificie der Misse opdragen. Bij ieze vier capianen stelde hij nog eenen koster, lan wien de heltt van eene prebende gegeven wierd. De capelle voltrokken zijnde, wierd ze ;ewijd door den Bisschop van Doornik, onder le aanroepinge van den heiligen Basilius ofte îaselis. 't Heeft God beliefd dit hoogweerdig Heiiig 3!oed met vele wonderteekens te vereeren, vaarvan 't voornaamste zeker is geweest, dat let tôt in 1309, aile vrijdagen vloeide, daar tet op andere dagen drooge en verhard bleef, 00 als Paus Clemecs V getuigt, in eene bulle gedagteekend uit Avignon, op 1 Junij 1809, waarin hij zegt: < Aacmerkende dat te Brugge, in 't B'sdom van Doornijk, in de kerke van den heiligen Basilius is een goed deel van 't allerbeiiigstc Bioed van 't dierbaar Licbaam van den Verl^sser des menschelijken geslachts, welk Bti'ig B oed op al de dagm van de wtke, uitgenom d allteneîiik rp den Vrijdsg, scbîjnt de bardisrfaeîd van eenen steen te hebben, maar op der voornoeroden Vrijdag, meesttijds ten 6 uren, zacbten met d^uppelen vioet.... » Uit dez2 pauze'ijke bulle blijkt hoe wonder-lijk 't Heiiig B'oed pîacbt te vloeien, op al de Vrijdagen des jiars, langs het krystaliuen fleschken waarin het besloten is ; welke vloeiinge op^ehouden beeft een 18 April 1309, op den oogenblik, zoo 't schijnt, dat een boos-wicht die, met da andere geloovigen, kwan-suis ging om 'c Heiiig Bl- ed te kussen, in de plaatse vsn 't zelve te vereeren, ijseliike verwenschiogen en godslasteringen erover uilbraakte. In't jaar Ojs Heeren 1387, op den 3 Mei, heeft 't Heiiig Bioed, nadat het negen end zeventig jaar onveranderd was gebleven, begonnen, door eene bijzondere kracht Gods, eenigszins te veranderen en rooder te worden als van te vnoren ; ja, daar zijn ves sebeide versche druppels bloed van den geheelen klomp hier en daar wonderlijk afgedruppeld, zoodat die van een iegelijk konden gezien worden. Dit geschiedde terwijl dat Willem, bisschop van Acona en suftragaan van Doornijk, bezig was met 't bovengemelde krystalinen fleschken te verplaatsen in eene nieuwe krystalinnen buitenkasse, onder vorme van cylinder. die heden nog in wezen is en waarin 't Heiiig Bloed totop den tegen woordigen dag is blijven rusten. Dit mirakel gebeurde ter presentie der Bisschoppen van Therenburg en van Linden, alsmededer Abten van Clsirvaux, van Dunen en ter Doest, van den Proost van Sint Donaas, van den Gouverneur van Vlaanderen, van 't Magistraat van Brugge, en van duizende menschen, zoo edele als onedele. 't Mirakel, met aile deze omstandigheden arbij, staat in 't lange en ia 't breede besebre-ven in de brieven, die ter dier gelegenheid geeeven wierden door voorzeiden Bisschop Willem, en geteekend op 3 Mei 1388. De nieuwe kyrstalinen cylinder wierd aan beide einde toegesloten met een gouden beslag, dat nog bestaat. en waarop, in oude hoofdletters, gesteld wierd, al den eenen kant : Translatus fuit Sanguis Domini pontificante Urbano P P VI en al den anderen kant : Anno Domini M. CCC. LXXXVI, tertia die Maii, 't gene zeggen wil : Het Bloed Ons Heeren is verplaatat geweest, toen Urbanus de zesde Paus was, in 't jaar Ons Heeren dârtien honderd acht-en tachentig, op den derden dag van Mei. Rond den Heerd. 't Bisdom van Brugge en wierd maar twee honderd vijftig jaar later opgerecht, en te vooren lag de stad o&der 't bisdom van Doornijk. SINTE GODELIEVE VAN GHISTEL DOOR WIJLEN KÀPELAÀN VAN HAECKE. Die vereeniging met Bursfeld zou nogtans hare wisselvalligheden hebben.Dus vereerden en aanriepen de eenzume kloosterznsteis van Ghistel hare Beschermheiiige vier bloed zij bewaarden, niet op den autaar, noch ia eene rijve, noch in haar klooster, maar wel in den grond der vermaar-pen Put. E£bs 'sjaars haalde een priester die bsoedklompen uit het water, en, na ze rein gewasschen en gezuiverd te hebben. liet hij dezelve er wederom in zittken tôt ter jare. Zulkdanig ge-bruik ververschte telkens de god vruchiigheid tôt Sinte Godelieve. Doch wat is er bij den mensch dat met tijd van jaren niet aâegt ? Van in 1520, had de listige stem van den aartsketter Luther door heel Duitschiand geklonken, en hier en daar ook in de Nederlanden, vond zij eenen verleidenden weergalm. Velen vielen hua geloof af Itnmers het hart van velen was bedorven, en wat kon er toen huanen geest wederhouden van medegetukt te worden door de draaiwindige gezindheden ? Eenmaals I den weg der deugd afgeweken, wat sou men langer de Heiligen eeren en achten, wier voorbeeld ons eene aan-tnoediging is, zijn wij deugdzaam. maar ook een welsprekend verwijtsel, zijn wij het niet ? Eer het rampzalig onweder der godloosheid, daar de locht mede vol zat, over het Godelievenklooster los-brak in 1577, beliefde het de Voorzie-nigheid door een tweevoudig wonder het Bloed van Godelieve te verheer-lijken en de bevolking van Viaandren een plechtig vermaan te geven. Immers het gebeurde in 1576 dat de priester^ de witte bloedklompen afwasschend, tôt zijne onsteltenis, het water zag bloedrood worden dat hij daartoe gebruikte. Zulks moest hem zeker overtuigen dat hij wel het waar Bloed der Heilige handelde ; nogtans twijfelde de man er aan, omdeswil dat niettegenstaande het roodverwig kleur des waters toch de bloedklompen sneeuwwit bleven, Dus wat deed hty ? Met een priem poogde hij de steenachtige gedaante te doorsteken ; maar nauwelijks boorde de scheçpe punt in den steen, of er kwam bloed uitgeborteld in overvloed, even, zegt de legende, als of een mes eenen ader hadgeopend! Oabekwam het bloed te stoppen, gebood de priester aan de kloosterzusters hetzelve nauwkeurig met doeken op te nemen en uit te wringen op gewijden grond, op dat1 zulks tôt zijne schaamte niet keeren zou. Ook bad hij de nomekens het toch niet ruchtbaar te maken ; maar eer den volgenden dag wist men het heel Ghistel door ; wel is waar, op een i eeuwig z wij gen. De verwarring, door die wondere omstandigheid te wege gebracht, was misschien wel de oorzaak waarom menvergat de afgewasschen bloedklompen andermaal en volgens ge-woonte in het P u t j e vaa Godelieve te laten zinken. Zulks gaf gelegenheid aan een tweede wonder. Immers, van des anderen dags be-gon de waterput zulksdanigen stank uit te geven dat hij ontoeganklijk werd Wellicht raadde men er de reden van. De priester liet de wondere bloedklompen naar gewoonte in den Put dalen, en terstond verdween de verpestende geur, en het water werd andermaal drinkbaar, spiegelklaar en aangenaam. De tweevoudig wonder zegelde, om zoo te zeggen, den opsluit van dit jaarlijksch gebruik dat van toen af werd afgeschaft door de vlucht der Godgewijde maagden van Ghistel abdie. Immers de Geusentijd kwam aan, die rampzalige geesel welken God in zijne rechtvaardigheid, eenen zekeren tijd over onze streken heeft laten heerschen om de zonden te straffen van het vlaamsch volk De kopstukken der zoogezeide Protestanten. hadden sedert lang het hoofd bijeen gesteken; maar zij werden allicht gewaar dat zij met listen en lagen hun doel niet konden bereiken, daar het wakker bog van Filip II altijd open was om hunne ontwerpente ontdskken en te verij-delen. Zi] legden dus het masker af,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Onze kop appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Maldegem du 1910 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes