Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1124 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 25 Novembre. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/251fj2b878/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ONZE TAAL Nr. 76. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. | 25? November 1916 EEN NIEUW WERK = = van Charles de Coster. Er is zeker wel geen enkel iet of wat ontwik-kelde Ylaming, die het grootsche werk van den vlaamschen frartschschrijvenden Charles de Coster " Tijl Uilenspiegel „ niet gelezen heeffc. Dit werk, dat voor ons volksleven van zulk een groote beteekenis is, was met de " Brieven aan Elisa „ en enkele kleinere vertelsels, ailes wat tôt un toe gekend was van dien beroemden schrijver. Nu heeft het toeval gewild dat een tweede groote roman van De Coster in een stadje van Duitschland is aan 't licht gekomen. Het jaartal van de uitgave (1872) en enkele data betrek hebbende met de persoonlijke levenservaringen van den dichter stellen ons in staat te besluiten dat die tweede roman onmiddellijk na den * Tijl „ is ontstaan. Van een letterkundig standpunt beoordeeld, is hij hier veel belangwekkender, als hij de geschiedenis en de zeisels of legenden van kant laat en zijnen geest aan 't huidige, 't moderne Vlaanderen wijgt. Dit nieuwe werk, de " Bruilofts-reis „, een liefderoman, schildert ons het wel en wee van een paar geliefden, die in hunne wonne gestoord worden door een nijdige schoonmoeder. Er zit niets wichtigers in dit boekje en toch is het een onmiskenbaar werk van den schepper van " Uilenspiegel „ : de techniek is dezelfde. Groote j en kleine hoofdstukken, beelden, gelijknissen, gebeurtenissen worden, in vorm van mozaiek, aaneengezet en, ofschoon elle deeltje op zichzelf staat, voegen zij zich toch allen in een geheel, waarvan ze de noodwendige bestanddeelen zijn. Grootsche natuurstemmingen. van den zachtsten en vlammendsten glans staan erin te lezen, sym-bolische verklaringen, voorbeelden uit de natuur voorgehaald in den zin van toegepaste levenswijs-begeerte zijn erin uitgebreid, altijd nieuwe strofen van een dweependen lofzang aan de liefde in het huwelijk stijgen erin op in vonkelende woorden-pracht. En daartusschen in liggen, lijk zware blokken, geweldig, dreigend, vreemd, de verschil-lende stadia van een langen, verbitterden, lialf-dœmonischen, half-potsierlijken kamp van een wilde moederliefde, door onzegbare ijverzucht gefolterd, den kamp tegen den schaker en bezitter van heur aanbedene dochter. Al die tooneelen, waarin het fanatisch-minnende en hatende wijf uit het volk, het oude Roosje, bazin van het " Keizers-wapen „ te Gent, en heure vinnige meid Siska het iniddenpunt houden, dragen den genialen stempel van het knorrige vlaamsche volk-zijn, vooral in de staêge vonken humor, die erover uitbliksemen ! De stemming, die de fantastisch-duistere hoofdstukken der inleiding uitademen, is van een onvergelijkbare kracht Deze opwekking der schijndoode dochter door den vreemden dokter kan gerekend worden bij het boeiendste en 't kleurigste dat de moderne letterkunde heeft voort-gebracht. Ofschoon er wat verders in de zoetjes-zwoele en rhetorisch opstijgende liefdeapotheose romaansche invloeden te bespeuren zijn, is de germaansche grondkleur van den roman zoo over-weldigend sterk en kunstig, dat men de " Brui-loftsieis „, als een ander grootsch gewrocht van vlaamsche dichtkunst,getroost naastu Uilenspiegel „ mag stellen. Indien men mij verwijten wil dat het werk, in 't fransch geschreven, eerder bij de fransche kunst thuishoort, schreeuw ik luide uit : " Bij Tijl Uilenspiegel! neen, het is ons goed, onze geest, onze

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Göttingen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes