Plicht en recht: godsdienstig en maatschappelijk weekblad

889 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 15 Août. Plicht en recht: godsdienstig en maatschappelijk weekblad. Accès à 18 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/b27pn8zj6x/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

PLICHT EN RECHT Aankondigingen 15 centiemen per drukregel, met ver-mindering op een vast getal aankondigingen. Voor aankondigingen wende men zich tôt het Secretariaat, St-Antoniusstraat, 14, Turnhout, of bij druk-ker.Voor aile aankondigingen buiten het Arrondissement Turnhout rrioet men zich wenden tôt : Agence Belge c'e Publicité Générale, Parochianenstraat, 16, Brussel. Telephoon A, 6953. Godsdi enstig-maatscha ppelii k W eekblad Opstelraad : Patersstraai, 178, Turnhout. ) Voor de leden van christene instellingen 1 fr. (Opzendirurskosten niet inbegrepen). — Onze medewerkende Ieden betalen 2 fr. Abonnementsprijs : J _ Beschermende leden 5 fr. _ Eereleden ÎO fr. of meer Elfde Zondag na Sinxen. Genezing van een doof-stomme. (Mar. Vil, 31,37) In dien tijdvertrok Jésus uit het gebied van Tyrus, en ging over Sidon naar de zee van Galilea, midden in de landstreek der Decapolis. En men brengt een doofstomme bij hem en smeekt Hem om hem de handen op te leggen. En hij nam hem buiten het volk afzonaerlijk, legde zijne vingeren in zijn ooren, spuwde uit en raakte daarmede zijne tong aan. En opziende naar den hemel, verzuchtte Hij, en Hij spreekt tôt hem : Effeta, dat is : wordtgeopend. En terstond werden zijne ooren geopend, en de band zijner tong werd geslaakt, en hij sprak goed. En Hij gebood hun, het aan niemand te zeggen. Doch hoezeer Hij het hun ook verbood, zij maakten het nog te meer bekend. En zij waren ten hoogste verbaasd, terwijl zij zeiden : Hij heeft allen wel gedaan, en de dooven doet hij hooren en de stommen spreken. * » * Het verhaal van de genezing van dezen doofstomme vraagt geen naderen uitleg, alleen zijn wij getroffen door de eenvoudige wijze waarop Jezus een zoo groot wonder uitwerkt. De manier waarop Jezus de genezing van dien man bewerkt is zinnebeeldig : een enkel gebod van Jezus ware voorzeker voldoende geweest. Onze Moeder de heilige Kerk gebruikt dezelf-de zinnebeeldige handeling in het doopsel. Daardoor wil zij ons, kristenen, leeren dat wij steeds de ooren moeten open huuden om de ware leer te aanhooren en steeds onze tong gebruiken om den lof van God te verkondigen. Mochten vele kristenen toch wel deze zinnebeeldige handeling meer indachtig zijn ; dan zouden ze niet meer uit louteren dwang des Zondags naar de kerk komen, maar veeleer gelukkig zijn het woord van God te aanhooren in de onderrichtingen ; men zou met meer spoed naar Gods Huis komen om op tijd tegenwoordig te zijn in de H. Mis. Want het gebeurt soms wel dat menige die onder-richting verwaarloozen, geen haast hebben om daarin tegenwoordig te zijn en hun tijd zoo uitrekenen, dat ze juist binnenkomen als de onderrichting gaat eindigen. Zeker kan men ze niet beschuldigen van aan hunne Zondags-plicht te kort te komen ; maar toch zijn ze niet gansch van aile kwaad vrij te pleiten, omdat ze vrijwillig verwaarloozen hunne heiligen gods-dienst te leeren kennen, omdat ze in hun hart het zaad zaaien van onverschilligheid in zake van godsdienst. Ook nog gelijkt meer dan één huidige kristen op den stomme uit het Evangelie, ze zijn stom omdat zij niet bidden. 1s het dan te verwor.deren dat ze van Gods-wege met weinig gratiën bedeeld worden ? In de kerk staan ze rond te zien, te klappen, soms nog te lachen, zoo een kostbare tijd voor hunne ziel nemen ze niet ten nutte om aan God kracht en sterkte te vragen in de vervulling hunner dagelijksche plichten. Lezers, indien uw geweten, bij het iezen van deze regels u iets verwijt, neemt toch eens het vast voornemen van uwe plichten getrouwer na te komen, maakt eens voor goed werk van uwe kristene onderwijzingen en van het gebed; weest verzekerd dat gij er u beter mede zult bevinden, u gelukkiger zult gevoelen, en meer moed en troost zult hebben in de moeilijkheden van het leven. t Gebed... ons wapen. 't Is het woord, dat men tegenwoordig, in het anders zoo vreedzaame België, op aller lippen hoort ; 't is het woord dat angst en schrik verwekt in al de klassen der samenle-ving; dat een vader, eene moeder, doet sidde-ren bij de herinnering aan een teergeliefden zoon ; dat een jeugdige echtgenoote doet zuchten bij de nare gedachte : zal mijn gelief-de echtgenoot nog van den oorlog wederkee-ren.Die vrees is gegrond, doch zij mag bij ons christene volk geen plaats maken voor mis-trouwen, nog veel minder voor wanhoop. ■ ■ilil Ml IH. ■ l'Il il—1■ X f v Zelfs indien aile menschelijke berekeningen te kort schooten, dan nog hebben we God, Meester van leven en dood, een God oneindig rechtvaardig, maar ook oneindig barrçhartig. Terwijl onze dierbare soldaten, als koene en onversaagde kampers met leeuwenmoed strij-den voor de goede zaak, stijgen er uit aile borsten, in onze christenen fainiliën, in onze kerken en bidplaatsen, een geur van gebeden ten Hemel op. Terwijl onze dapperen in de gelederen staan met de wapens in de hand, zie we ontelbare scharen geloovigen in pro-cessie de straten onzer steden en dorpen doortrekken,luidkeels den rozenkrans biddend, of lofliederen zingend. En wanneer men 's morgens onze kerken binnenkomt, is het niet aandoenlijk zulke menigte in diepe inge-togenheid te zien neerknielen op de communie-bank, om er den Almachtige, den Heer God der Heirscharen in hunne harten te ontvangen. Komt ge des avonds den God onzer altaren een laatste bezoek brengen, dan vindt ge onze tempels andermaal opgepropt van volk, dat zijnen Schepper komt te voet vallen voor die dapperen die zijn heengegaan om ginder onze zaak te verdedigen. Wie zou nu durven beweren dat al die gebeden onverhoord zullen blijven. Dat God aan de smeekingen, in dergelijke omstandigheden tôt Hem gericht, niet ongevoelig blijft bewijst ons de H. Schriftuur van het Ou"d Verbond. De Israëlieten, bij hunnen terugkeer uit Egvpte door de woestiin trekkenrie, mo-Hrten tegen God omdat hun water ontbrak, daarom wilde God hun beproeven. Amalec verklaarde den oorlog aan het joodsche volk in Raphidim. Mozes nu zeide tôt Josué : Kies mannen uit en trek op ten strijde tegen Amalec. Morgen zal ik staan op den top van den heuvel, hebbende Gods roede in mijne hand. Josué deed zooals Mozes hem bevolen had en streed tegen Amalec. Mozes met Aaron en Hur klommen op den top van den heuvel. En zoolang Mozes zijne handen ophief ten Hemel, overwon Israël, maar als Hij dezelve een weinig nederliet, had Amalec de overhand. En derwijl Mozes handen zwaar wierden, zoo namen zij eenen steen en leiden dien onder hem, waar hij op ging zitten, en Aàron en Hur ondersteunden wederzijds zijne handen ; alzoo wierd deze niet moede tôt den ondergang der zon. En Josué dreef Amalec op de vlucht en behaalde eene schitterende overwinning. Een ander feit lezen wij in het boek der Machabeërs, namelijk dat Judas Machabœus ten strijde trok met een handvol dapperen tegen een machtig leger Syriers, aangevoerd door Seron. Alvorens den strijd aan te vangen, bereidde Judas met de zijnen zich door werken van boetvaardigheid vergezeld van vurige gebeden tôt God, op Wien hij al zijn betrouwen stelde ; want op de vraag zijner strijders : « hoe zullen we overwinnen tegen een zoo groot getal, wij die afgemat zijn door het langdurig vasten » antwoordde de godvreezende Judas Machabœus : « de overwinning bestaat niet in het groot getal strijders maar wel in de kracht van hierboven. Ja ! de Heer zelf zal hen verplette-ren voor ons aanschijn ; wilt dus den vijand niet vreezen ». Nauwelijks heeft hij opgehouden te spreken of hij valt plotseling zijne tegenstrevers aan, en Seron met gansch zijn leger werd voor hunne oogen uiteengeslagen. Hij vervolgde hen van op de hellingen van Betharon tôt in de leger-plaats en zij doodden er achthonderd ; de anderen vluchtten in het land der Philistijnen. De schrik week van Judas en zijne broedeis, schrik en angst beving daarentegen het leger hunner vijanden. Dit nieuws kwam aan de ooren des konings, en aile volkeren verhaalden de overwinning van Judas Machaboeus. Indien de gebeden en smeekingen der Joden, die toch maar kinderen waren der oude wet, der wet van vrees, zulken invloed op het hart van God uitoefenden, wat zullen dan onze gebeden, smeekingen, boetplegin-gen, onze werken van heldhaftige naasten-liefde en vooral de H. Communiën den Heere 4 opgvdragen, tôt huip en bijstand in die nare toes:anden, niet vermogen? Wij immers zijn kinderen der nieuwe wet, der wet van liefde. N .en, Jezus' Goddelijk Hart kan niet ongevoelig blijven aan de gebeden van een bedrukt vader- of moederhart, aan de angstkreten eener echtgenoote ; aan de hartroerende smeïkingen van onschuldige kinderharten ; neen Hij kan niet wederstaan aan de verzuch-tingen van hen die, dagelijks in grooter getal, Hem in hunne harten ontvangen, en smeeken om erbarming. Zoolang de strijd voortduurt, moeten we, naar het voorbeeld van Mozes, voortgaan, met het volste betrouwen, door onze gebeden en Communiën, den Hemel een heilig geweld aan te doen, dan mogen we zeker zijn dat onze dapperen welhaast zullen wederkeeren met den Palmtak der eindzegepraal. G )ds oogen ziet en kent het al wat is, wat was. wat worden zal. De Duitsche aanval in België Het onrecht is van den kant van Duitschland volt okken. Wat niemand vanwege dit volk had viurven gelooven, is gebeurd : het groote ri]k :& 'het kleine, bevriende België op het lijf gevallen ; het wilde den vriend vertrappen om den vijand te raken. De Duitsche Keizer heeft den Duitschen naam onteerd door een schreeuwend onrecht en eene laffe eerloôsheid. Hij heeft op zijne natie een schandmerk gedrukt dat de geschiedenis niet meer zal uitwisschen. Hij heeft gehoopt dat de Belgen even trou-weloos zouden zijn jegens de mogendheden als hij het was jegens België. Doch het nederi-ge België heeft getoond dat het een hooger begrip had van recht en eerlijkheid ; het heeft den schandelijken koop niet gesloten. Als reden van de schending onzer onzijdig-heid gaf de Duitscher op dat hij ons land noo-dig had voor zijne krijgsplannen. Die zooge-zegde reus van ijzer en staal bekende dus dat hij zijne grootheid niet kon staande houden dan door een brutaal vergrijp op het volkenrecht. Het is de looehening van aile beschaving. De Duitsche beschaving bestaat vooral in berekeningen en cijfers, naast herteloosheid en ovennoed. Hopen wij dat de Duitsche cijferaars ditmaal misrekend hebben, wanneer zij België's verzet voor niets telden. Het heldhaftig Belgisch leger zal toonen dat het veel meer is dan de Duit-schers het geschat hadden. Zedelijkerwijze heeft Duitschland door zijnen inval in België veel verloren bij aile beschaafde volkeren. Zijn vrienden zelven zullen het ver-achten. Integendeel zullen de Belgen om hunne fierh.'id en vrijmoedigheid door heel de wereld toegejuischt worden. Een oorlog door Duitschers op zulke onrecht-veerdige en lage wijze ingezet, zal hun geen heil aanbrengen. Hij kan het begin zijn der ineenstorting van het Duitsche Rijk, en niemand zou er medelijden mee hebben. Buiten aile zedelijkheid heeft de Duitsche monark de leer toegepast dat het doel de rnid-delen heiligt. Hij heeft gegoocheld met den naam van God, gelijk hij goochelde met de woorden vriendschap en eer. Hadde hij zelf met onbenevelden rechtzin in het hert den God van rechtveerdigheid geraad-pleegd, deze zou hem heel wat anders inge-sproken hebben dan hetgeen zijne boosheid brouwde. Maar dit is de zelfverblinding van menschelijke grootheidswaan dat zij de snood-ste plannen aanziet als inspraken van God. Zoo onteert zij het heil'gste, den godsdienst zelf. Belgische medeburgers, wreek u niet op afzonderlijke vreemdelingen. Toont dat gij hooger staat in beschaving dan de Duitsche volksregeerders, en dat gij geene onschuldige wilt treffen. Vreemdelingen die geen vertrou-wen verdienen, zal de overheid weten te verwij- deren. De euveldaden van de Duitsche macht zullen hunne straf vinden in den afloop hunner ongerechtigheden. Gij zelven,^weest waardig tegenover onrecht en nood. Nu geene dwaze opgewondenheid meer, maar kalm doorzicht en vastberaden-heid ! Nu geen huilen noch kermen, wat tôt niets kan dienen ; maar zelfbeheersching en orde, die aan uwe krachtdadigheid en helden-moed hunne voile waarde zullen bijzetten. Gij hebt nu het gevaar leeren in de oogen zien ; uw wilskracht moet wassen met de geva-ren. Gij moet weer die koene, die taaie Vlamin-gen worden van vroeger, mannen voor wie geene offers te groot zijn en die naar de dood kunnen gaan als naar hun dagelijkschen arbeid. God leeft ! En België leve, omdat God het zal beschermen, terwijl gij u zelven beschermt. Heil het Vaderland ! F. D. (Gaz. v. Antw.) Al wie met God zijn werk begint, die is des avonds welgezind. OORLOG! Wij wisten niet hoe zoet het was in vrede te leven. Wij kenden den prijs van den vrede niet. Maar de verloopen dagen dermaand Augustus hobb©n hot one Dat stormen der klokken, die tien klassen oproepen. Dat haastig vertrekken naar de garnizoens ! En toch was het maar een begin. Niet een onzer dacht ernstig er aan dat de oorlog op ons zou vallen. Wij mochten rekenen, wij moesten rekenen op het eerlijk onderhouden der verdragen : want wij hebben niemand iets misdaan. Onze onzijdigheid was gevrijwaard door al onze machtige geburen en daarom waren wij nog gerust. België is te eerlijk zelf om anderen van trouwloosheid te verdenken. * * * En dan kwam opeens, als het springen van een bom, dat ruw ultimatum van den Duitschen keizer. Hij vroeg, hij eischte van ons iets dat tegen onze eer indruischte. Wat moet het een akelige nacht geweest zijn voor onzen Koningenonze Ministers, toen ze daarzaten te beslissen over het antwoord dat zou gestuurd worden ! En toch dat besluit zelf zal met ontroerd,maar met vast, gerust gemoed genomen zijn, want het was een besluit volgens het geweten, en wat zulk een besluit ook kostte, daar is altijd zoetheid, wanneer volgens de eer en het geweten wordt gehandeld. Het antwoord was kalm maar fier : « Onze onzijdigheid verbiedt ons u door te laten, wij weigeren den doortocht, die van ons eerloozen zou maken, en met al onze macht willen wij het beletten. » In den morgen kwam dat antwoord toe aan den Duitschen keizer^ en om lOuren, juist op het oogenblik dat de roerende zitting plaats greep in de Kamers, met koning Albert, kwam de tijding : « De Duitschers zijn te Dolhain, in België ! » ♦ * * Die laagheid mochten wij niet verwachten van den Duitschen keizer. Twee jaar terug was hij nog op bezoek geweest bij ons Vorstenpaar en daar was zulke uitboezeming van genegen-heid, trouw, en andere schoone zaken. Dat was allemaal bedrog, bedrog van een gekroond hoofd, dat het woord « vrede en vriendschap » op de lippen had, maar den strijd gereed maakte. 't Bewijs ? De honderde spioe-nen, die sinds tientallen jaren in België leven, en op grooten voet dikwijls, ondersteund door de Duitsche regeering. Bismarck, de Duitsche kanselier van den oorlog van 1870 tegen Frankrijk, had een-geldkist, waardoor hij de dagbladschrijvers omkocht, hij noemde dat : de geldkas der kruip-dieren ! 't Is die geldkist, waaruit de millioenen vloeiden voor de spioenen, die de inlijving van België moesten svoorbereiden. Vijfde jaar 15 Augustus 1914 M uiiimer 33

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Plicht en recht: godsdienstig en maatschappelijk weekblad appartenant à la catégorie Christendemocratische pers, parue à Turnhout du 1910 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes