Over deze tekst
Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.
ZATERDAG ia Januari \g\&
3d' JAARGANG n' 20
MEDEDEELINGSBLAD
Orgaan van den Antwerpschen Diamantbewerkers Bond en der Federatie van Vakbonden
De redaktie behoudt zich voor, ingezonden
stukken ai. of niet te plaatsen
VERSCHIJNT BIJ QELEGENHEID
Redaktie en Administratie :
Plantijnlei West, 66, Antwerpen
JUSQU'AU BOUT
Tot het bittere einde
Er-was eens een tijd dat den kreet dien ik hier*
boven plaats zoo goed als algemeene geestdrift
wekte.
Di� tijd is echter voorbij, gelukkiglijk ; lang
voorbij.
De door den plotselings ontstanen, vreeselij-
ken oorlog bij de mensch�n ontketende driften,
zijn bij de meesten hunner bedaard.
De zoo langdurig geleden ellende of het zien
daarvan bij anderen heeft den minderwaardigen
oorlogsroes ingetoomd, gelegenheid tot nadenken
verleend, opgedrongen zelfs en alzoo het gezond
verstand, het meest menschelijke dus, de kans
verleend zich te doen gelden.
Het < jusqu'au bout > vindt tlan ook geen weer-
klank meer in de harten der meesten. Het sleept
niet meer mede, brengt g�ene onnadenkende
opwinding meer door zijn klank.
Hoe aanjagend, aandringend ook uitgesproken,
opgedrongen, door jagers naar goedkoop succes,
of bekrompen reactionairen, kan het enkel nog de
aan de � markenkoorts � lijdende woekeraars be-
koren, eenige licht vatbare gemoederen eene, en
dan nog snel voorbijgaande opvlaming bezorgen.
De meesten, de overweldigende meerderheid
vraagt zich af: wat is dat �jusqu'au bout�? Wat,
waar zal ons dat brengen ?
En het is toch niet onnoodig dat de meerder-
heid zich dat afvraagt. Het is immers geene
dwaze, zoo maar spontaan opwellende vraag die
allen grond mist, waarvoor geen reden- bestaat.
M��r dan drie jaren toch goochelen de, nu
gelukkig zoo snel in aantal afnemende, minnaars
dier uitgalming daarmee.
Veel meer dan drie jaren reeds.
Het leven werd in dat lijdsverloop den volke-
ren steeds bitterder. Het aantal slachtoffers nam
steeds, met duizendtallen 4e gelijk toe ; het cijfer
der ellendigen voor iirrVner, der naar lijf en geest
gedegenereerden, nam schrikbarende verhoudin-
gen aan ; den honger, de ontberingen van allen
aard hebben reeds hunne intrede bij de niet oor-
logvoerenden gedaan, hunne steeds stijgende,
onrust daar gezaaid tot in de harten der vermo-
genden toe, dit alles zonder eene oplossing te
brengen ; met nog steeds dezelfde onzekerheid
als bij het begin. ^^
En nog komen er met een � jusqu'au bout�
Zijn die mensch�n krankzinnig ? Of is het
onverantwoordelijke grootspraak ?
Want wat is dat toch, wat verwachten zij van
dien � bout � waar zij � als ze meenen wat ze
zeggen ��per force de volkeren heen sturen
willen ?
Het verpletteren van den tegenstander ?
Maar er zijn jusqu'au boutisten onder alle strij-
dende partijen. Zij kunnen toch niet beiden hun-
nen tegenstander verpletteren. Als er een over-
winnaar is moet er toch noodzakelijkerwijze ook
een overwonnene zijn.
Welke is dan den � bout � waarheen, zij hun
volk, hun vaderland zoo pers� heenzenden willen?
Is het de overwinning ? Is het de totale verne-
dering. Verpl�ttering ? Een van beide dan.
Oeen dier drijvers naar het ergste kan er een
antwoord op geven.
Onze vechtersbazen met de tong beweren
natuurlijk dat dit bittere einde de overwinnfng
voor ons brengt.
Maar aan de andere zijde roepen ditzelfde soort
onverantwoordelijke aanhitsers datzelfde, geven
diezelfde verzekeringen. Met........woorden, na-
tuurlijk.
Drie en halve jaren van bittere, zeer bittere
ondervinding hebben, ons echter geleerd dat
geene dier schreeuwers waar ook, er iets meer
van weten dan anderen. Dat hun aanhitsend ge-
zwets slechts een uitvloeisel is van reactionaire
kortzichtigheid of sp ciale bedoelingen.
Het eenige zekere is tot hiertoe nog enkel dat
wne dier schreeuwersgroepen zijn volk onge-
twijfeld bedriegelijke voorspiegelingen doet, het
naar eene onmetelijke ramp tracht te drijven.
Want voor ��ne der strijdende partijen betee-
k-nd het: �jusqu'au bout� de volledige neerlaag,
eene nationale ramp nu na z�� een strijd, van
zulk eene uitgestrektheid als de wereldnog nooit
te aanschouwen kreeg.
Wie weet wat beteekend het zelfs nog voor den
overwinnaar dat � bittere einde �. Zoodra eens
naar waarheid, zonder achterhouding of schoon-
praterij, den toestand, de gevolgen dezer wilde-
manspartij kunnen overzien worden.
Ja wie weet hoe bitter den triomph nog niet
nasmaken zou.
. Er dringt echter langzamerhand, snel zelfs den
laatsten tijd, een milderen toon doorheen het
nijdigste oorlogsgezwets.
Gelukkiglijk !
Een zegen is het voor de menschheid dat eene
sociaal democratische regeering in de gelegen-
heid gesteld werd de eerste grondslagen der
vredesvoorstellen te omschrijven.
Valsche schaamte, misplaatst eergevoel, ge-
heime diplomatieke kuiperijen van het oude
regiem kende die regeering niet, wilde zij niet
kennen.
Zoo kwam er een ongekend joviale toon in die
eerste vredesonderhandelingen ; werd het de
verschillende volkeren mogelijk gemaakt met die
allergewichtigste gebeurtenissen mede te leven ;
werd het de jusqu'au boutisten onmogelijk ge-
maakt de gebeurtenissen, de feiten te verknoeien,
het volk zand in de oogen te strooien.
Wij zijn zoo geene dweepende utopisten om te
gelooven dat de zaak nu af klaar is. Wat zoo in
elkaar gewerkt is, waar zooveel oorspronkelijke
bedoelingen moeten bedekt en verwrongen wor-
den, lost men zoo maar niet op in een ommezien.
Maar wie nu niet zal willen meegaan den nu
eenmaal afgeteekenden vredesweg op, zal ten
minste verplicht zijn te zeggen, waarom niet.
En dan kunnen dezen die hunne vaders, hunne
zonen, hunne echtgenoten geofferd hebben of nog
offeren moeten ; dan kunnen de duizendtallen die
stoffelijk en zedelijk ten gronde gericht zijn, wier
Werken, wroeten en zorgen van jaren verguisd is
of verder de vernietiging ten prooi gaat, dan
kunnen die allen ten minste nog tijdig verant-
woording vragen, aan dezen welke hen verder
drijven willen, steeds verder : � jusqu'au bout �.
L. V. B.
STEUN
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de
volgende toepassing van den � voedingssteun'�
daar waar hij te gelijkertijd met steun B. aan
zekere personen verleend wordt.
Zooals men weefontvangt de vrouw van een
soldaat haren voltedigen voedingssteun bij haren
steun B.
Dat zelfde recht is nu ook verleend � aan de
ouders van een �oldaat wanneer zij in de onmo-
gelijkheid verkeeren om nog te werken en dien
zoon hunnen eenigen steun was �. Evenals aan
weduwen die geen anderen steun hebben dan in
militairen dienst zijnden zoon.
In beide hier vernoemde gevallen moet dus den
� voedingssteun � in zijn geheel uitbetaald wor-
den- L. V. B.
De Vakbeweging
na den oorlog
Op Zaterdag 29 December hadden wij het
genoegen in ons midden.te zien optreden, den
kameraad Corn. Mectens, secretaris der Syndi-
kale Kommissie van Belgi�.
In eene voordracht, onderhield hij de toehoor-
ders, over den stand van zaken in de vakbe-
weging, vestigde de aandacht op mogelijke
hinderpalen, die na den oorlog zich kunnen
voordoen en ontwikkelde dan verder een viertal
punten, voor de verwezenlijking waarvan de S.
K. de medewerking verwacht van al de aange-
slotene bonden.
Spijtig genoeg, bleef de tijd niet over om aan
den voordrachthouder eenige vragen te stellen en
zoo noodig met hem van gedachte te wisselen,
over de juiste manier van aanvatten�
Daarom, besloot ik langs dezen weg mijne mee-
ning uiteen te zetten. Vooral, omdat ik het mij
zelve als eene tactische fout zou aanrekenen, te
zwijgen, vooral omdat er in mij eene voelbare on-
zekerheid zich voordoet, over de mogelijke goede
doorvoering van een der aangehaalde punten.
Eene onzekerheid welke haren oorsprong vindt in
de wijze waarop de beweging tot het bereiken
van het bedoelde punt, geschieden zal.
Welnu, laat mij toe te zeggen, dat ik maar
niet begrijpen kan, hoe men in den schoot
der S K. er toe gekomen is, te spreken van de
invoering van � Den achturigen arbeidsdag �,
terwijl er aan toegevoegd blijft � met een bijslag
voor de overuren �.
Het kan toch niet anders, of de bedoeling moet
zijn, na den oorlog in de verschillende nijverhe-
der�, te trachten tot de invoering van den acht-
urigen arbeidsdag over te gaan.
Als het daar dan om te doen is, waarom dan
niet in eens den goeden weg gevolgd, die volgens
mij maar alleen leiden kan, naar het aangewezen
doel?
Waarom niet eerst en vooral den strijd aange-
vat tegen het overwerk ? Waarom niet begonnen,
met eene proef, om de werklieden te bewegen
niet langer-ffleer te werken dan een bepaald aan-
tal uren per dag ?
Daar is volgens mij toch het princiep, den
grondslag van de vermindering van arbeidsduur
aan verbonden. '��?�
De S. K. zou dus, in de allereerste plaats
moeten beginnen met de twee dingen van elkaar
te scheiden en de vakvereenigingen aan te sporen,
na den oorlog tegen het kwaad, dat het overwerk
met zich brengt, positie te kiezen.
Door het opnemen in haar programma; name-
lijk het voeren van eene algemeene propaganda
voor den achturigen arbeidsdag, met bijslag voor
de overuren, heeft de S. K. eene fout begaan,
die spoedig dient hersteld te worden, gezien
immers het eene, het andere onmogelijk maakt.
Volgens den secretaris der S K. zal het verplicht
betalen van een bijslag, den werkgever er toe
brengen, niet meer zoo gemakkelijk te laten over-
werken, zoodat er ten slotte niet veel langer meer
zou gewerkt worden dan acht uren daags.
Ook deze redeneering is verkeerd. Welke
firma, nijveraar of werkgever heeft er ooit aan
gedacht, wanneer zijne belangen ermede bemoeid
waren, niet te laten overwerken ?
Het tegendeel gebeurde meermaals en zal na
den oorlog, oprieuw in praktijk gesteld worden.
Als de concurrentiestrijd weer in volle werking
treedt. Dan zullen de werklieden, nog meer dan
ooit aan de verleiding worden blootgesteld, om
langer te werken, al blijft voor hen, nog evenzeer
de kans bestaan, dat na dagen en nachten van
overspannen arbeid, ze weer werkeloos langs de
straten kunnen dolen.
En juist het laatste, de werkeloosheid zooveel
mogelijk zien te keer te gaan, is voor ons, meen
�lk,��ch weFde hoofdzaak. Voor den kapitalist,
zolder twijfel een bijzaak.
En waarom toch zijn wij zulke overtuigde voor-
standers van eenen normalen arbeidsduur ?
Ten eerste, omdat de invoering daarvan, een
maximum werktijd voorschrijft, waardoor het
werkeloozencijfer tot een minimum daalt.
Ten tweede, omdat de invoering den arbeider er
toe brengt op dien bepaalden tijd voldoende voort
te brengen en te verdienen voor hem en zijn
gezin. Terwijl de overige uren gespaard blijven
voor studie, uitspanning en rust ; rust zoo on-
misbaar voor het herstellen zijner arbeidskracht.
De beweging voor de vermindering vanden
arbeidsduur, heeft dus feitelijk voor doel, wat
meer orde, wat meer regelmaat in de voortbren�
gingswijze te verkrijgen. Eene poging_om gedaan
te maken met een stelsel van willekeurige ar-
beidsregeling, waaronder ouze klasse al zooveel
te verduren had.
Tegenover deze zoo hoogst noodzakelijke her-
vorming, staan de werkgevers, die maar liefst
het hekken aan den ouden stijl wenschen te hou-
den. Zij zullen niet meer verlangen, om mits het
betalen van een bijslag, naar hartelust te kunnen
laten werken zoolang ze maar willen. Onze vak-
vereenigingen machtelooa om daar tegen op te
treden, zullen dit eenvou Jig moeten dulden, ge-
zien de S. K. zelve, de erkenning ervan heeft
vastgesteld.
Men voelt dus duidelijk, dat er iets tegenstrij-
digs, iets dubbelzinnigs in schuilt, waaraan geluk-
kiglijk nog bijtijds eene wijziging kan gebracht
worden.
Dat de S. K. beginne met aan de aangeslotene
vakvereenigingen daaromtrent eene vaste afge-
teekende gedragslijn voor te schrijven, welke
best als volgt kan geschieden.
Bij de werkherneming, na den oorlog, zal er
in de verschillende nijverheden, waar eene be-
weging voor de vermindering van arbeidsduur,
met goed gevolg kan gevoerd, eene aktie op
touw gezet worden, hetzij voor den tien-,
negen-, of achturigen arbeidsdag naar gelang d�
omstandigheden er zich toe leenen. Deze bewe-
ging, kan na rijpelijke overweging en overleg,
met de syndikale-kommissies der andere landen!
internationaal gevoerd worden, precies zooals
het In de Diamantnijverheid gebeurde.
Maar dan moet het alleen daar om gaan en
geen uurtje langer zelfs indien de patroons een
driedubbelen bijslag betaalden.
De arbeiders moeten van nu af daarop voorbe-
reid worden, omdat ze zouden leeren inzien, dat
het voldoende is een zeker aantal urea per' dag
te werken om in het levensonderhoud te voorzien.
Dat alleen voor hen een menschwaardig bestaan
kan verkregen worden, wanneer ze van de nood-
zakelijkheid van deze hervorming doordrongen
zijn. Dat zelfs als het noodig blijkt, zij daarvoor
iets moeten weten te offeren.
Zoo moet volgens mij de algemeene propaganda
tot het verkrijgen van den achturigen arbeidsdag
gevoerd worden, wil men een goeden uitslag be-
komen. Q I
OVERWEGINGEN
V
Van de tegenwerking en bestrijding die de
klassebewuste arbeidersbeweging in haren kamp
tegen den oorlog en de dieper liggende oorzaken
dezer, dus in het belang van den vrede ijverende,
van de andere burgerlijke zijde ondervond, is het
bijna overbodig iets te zeggen. Wie, zooals het
Manchestrianisme leert, de vrijheid in alles en
voor alles als het richtsnoer zijns levens huldlgd,
dus konsekwent geredeneerd het recht van den
sterkste op elk gebied aanvaart, mist het recht
tot klagen, wanneer de sterkere hemden voet op
den nek zet, geheel en al. Deze soort mensch�n
slaan in onze dagen dan ook wel het meest erbar-
melijke figuur dat men zich denken kan, en het
dwingt bijna tot een sarkastisch lachen, wanneer
de zaak niet zou droevig was, tehkenmal� men
de volgelingen en apostelen der ongebreidelde
vrijheid hoort weeklagen over de logieke gevol-
geneer grondbeginselen en heilmiddelen die zij
zelve immer verdedigden en aanprezen alsalleen-
zaligm .kend voor de gemeenschap. Wanneer men
niet, of verkeerd heeft gezaaid, dan is het erger
ais dwaasheid te jammeren over de onvruchtbaar-
heid der grond, of het welig opschieten van on-
kruid. Zeer oud of algemeen is deze bekeering of
dat berouw evenwel nog niet, want nadat den
oorlog reeds geruimen tijd ontketend wae staken
nog verschillende dagbladen dezer richting den
draak met de besluiten der werkersinternatlonale,
en spraken op smalende toon over het verhandel-
de op de congressen van Kopenhagen, Londen
enz. De laatsten tiid echter schijnt er een kente-
ring te zijn gekomen in de beschouwingswijze
dezer heeren in zake de �droombeelden� en
� utopien � over wereldvrede waarvoorde klasse-
bewuste arbeiders, steeds alleen streden. En het
deed ons plezier dat nog onlangs openlijk werd
verklaard door een dezer burgerlijke voorgangers
dat, als zij zelven reeds te oud waren om buiten
de beschimmelde leuzen van het Manchestrianis- "
me te kunnen leven, er ten minste moet gezorgd
worden het jonge geslacht in het vervolg gezon-
dere kost voor te zetten, teneinde er normale en
mensch�lijk denkende wezens uit te zien op-
groeien. Dat alles is natuurlijk heel braaf, want �
�de kinderen (zuiver) geestelijk voedsel bezorgen
Over deze tekst
Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.
Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.