t Volk: godsdienst - huisgezin - eigendom

1664 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 06 Septembre. t Volk: godsdienst - huisgezin - eigendom. Accès à 18 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/2r3nv9bf29/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

©Bîïscîefef^eeïhigcn cnYerordeaingffl. 652. — BIJVOEQSEL tôt de verordening over het gcbrmken desnieuwen suikerijoogst 1918/19 in 't gebied van het 4e leger. Bovcngenoemde verordening van 30 Juni 1918 (Verordeningsblad va or het Etappengebied van het 4e leger n° 128 blz. 1169 e. v.) wordt in II, cijfesr 3, M 2 gewijzigd als volgt : De hoogste prija voor gedroogde suikerij-wortelen des nieuwen oogst van beste hoeda-nigheid wordt op 40,— fr., voor gezift afval op 20,— îr. en voor niet gezift afval op 10,— fr. de 100 kilos bepaald, vrij geleverd ter bostem-«ningsplaatg.A. H. Qu., den 14 Auguetus 1918. Der Oberbctelilshaber, Sixt von Armin, General der Infanterie. flfiicieelcMededeelingen la VJaandcreQ, Fraakfijk en Elzas. (DUITSCHE MELDING.) BERLIJN, 4 September. —- Uit het groote hooîdkwartier : — Légergrocp van den Duitschen kroon-prins en von Boehn. — Beiderzijds de Leie heeffc de vijand zich in voortdurende ge-Vechten met onze voortroepcn vooruitge-werkfc tôt in de linie Wulvergera, Nieppe, Bro St. Maur, Laventie, Richebourg. Onze geintngde afdeelingen hebben hem in deze kleingevechten merkslijk benadeeligd en Hem door vooruitstoot en aanval gevangenen ontnomen. Mil het slagfront tusse lien de Scarpe en de Somme verliep de dag rustig. Wij liadden tijdens den voorlaatsten ïiacWi onze troepen achteruitgenomen in de 3ijn Arleux, Mocuvres, Manancourt. Reeds sedert eenige dagen voorbereid, werden deze bewegingen volgens plan doorgevoerd, zon-der stoomis vanwege den vijand. Deze is maar 's namiddags aarzelend gevolgd. Aan het front tusschen Moislains en Péroime heeffc de vîjand glster zijn aanvallen niet herhaald. Beiderzijds van Noyon voerde de Fransch-man sterke aanvallen aan, die zich bijzonder xichtfcen tegen het hoogeland tusschen Cam-,pagne en Bussy. De vijand, die hier in den voor- en den namiddag vier maal te vergeefs aanstormde tegen de beproafde 231® infan-terie-divisie, werd evenals aan de overige aanvalsfronteû geheel .afgewezen. Aan de Aiiette verkenningsgevechten. Vooruitstooten van den vijand tegen Coucy-ie-Château mislukten. Tusschen de Ailette en de Aisne zette de Franschman, in ver-eeniging met Amerlkanen en Italianen, na «terkste vuurwerking tôt nieuwe aanvallen fia-n; zij werden afgewezen, veelvuldig na -verbifcterd lijfsgevccht. Wij schoten gister 22 vijandelijke vliegtuigen en 7 kabelballons af. Luitenant irlumey behaalde zijn 30" luchtzegepraal. — Legergroep van den Duitschen kroon->prms. — Zuidelijk van Ripont brachten wij gevangenen en machlengeweren terug van . u gevolgrijken vooruitstoot in de Fransche graven. Avondbericht. — Tôt hiertoe zijn geen :§r°ot0 ë®veohtshandelingen gemeld. Tusschen 0 Searpe en de Somme tastte de vijand naar ;*>nze nieuwe linies aan. Tasschen de Ailette çn "ae Aisne werden nieuwe aanvallen der Franschen afgewezen. (FRANSCHE EMLDING.) FARIJS, dinsdag 3 Septembe . — Offioieel : . In don loop van den naeht artillcriewerkingen op het Somme-front en tusschen de Oise en de Aisne. Vijandelijke overvallen in de streek der Vesle en in de Vogezen hebben geen uitslag .«ereikt. Niet s te melden van het overige front. — Avondbericht. — Afdeelingen onzer infanterie hebben de Somme overschreden tegenover EpÉnancourt. Meer ten Zuiden hebben onze troepen voet gevat in het dorp Ganvry, Westelijk het Noorder kanaal, on twee honderd gevangenen genomen. Oostelijk van Noyon hebben wij nieuwen vooruitgang gedaan en de booroen van baleney bereikt. De arlilleriestrijd blijtt le vend ig in ganseh deze streek. In don loop der geveehten van gister tusschen de Ailette en de Aisne hebben wij twaalf honderd gevangenen genomen. tien vijandelijke overval in den sector van v iolu heeft gee-n uitslcg bereikt 0uitsc!i-0«stenrijkscl]-IlaIiaanscSie Oarlog (OOSTENRIJKSCHE MELDING.) WEENEN, 4 September. — Ambtelijke mededeeling : In 'fc Noorden van den Tonale-pas ont-Tukten onze ïiooggebergtesafdeelingen door Een verrassenden aanval aan den vijaid den Monte San Mattheo (3602 m.), den Monte Mojatell° (3636 m.) en den gletschertop (3502 m-) -Deze wapendaad in eeuwige ijsen sneeuw Secp een ^ bîjzon4ere getuigenis voor de strijdvaardigheid der tegen de zwaarstc AlpeneT verlioudingen opgewassen aan-vallersivrn'Mn.tPT.'OTcDTr on 'T VOLK (ITALIAANSCHE MELDING.) ROME, maandag 2 September. — Officieel : Op gansch het front afzonderlijke vuurbe. drijvigheid en werking der verkenningsaîdee. _ lingen. Onuo artillerie voerde doeltreffend con-nontratieviuir uit in de gebergtestreek. Op deu' Piave werd een bark, die bezet was met vijan-den welke een overval betrachtten, beachadigd en onvaardig gemaakt. Aan den Goufs-kop, het Stilfser-Juk en op de hoogvlaîrte van Asiago werden vijandelijke afdeelingen afgewezen met gevoelige verli07.cn voor hei,. Een fflanifest van Hiadenburg. Manrschalk von Hindeitburg heeft volgend manifeat aan leger en volk van Duitschland gericht : — Wij si aan in zware geveehten met onze vijand en. Indien getalsovermaeht alleen d.o zege borgde, lage Duitschland reeds lang verpletiterd ten gronde. De vijand weet eohtar dat de geest yan onze troepen en van ons volk ons onover-winnelijk maakt. Deswege heeft hij naast den strijd tegen de Duitsche wapens, 00k den strijd tegen den Duitschen geest apgenomen; hij wil onzen geest vergiftigen en denkt dat- 00k de Duitsche wapens stomp worden, als de Duitsche geest doorknaagd is. Wij mogen dit plan van den vijand niet licht opnemen. Den veldtocht tegen onzen geest voèrt de vyand met verschillende middelen; hij over-stort 0ns front niet slechts met een roffelvuur der artillerie, maar 00k met een roffelvuur van bedrukt papier. Zijn vliegers werpen, benedan bommen die het lijf dooden, vliegbladen af die den geest moeten dooden. Aan het Westerfront leverden onze veldgrauwen van die vijandelijke vliegblaadjea, in Mei 84.000, in Juni 120.000 en in .Tuli 300.000 in. Een geweldige etijging. In Juli 10.000 gifpijlen per dag. 10.000 maal daagg de poging, cm ons afzonderiijk en geza. menlijk het geloof aan do gerechtigheid, onzer zaak en de kracht en het vertrouwen voor de eindzegepraal te ontnemen. Daarbij lrunnen we rekenen, dat een groot deel der vijandelijke vliegblaâdjes door ons niet gevonden wordt. De vijand vergenoegt er zich echter niet mede, den geest op ons front aan te vallcn, hij wil vooral 00k den geest in ons land vergiftigen. Hij weet welke bronnen van kracht voor het front cr in 't binnenland berusten. Zijn vliegtuigen en ballons dragen Weliswaar de aanhangige vlugschriften niet ver in ons land binnen; verre van hier liggen inderdaad de linies, in welke de vijand te vergeefs om de wapen-zegepraal worstclt. Maar de vijand hoopt dat menige veldgrauwe het blad, dat zoo onschuldig uit de lucht neergefladderd is, naar huis zende. Tehuis gaat het dan van hand tôt liand, aan de biertafel wordt hefc besproken, in de gezlnnen, in de buurt-winkels, in de fabrieken en op straat. Arge-loos nemen vele duizenden de gifstof in zich op. Duizenden wordt de last, welken de oorlog hun aanbrengt, daaTdoor vergroot en de wil en de hoop op het zegevierend verloop van den oorlog ontnomen. Al dezen schrijven dan weer oveT hun twijîel naar hefc front, en Wilson, Lloyd George en C16-menceau wrijven zich de handent De vijand tast den geest van t binnenland 30k nog anders aan. De onzinnigste geiuêht-en, geschikt om onze innerlijke weerstandsiffacht te breken, werden in omloop gebracht. Wij stelden ze te gelijker tijd in Zwitseriand, in Nederland en in Denemarken vast. Vandaar breiden zij zioh als bronnen over geheel Duitschland ait, ofwel duiken zij gelijktijdig in onzinnigo bijzonderheden overeenstemmend op in de verst van elkander afgelegen streben van ons vader-land, in Siiezië, Oost-Pruisen en Rhijnland, en nemen vandaar hun weg over het overige vader-iandsgebied. Ook dit vergif werkt op verlof en stroomt m brieven naar het front, en "wederom wrijven de vijanden in hun handen! De vijand is slim en weet voor iedor het poeierke te mengen. De sferijders aan het front verlokt hij. Een vliegblad zegt «Duitsche soldaten! Het is een «aehandelijke leugen, dat d© Franschen de » Duitsche gevangenen mishandelen. Wij zijn «•geen onmenschen. Komt maar gerust naar »ons over. Hier vindt gij hofîelijke opname, » goede verzorging en vreedzame onderkomst. » Mon ondervrage hierover de dappere mannen, wion het onder ontzaglijke moeite gelukte de vijandelijke gevangenschap te ontloopen. Uit-geplund'rd tôt op den laatsten draad, zonder c'ait:, door honger en dorst voor verrederlijke Vr<*f»cf. nipf,. liftVP. kin . Wli 7.Tll)pn zogsels^edwee gemaakt of door slagen en doode bedrieging tôt verraad jegens d® kamerador gedwojigen, op het vervoer naar een zwarei i arbeid door de Fransc' .e bevolking beapuwd Bi met vuilnis beworpen, zoo ziet er in der waarheic het paradijs uit, dat de vijand voorspiegolt, Ook nagedrukfce oorspronkelijke brieven van gevangenen werden afgeworpen, In welke deze afschilclercn hoc goed het hun gaat. Goddank zullen er in Engeland en Frankrijk ook nog hoîielijke-en menscheliike bevelhebbers van gevangenen.kampen 2ijn• Zij zijn echter de uitzondering, en de brieven welke de vijand afwerpt, zijn slcchts drie tôt vier verschillige. Deze zendt hij echter op vele duizendu eseraplaren vermenig-vuldlgd.Kleinnioëdigen maakt de vijand bevreesd : «Uw strijd is zonder uitzicht. Ameiilsa zal » u den gen-deslag geven. Uw-duilcbooten «deugen totniefcs. Wij bouwen meer schepen »dan zij er verzhikcn. Uw h'.'.ndel is ver-"nletigd, wij sperren u na den oorlog de * grondstolfen af, dan moefc Duitsohlands »nijverheld verhongeren. Uw koloniën ziet »ge nooifc weder.» Zoo klinkfc het uit do vlIegblaadjes, nu cens verlokking, dan be-breigir.g. Hoe is 't in werkelijkheid gesteld? Wij hebben in 't Oosten den vrede aïged won-gen en zijn steTk genoeg om het ook in 't Westen te doen, ondanks de Amerikanen. -\Iaar sterk en eensgjzind moeten wij zijn. Dit is het, waarfcegen de vîjand met zijn briefjes en geruchten strijdt. Hij wil ons hét geloof en het vertrouwen, den wil en de kracht ontnemen. Waarom zoekt de vljlnd immer nog naar bondgenoot?n in den strijd tegen ons? Waarom fcrreht hij de nog neutrale volkeren tôt strijd tegen ons te pressen? Wijl wij in kracht tegen hem zijn opgewassen. Waarom zet hij zwarfcen en andero klenrîlngen tegen Duitsche soldaten aan? Wijl hij ons wil vernietigen. Tôt anderen neg zegt de vijantV : t Duiischers » uw regeeringsvorm is valseh. gtrijdt tegen de «Hohenzollern, tegen het krapitalism, heipt ons » (de Entente) U een beteren staatirvorm te «geven. i> De vijand weeSt heel goed, welke sterlcte er huist in onzen Staat en in ons keizer-ï'ijk. Maar juist daarom bekampt hij hen. De vijand beproeft ook oude wonden in bot Duitsche volksiiehaam te heropenen. Met zijn vlieg blaadjes en door geruchton beproeft hij twee. draeht en mistrouwen onder de Bondsstaten te zaaien. Aan het Borîen-meer n"men ^ij vele duizende vliegblaadjes in besiag. die nam Beieren geschikt en het tegen eje Noord-Di'it-sehers ophitsen moesten. Hetgeen eeuwan iang de droom der Duitscliers was en wat onze vade. ren brwroehten, -hefc Duitseh koizerrijk wilien zij vernielen en Duitschland v<soordeelen tôt de machteloosheid der tijden v4n den dertig. jarigGn oorlog. Ook onze bandstrouw *tot onze bondgeruooten wil de vijand schokken. Hij kent Duitsche eer en Duitseh ma«nenwoord niet. Hij zelf offert zijn-bondgenooten. WieEngelands bondgenoot is, aterft ervan. En eindelijli; zendt de vijand niet de onge-vaarlijkste zijner druk-snoede giTpijlen, wanneer hij gczegden van Duitsche mannen en Duitsclie bladen afwerpt. De gezegden van Duitsche bladen zijn uit hun sa mentant! gerukt. Bij gezegden van Daitschers die weergegeven worden : denkt er aan, dat ei t'allen tijde verra d ers jegens 't va der km d geweest zijn, bewuste en onbcwuste. Meestal zltten zij in 'tneutraal buitenland, om onzen strijd en onze ontberingen niet te moeten deelen of om aïs hoogverrader niet terecht-gesteld te worden- Ook de voorvechters der uiterste partljrichtingen ïnogen cr geen aan-spraak op maken, namens de algemecnheid van het Duitsche volk te spreken. Hefc is onze sterkte, maar oolc onze zwakheid, dat wij ook binst den oorlog aile meening aan 't woord laten komen. Wij dulden toi hiertoe ook in onze dagbladen het afdrukken der vijundeHjkc iegerbericliten en fier rede, voeringen van vijandelijke staatsmannen-die met aanvalswapens tegen den geest van Duitseh leger en voile gericht zijn. Dit 1s sterkte, wijl het krachtsbewustzijn bewijst Het is echter eene zwakheid, wijl het duldt dafc 's vijands gif bij ons ingang vinde. Daarom, Duitsoh léger en Duitseh Ixinnen land, wanneer u een dier uitgeworpen-giîbrokkei in den vorin va,n een v-liegblad o£ van «en geruch' voor de oogen of de ooren komt, denkt er aan dat het van den vijand komt, en dat er van dei vijand niets komt dat Duitschland baat. Da amajj.Tv-i-i'iir.-wrim-M^ mu m 111 ai»n«!ULmuJLiiiu«uJi Welliaast trokken de onderwiizeres en hari iKOBt zioh eenieder zeggen, onversehillig tôt 1 weîken stand of tôt welke partlj liij behoort. Treft gij er een aan, die weliswaar volgens naam 1 en afstamming Duitseh is maar die volgens zijn innig-wezen in 's vijands kamp staat, liondt hem van u verwijd«rd en veracht hem. St-elt hem openiijk aan de kank, opdat ook ieder andere ware Duitsoher hem verachte. Weert U, Duitâch leger en 'Duitsoh binnenland! von Hindenburg, rjtmeraul-veldmaarschalk. Groot-hoofdkwartier, 2 September 1918. De Amerikaosn ovaraî, Berne, 2 September. — Een Amerikaansohe afvaardiging is uit Frankrijk naar Algiers ge-reisd, om daar een verbetering in de voort-brengst van leyensmiddelen in te brengen, waaj. door seheepsruim in den Atlantisehen Oceaan zou bespaard worden. — Volgens uit Washington gemeld wordt, heeft de Grieksehe gezant aldaar den wensch .uitgedrukt, dat ook naar de Balkans Ameri-kaansehe troepen zouden gezonden worden. Aan 't Westelijk front .Basel,, 4 September. — Aan het elot zijner overwegingen Over de geveehten in Frankrijk, schrijft overste Egli in Basler Naohrichten van heden : De terugtocht moet alleenlijk aanzien worden als de doorvoering van het besluit der opperste legerlelding om het front te verkorton. De algemeene achterUittrekking der Duitschers tusschen Yperen en de Aisne, is nog niet vol-trokken.Niettegenstaande den stéllingswjjzen sterken 'wsderstand, valt het echter reeds opte merken dat een beduidend aantal divisies vrij gekomen zij n en tôt andere d.oéleinden aangewend worden. Bovendien "bewijst het langzaam vooruitgaan derVerbondenen, dat de Duitsche troepen door de gebsurtenissen in geenen deele zoo geteisterd werden, zooals menigen het meent. —m» Franssbe Bsdenklngsn. BF.RN, 4 September. —Beti'elckelijk den oorlogstoestand schrijft Le Journal (Parljs) 't volgende.: De Hindenburglijn waarop de Duitschers zich terugtrekken, blijft eene ernstige hindernis. Aan de verdedigings-waarde der loopgraven hebben de nieuwe metlioden niets veranderd. In de laatste dagen hebben de Franschen vôor Royo en in de ou de Sornmetrechtervelden het reeds kuraien vaststelleçi, dat daar de strijd. volgens de onde methode met lange artillerie-voorbereiding moest gevoerd worden. In November 1917 hebben de tanks de be-vestigde linie eenmaal doorbroken, doch toen zijn ze ook voor de eersrte maal in massa opgetredon. Het valt echter te betwijfelen of men nogmaals op zulk een verrassing zou kunnen staat maken. De hindernissen die hier tegenover de Franschen opduiken, znllen niet licht kunnen genomen worden. Hefc is buitengewoon enwtig en 'fc zal ook eene nieuwe gevechtshandeling vordoren. —• Volgens de militaire mede'werker aan het blad Humanité meent, zal er, wanneer de Duitschers in hunne verkozen linie eenmaal voet gevat hebben, door frontale aanvallen niet meer kunnen uifcgericht worden. De Paus en de Staten, Wij lezan in een Brusselsch "blad : Een gevolg van dezen oorlog is det do diplo-matiekè betrekkingen tusschen Portugal en den Heiligen Stoel hernomen zijn. Op dien post k Z. Exo. Mgr Loeatelli, voorheen apostolisoh intemuntius te Brussel, benoemd geworden. Men -weet dat Engeland al lang hot besluit genomen he^ft een^n diplomatieken ver tegen-woordiger bij het Vatikaan te benoemen. Het blijkt aidas -eens te meer dat, niettegenstaande 1 ailes, de Paus toch een man blijft die grooten ' moreelen invioed uitoefent, niet alleen op enkele 1 pereonPn en >aîzonderlijke> mensehengroepeerin-1 gen, maaT ook op de etaatshoofden en staats-' vertBgenwoordigingen. i nmnnM m 1 imi -, , .... Het Stemrecht in Prulsem Door ministervoorzitter graaf von Herfc» ling, zoo wordt op 4 September uit Berlija gomeld, werd in de bevoegde' kommissie van het Pruisisch Heerenhuis eene rede uitge-sproken. Na gewezen te hebben op den ernafe van het oogenblik en de draagwijdte van do besluiten welke zullen genomen worden, deed spreker het standpunt uiteen van da Pruisische koninklijke staatsregcering in zake stemrecht. Dienaangaande steunt zij t>p het woord dat in de Juli-boodschap door dea koning gesprokeh werd. — Gelijk van bij het uitbreken van den oorlog aile zonen van het vaderland, zoo sprat graaf von Hertling, op gelijke wijze het vaderland verdedigd hebben, en hoog en laag, rijk en arm, geleerd en ongeleerd hun plicht vervulden, zoo zal ook na den oorlog, in vredestijd, in kies« Techtaangelegenbed&n, geen ondersclieid kunnen gemaakt woi\len. Dat is de zin die ik van den beginne af aan het koninklijk woord gegeven heb; dafc was ook mijn ge-dacht toen ik de zware .opgave van mijn ambt op mijne schouders gô,uomen heb. Dafc is ook de verplichfcing wellcer ik heb aangft-nomen en waarmede ik zal blijven of vallon.1 Het gaat hier echter niet om den persoon' van den minister. Ieder die na mij komen zal, zou zich van dozelfde gedachte doordringen, namelijk den weg vinden die voert tôt ver-vullinig van het koninklijk woord. In deze gewichtige aangelegenheid gaat het om de beschutting en het behouden der kroon on van de dynastie. Het is dus noodzakelijk dafc gij den weg vindt welke tôt eene oplossing voert. Hefc kieswetsontwerp, zooals het door de Kamer (Huis van AJgevaardigden) aan het Heerenhuis (Senaat) overgemaakt werd, kan de koninklijke Pruisische rogeering niei toetreden. De argumenten door het Huis van Aigo-vaardîgd«n tegen het gelijk stemrecht inge-brachfc, weet ik te waardeeren, doch in den zwaren tijd waarin wij leven, moeten die overwegingen achteruitgesteld worden, ten einde do groote opgave te vorvullen, namelijk de bescherming van ons waardevol staat-kundig leven : dynastie en kroon. Gelijk. ik hefc reeds tôt de Rijksdagafgevaardigden gezegd heb : in deze zaak sta ik heelemaal vast ! Ik vraag vrijheid van handelen; ook op u zal echter geen druk uitgeoefend worden. Ûiafti toe te laten binnen een beperkten tijd tôt eene oplossing te komen, zijn wij bereid u naar vermogen bij te staan. Elke poging om het op de lange baan te schuiven zou de opgewondenheid aanvuren en zware verwikkelingen met zich brengen. Om te verhinderen dafc te verregaande strekkingen ons staatsleven hinderlijk worden, is het nu nog tijd de kieswet met da noodige waarborgen te oinringen. Of zulks later nog mogelijk zou zijn, valt te betwijfelen. Al deze gedachten dienen indruk te maken op uwe overwegingen, en daarmede mag ik deze korte toespraak sluiten. IN DE LUCHT. Berlijn, 3 September. — Ambtelijk, — De nieuwsoortige vormen van beweeglijke aanvallen van aan de Leie tôt aan de Oise, stellen onze luchtstrijdkrachten elken dag voor veranderde opgaven. Den 1 September werden zij ook glanzend volbracht. Noordelijk van Noreuil hebben onze infanterievliegers een© Duitsche infanteriecompagnie, welke van aile kanten omringd was en zich hardnekkig verdedigde, in drie vluchten vleesch, beschuit en naunitie toegevoerd. Een tegenaanval verloste de dap. peren uit hun bedreigden toestand. Het vuur van onze jachttafels viel oprukkende batterijen aan en verstrooide vooruitgaande reserven. Onder de beschutting van onze laag-vliegende jaohtstrijdkraohten wierpen samengetrokken vliegersgroepen zich tegen een tanketorm die beiderzijds van Vaulx-Braucourt losbrak. Luitenant Schwertfeger en onderweldwebel Gunther van de vliegersafdeeling 252, schoten van geringe hoogte, met het machiengeweer, een gepantsorden wagen in brand en door goed geleid artillerievuur vernietigden zij een tweede. De vlakbatterij 52, onder de ieiding van den luitenant der reserve Hausherr, nam twee vijandelijke bataillons, die uit Bouchavesnes tôt den aanval overgingen, zoo werkzaam onder grf^taavuur, dat ze ontbonden terugvluchtten. Niettegenstaande den storm.die tôt 20 seconde, meter steeg, gingen onze ballons dicht achter het eigen front over het slagveld. Hun meldingen onderrichtten de aanvoerders voort-'durend over het narukken van den vijand, Eigen verliozen : 2 ballons, twee vliegtuigen zijn niet terug^ekeerr1. Dltbreldinti van flen dienstpllcM in j&merika. Den Haag, 1 September. — De vermeerdering der sterkte van het leger der Vereenigde-Staten, staat in verband met de uitbreiding van den EENE HELDIN door Emiel BTTSSOK. (•) —ïO» — r — Madame, spnak de graaf, gij z«it de kin-deren naar het graf hunner moeder vergezellen. — Hoeî Gij wflt dat ik... J — Ongetwijfeld. Ik -kan >mij, overigens, Uwe verwondering niet uitleggen. Vergezelt gij de kinderen op wandeling niet naar de Elysee? ohe velden ? Gij zult ze vandaag naar Père Lachaise geleiden; het is een weinig verder en wat min geeatig, dit is ailes. Hebt gij iets aan te merken 1 — N iets, heer graaf, gij hebt mij straks niet begrepen en gij schrijft mij gevoelens toe die ik niet heb. Gij zult gehoorzaamd worden, wij zullen vroeg het morgenmaal nemen en den 'heiligen plicht vervullen, dien gij van ons vraagt. Mag ik wij verwijderen? — Ik weerhoud u niet, zegde koudweg de bankier die terug begon te rekenen. — Wij hebben eene zOnderlinge vrouw voor handen, mUrmelde hij, toen Eva verdwenen was. Deze vrouw kwam in allegeval zoo zonderling niet voor als het toe val 1 dat de onderwijzeres voor het graf ging brengen, waarin zij zoogezegd rustte. Het 8eh\jnt dftt ik den 8 Februari over-leden ben, dacht zij, als zij terUg de studiekamer binnentrad. De leerlingen omringden haar en keken haar «ngetig aan. ■ (*) .Verboden nairuk. —• Vreest niet, lieve kinderen( wij zullen elkander niet verlaten; uw vader heeffc mij enkel verzocht u vandaag naar Père Lachaise te geleiden. — Gaan bidden, op het graf onzer teerge-liefcle moeder 1 riep Hendrlk uit. » Ik vraag niet beter. Gij zult zien, madame, hoe schoon onze moeder was; hare afbeeldlng is door Maindron in marmer ge-bouwen ; zij llgfc op den sfceen voor hefc albaar ; men zou zeggen dat zij gaafc opsfcaan en spreken. — Ja, voegde Paqurta erblj, de aanblik 1s bijzonder trefïend, en telkens ik in die kapel ga, Word ik kwalijk. Deze bedevaart welke mon ons aile jaren oplegfc, schljnt mij toe cllkwljls terug te komen 1 — Men legfc u nochtans geen groote zaak op, lief lUnd, antwoordde mistress BroWn, en gij zijt zulk6 verschuldigd aan de moeder die ongetwijfeld voor u veel zou gedaan hebben, wace zij in leven gebieven. Het morgcnmaal was gauw gedaan, de onderwijzeres en hare leerllngen stapten in het rîjtulg om zich naar den doodenakker te begeven. Een half uur daarna hicld het gespan voor , den ingang stil. Terwijl Paquita en Carmen ernstig aan de zijde hunner onderwijzeres voortstapten, de handen vol tuilen en kron£n, Iiep Hendrik met de vlugheid zljnen ouderdom eigen, over de graven, zich bulgende ora de op-schriften te ontc\jferen of een nieuwsgierlgen blik slaande In het inwendige der kapeiien die door em bronzen grille yraren geslotçp. Welliaast trokken de onderwijzeres en hare leerllngen eenen zij weg in, die op een groot praalgraf uitgaf 1 — Wij zijn er, riep Hendrlk uit; beschouw eens goed deze kapel, madame; zij heeffc meer dan honderd duizend frank gekost; Papa heeffc niets gespaard . — Onze moeder heeffc een der schoonsfce praalgraven^ van Père Laol.aise, voegde Paquita er lîoogmoedig 'bij. De onderwijzeres trok uit haren zak een sleutelken dat in hefc verroeste slot kraste — Eilaasl zegde Carmen zuohtend, hetis lang dafc deze deur niet geopex d werd ; eertijds kwam vader mlnstens aile aeht dagen en het autaar verdween onder lilas en Tozen. » De denk niet dat hij sedert zijn tweede huwelijk hier den voet gezet heeft. Zie naar dtezer verslensto bloemen, naar dit stof, naar die spinnewebben Welke het alfcaar onteleren. Stoot u difc niet tegen het harfc? — Arme moeder 1 zegde Hendrik. Thans verlaat men u voor de andere, de Amcrikaan-sclie. Wees geTust, wy zullen u schoone kronen tfrenge» en voor den opschik uwer kapel zorgsn. Zeer leverig begonnen aile drie vazen en kandelabers af te kuischen, verslerden hetl alfcaar en vervingen de verslciiste bloemen door versche tuilen,. Mistress Brown stond tegen eenen pilaaT ; en zag ailes zwijgend na. Een groote keizer, heeft men ons geleerd, woonde eens zijne elgme teraardbi-stellin. p, bîj; Eva deed meer, ïîj k©rt het opschrift lezc» dat een, bedroçfde echtgeaoot aan tare/ nagedachtenis had gewijd, zij mocht in al hare bijzonderhed.en die grafstede beschou-wen, die de echtelijke lief de met zulke zware 'kosten had opgericht. Hendrik had aan een naburige pomp water genomen en met zijnen neusdoek waschte hij twee engelenbeeldjes, die nevens de beeltenis zijner moeder treurden. Als dit wei'k afgeloopen was, vlelen de lânderen op de knieën, zij baden met dlepen eerbied, zoo innig bewogen dat mistress Brown er door ontroerd was en een traan haar 00g ontsprong- O I die traan Welke groote befceekenis mopht er pan toegeschreven Worden 1 Zij zag zich dooT hare eigen kinderen be-weenen 1 Dit fcooneel trof Eva dicp, des te meer, daar zij een ,paar dagen geleden hare leerllngen een dichtje had voorgelezen, toepasselijlc op allen die geliefde wezens beweenden en dat getiteld was Allerzielen. Hendrlk had hefc zoo gaame aangelewd; hij ook dacht aan eene verdwenen weldoenster, aan moedeT. Zljne stem klonk helder toen hJJ dt gt-heugenle» opzegde er begon : ALLE RZIELEN. Als de herfst de dorre bladen, Kederstort op onze paden Als in 't najaar, kond en guur, Wind en sneeuW en re gen via gen Door 't onblaard geboomte jagen, Fn een mistwolk dekt 'iaiuur««t Als zich 't lied der vogelkoren In iet veld niet meer laat liooren En geen zang tôt vreugde stemt, O ï dan denken we aan de magen , Die onz'llefde zijn ontdragen En wij voelen 't hart beklemd I Dan bedenkt-men vriend en makker..,. Naar den stlllen doodenakker Snelt alsdan onz' sombre geest. En daar komen voor onze oogen Tal van wezens heengetogen Die ons duurbaar zijn geweest l Ja, met 't feest van Allerzielen, Gaan wij samen nederknielen Voor de zielen onzer doôn En voor vader en voor moeder En voor zuster en voor broeder Stijgfc onz' beê ter hemelwoon I--— Op dezen doodenakker had Hendrik zoo neersfcig geWerkfc dat hij er van zweettel de saamgetrokken vochtige lucht dezer kapei begon op hem te drukken, zoodat het on» voorzlchtig ware geweest langer te blijven. Mistress Brown maakfce een fceeken. Paquita, Carmen en Hendrik stonden op, kus-ten eerbiedig de hand van de beeltenis die hua scheen toe te laohen. en te bedanken» F* ^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre t Volk: godsdienst - huisgezin - eigendom appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à - du 1891 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes