Vooruit: socialistisch dagblad

935 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 05 Novembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 27 septembre 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/5m6251gn8g/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Drakater-Uitgeefstef gnu Maatschappij HET LICHT , bestuurder » ft DE VISCH. Lcdeberg-Qent . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE HOQGPOORT, 29, GENT ûr^am de f Belgkohe WopkliedBiiptwtij. — Verschijnende affe dagen. ABONNEMENTSPRIJS BELGIË Otle maanden. . . , , fr. 3J2Ë Zes maanden »»'«,,fr. 6.30 Een jaar....... tr. XZSÙ Men abonneert zich op alle potttarteit» DEN VREEMDE Drie maanden (dagelijks versonde»). 4 » . , fn 6,19 TENT®9NSTELLIISG' ¥&ü FsesipaSsta VOORUIT, St Pietsrsniem lüTOONST der Kunstverzameling van de werken VAN Se Tessi9onst®llaSig is opaia s de Hostdtigen. van 11 tot 2 en vas! S tot 6 MP»p da wepkdagem7van 3 tof É ure. IN8AN6PRIJZËM : Zondagen, 20 oenïSensen. *■ Donderdagen, 25 oeatiemeii. — Andere dagen, 15 cent lestait» M. E, 19e ni*»w# Qameenteiaks is Sn d?esi prijs twagrepew». n sieek-waarop ! In een nieuw artikel van Le Bien Publie getiteld : « Het Recht op Leven » vinden wij ten eerste eene gewichtige bekentenis. Het blad erkent dat wij tegen het barema der speciale commissie èn voor ons barema niet gestemd hebben, voor eene kwestie van cijfers van onderstand, min of meer. Dat is volkomen juist en wij bekennen dat lelven. Op eene kwestie van het onderstandscijfer was er,met een beetje goeden wil van weerskanten, gemakkelijk tot eene overeenkomst t® geraken. . Wij stippen üiattemin de bekenten» aan, rij zal nog van p»& komen. Wij hebben erbij gezegd dat het in hoofdzaak een vraagstuk van beginsel was dat one verdeelde en een liberaal raadslid bevestigde zulks zeggende, dat het eene politieke kwestie was die ons scheidde wat in den grond op hetzelfde neerkwam. Inderdaad, wij wilden het Noodbarema uitgevoerd zien door de stad, wat terzelvertijd « do waarborg van den onderstand » in zich bevatte. Maar nu komt Le Bien Public af met eene nadere verklaring, wat w,ij zooal onder die uitreiking van het JMoodbarema door de Stad in 't zin hadden. Ziehier hoe het klerikaal orgaan «ich daaromtrent uitdrukt: Vooruit was van gedacht dat de dienst van den onderstand aan de> werkeloozen een bestendige stedelijke dienst werd, die toevertrouwd zou worden aan het Stedelijk Voedingsfonds, waarvan de bazis te dien einde totaal zo.u veranderd worden. Dit Oomiteit zou er zich niet moer bij bepalen, van gelijk het heden doet van hulp uit te reiken in voeding; het zou zich gelasten met het algemeen ambt, van aan de behoeftigen het verschil uit te reiken tusschen de hulpbronnen waarover zij beschikken en het aangenomen cijfer als taks hunner bedigheden. Het zou aaa al de bclioeftigea, In alle omstandigheden, zelfs na do huidige orisis, waarborgen wat er noodig is tot hun onderhoud. Die korte aanhaling heeft noch kop, noch ■taart. Vooruit wilde van het JToodbarema een Stedelijken dienst maken, door hem in 'handen te geven ttSji het Stedelijk Werk der Voeding, die hem grootendeels ontworpen had en in meerderheid uit burgers en zelfs uit katholieke burgers bestond. De bijzondere Commissie integendeel, twilde dezen dienst in handen geven van het ,'Hulpcomiteit fxan de werkloozen en van •het Halfkluitjeswerk, die beiden onder 'controol stonden van het Provinciaal Oorni'teit', Wr,ar ziet Le Bien Publio kier het groot principieel verschil in ? , Is het Stedelijk Werk der Voeding soms het Hulpcomiteit aan de werkeloozen niet waard en ook het Halfkluitjeswerk? Is do controol van Provinciaal Comiteit soms beter dan deze van de Stad zelve, vooral wanneer het er op aankomt de uitgave van haar eigen geld te controleeren op een oogenblik dat zij er verre af ia van er kwistig mede te mogiam omgaan? ! Als dat uwe meening is, komt ermede vooruit en explikeer u duidelijk. 1Maar het is een pure uitvlucht, een kale excuse. ' Dat de onderstandsdienst aan de werke(Joozen( eèn bestendige stedelijken dienst |ïou geworden zijn en het Noodbarema on! der alle omstandigheden, zelfs na de tegenwoordige Orisis voort zou uitgereikt zijn gemorden, dat heeft nooit iemand gelegd. . Oh, Bien Public, ge moei nia ^clooven dat wij de hulp aan de werkloozen, zelfs in normalen tijd, afkeuren. Ons Werkloozenfonds is daar en het be'vat' kiemen, die voor verbetering en uitbreiding vatbaar zijn. Stel u gerust, confrater, gij hebt hier met geen schijnheiligen te doen, die terugwijken voor de logieke gevolgen hunner beginselen. i Maar dat het onze opvatting zou geweest tijn, eens de crisis geëindigd, het Noodbarema zoo&ls het ia opgemaakt, voort en ongeschonden uit te betalen, aan geheele of gedeeltelijke werkloozen.,' tot in der eeuwigheid, dat is niet waar. OverigenSjWaarin voorziet Le Bien Public het einde der crisis? Welke datum ziet hij in 't verschiet"? Op den dag dat de vrede wordt getee-kendï Eene week of eene maand nadien? Hij heeft ons reeds de onmiddellijke herneming van het werk voorspeld, onmiddelüjk'na den vrede. Hij voegde erbij dat er Çernis zou geweest zijn aan werkkrachten en er hooge loonen zouden zijn uitbetaald geworden aan de werklieden. Wij hebben daar niets op geantwoord en bij ons zelve gezegd : eerst zien en dan jugeeren. Maar aangenomen dat het katholiek Mad juist gezien heeft, — wij wenschen het van hart© — maar dan is er niets te vreezen : noch van de Stedelijke inrichting van den onderstand, dio tic* zijne normals, gejj05e . werkzaamheid z&l fcërufk«*r«n, nooh met de buitengewone oorzaken, die hem in 't leven riepen. En wij hebben hier iets te herinneren aan Le Bien Publio, iets dat hij wetens en willens schijnt te vergeten. De sociaal-demokratie is geen gildeken van StVincent-à-Paulus of welkdanige heilige personagie. De socialisten kweeken geen « krijgers » of « schooiers ». Die rol is de hunne niet. En als zij het «Recht op Leven» verdedigen voor allen, dan is het op voorwaarde dat die erkentenis van levensrecht gepaard gaat met den plicht van door uwen arbeid uw deel bij te brengen om in de behoeften der samenleving te voorzien. Alleen zij die tot arbeid ongeschikt en onbekwaam zijn, door gebriekkelijkheid, zwakte of ouderdom ontsnappen aan die verplichting en worden liefdevol geholpen door de gemeenschap die de beste aller moeders is. (W. v.)F. H. TENTOONSTELLING VAN OENOE KUNSTEN KusstorzaiMliig G0PP1ETEBS en werken m VAN BIESBRÜF.SK F««siiokiaal Vooruit, t» Gent I. EEM VOOBWOORDJE Ik geloof dat or slechts weinig menschen op aarde gevonden worden die niet van de Beeldende liuiist houden, hetzij nu eene mooie schilderij, een prachtig beeldhouwwerk, eene schoons gravure, 'n gekleurde plaat, 'n gesneden afgodsbeeld of ruw bewerkte fetisch. Al naar dat de beschaving haar invloed uitoefent. Hebben wij ons als kind niet reeds verheugd met de zoo naïeve keurgeklekste « seintjes wale » ? Dat zit in de menschheid geboren ! De wilde boomerang slingerende Australische ingeboren© beschouwt met godsdienstige vereering het werk ; van den schilder die de uren en dagen ver gelegen bosschen en bergen zoo tastbaar voor zijn oogen toovert; de ruwe cowboy van het Westen koopt bij voorkeur van den reizenden marskramer de teederste, liefste geüJe ai de lichtplaatjes, de armste, domste russische boer schikt zijn stulp op met naïef gekleurde légende-prenten, bij de Oongo-negers vindt men bijna artistiek gesneden jvoor-beeldjes en voorwerpen, enz. Ik ben zeker er van dat de in de laatste jaren ontdekte teekeningen van lang uitgestorven dieren in grotten, waar naar geleerde berekeningen honderdduizend jaar geleden de oorspronkelijke mensch huisde, toenmaals den genialen eersten schilder den geestdriftigsten bijval der gansc'he stam ten deel gevallen is. Dat esthetisch gevoel zit nu eenmaal in het menschelijk geslacht en verheft hem bovan het edelste intelligentste dier. Natuurlijk hoe hooger het peil zijner beschaving is, des te gekuischter zijn smaak en zin voor schoone kunsten. Ik durf dan ook wel zeggen dat,-wie aan een mooie schilderij of kunstig beeldhouwwerk onverschillig voorbijgaat, een onbeschaafd of een geblaseerd mensch is ! Ik vertrouw nu bepaald dat onze lezers tot geen dezer beide categorien behoc-ren en daarom de gelegenheid niet zullen verzuimen die hun de Kunsttentoonstelling in ons Feestlokaal biedt, de prachtige kunstverzameling van onzen vriend Emiel Coppieters en vele der beroemde beeldhouwwerken vftn Jules Van Biesbroeok, dien ze tot nu tee slechts in afbeelding zagen, in natura te aanschouwen. De schilderij-verzameling bevat alleen 200 nummers terwijl 90 beeldhouwwerken in de zalen prijken. Binnen een paar dagen hoop ik een uitvoerig en onderwijzend verslag dier interessante expositie aan onze lezers te brengen. Zondag allen er heen IMz. Wif zi! betalen na den oorlog? Onze aandacht werd alreeds enkele malen getrokken op artikels die in Vooruit verschenen ropens' de te betalen belastingen na den oorlog. Onze bedoeling is niet dat wij de vooruitgezette meeningen niet zouden dealen, — verre van daar. Maar de bijzonderste bron van inkomsten voor eenen Staat is wel den weg der onteigening. Alhoewel we ons nog steeds bevinden onder een burgerlijk rejiem, zullen de staatsmannen toch verplicht zijn de socialistische grondbeginselen stap voor stap toe te passen, om aan de kolossale uitgaven, waarin heden alle natiën verzwendelen, te kunnen voldoen of ze later uit te delgen. Wij gaan ons niet wagen aan schattingen van zoo -vele millarden schulden. Maar de feiten zeggen toch dat het vernielde moet heropgebouwd en de invalieden, weduwen en weezen en andere slachtoffers moeten vergoed worden. De eenige bron waaruit het goud kan geput worden, om alles weer zooveel mogelijk in evenwicht te brengen is: DE ARBEID. Zullen de arbeiders daar in de toekomst geene de minste medezeggingschap over hebben? Zullen onze instellingen van coöperaties, politiek en vakbeweging, rich niet in deze reusachtige vraagstukken hebben te mengen? We denken ; ja ! En is het oogenblik tot activiteit den een beginsel op het voorplan schuiven waarvoor onze partij vaji bij hare wordingstreed: DE ONTEIGENING. Het gaat er niet om hier de burgermoraal nopens de onteigening aan te halen, evenmin de schrikbeelden bij onze plattelandsbevolking verspreid, als zou de boer van zijne twee konijnen er éen moeten afstaan als ooit de socialisten den baas werden ! Dat alles is kletspraat. De bourgeoisie, de opkomende macht der arbeidersinstellingen vreezende. klampte de kleine hurgerij aan zich vast, door steeds hst spook van de coöperaties voor hare oopen te doen dansen, waardoor wij als de verdelgers der middenstanders werden betiteld. «Droomers» waren wij, omdat in ons programma voorkomt: afschaffing der staande legers, tot den algemeeneu wereldvrede, en, als overgangsmiddel tot dit doel : de gewapende natie ! Nog grooter «droomers» waren wij dààr wij verklaren dat onze strijd zich baseert op de afschaffing der loonslavernij en op de hervorming der kapitalistische maatschappij in eene algemeene kollectiviteit, aldus een einde stellende aan de uitbuiting van den mensch door den mensch, dit door de sociahseering der voortbren-ging&middelen. Dat was theorie! Treurig genoeg dat het oorlog moest worden om zoovele < droombeelden » van het sociaal-demokratisch programma te zien verwezenlijken. Wat is het algemeen verschijnsel? Wat is het ^Tationaal Comiteit anders dan eene nationale coöperatie, met internationale betrekkingen, en die voor iedere provincie eene afdeelings-cooperatie heeft. Verre van zulks af te keuren, vinden alle elementen dit volkomen goed; immers de toestanden zelf konden daaraan geene andere oplossing geven. De steden en gemeenten die uit burgerlijk vooroordeel tegen de regie waren, baten heden alle openbare en bijzondere werken uit. De goede of slechte voorwaarden waarin zulks in sommige plaatsen gebeurt laten wij than* onverlet ; alleen de toepassing van het socialistisch middel «regie» of zelfuitbating stippen we aan. Als nu dit alles leefbaar is heden, leefbaar in beroerde tijden, waar de burgerlijke stelsels onleefbaar werden verklaard, waarom zouden deze toestanden dan ook niet leefbaar zijn in normale tijden ? Onder oogpunt van regie is er voor de steden en gemeenten in de toekomst wat te doen; de burgerij zal wel huilen, maar de algemeene inkomsten zullen er des te beter om gaan, en men zal niet verplicht zijn van naar alle middelen uit te zien om lasten en taksen te slaan die steeds de werkende klasse treffen. Door zaSfuitbaiing van verlichting, waterleiding, tram- en buurtspoorwegen, openbare werken en zoo meer, zullen de millioenen niet in de zakkea van enkelen terecht komen, maar gaan naar de kas der gemeenschap, die door die inkomsten niet zal moeten gespijsd worden door alles wat eenigzins maar kan, met taksen te bestaan om toch maar de balans in evenwicht te houden. Dat is socialistische ei gemeenschappelijke leer. (Terloops willen wij er even bijvoegen, dat juist in die steden waar de regie de meeste ontwikkeling genoot, de arbeiden er heden ook het beste worden bedeeld.) En wat waar is voor het gemeentewezen, is het ook voor het staatswozen. Doch gezien de kapitalistische instellingen in ons land, zal men verplicht zijn tot de onteigening over te gaan, wil men tot regie of zelfuitbating komen. Doet men zulks niet, dan «taan er voor de werkende klasse, de kleine burgerij en kleine boeren nog droeve dagen te wachten. Immers, waar de Staat geen eigens bron van inkomsten heeft, kan het niet anders of alle inkomsten zullen voortkomen van allerhande bestaande belastingen, verhoogde en nieuw bijkomende, en het zal alleen de voortbrengende klasse zijn die onrechtstreeks allo duiten voor de staatskas zal moeten samenbrengen. De oningewijden in de staathuishoudkunde stellen zich vaak voor, dat door de belastingbetalers alleen wordt verstaan : de eigeaaar, patroon en handelaar, of zij die het geld rechtstreeks naar het bureel van belastingen dragen. Ja, deze zijn inderdaad de rechtstreeksche belastingbetalers. Maar met wiens geld? Als moeder koffie opschenkt, betalen wij een deel belasting aan inkomende rechten ; moeder doet suiker in den koffie en eea deel der zware belasting op de suikers wordt betaald ; moeder legt eene snee spek in do pan (wij spreken van vroeger!) een deel belasting op het vleesch wor !t gestort. En zoo gaat het met alles. Dus betaalt de \\. jruiker met elk artikel dat hij verbruikt, belastingen. Die toestand kan dus erg verscherpen als de Staat alleen van belastingen moet lezen. En, dat men zelfs alles durft uitvinden om geld te kloppen, daarvan vonden wij onlangs nog een staaltje bij onze Hollandsche buren, waar minister Treub zelfs belastingen heft op personen met meer dan éón voornaam ! Geeft uwe kinderen dan al den naam -van peter en meter ! ? Doch genoeg daarover. Er is geld, veel geld noodig voor den Staat, dat weet eenieder. De belastingen zijn zwaar genoeg; de eenige verdere bron van inkomsten is dus : zelfuitbating van mijnen en fabrieken en om daartoe over te gaan moet men den weg op der onteigening, of do verwezenlijking van een deal uit ons programma. Wat is nu best! ofwel een handtvol kapitalisten, — vaak geene vaderlanders, — ta onteigenen, ofwel eene algemeene bevolking van 7 millioen inwoners meerdere lasten doen dragen ? Wij grijpen dus naar de onteigening en beginnen met de mijnen, die wij, evenals de spoorwegen, staatsmonopool verklaren en welke jaarlijks millioenen winsten opleveren tot nut van het algemeen. Principieel wijzen wi) onxe lezers naar onze partijstatuten, naar paragraaf 1 der verklaring van beginselen, dat luidt : «I. De rijkdommen in het algemeen en de voort- j » brengstmiddeleu in het bijzonder, zijn óf natuurlijke » bestanddeelen,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes