Vooruit: socialistisch dagblad

1174 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 20 Decembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/4q7qn60962/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

NAAR VLAANDEREN'S VERWOESTING £Fa# onze» tpecialen reporter) yi VAN DE PANNE NAAR DIXMUIDEN EN NIEUWPOOBT Dondtrdag 1S December.. — Vierde dag Ttn on* ver trek uit G on t. Blecht, mistig weder, harde regen ! Voor hedeu was h et vertrek op 8 uur vastgesteid, mur het is 9 1/2 uur aie we wegtufien. M. en Mad. De Brabandere, advokaat te Gent, die dank aan den fameuzen Stocké door do Duitechers voor 6 m aan den naar Duitachland werd gestuurd om er vervol-gens ali « ongewenscht » tôt het sluiten van den wapenstilstand te moeten verblijven, waren in on* gezelschap. De rit bracbt ona terug door Veurne, ▼an hier weg naar Alvcringhem. Langs den ateenweg die ons tôt dit dorp leiden moet, lijn net en sterk gebouwde kampe-menten opgetrokken, waar nu, in de plaats onzer helden, vrijwilligers voor het Belgi-■che leger vertoeven. Te Alveringhem relf ia een redelijk groot kerkhof opgericht, waar een klein deeltje slechts der gesneu-velden rusten... Zoo rijden we vervolgens door Lamper-nùse, over het kanaal Loo, dorp van dien naam dat we ook voorbijstekon, doch van-waar wij merkelijk in de strijdzone komen. Gemaskerde wegen, van een geschoten boer-derijen die op zekere afstanden van elkaar •tonden. Eene diepe en uitgestrekte vlakte die nu volgt, moet een voor ons leger prachtôg verscholeo bewegingsterrem, vooral voor de infanterie, zijn geweest. Aile® is hoog struikgewas met uitgebreide draad-▼ereperringea en goed weggedoken tranchées.Hier voorbij evenwel komen we aan moe-rassige gronden — eens vruchtbare akkers — die bewijzen dat de vijandeîijke artillerie hier iwaar huis gehouden heeft. De tref-fendste doch treurige overtuigingsstukken hiervan zijn de kerkhoven en talrijke af-ïonderlijke kruisen die wij langsheen de baan zien. Diep omgewoelde, doodsche terreinen, ruïnen, steengruis, stuk ge-aehotene steenwegen en verdedigingswer-ken. Dit slagveld begint vooral aan het kruispunt van de spoorbaan Nieuwpoort-Dixmuiden. Wij naderen DIXMUIDEN Paf 1 Een pneu van eene andere auto kreveert. We zijn Caeskerke voorbij. De komman-dant Van Trooyen van het A. G, K., die ona weerom als piloot dient, noodigt ona uit te voet tôt Dixmuiden te gaan, slechts •nkele honderde meters van hier af. Wij stappen uit, klak! Tôt over onze knoeisela in de modder. 't la dan ook de weg naar den IJzer, aan het bruggenhoofd Dixmuiden. « Dixmuiden », »egt de kommandant, « heeft eene belangrijka roi gespeeld in de moorddadige gevechten aan den IJzer, laat ona verder gaan ». Wij komen aan bouten wegen door onze genie opgeslagen, waar de modder evenwel •ven dik ligt, doch min water den weg overetroomt. Ziehier het bruggenhoofd Dixmuiden, de vloed den IJzer 1 Wij laten onze blik-ken rondom deze streek gaan welke — wie weet hoeveel — duiaenden levens kostte, en waarvan de naam in de geschiedenis eeuwig in grooùe letters moet worden her-dacht.Bergen hoog omgewoelde aarde, kloven, atuk geschoten schuilplaatsen, materialen. Hier vochten Belgen en Duitschers alechts op 20 meter afstand van elkander, en dit gedurende vier voile jaren. De Belgen hebben tôt het begin van No-rember 1914, geholpen door omtrent zes duizend Fransche mariniers, de gansche atad evenais het kerkhof in hunne hand gehouden. De Belgen werden aangevoerd door generaal Jacques, dan kolonel, die 't bevel over de 3e divisie had. Ondanks den heldhaftigen weerstand onzer mannen en de Fransche mariniers, werden we op den Ooatelijken oever van den stroom gedreven, waar we bleven tôt den 29 September 1918, dag dat het offensief hier begon. Dien datum zijn we in de stad gekomen. Hier agiteerde ons leger aldus : generaal Dechesne naar Handzaeme, dus links van het bruggenhoofd, in de stad Dixmuiden generaal Jacques rechts ervan, naar Wou-men, dit met het doel om den bruggenkop seker in ons bezit te kunnen houden, en dan meester van dien zoo bloedigen aektor te *ijn. Wij gaan den bruggenkop over, roo duur met mensch enlevens betaald, en komen aan den Weatelijken oever van den IJzer, die do DuitacherSj helach en wreed, tôt de waanzinnigheid en afachuwelijkheid too, hebben willeo oversteken om ona Arme Vlaanderen te overweldigen na het doodge-bloed te hebben en het Noord-Wpsten van Prankrijk te overheerschen. Beuaachtige betonwerken — vooral van de « Minoterie » — der Duitsche voorpoe-ten had den daar eens gebouwd geweest ten kcete van duizendeu menschenlevene, en an sien we er alechts brokken ijzeren sta-Ten en njkanten van. Het terrein van desse eercte loopgravenversterking verlatend, komen w® in vroegere atraten, nu onbe-gaanbaar, langs dewelke eens huizen hadden gestean. In de paats dezer woningen «jn er putten van reuzenachtigen omvang geschapen, waarin diezel'de eens bovenop aitkomende huizen nu gemakkelijk zouden kunnen opgetrokken worden met aanhan-kelijkheden erbii. Het effekt van het ge-schut der artillerie onzer legers. Wat er Van de ateenen is geworden, daar kan men niets van vast-stelîen. bepaald, maar bepaald nieta duidt zulks aan. De boomen, von den anderen kani), zijn niet alleen stuk geschoten, maar de obussen hebben de wortela en aarde er van onder weg gegra-ven. De overblijfsels der vroegere straat die we doorstappen, laten ons dit toe door •entimeters diep in een dikken bruinen Hlibberigen pap te loopen. W»t rndex duidt eee xJaaldo q»i aan 34* 333 5 eeatiemin per nnmmer Vpàjdag 20 Becereiber 18^0 [ VOORUIT Orgaan der Belglsche Werklledenpartlj - Verschijnende aile dagen. Dr.-Uiig. S. M. HET LICHT, Best.: P. DtVisch, Ledtlerg. — Red.'A dm. Hoogpoori, aç, Geni. dat recht&af de weg, die naar Woumen leidt, er een ma al is aangelegd geweest. De kommandant zegt : Laat ons « den toren » der hoofdkerk beklimmen. Onze groep lijkt echte bergbestijgers die de pas-sen en voetstappen van vorige «alpenbe-klimmera» volgen. Na vele moeite bevinden wij ons ten alotte op den toren 1 Wat een kostbare observatiepost moet zulks voor den vijand zijn geweest. De aanblik over de gansche uitgestrektheid die ons om-ringti is machtig, indrukwekkend, over-weldigend, als de kinema-film der ruïnen van Pompeï die voor ons oog wordt ont-rold, maar nog meer schrikwekkend, meer verdelgend. Van hier af, over het voorvèldgevechts-terrein heen, laten we onze oogen over de overstroomde landouwen, die zich tôt voorbij Handzaeme uitstrekken, dwalen. Het regent immer voort, de somber-grauwe wolken en mistig-kille tempera-tuur maken het geheele ijselijk-treurig panorama nog doodsch-schrikwekkender. Wij dalen voorzichtig den gruishoop van steen en mortel af, van tijd tôt tijd uit-glibberend, en komen weerom op de vôôr vier jaren zoo vlakke aangelegde straten der verdwenen stad. Midden Dixmuiden, naast de kerk, hadden de Duitschers ook een observatiepost opgetrokken. Hadden we v66r een paar uren La Panne verlaten met hare zandduinen, hier waren wij langs de dijken en kusten der moerassen rond de eens befaamde stad Dixmuiden, nu in hoopen, bergen en dalen van steenen en steengruis, puinen, in dewelke geene kinderen stoeien en graven, maar waarover nu dood en miserie ailes overheerschen, herschapen. De bemerking hierover van een onzer konfraters was: « De Duitschers zijn sterker in het ver-woesten dan de Vesuvius het ooit deedt. » Onze tocht gaat nu voort door een Duitsche tranchee, waar we dichtbij een inwo-ner bezig zien, met behulp van den politie-kommissaris der ondergegane staa, naar zijn schat te zoeken die hij bij zijne vlucht bedolven had. De eigenaar hoopt deze terug te vinden, een brok overgebleven muur laat hem de plaats herkennen. Wij hopen dat hij er in gelukke. Nu keeren wij over den bruggenkop terug. Duitsohe krijgsgevangenen zijn aan het werk. Wat verder gaan we den weg op, eens de Belgische tranchees der eerste lij-nen bezichtigen. Ailes is hier klei, glibbe-rig. Een schuilrustplaats kruipen we niet-tegenstaande de hinderpalen van steen en allerlei vuiligheid in. 't Is een weinig aantrekkeijk donker houten vertrek van met moeite een meter hoog op 2 1/2 meter diep... De «pan» is midderwijl hersteld, wij rijden nu naar RAMSCA PELLE doorheen banen die volledig onder watei staan. Hier hebben we een reusachtig uitge-strakt overstroomd gebied, niets dan water, moerassen, struikgewassen, zandzak-ken, staken en prikkeidraden, térwijl in de verte honderden kraaien, hun akelig ge-krijsch latende hooren, de lucht invliegen, Het was van hier uit dat de uitgang naar de voorste verdedigingslinie van den IJzer liep. De IJzerheiden moesten dit uiterst gevaarvolle werk over opgetimmer-de wegsn, verrichten, om naar Schoorba-ken, Tervaten, Pervyse, den Oostenlijken oever van den IJzer, hunne posten te bo trekken. Met welke moeilijkheden onze soldaten hier af te rekenen hadden om den hen op-gelegden plicht te vervullan : het zijn Wpartacussen alleen die dit konden. Op het huidige oogenblik is het water ver weggetrokken, maar van den destijds zoo vruchtbaren bodem, weiden en akkers, is niets dan eene rampzalige ongebruikbare vlakte overgebleven. Wij bezoeken nu de schuilplaatsen die onze Belgen alhier hadden. Ingemetselde abris, waarvan er ook aanduiden dat er zich aldaar t gevaarvolle ontploffingstui-gen » bevonden, alsook telefoonposten. De kommandant vestigt onze aandacht op de graven die zich langsheen den snoorweg bevinden. Dit strekt over de gansche îeng-te, met zekere afstanden, uit, over den loop van den IJzerJ... Hoe ijzingwekkend maar onvermijdelijk. De vuurmonden hiélden nooit op hun werk van uitmoording te volvoeren. Wij groeten de vier graven die het dichtst in onze nabijheid zijn gelegen. Er zijn er hier drie onbekend, « eère aan den Belgi-schen soldaat die voor het Yaderland stierf », op het vierde staat alleen de naam Vander Cruyssen. Bij onzen groet voegen wij slechts dit: « Men moet meer dan held zijn geweest om den opofferingsgeest zoo-lang te hebben kunnen volhouden. » Alleen het bewustzijn een onomstootbaar recht te verdedigen en te volhouden — om eene aan den horizon nog niet oprijzende overwinning te zien dagen — kan zulke uit-houdingskracht in den mensch inwortelen. 't Is meer nog dan den heldenmoed en uit-tarting des doods, hier in gemeenschap volbracht en welke men vier voile jaren uithouden moest, dat aan den IJzer ailes heeft overheerscht. En tegenover dezen heldenmoed en be-slistheid, om den kamp op den overweldi-ger-plunderaar-moordenaar te winnen, tegenover een zelfvertrouwen die alleen een recht verdedigend mensch bezielen kan, kan niets anders dan de démoralisa tie van den vijand, die den ondergang van volk, van vleesch en bloed voor het oog zag op-duiken, worden geatelçL-k " iYwxelgi} Zjiiiks en Fléchis OVERAL DENZELFDEN TOESTAND. — M*and«g Isatst hield de Gemeenter»ad v*n Brus«el zitting. Onder nndtre meer kwamen d« schaudelige workerijen cier groote boeren aan d« dagorde. Gczel Hubert zcgde o. a.: «Toe» de Pruisea hier waren, zegde men dat ze vrlj spel lieten aan do woelce rasr» en opkoopera. K u dat deze bandieten wep zi)B blijft de toestand dezelfde. De boeren zijn de plichti-gen ; het is noodig dat de vij* wat wordt toegenepen, wait zij zijn nog «lechter dan onze onderdrukkert (Zeer wel op talrijke banken)». M. Max, burgemeester, antwoordde hierop: «Ik wcntch mij geluk dat deze schilderachtige en krach'ige taal onze dringende oproepen tôt eene spoedige tus-Echenkomst der regeencg komt gelijk te geven » De bemerking van Hubert laat ont dus zian dat de kristelijke boeren overal dezeltde uitzuiger» zij». Wanneer komt daar een einde aan ? Een tweede kritieke kwtstie dis werd aangehaald it deze van gaz en eleklriciteit, «M.Lemonnier deelde namelljk tr.eàt dat de toestand op gebied van gaz zeer m«eili)k ia. Wij hebben fléchi* een stock kolen meer voor anderhalve dag, en nochtan* verwachten wij 32.000 ton uit Engeland » Men ziet dat de toestand te Brussel dezelfde i* ala te Gcat. IN DEZELFDE pemeenteraadszitting heeft M. îîuisman-van den Nest het volgcnd voorstel neerge-legdr« De Gemeenteraad doet een opreep op het patrie tisme en de eenheid der lecien der wetgeving om bij dringendheid de aanhechting der voorgeborchten bij Brussel te stemmen. ten einde de voorspoed en de grootheid der hootdstad te verzekeren». En Antwerpen, Gent en Luik t IN HUNNE groote huait om weg fe geralren hebben de Duitschers te Muvsen een wagon achtergelaten gevuld met... markenl Er zijn er voor 6 miljoen. Dat il toch al wat beter dan obusien en munitiet TE MIDDELKERKE hadden de Duitschers meer tijd : het hospitaal Roger De Grimberghe, waar de bloedarmoedijse kinderen verzorgd werden, hebben zij in de lucht doen springen. In naam der Kultuur en om militaire aoeleinden? DE AMER1KAANSCHE pers schijnt niet hoop op te loopen met de waarde der pari;zer-pers. Zoo schrijft de New- York Herald : « Voorzitter Wilson is aangekomen. Na hetgeen v<5<5ren tegen zijne reis werd geschreven, heb ik, na een ernstig onder-zoek eene greote verlegenheid ontdekt in den vreemde. De pers schijnt meer bezorgd te zijn over de kwestie oi het bed van prins Murât (waar Wilson logeert) lang ge-noeg is, dan over de vrijheid der îeeên. » Niet zeervleiendl Wcrra Sltir Wossîs te^ea «sa Biecv, iiorlsvsEid Cackratiss& Selgis is. Sieur Woeste die zich met de uiterste wanhoop tegen de invoering van het \. S. wil verzetten, en er nog van droomt de reactie hooger te doen voeren is een personnage van wien men niets anders verwachten kan. Ons broedersrgaan «Le Peuple» geeft daarvoor do reden op. Ziehier dan de gedeeltelijke staroboom van M Woeate ; i. Jan Thierry Woeste, îsraeïiet, geboren te Luden-scheidt. disirikt Altena (Westlaliej in 171a, stierf te Elberfeld (Rijn-Pruisen) den ai December 1798, huw-de Dorothea Hunninghaus, gestorven te Ba Jen-Baden den 8 Juh 1844. a. Eduard Frederick-August Woeite, protestant, zoon van den vorige, bankier, ltonsu! van Pruissen t* Brussel (1843 1853) kreeg de gewone naturali.satie den 15 Januan 1841, geboren te Elberfeld den 27 Maart 1796, gestorven te Parijs den i5 Oogst 1865. 3. Karel Fredericic-August Woeste, zoon den vorige, graaf Woeste, staatsminister, vroeg de Belgl-gische nationaliteit «en 13 Mei 1858. Geboren te Brussel den 26 Februari 18 37, kreeg den «del en den per-sooniijken titel van graat, bij koninklijk besluit van 8e Mei 1914. Huwde Marie-Louise-Augustina-Eleonora-Ch arloite, bsrones Greindl, geboren te Brugge den 8e September i84r, gestorven te Brussel den n April 1910, zustervan baron Greindl, die Belgisch m imiter te Berlijn was van 1888 tôt 1912. Ziedaar, besluit «Le Peuple», een réactionnaire en Pruisch atavisme, dat veel doet begrijpen. En 't is zulke personnage die er van droomt het on-vermijdelijke, de invoering van A.S., tegen te houden, Het zal hem en zijne helpers niet lukkcn. Spaart obzs stldttei I E«ns gereehto vraag Hetf zal wel iedereen in den laatsten tijc opgevailem zijn hoe de ongelukken bij hiëi opruimen van obussen, mijnen en andea door de aftrekkende Duitschers nagelatei of booswillig hier en daar geplaatst* oorlogs- en vernielingstuig, zich veront rustend vermenigvuldigen, waarbij telkeru niet onbelangrijke en betreurenswaardig< verliezen van menschenlevens voorkomen Zoo zijn er, om maar van in de omstre ken te spreken, in den loop van twee we-ken twee zulke rampen voorgevallen t« Quatrecht en te Wetteren. De eerste eischte vijftien slachtoffers ; bi de tweede, nog pas gisteren 17 Dec., warei er 2 dooden en zes gekwetsten, van wic twee erg. Het zal voor iedereen, die achting er zelfs vereering over heeft voor onze moe dige soldaten, pijnlijk zijn om te vernemen. dat sinds het ingaan van den wapenstil stand op 11 November in de omstandighe deo als wij hierboven opgeven, nog steedf talrijke onzer helden aldus dageJijks aar doodsgevaar blijven blootgesteld. Want he| zijn namelijk onze geniesoldaten die mei het zwaar en levensgevaarlijk werk van d« opruiming van allerlei oorlogstuig gelast zijn. Wij zijn de tolk van eene massa onzei jongens, die gedurende de vier en half jaai aan het front ailes trotseerden in den tita-nenstrijd tegen den overweldiger van om land, als wij vragen dat men hen voortaar aparen «ou. nielingstuigen waaraan onze jongens niet gewend zijn, zoodat bij de minste onbo-wuste verkeerde handeling een erg ongeluk gebeurt. Hunne vraag is gewettigd en iedereen zal ze bijtreden, als zjj vragon dat men voor dezen moeilijken arlreid, waarbij elke oogenblik doodsbedreiging niet uitaesloten is, de Duitsche krijgsgevangenen gebruiFe. Eerstens is het maar redelijk dat onze jongens niet de gevolgen dragen voor de duivelsche misdadige knepen van de Duitsche horden, en tweedens zullen de Duitsche krijgsgevangenen beter weg weten met aan hen niet vreemde vernielingstuigen. Het is immers alzoo bepaald dat de Duit. sche krijgsgevangenen het werk zullen doen, dat zij veroorzaakten. Dez,e vraag is te redelijk en er is te veel gelegen aan het leven van eenige honderden van onze helfdhaftige jongens, opdat wij betwijfelen zouden dat de bevoegd^ overheid dringend de noodige gevraagde maatregelen nemen zal. Ket Vredescongres Men voorziet dat de vredeskonferentio van Versailles niet vôôr 15 Januari zal be-ginnen. Binst de vredeskonferentie zullen te Brussel bestendige kommissies zetelen die voor taak hebben zekere vraagstukke>n te behandelen welke op de vredeskonferen-tie moeten opgelost worden. OsslEiiriJk wilde In tpril 1917 vridi sluiten: Guifsehfand wiiprde Graaf Czerrin, de gewezen buitenlandfche misicter van Costenrijk heeft eene redevoering gehouden, waar onder meer de volgende passages in voorkomen : 1 De toïkorast zal bewijzen welkebovenmtnschelijke inspanningen wij ors getroost hebben ont Duitsch• land tôt toeffceflijkheid te bewegen. »A's die allemaal mislukt zijn, lag de schuld daer-van niet aan het Duitsche volk, ook niet aan den Duit* Fchen ICetzer, maar by de leidende Duitsche mili-tairen, die zich 200'n geweldige macht aangematigd ha 'dcn. Yan Bethmann tôt KulmSann wildec ailes in de Wilhelmstrasse vrede, maar zij konden niets be-îeiken cmdatde militai* e parlij ieder Un talbraeht die anders irachtte te handelen. »De Duitsche inilitairen hadden eene macht geschapen, zooals zij in de geschiedenis feitelijk zeldzaam ia en die in hare zeldzaamheid alleen overtroflen is door de snelheid van hun vreeselijk débâcle. LudeadorS was een nian van groote, zelfs geniale ideeén, een man met eene ontembare energie en groote gaven. Maar deze nian had een polit cl.e rem noodig gehad, een politiek tegenwicht in de Wilhelmstratse, en dat heeft hij niet gevonden. Het is ten sloite niet de schuld, maar in elk geval geen verontschuldiging voor Luden-dorfl. dat ht; de eenige krachtige man in Dmtschland was en dat hij daardoor de geheele politiek aan do militaiien getrokken heeft. OngeluLkig wees hij elko vredespoging van de haud, die geen zegeviereade vreda bracht. » Nadat ik mijn ambt had aanvaard, voerde ik bo» spreKingen met de Duitsche regeering, die den heerta geen twijfel liet over den ernst va» den toestand. » ln April 1917, dus anderhalf jaar geleden, over» handigde ik aan Keizer Karel een exposé, dat hij aaa Ktizer Wilhelm doorzond, mtt de o^mtrking, dat hij mijne opvatting deelde. » Hier volgen de plaatsen uit dat exposé, die is dit verjand van het meeste belang zijn t » « Uwe Majesteit sta mij toe, mijn verantwo©r.-î«» lijke meening over den toestand te ontwikkelen. » » Het is volkomen duidelijk, dat onze militaire kracht op zijn eind loopt. Ik wijs alleen maar op h«t feit, dat de grondstoffen tôt de vervaardiging van nou-nitie opraken. Het merscheBmateriaal is volslagen uitge put. Met name door de ondervoeding heeft zich vaa alla klassen des volks een do8e wanhoop meester ge-maakt, die het onmogehjk cibakt het lijdeu v*d dea oorlog verder te dragen, » » Al hoop ik ook, dat het zal îukken, het in d« eerstvolgende maanden nog uit te houden es «en go-slaagd defensief vol te houden, is het mij toch vol ko. ken duidelijk, dat een winterveldtocht volkomen on-mogelijk is, en dat in ket laatst van den zomer of ia den herfst volstrekt een eind aa« den oorlog moet wot» den gemaïkt. » » Ik geloof niet, dat het met den bianeniar.dscben toestand in Duitschland wezenlijk anders gesteld is al« hier, alleen ben ik bang, dat men zich te Berlijn ia mi. litaire kringen aan zekere vergissingen schuldig maakt, Ik heb de vaste overtuiging, dat ook Duiischland, «venais wij, aan het eind van zijn krachten gekomen is, wat de verantwoordelijke, politieke factoren te B«r> lijn dan ook volstrekt niet omkennen. Ik ben er va«t van doordronge'n, dat, wanneer Duitschland zou pro-beeren een verderen winte: veldtocht te ondernejnen, zich in het innerlijk van het rijk eveaeeus omwenteao-gen zouden voordoen, die mij veel ergar toeschijnea dan een door vorsten gesloten slechte vreae. Wanneer de monarchen der central* mogendheden niet in staat zijn in de eerstvolgende maanden vrede te slu.ten, dan zullen de volken het over hun hoofden heen doen en dan zullen de golven révolutionnaire gebeurtentssen ailes wegslaan, waarvoor onze broeders eo zonen go> streden en gestorven zijn. • » SENAAT ZITTING VAN DINSDAG, 17 DECEM. Het Senaat bespreekt1 het adres aan dem koniag. M. M AGI S verklaart dat de linkarzijde het adres ?onder bespreking stemmeai zal, maar dat zij hare voliedige vrijheid be-heud tegenover de groote kwestdes welk» het Parlement behiandelen zal. Pastoor KEESEN zet uiteen waarom de katholieken zich met het A. S. aansluiten en voor het princiep der volledigste gelijki heid zijn. Hij eischt echter dat er ook stem», recht aan de vrouwen wordt gegeven. Spreker raeent dat de Grondwet alleen kan herzien worden door eene Konstituan-, te welke met het huidige kiesstelsel go-kozen wordt. M. HANREZ maakt zijne voorbehoudin* gen omtrent den zin der kolonie. Hij kaa niet aannemen dat België alleen het ge. wicht van dien fakkel draagt. Hefc vep-wondeït hem dat het adres doof blijft voor wat de inrichtàng der nationale verdedà-ging aangaat., Gezel LEKEU zal het adres stemmen. In de kommis«e heeft hij zich onthouden in de stemming voor wat den eisch van het Groot-Hertogdom Luxemburg aangaat. Hij meent dat het initiatief hieromtrent aan de Luxemburgenaara zelf dient te worden overglaten. M. LIGY zal met eenen breeden geeafc van verzoening al de hervormingen onder» zoeken naarmate zij aan den Senaat tul« len onderworpen worden. Gezel COLLEAUX betreurt het dat het .. a4E«t plMtiiJ^WMsddaL mua.-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes