Mhmmtovmmmt $2* gaar- N. 113 m timmtm tmÊÊmmmmÊtmmÊ^mÊm Phis per Dammer : roer België 3 eentieiaen, roor den Vreemde 5 centièmes wmmâmiu Tatofoon e Redactie 247 - Administratie 2846 Zondao 23 APRIL 1916 alk dagen. §sm: Maatschappij HET LÎCÎIT bestuurder > P. DE VïSCrf. L*e fkiancieele kwestie en het nemen der rechtskundige maatregels die voor de organisatie eer onderneming zullen noodzakelijk gevonden worden. ie honen na &m Ooè In de Landelijke federatie van &otacfcwttie en openbare Werken houdt men maandelijkse!» algsmeene vergadering om te «preken over de toestanden die voor het vak zullen ontstaan na den oorlog. Volgena de Chronique des travaux Public* had men het in de laatste vergadering over « de waarschijnlijk aanzienlijke verhooging der loonen in het bouwvak, vooral voor wat de hoofdstad betren » en wat daar gezegd ia moeten alle werklieden van het vak vernemen, overwegen en onthouden. De voorzitter van den brusselschen Bond voor Bouwkundigen, de heer Van Deuren, vu aan het woord en verdedigde ds stelling dat de loonen weinig of met zouden stijgen na den oorlog, vooral niet in de hoofdstad. De herneming in den boawstiel, vervolgde spreker, afgezien van de andere nijverheden, zal in de noofdstad niet zoo onmiddellijk en niet zoo snel volgen als men geneigd is te veronderstellen. Hetzelfde verschijnsel is vastgesteld geweest na den oorlog va» 1870, gedurende den welke meer dan 40.000 fransche uitwijkelingen zich te Brussel gevestigd hadden, die er eene fabelachtige som g«d vcrleefd hebben. Het vertrek van deze vr«mdelingen heeft aanleiding gegeven tot eene. ongehoorae crisis of terugwerking en in dit geval blijft de reactie gelijk met de actie. Men staat hier voor ees mechanisch grondbeginsel dat zijne talrijke toepassingen vindt ook buiten het gewoon spel der machienenwercld. Men zal daarop afleidend antwoorden dat de crisis der ellende dus moet gevolgd worden door een tijdperk van bloei en welstand en dat kan waarschijnlijk zijn voor de algemeenheid van het land, maar voor wat de hoofdstad betreft zal men, zooals vroeger, tijd moeten hebben om de door den oorlog onderbroken bedrijvigheid in het bouwvak te kunne» doen herleven, aangezien de werklieden in massa naar de provincies zullen trekken, waar de werken dringender noodig zullen moeten uitgevoerd worden, zoodat men ze niet z&l hunnen terug houden bij middel van hooge loonen. In dit geval mogen wij vooral niet vergeten dat er in den brusselschen Omtrek een aanzienlijk getal woningen te huren staan en dat dit getal nog veel zal verhoogen, omdat zeer veel menschen zullen gedwongen zijn veel goedkooper te leven en dus veel goedkooper te wonen dan vroeger. Deze niet al te duidelijk uitgedrukte zienswijze va» den voorzitter werd tegen gesproken door de heeren bouwkundigen Stocq, Goffait, Hesbain en Daelemans, die er van overtuigd waren dat de « prijs van den handenarbeid » aanzienlijk zal verhoogen, zonder te durven bepalen in welke verhoudingen. De door de tegensprekers opgegeven redens voor de verhooging der loonen kunnen als volgt samengevat worden : Voor den oogenblik kent men 23.000 gebouwen die moeten heropgetrokken worden. De belgische Staat zalzich in de dringendste noodzakelijkheid bevinden omkost wat kost zeer belangrijke openbare werken te doenuitvoeren. Men zal duizenden ea duizenden allerhandebelgische werklieden naar Frankrijk en Engeland lokken voor de verschillende nijverheden. De werkkrachtder arbeiders zal over het algemeen aanzienlijk verminderd zijn aangezien het hen door den langdurigen stilstand aan gewoonheid en behendigheid zal ontbreken.Het leven zal nog zeer lang duur blijven aangezien alle lasten zullen moeten verdubbeld worden i» alie landen die in den oorlog betrokken worden. Alle loonen zullen moeten verhoogd worden en het kan niet anders of/ in den bouwstiei zal men ook de verschillende invloe/ den moeten gewaar worden.ƒ Langs den anderen kant werd er vastgesteld dat de leden van het federaal comiteit der organisatie het eens waren geworden om, voor wat de te verwachten werken aangaat, te verklaren dat zij niets te zien hadden in het stijgen der loonen, en te zeegen : De ondernemers zijn niets meer dan tusschenpersonen. Het is de kalant, de bijzondere, de Staat, de Provincie of de Gemeente Palmenzondag 't Was zondag 16 April Palmenzondag. 't Is op dien dag dat de gebeden der Kerk een gewijd karakter geven aan het buks- of palmtakje, waaraan door het volk zoo vee! bijgeloovigneden worden vastgeknoopt. Nochtans, in de oogen der Kerk is het gebruik van gewijde palmen geene superstitie want volgens den Catechismus hebben deze dingen kracht door het gebed, dat naar de instelling der H. Kerk daarover gesproken wordt. Wanneer de boer te lijden heeft door aanhoudende ziekten in zijn huisgezin of in zijn veestal, dan is er eene kwade hand mee gemoeid en gebruikt hij gewijden palm. Wanneer zijn vlasgaard is uitgewied dan plant hij midden het vlasveld een gewijd palmtakje om den plegen Gods over zijn akker in te roepen. Op de schouw van een nieuw gebouwd huis plaatst men een palmtakje; 't is een beter middel dan de donderroede 01a het huis tegen den bliksem te beschermen. In sommige landen, zooals in Bohemen, zijn de gewijde palmtakken een middel tegen de vlooien. Men steekt de gewijde palmtakken achter een beeld van Maria. Op Paschen zwaait men de takken heen en weer, roepende : « Weg met alle dieren, die geen beenderen hebben » en men is voor een jaar verlost van de achtste plaag van Egypte : de vlooienplaag. Ligt een zieke op zijn sterfbed das tn«g de gewijde pain» niet ontbreken : eene besproeiing met wijwater bij middel van het palmtakje verwjjdert den boozen geest en zijne pomperijen. Ook in de rouwkamer, wanneer de vrienden een laatste vssrwel sturen aan den overledene, besproeien zij het lijk met wijwater bij middel van het palmtakje. De palm heeft ook de kracht de vleesehelijke lusten te bedwingen. Een paternoster gemaakt van palmhout en over het lijf gedragen is een goed middel om kuisch te leven. Wie gelooft dat «riks superstitie is, probeer* *t eens. rbeHI voor Wtritoi. Te Bremen is er met de arbeidsverleening aan werkloozen bij het ontginnen van braakliggend land alsook in fabrieken buitengewoon merkwaardig sukses bekomen. Er aja thans 8 groote staatsterreinen, wier grootte tusschen de 20 en 92 morgen 01 6 tot 28 hektaren afwisselt, als groentehland ontgonnen. Alle stukken lands waren tot nu toe weideland en worden als akkerland bewerkt. Da meststoffen worden bekomen op het plaatselijk slachthuis (stalmes) alsook uit het slijk v&n het kanaal. Gedeeltelijk moet het land eerst opgehoogd worden;- dat geschiedt bij middel van afval en s^raatveegsel. Na voldoende bewerking, ophooging en bemesting wordt het land met aardappelen en allerlei groenten beplant. Alle ' arbeid wordt door werkloozen, mannen en vrouwen, gedaan, wier loon zoo berekend is dat het wel onder het plaatselijk dagloqn staat doch hooger is dan allé uitkeeringen van een hulpkantoor kunnen zijn. Aan den eenen kant moet een prikkel tot het aannemen van werk bestaan, en aan den anderen kant moet de neiging voorhanden zijn, beter betaald werk te zoeken, opdat de werkloozen zich niet tevreden stellen met het op da staatsterreinen en aan een hooger loon verzaken, ten nadeele van d« verhooging hunne-r koopkracht, met het oog op het gemak dat de staatsarbéid tegenover het werk in de vrije beroepen gewis oplevert. De gewonnen vruchten worden voor het grootste gedeelte aan ziekengestichten, hospitalen, bewaarscholen, dus aan ondernemingen in het algemeen belang toegevoerd, tegen een prijs die de werkkosten een weinig te boven gaat. Daardoor verhindert men het, dater een nadeelige konkurrentie gedaan wórde aan do vrije beroepen. De groen. te wordt gekuischt afgeleverd. De afval die daarvan voortkomt wordt gebruikt voor de konijnenkweek. Een gedeelte van de staatsgronden wordt voorbereid op een bebouwing in perceelenindeeling. De perceelen worden omgedaan, bemest, van omheiningen en priëelen voorzien en tegen een pachtprijs verhuurd welke de onkosten delgt. Omheiningen en priëelen Boodat zij na eenige jaren in het bezit van de perceelenbezitters komen. Binnen de perceelengrondèn worden kleine terreinen als speelplaatsen voor kinderen ingericht. De werkloozen moeten zich aanmelden op het openbaar werkraadplegingsbureel. Daar bekomen zij op hun werkkaart een stempel, die hun zoeken naar wérk bewijst. Alleen wie dezen stempel medebrengt, krijgt ondersteuningen van het weldadigheidsbureel en dî armenzorg. Inzooverre echter de werkloozen-arbeid op de staatsgronden, in private inrichtingen enz. hebben, krijgen zij geen onderstand. Zoodra een werk aangenomen is, ontvangen alle hulpinrichtingen bericht, dat de betreffende persoon opnieuw werkt. Daarmede is het verzoek verbonden, met alle ondersteuningen op te houden. Er is ook werkgelegenheid vooral voor vrouwen en meisjes, door het vervaardigen van schoeisel. Dagelijks worden er 500 tot 600 paar schoenen gemaakt. Verder heeft men ook met goeden uitslag beproefd, werklooze vrouwen» en meisjes door bemiddeling van het openbaar werkraadplegingsbureel in de omgeving van Bremen in landbouwbedrijven te plaatsen. Een Bremerfabriek heeft op verzoek van het Bremermiddenbureel voor werkraadpleging een nieuwen nijverheidstak, de mandenvlechterij ingevoerd, en verleent daardoor aan ongeveer 100 vrouwen arbeid. Bij de stratenreiniging, bij de gas, wateren elektriciteitswerken zijn vrouwen als straatkeorsters, nazichtsters, lantaarnaansteeksters, enz. aan^tel^. Ppgfe jjzej;§aw.e« en elektrische tram hebben eveneens vrouwen in dienst genomen, door toedoen van de' openbare werkraadpleging. Private bedrijven, als sigarenfabrieken, brouwerijen, «oav hebben door tusschenkomst van het Bremer middenbureel voor werkraadpleging vrouwen en meisjes opgeleid en daarna in dienst genomen. Door dit alles is men ex gelukt het groot aantal werklooze vrotiwen stilaan op ongeveer 200 te beperken. Dera zullen binnen kort geplaatst worden in naaikamers van het Rood Kruis, in de werkkamer van de armenzorg of op de staatsgronden, zoodat, indien er geen bijzonder ongunstige omstandigheden voorkomen, de werkloosheid te Bremen als opgeheven kan beschouwd worden. Brj de mannelijke werkkrachten is er een "bepaald te gering aantal arbeiders. Daardoor heeft men vooral bevefkt, dw6 er in plaats van ondersteuningen werkloonen gekomen zijn. Men hoeft slecht» te wijzen op de groote sociale en sedelijke beteekenis van drt feit. Tengevolge van den gxtnstigen stand der arbeidsmarkt te Bremen heeft de staat van de stedelijke armencorg te Bremen voor het jaar 1916/17 een mindere uitgave aan te wrJEen Tja«r 218.000 mark tegenover de staat van 1916716. Oftwboott het Rood Kruis in oorlogstijd een groot gedeelte van de taak der armenzorg overneemt, moet men toch er op wijzen, dat volgens do in Bremen getroffen overeenkomst tusschen de armtisaoorg aan. den1 eenen kant en de andere huJpTnrichtaigen aan den andejien kant, alle gevallen die reeds voor het uitbreken van den oorlog met de armenzorg in verband waren, bij' deze gebleven zijn en da* alle gevallen waari» onwaardigheid den srteun van wege de liefdadigheid uitsluit, thans ook aam de armenzorg toevertrouwd worden. m De uiteengezette uitslagen konden bereikt worden door het samenwerken van alle hulpinrichtingen, bekomt men gemakkelijk werk en wordt na het aannemen van arbeid alle ondersteuning onttrokken. Alle elementen die bekend zijn als afkeorig van werü worden indien hun gezinnen behoeftig rijn, onder den werkdwang van de armenkommissie gesteld en in hot stedelijk werkgestiebt geplaatst tot dwangarbeid. *m SÉiipœt §13 tlrijY8i.i!8 natterais De hollandsche dagbladen hebben reed» herhaaldelijk gemeld dat alle langs de engelsche kust liggende en staande lichttoren» en lichtschepen verdwenen of uitgedoofd zijn of vervangen zijn door boeien. Een zulke maatregel, voegden zij er tel1-kens bij, is hoegenaamd niet van aard om da, scheepvaart in deze streken te vergemakkelijken, vaart die reeds om veel andere redens eenigzins gevaarlijk was. Bij dat alles wordt in herinnering gebracht dat de Noordzee eene oppervlakte van sleehtsi 547,623 vierkante kilometers heeft en dat zij doorkruist is van zandbanken, waarvan de meesten bij de kusten liggen, waar zij voor eenige eeuwen nog als eilandekens boven het water uitstaken, V/ij kennen toch allen de «andbanken die men bij laag water vaak kan zien liggen van op het strand van Zeebrugge, Heyst en Oostende. Wij kennen de groote stroombank.. die meer dan een kilometer breed en wel achttien kilometer lang is, de Paardenmarkt, die bij laag water geregeld bloot komt. Langs do fransche kust kennen wjj de zoogenaamde Smalbank, . Breedbank, Snouwbank en de door de engelsche zeevaarders gedoopte Huisbank, die nu en dan brj laag water heeJemaal droog komen en van op groote afstanden zichtbaar zijn. Verder in zee kermen wij den Weethinder, Oosthinder en Noordhinder, waarvan de oppervlakten even goed gekend zijn, alhoewel z:j nog zelden eens boven het water uitsteken, waardoor zij des te gevaarlijker moeten genoemd worden. Gezien al deze grootere of kleinere zandbanken moet men zeggen dat de Noordzee in alle richtingen als doorsneden is roet on-, derwatersche kanalen die om zoo te zeggen allen hunnen oorsprong^ nemen ia oet stroomgebied van het Nauw. ïederefen zal • verstaan dat er van de scheepvaart veel . moeilijkheden verbonden zijn in zulke streken en dat de lïchtschepen' hier eene groote rol te spelen hadden aki wegwijzers. Nu in den Iaatsten tijd hebben de hollandsche bladen vragenderwijze veel gesproken over het in hollandsch water liggend Noordhmderlichtschip en vastgesteld dat men niet ee.ns weet wat er geworden is van de belgische lichtschepen Wandelaar, Wielingen en Westhinderl Hier en daar, zooals wij hooger zegden, heeft men liehtboeien aangetroffen, waar- ' van de lichten onderhouden worden bij middel van samengeperste gaz, maar die slechts een paar kilometers ver zichtbaar rijn als de zee kalm en vlak ligt. De genoemde lichtschepen droegen in de masten lichten die op een afstand van 20 totf 30 kilometers, zelfs van op het strand zichtbaar waren en bij middel van dewelke men desnoods ook onderling signalen kon geven. Als men brj dat alles overweegt hoe onveilig het in deze streken is door die aanwezigheid van losgeraakte mijnen, zal men er zich een gedacht er van kunnwi geven hoe het met de scheepvaart op de^oord.iee ge» /

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.