Vooruit: socialistisch dagblad

884 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 02 Septembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/xk84j0cb7t/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Druk3ter-UitgeeTstcr gan: JWaatschappij H ET LICHT bestuarder» p. DE VISCH. Lcdcberg-Qenï .. REDACTIE . . ADM1NÎSTRATIE CIOOOPOORT. 29. GENT VOORUIT Qrgaart de/* Belgische Werkliefhnparii/\ — Ver&shjjnende aile dagen. AB0NNEMENTSPR1J5 BELGIE Drîe maanden. . , , , fr. 3.2 Zcs maanden » , . . . fr. 6.5 Een jaar ....... fr. 12.5 Mto abonneert zlcfi op aile postbareeie DEN VREEMDE Drle maanden tdagelijks 1 » «-*"3 Dit is eeu spreekwoord van groot waarde voor dezen die het weten te be ^ Straks, wanneer de ijselijke tooneele: van het oorlogvoeren zullen eindiger straks wanneer wij de tegenwoordig droevige omstandigheden zullen achte den rug hebben, zal bij velen de vraa oprijzen : wat nu ? Ongetwijfeld ziet het proletariaat me bekommering de toekomst in, want ach de arbeidende klas heeft reeds zooveel, a te veel lijden onderstaan. En toch, kamedaden, de ware sociaal demokraat wanhoopt nooit. Hij kan we één oogenblik ontmoedigd zijn, doch oi weer hoopvoller dan ooit, als de gepast tijd aangebroken is, op de bres te staa voor meer rechten, meer vrijheid. Nu toch zullen de nog onbewuste arbei ders wel begrepen hebben hoe zwak z. nog staan tegenover het kapitalisme e zijn ganschen aanhang. ûroevig genoeg dat het huidige onhe: er noodig was, om de nog duizenden oc verschilligen uit hunnen loodzwaren slaa te schudden en eindelijk te doen gevoele: als bij instinkt, dat de eenige_ redding b< sloten li^t in sterker dan ooit aaneenge sloten hunne macht te stellen tegenove de duivelsche macht van 't kapitaal. Ongelukkiglijk bcstaat er onder de ai beidende klas, tôt haar eigen ongeluk, ee kanker, die verdeeldheid heet. De oorzaak, wel die is de weinige oplei ding die de werkers zelf genoten hebben en die hen maar al te dikwijls belett klaar te zien. Ja, zelfs in onze eigene rangen is er no pene groote leemte en die is, de bedroe vende onwetendheid van sommige onze aangeslotene arbeiders over ailes wa onzen st'rijd aangaat. Het zekerste geneesmiddel daartegen if meer medeleven en belang stellen in d organisaties onzer partij. Wij bezitten een talrijk leger propagas disten, die in gewone tijden ailes inspai nen, soms met zeer veel moeite, ten eind een on verschilligen kameraad tôt ons t doen naderen. Welnu, heden is de gelegenheid schoc ner dan ooit, de pogingen . kunnen ve< vruchtdragender zijn, omdat wij nu, doo de heerschende werkloosheid, gedurig i aanraking komen met werklieden die on vereenigd zijn, en niets of weinig kenne: van den reeds gevoerden strijd door he bewust proletariaat. Onze Voor uit is binnengedrongen in dui zenden werkersgezinnen, waar v66r de: oorlog nooit een socialistisch blad geleze Werd. Welnu. kameraden propagandisten, : het nu de gepaste gelegenheid niet om b uwen gebuur, nieuwe lezer van Vooruil eens een woordje te wisselen over het b hem vroeger onbekend blad, en ook oi hem eens te spreken over den zwaren strij> dien de partij reeds a-chteT den rug heeft 1 Over de diepe beteekenis van den socia-listischen vakbond, die niet alleen nu in dezen droeven tijd getoond heeft van weli onschatbaar nut hij is voor den arbeider, maar die, in gewone tijden, de hoogste en schoonste menschelijke deugd zoo hoog in eere houdt, de edele solidariteit van wer. ker tôt werker, waar de strijd van den eene de strijd van allen is. Ja, partijgenooten, nu in de oogenblik-ken van ons verplicht nietsdoen, is het de beste gelegenheid te spreken over onze ver-schillende inrichtingen, bijvoorbeeld ovei de diepe beteekenis onzer socialistische samenwerking Vooruit. Wij herinneren ons, over eenige jaren, na de staking der dokkers, op de wijk Muide met verscheidene kameraden huis-bezoek voor de cooperatie gedaan te heb-1 ben. 1 De maatschappij Vooruit had de stakers, niet-leden zoowel als leden, mild gesteund ^ en... wij hadden het niet noodig bij ons huisbezoek op de roi eener socialistische ' cooperatie te wijzen : de moeders hadden zelf het groote verschil tussclien eene ka-pitalistische en eene werkerscooperatie begrepen, dit bewezen de talrijke inschrij-vingen als lid die wij ontvingen. Waarom wij dit lang geleden voorval op-halen ? ! Ach, kameraden, en gij, nog onverschil-lige arbeiders, in onze gedachten, als in een visioen, zien wij de duizenden nog niet bij ons aangeslotene werkersfamilièn lid ! worden van moeder Vooruit. Denkt eens wat machtige, welke ontzag-' wekkende kracht, welk onschatbaar voor-deel er voor ons, arbeiders, vanwege onze cooperatief zou uitgaan. Door op voorhand verzekerd te zijn van groote afname harer koopwaren, zou zi; beter dan ooit hare prijzen tôt ons voor-deel kunnen leveren en zoo voordeelig mo-gelijk tôt nut harer leden kunnen werken. Ja, moesten aile werkersgezinnen lid , zijn van Vooruit en zijne organisaties, het i patronaat en zijn gansche aanhang zouder zich wel eens bedenken bij 't aaDgaan van een strijd tegen zulk bev/ust en machtig leger, ondersteund door de gezonde en machtige moeder Vooruit, die zorgzaair en met milde hand gelegenheid zou hebben, hare kinderen te steunen z66, op zulke manier, totdat dezen die de rechten ; der arbeiders zouden krenken in 't zand zouden bijten, de nederlaag lijden. Kameraden, propagandisten, wij die in normale tijden met zoo veel energie en i geestdrift het socialistisch zaad stfooien. laat ons nu de nog tôt ons niet gekomen i werkbroeders opwekken, de gelegenheid is i schoon ; spreekt1 de onvereenigden ovei , hunnen vakbond, de moeders over onze i cooperatie, en na deze periode zullen wi; t sterker dan ooit gereed staan tôt elken strijd. G. Huyglie. Wij-Zangen van Rabindranath Tagore, de zoeker naar de Waarlieid Voordracht geliouden in « Ons Huit » door den hcer M AU 11IT S VUYLSTEEK, op Dinsday 24 Oogst. (Slot) En nu komt weer een sehoone omschrij-'ing van het rustelooze zoeken der men-Bclien, naar Waarhei"d, zonder echter te vinden en dit omdat d£/ Waarheid niet moet gezocht- worden, daar zij steeds aanwezig is in het diepste der menschelijke ziel. Ovcrgang: Daarmede is dit tweede ge-deelte geeindigd, dat van het eerste ver-schilt door zijn rusteloosheid, door het wanordelijke soms in de icleeën, en waarom! Het eerste deel is zeker en vast ge-echreven na het tweede. Hoe leg ik dit uit! 'ïet eerste deel is de samenvatting van ailes wat in het tweede deel voorkomt. Het toont ons wat Waarheid is, en aangezien Tagore waar weet hoe en wat Waarheid is lang reeds nadat hij het leven is ingetreden, zoe taogen we zeggen dat het eerste deel af-gtleid is uit het tw aede. Dat is immers maai juist. Ev. : Gij hebt lust een maatschappij of een vereenigirig te stichten ; gij komt samen, discuteert, zegt wat uw doel is, en Ea ®^t ailes zult gij uw statuten opmaken. .0 ook is het eerste deel samengesteld lit de statuten van het leven van Tagore. iusschen het tweede en het derde deel omen een zes-tal zangen als overgang, als verband tusschen h.et leven dat Tagore ver. a!?n <5aat en den dood welke hij intreedt. itabmdranath is als een herfstwolk. Hij j. t dat zijn le\ sn nog kan duren en in-ien de Waarheid het wil, hij zijn lever v1 u 1 'aten zou- Tagore denkt na. Hij • oeit thans dat scheiden van de wereld niet onder pijn zal gaan en hij herinnert zich û tijd, toen hij het leven inging, en hi zich sterk waande, omdat hij gewapend was met pijl en boog... Maar wie gewapend komt verwekt wantrouwen en keert wape-nen tegen zich zelf. Tagore ondervond dit ailes. Maar toen hij de Waarheid ontdek-te, wiep hij de wapens neer, en dàn was er vrede bij hem en bij de menschen. Deel III. — In dit laatste deel klopt aan de deur van den dichter de onverbidde-lijke dood. Tagore is bevreesd, maar als dienaar der Waarheid eert en looft hij den dood. De nac-ht vergaat, zijn huis is treurig en er blijft slechts over zijn verlaten zelf. Nu zoekt de dichter waarom hij zijn zelf-zijn niet vroeger zag en zocht, en hij be-merkt dat met het zoeken naar zijn persoon hij de waarlieid gevonden heeft. Rabindra-nath staat alleen nu, hij voelt de waarheid, wiens tempel verlaten is geworden en op wiens altaar geen vreugde meer geboren wordt. Vol bitterheid en droefnis roept hij uit: Vele nieuwe goden zijn geschapen geworden door behendige meesters, maar zij zijn spoedig ook weer in den stroom der tijden vergeten. En nochtans ,ondanks dit ailes, ondanks zijn tempel vervallen is, toch blijft de Waarheid even groot en machtig. Vreezen doet Tagore niet meer. Zijn leven is niet nutteloos geweest in die wereld en de dood zal fier zijn hem ten grave te leiden. En nu aanroept de dichter den Dood. De mensch werkt slechts van zijn ge-boorte af voor de anderen en om den Dood genadig te vinden. Als Tagore zal gestorven zijn, zal toch de wereld blijven leven en zal de Waarheid voi'der verloochend worden 6f misschien meer geëerd. Aan de maatschappij zegt Rabindranath vaarwel, allés laat hij aan zijn broeders over en hij drukt zijn spijt uit in het leven meer ontvangen t.e hebben dan ooit gegeven te hebben. Onbewust is hij ter wereld gekomen en hij voelde zich nooit een vreemde in het leven hier, omdat hij er de Waarheid vond in de gestalte zijner moeder. Nu hij de Waarheid heeft om te sterven, zoo zal de Dood hem ook nooit vreemd schijnen, want de Dood is een andere phase van het leven. De Waarheid heeft hem in het leven over-wonnen, maar toch is hij dankbaar voor zijn nederlaag. En Tagore beroemde zich bij de menschen de Waarheid te kennen, maar toen zij bij hem kwamen wist hij niet te ant-woorden.Ja, dat is diep van gedachte, de Waarheid kan niet van buiten geleerd worden als een godsdienstles, bij U zelf moet cij de Waarheid zoeken, men kan U slechts leiden en dan is het aan U hem te verwer-ven.Dit derde deel verschilt heelemaal van de andere deelen. Het is geen vaststelling meer, het is niet meer een onrustig jagen, een zoeken, het is hier een rusten geworden. Het wordt grootsch, aangrijpend, het is een treurspel, waarvan de personnages zijn de Mensch, de Waarheid en de Dood. Wijst mij een Grieksch treurspel aan, waar zulke personen te gelijker tijd ten tooneele gebracht w-orden ! Kent gij er een 1 Wie kan een machtiger onderw^rp— vinden t Ik kan er U een aanwijzen. Keeren wij terug naar onze inleiding, naar Jezus de Nazarener, naar de Evangeliën. Juist dezelfde personen : de Mensch, dé Waarheid — daar voor-gesteld door God, omdat ten tijde van Jezus, deze ertoe vetplicht was, wilde hij zijn leer doen zegevieten bij de menschen — en de derde persoon is de Dood (het leven hiernamaals). Er is tusschen de Evangeliën en de Wij-Zangen nog een nauweren band, nam&'.ijk de taal. Beide zijn geschreven door dich-ters in den waren zin, beide zijn één beeld, één pracht van uitdrukking, de machtige, zelfde verbeelding is in beide werken te vinden. Geen nuchter-droge wijsgeer-woorden, allés is de afspiegeling van het leven, rijk aan afwisseling. Bij Tagore leeft de kracht van het Oosten, even als in den bijbel.Ied&re gedachte is weergegeven als een bloem, cÛe niet moet onderdoen in schoon'heid noch in frischheid voor de bloemen der tropen waar Tagore gebortn is. En nochtans, niets i$ er overla-deu, de bloemen zijn er geen ijdeile sieradsn, maar de uitdrukking van het groote idee der Waarheid. De Wij-Zangen zijn als de bloemenkrans welke de menschen binden en te von s tooien wil. Ter uitlegging en verduidelijking dekla-meert M. Vuylsteek enkele gezangen. Waarom heb ik dit werk, dien door velen van ons onbekenden dichter gekozen, ge-achte toelioordersI Waarom? Omdat hij dichter bij ons staat dan vele onzer eigene dichters. In hem heb ik mijn broeder gevonden en hij is mijn broeder en hij is de uwe In dezen kamp waar broederliefde schijnt een ijdel woordt te zijn, is het een genot nog de stem te hooren van een broeder, die uit verre landen ons bemoedigend toeroept: «hebt vrede en gelooft in de menschheid5>. Met dit werk aan U bekend te maken fieb ik slechts een broederplicht verricht, heb ik slechts de broedergtoeten ovefgebracht van onzen broeder Tasore uit het verre Oosten. Vo<5r ik Taigore las, heb ik dikwijls ge-vraagd : Wie wil mij een vroolijk wijsje nu ten beste geven, want mijn leed is treurig, treurig als het gesnik van de goiven der edndelooze zee ! Ik zit in den donk»ren nacht aan de stoep mijner enge hut en aan mijn moeë voeten vliedt, in weemoedig gezang, de rustelooze beke. Ik zing in den somberen nacht, maar mijn stem is mat en droef, omdat de Waarheid niet en kwam. En zie, schimmen van menschen lichten aan de overzij van 't water. Ik zag ze staa-n en naar elkander-vragend blikken, tôt eindelijk eén zei : «Mijn broeder, hoort gij daar dat nieuwe lied i In mijn ziele zingt het voort met teere vreugde-triiling en ailes in mijn ziel wordV rustig nu. Het is het lied, mijn broeder, dat lange onbewust reeds in ons zong ; het is die ééne zang, naar wien wij vruchteloos zochten en dien wij hoorden in het gezoef der speel-sche winden, die minziek kustle de passie-volle bloemen ; het is het lied ctet jubelde in 't georgel der blije vogels; het is die wondere wijze die ruischte in 't leed en de vreugde der lijdende meusch'heid ; het is die zang die doortrilt in het erootste heelal en die geschapen is door die heerlijke harmonie der oneindige oneindigheid; net is, mijn broeder, dit eenvoudig, maar machtig, ailes overklinkend lied der eeuwige Waarheid... Ik zing bij den komenden dag, bij 't eerste rozetintelen van 't levenbrengend licht, aan de treden van mijn reiuenpaleis, een lied ter eere der Waarheid en mijn stem is heerlijk en vreugdevol, want duizenden broeders luisteren in verrukking naar dit ééne, ware lied ! De heer Vuysteek werd warm toegejuicht door het goed opgekomen publiek en op ieders aangezicht g tond een groote, ©en zeer groote voldoening te lezen. Voorzitter De Vos bedankte don spreker, er de hoop bijvoegende hem nogmaals te zullen hooren in «Ons -.luis». V/. «Wij-Zangen> van Rabriiulranath Tagore (vertaling Frederik van Eedeu) is te ver-krijgen aan den prijs van 2.10 fr. in den Boekwinkel der «Volksdrukkerij» Hoog-poort, 29j Geat, Wezet (Visé) HET EERSTE OORLOGSOFFER Een correspondentie uit Belgie aan de Vlaamsche istem en overgenomen m het avondblad 9 Aug. van iNieuwe Rott. Courant, ook nog in belgische bladen vertaald opgenomen, stelt de i2jarige soidaat van het 2e iinie, J ozef lmschoot, zcon van den nota-ris van Demze, voor als de eerste gevaiiien held in den oorlog op belgisch gebied. Meer andere onnauwkeungheden komen in het stufcje voor. Na een grondig onderzoek ter plaaSse, enkel gedaan om de waarheid te laten aan het licht komen, kunnen wij, zonder vrees van grondig te worden tegenge-sproken, het volgende mededeelen : Na ons te hebben willen wenden tôt den heer gemeenteonderwijzer van Forêt, eeu mooie gemeente van boven de 4 duizend iu-woners, gelegen op de boorden van de Vos-dre, heel dicht bij de vesting van Chaud-fontaine — niet van V aux seus-Chèvrement, zooals verkeerdelijk werd medegedeeld en weiar geen vesting is — vernamen we dat die ambtenaar, met nog meer burgers van de plaats, op 5 Augustus 1914 werd doodge-schoten. We trofien dan een ander zeer ver-trouwbam.r perseon, die ons op de hoogte bracht. Denzelfden 5e Aug., te 7 uur 's mor-gens, werd lmschoot neergeschoten, in de rangen van een onzer voorposten, te Forêt zelf. De D*uitschers kwamen zoo talrijk af-gezakt, dat de Belgen, wilden ze niet allen vruchteloos hun leven opgeven, moesten wijken naar de vesting. .Alleen lmschoot sneuvelde. Niet een rijke familie, zooals wordt be-weerd, wel het1 gemeetttebestuur van Forêt, liet het overschot van den dapperen jonge-ling op het kerkhof begraven in een hem eeuwig afgestaan gebied. 't Is daar dat de geachte ouders, eenigen tijd geleden, hun kind zijn komen erkenne-n. Waarom zou lmschoot niet het eerste ge-vallen slachtoffer zijn '! Op die vraag kunnen wij met oiibetwistbare feiten antwoor-den. Op 4 Augustus, zoowat bij middag, be-zette kapitein-bevelhebber Claude met een 20 tal manschappen, te Devant-le-Pont, voorstad van Wefeet, het brugcohoofd op deii liùker Maasoever. Jlij liet zijn manneu post' vatten, ongedekt, op het perron van het huis dat rechts ligt, wanneer men de Maas overgaat naar Visé. Rond 2 uur ver-schijnen de eerste duitsche soldaten aan den overkant van de Maas. Zij komen uit de rue du Pont, uit de richting van hun land, doch de brug, waarvan den vorigen nacht de eerste, derde en vierde bogen waren ge-sprongen, zet-te hen stop. Pas had Claude den vijand gezien of hij beval vuur. Duit-schers vieleû. Duitschers schoten. Twee Bel ?en sneuvelden. Anderen werden gowond. >eze strijd was kort. De moedige Lambert Kinet, eeu inwoner van Wezet, kwam te 5 uur de gekwetsten opnemen.Hij ook kreeg een ko gel en is op 't oogenblik, waarin wij schrijven, nog niet genezen. Door de zorgen van het gemeentebestuur werden de twee dooden begraven op het kerkhof van De-vant-le-Pont, rue de Tongres. Het gemeen-schappelijk graf staat m#oi bebloemd. links van de tniddenbaan. Een zwart kruis draagt het velgende opschrift : A la mémoire do Van Castel et Maulus, d'Anvers, les premières victimes de la guerre. Zoowel als lmschoot, zijn dus ook kier de twee eerste en eenige doeden ^ lamingen. Dat nu lmschoot niet het eerste slachtoffer is, neemt van zijn heldenmoedig gedrag niets weg, zooals de Antwerpenaren te Wezet hun hel-denmoed niet scliitterender zullen maken, zoo het bewezen blijft dat zij de eerst© ge-vallen soldaten zijn, ook de eerste die in 't vuur hebben gestaan. De eerste gevallenen zijh ze echter ook niet. Op den deg van Ber-neau naar Wezet, die de eerste Duitsche soldaten hebben gevoigd om Wezet te berei-ken, stond heel alleen als voorpost, even buiten de stad, een gendarme. Deze werd gedood. Dit is zeker. Wanneer juist? Dit is onzeker. Doch de rede leert dat hij vôér de soldaten van Claude moet gevallen zijn. Wie was die gendarme? Men heeft ons alleen kunnen zeggen dat hij tôt de brigade van Prayon bij Trooz, in de buurt van het-hooger vermelde Forêt thuis hoorde. We hebben echter de beste hoop ook den naam van dezen Belg te weet te komen. Dat nu elkeen, die wat geschiedenis van den oorlog schriiven wil aan de oerbronnen putte,waar de inlichtingen kunnen vertrouwd worden en daarna de waarheid schrijve. De beste, de eenige geschiedenis is de volledige, de ware. Tôt heden toe bestaat ze niet. STEVEN BOERSEN. Het hetelwezen io Zwiîserîand Dat met den oorlog het vreemdelingenver-keer in het schoon bergenland veel zou ver-minderen, dat kon men gemakkeiijk gissen — maar dat de ramp eene zulke verhouding zou aannemen daarvan kon men geen ver-moeden hekbe». Een «ppervlakkig onderzoek in Engadine, dat in den laatsten tijd gedurende de maanden juli-oogst-september 20.000 excursion-nisten per jaar had, heeft bewezen dat er ot 15 oogst niet meer dan 3.000 vreemdelingen in de hôtels afgestapt waren. De groate h»tels,en bijzonderlijk de groot- 1- - 1 11 'I* J * ^ 11 uitdrukking te gebruiken, «ailes verlieze wat zij willen», al hadden zij op veel rijk viuchtelingen of uitwijkelingen gerekend. Opdat men zich goed rekening kunne g( ven van de door den oorlog veroorzaakt 1 ramp voor het zwitsersch liotelwezen, moe men weten dat het kapitaal, dat daarin aan | gelegd is, in 1912 geschat werd op 1 mi! lard 135 millioen franken ! In de hôtels van het bergenland ware verleden jaar niet minder dan 45.000 mail | nelijke en vrouwelijke personen in dienî en het loon dat zij verdienden mag op ve< ' millioenen franken geschat geworden,waai van zij een redelijk bestaan hadden. De sommen die gedurende hetzelfde jaa door de vreemdelingen uitgegeven werde zijn geschat op een totaal van 500,000,00 franken, een bedrag dat dit jaar zoo goe 1 als heelemaal verloren mag beschouw 1 worden. Er staat dus eene schrikkelijke criBis voo de deur en de regoering zal gedwongen ai] de duizenden slachtoffers ter hulp te kc Rond den oorlog (lit soecassnmiaer «De Zierikz. Nwsb.» vertelt als histo-< risch • Om zijn soldaten eenige afwisseling te verschaffen in hun eentonig mobilisatiele-ven vatto de kapitein in een onzer kleina garnizoensplaatsen het voornemen op, een zwemwedstrijd te organiseeren. Zijn fian viel zeer in den smaak en spoedig was het programma opgemaakt. Alleen mankeerde nog het slot, dat pakt. Een der luitenanta echter nam aan, als hem slechts de vrija hand gelaten werd, voor een schitterend succesnummer te zorgen. Volgaarne \eif-leende de kapitein hem zijn toestemming. De groote dag is daar. Het stadje is leeg-geloopen, om den wedstrijd bij te wonen. Aile aanwezige nxilitairen zijn in groot tenue, en de oogen der jonge schoonen zijn eve-nzeer gericht op de schitterende unifor-men van den kapitein en zijn staf als op de wedstrijdende lanidsverdedigers. Wij laten de zwemmers zwemmen, en \ol-gen den luitenant, die voor het pakkende slot zou zorgen. Hij is naar zijn kamer ge-gaan en is daar in druk gesprek met 4 soldaten, die hun zwemnummer hebben af-geworkt on nu bij den luitenant lijn ont-boden.— Jongens, zegt deze, gij kunt zwemmen als ratten. Nu heb ik hier twee vrou-wencostumes en twee bargerpakken. Diei trekt gij aan en dan gaat ge bij den wed-' strijd roeien. Ge valt per ongeluk allemaal te water en loopt groote kans te verclrin-fesn. De lui op den wal zullen roepen en schreeuwen en gewis springen er een stuk of wat te water om u te helpen. Zoo gauw de eerste bij u komt, zwemt ge als de blits naar den kant en ge komt u hier verklee-den. Dan nemen wij hier nog een extra fijne flesch. Wat denkt ge er van ? Antwoord was overbodig. In een wip stonden de vier veranderd in twee dames en twee burgers op hun Zondags, en enkele oogenblikken later ziet de samenzwe-rende officier, die zich intusschen weer bij, zijn collega's gevoegd heeft, een roeiboot, bemand met 2 mannelijke en 2 vrouwelijke personen, het terrein van den wedstrijd op-varen.Daar laat een der dames haar roeispaan glippen. Bij de poging om hem te grijpen, tuimelt zij over boord. De anderen trachten te helpen, mst het gevolg, dat aile vier da inzittenden in de golven verzinken. Wat een ontsteltenis aan den wal. Vrou. wen vallen flauw, mannen loopen heen en weer en schreeuwen om een roeiboot en om reddingsgordels. Maar het waardigst en het kranigst houdt zich onze kapitein. Met een gelaat van moed stralend, roept1 hij : « Mannen, hier moet gehandeld worden. Wie mij lief heeft, volgt mij ! » En, zijn beste uniform niet achtend, dringt hij voor-waarts en werpt zich tôt aller ontsteltenis geheel gekleed in den vloed, ter redding van de ongelukkigen, die met het zilte nat liggen te worstelen. Met kraehtige slagen doorklieft de kapitein de golven, aangemoedigd door de kre-ten der toeschouwers. — Houdt moed ! roept hij den drenkelin-gen toe, ik kom ! En hij kwam, maar... te laat. Want, als de vermoeide officier de spar-tolende dam?s en heeien bijna bereikt heeft, slaan deze de armen en beenen uit en zwemmen als zeehonden naar den oever, waar zij als bij tooverslag verdwijnen. Wild van woede zwemt onz9 brave commandant terug, uitgelachen door het on-barmhartige publiek Wat hij in deze oogenblikken dacht, weten wij niet, maar wij betwijfelen zeer, dat hij de overtuiging van velen deelde, dat dit slotnummer in waarheid een succesnummer was geweest. Leest en verspreidt VOORUIT ^'sT'Taar « M. 244 Prijs per mmnner : voor Belgie 3 centiemen, vooi den Vreomde5 centiemen Teiefoon s Bsrâactie 247 . AdmtnfstratSe 2845 Dandcrdun! 2 SErTEiWBER ISIS

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes