Vooruit: socialistisch dagblad

909 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 13 Juin. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/nk3610x234/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Drukster-U itgeefster Sam; Maatschappij H ET LICHT bestuorder s P. DE VISCH. Ledeberg<Oent . redactïe . » \dministratie HOOGPOORT, 29. CENT VOORUIT Or gaan des* Belgmhe Werkliedenparfi/. — VepsehjjsmmSe aile dagen. abonnementsprijs BELGIE Drle maanden. . « , , fr. 3.23 Zes maandca • , * « , fr» 6.50 Een jaar • •••«•« fr 12.50 Men abonneert zich op aile prstbiircelea OEN VREEMDE Drie maandcn tdagelijk» venonden). « . . « Tr. 1.(3 ONS ZONDAGSBLAD Evenals elke week, hebben we weer een puik nummer in het nieuw ver-schijnend Bijblad. Eerst komt het einde d'er heerlijke, fijn-gevoelde en prachtig geschreven novelle van Lambrecht Lambrechts : Hot Portret. Door haar zullen vele onzer lezers eene eerste maal gelegenheid gevonden hebben, kennis te maken met eenen gevierden Vlaamschen schrijver. Ze zullen die kennismaking graag zoo dikwerf mogelijk vernieuwen ; daarvoor zal het Zondagsblad zorgen. Arie Van den Heuvel, de talentvolle kunstenaar, begint het relaas der Kunstreis, in 1914 in Bohemen ondernomen, Onze lezers zullen zich herinneren dat deze omreis een ware triomftocht werd voor onze Vlaamsche tooneelspe-lers. Het schilderachtig verhaal van den heer Van den Heuvel zal veel genoe-gen doen. Een leugen is een echte perel van Mark Twain. In deze schets ontwikkelt de Amerikaansche humorist een psychologisch geval dat hem gelegenheid geeft een werkelijk roerend, aangrijpend verhaal saam te stellen. Voeg daarbij wat nog gewoonlijk het Bijblad aantrekkeliik maakt : de feuilleton In 't WoRfterjaer, en eene smakelijke beschrijving van de wijze waarop de Gentenaars van voor honderd jaar den Meiavond vierden, en ge zult met ons bekennen dat niemand het Zondagsblad ontberen mag. Warm aanbevolen! lu ?t Land van Wezet (Visé) Wie ooit een doode maget zag, Ben eersten droeven stervensdag, Eer nog de vinger der vernieling ! De Ujrien hecft gekrenkt van schoonheid en [bezieling, —• Die ondervond hoe zacht, hoe engelachtig [schoon, ■t Genot der eewvge rust op 't wezen ligt ten [toon; En ware 't niet die wang, met lijhwade overtogen, ' Waarop de aanschouwer staart, door wee- vioed overmand, Hy twijfelde uren lang.Zoo kalm en boeiend [tevens, Is 't aanzien van den dood, nog in den \yorm des levens, — En zoo is 't aanzien van dit strandl Sedert jaren kwamen ze niet meer in mijn geheugen wakker, die treurtonen van Le-deganck v66r Brugge En zulk een sombre toon, en zulk een treu- [rig lied Ontwelt mi}, daar mijn 00 g op uwe mur en \ziet. 'k Had pas de eer gekregen naar Wezefc ,te mogen gaan, om daar, midden de pui-nen, waar bijna geen huis meer bewoond staat, het lager onderwijs voor jongens her-in te richten, in een van de gespaarde klas-sen der meisjesschool. Het vervullen van die taak, het ontha-len, verzorgen, schikken in hun passende klassen, het plaatsen was zoo oorspronke-lijk nieuw als een nooit gevoelde verras-sing.Het schoolhouden in 't hartje van den winter, twee voile dagen, zonder vuur, met een paar ondichte vensters, een niet slui-tende deur, een gebroken ririt in den gang, was zoo zonderling aardig. De jongens, vooral de grooten, konden er nauwelijks uit wijs worden dat ze weer op school waren, in een meisjesschool en op dezelfde banken zaten, waar enkele maan-den vroeger nog groote meisjes hadden ge-zeten. Ze bekeken die banken als een aar-digheid, draaiden de lessenaars open en voelden de kussens voor de naailessen, alsof het pelsen moffen waren geweest. De kleinen bibberden. Ze keken toch met zoo'n groote verbaasde oogen naar den nieuwen « maisse d'escole », die — de kraaien hadden 't al uitgebracht — « professeur» was in de groote stad. Dan moosten allen enkele dagen leeren zonder boeken, of dezelfde les krijgen uit verschil-lende handboeken, — ofwel maar stil zitten en... wachten. Daar zoo tusschen die gruis- en steen-hoopen te leven en die kinderen in dit midden, nu, in dezen oorlogstijd les geven, tcr-wijl zooveel vluchtelingen ver waren, dat maakte ons toch zoo fier, gelukkig, moedig. opgeruimd en zoo overtuigd dat we goed werk deden... De eerste Februaridagen dreven den avond verder terug. Na schooltijd konden we de omstreken verkennen. We hadden zoo dikwijls Berneau hooren noemen en er dan steeds bijvoegen : 't schijnt... men weet niet... niemand was erbij, en meer knakke zetten, wanneer men over Berneau iets uit den oorlog vertellen wou. 't Leek zoo bijna alsof iemand uit Shakespeare's treurspelen kwam voor u te staan, om uiterst treurige gebeurtenissen in geheimzinnige bewoor-dingen in te prenten. Zonder te weten hoe of waarom, waren we op den weg naar Berneau, noord-ooste-lijk, op 2,3 kil. van Wezet. Eerst stijgen, Wezet uit ; dan vlak loopen zoover de heu-velvlakte breed is, die links het dal van de prachtige Berwijn naar het Maasdal leidt; dat., dalcn tôt bij den ingang van het dorp, juist op de brug van de Berwijn ; dan weer stijgen, steil, een paar honderd stappen, tôt midden in 't dorp, waar een mooie reliai ssancekerk je met een deftigen glimlach begroet, wanneer je binnen treedt. Onderwege echter wilden die vuile school-jongens niet uit mijn kop. Ik haat al wat vuil is, als gruwel en ramp. Thans echter voelde ik dat ik vuil làefhad. Juist dat vuil jongensvolk uit mijn oorlogsschool en nog wel de vuilsten, de wezenlijk walgelijken, zoo'n stuk of drie kleinen, had ik gedurig rondom mij. Ze waren niet alleen. Juist achter hen, zoowat in de schaduw, zag ik, toch nog duidelijk, de grooten, de welge-stelden, goed verzorgd en gekleea, leeriin-gen uit de vernietigde middelbare school, thans gedwongen van hun lesrhoogte te vervallen tôt het zesde jaar lager onder-wijs. Twee vooral onder hen vestigden mijn aandacht. Een zeer groote dikke, als buiten zichzelf gsgroeid en daarom onhandig staande, doch met een levendigen blik en wakker gelaat. Een kleiner, jongeheorach-tiger, minder dorpsch dau zijn vriond, met zwierige kuiten uit zijn korte broek en die zijn bèenen bij hst stappen spierkrachtig, bevallig vooruitwierp, zijn voeten nauwelijks aan den grond liet raken, in onverbe-terlijken winkelhaak. Het gelaat van den groote was bollig, uitpuilend. Dit van den tweede was een onbegrensde openheid, met groote blauwe oogen, een schaduw van wenkbrauwen, paEsende lippen en mond-wijdten. Een mooie jongen met meisjesge-laat. Een jongen die op zijn leeftijd nog een meisjesgelaat heeft, is altijd mooi. De moeders zijn verlekkerd op zulke zonen. Die twee zag ik onderwege Berneau in mijn denkbeelden, doch op den achtergrond van het tooneel, waarop mijn vuile kinderen, wezenlijk kinderen, heel op den voorgrond post vatt'en. Aardig lotgeval. Voor meer dan tien jaar had ik een dergelijke volksschool ver-laten, een met jongens en meisjes, met aile klassen, een dorpsschool. JSfooit had ik der-gelijke vuile kinderen. Nooit zou ik toen dergelijke walg hebben kunnen verdragen. Deze van heden zijn toch in de ellende geteisterd, verongelukt door den oorlog, zooals allen, kleinen, grooten, armen, rij-ken. Geen hoogte, geen laagte meer, zca-min in de school als in onze samsnleving. Ailes gesloopt door den woedenden krijg. Die vuile kinderen zijn geen vreemde kinderen meer, 't zijn de onze, de mijne, die van België, de moeder van allen. Vaderland! dat woord is thans niet mooi. Moederland ! spreek dat uit, luide, schreeuwend luide. 'k Wou -childer wezen of beeldhouwer. 'k Heb een bandietsch&n zoon gedroomd, die zijn jonge mooie moeder heeft verdriet en verlaten, doch ik kan hem niet zoo afschuwelijk werwen als lit hem zie. Ik zie hem misschien niet zooals hij wezenlijk is, veel beter, veel menscne-lijker dan ik hem zie, doch ik wou hem maar zoo afschuwelijk hebben. Die zoon komt zoo plots binnengesprongen met het driftig voornemen zijn moeder nog wat af te zetten, wat te folteren, aan 't hart, < p en de pijneu der hel kunnen voelen... Be-staat die zoon 1 Wat!... Heeft het schijn? Een vreemde-ling, alleen bij zijn moeder, die een schen-'dend gebaar van hem afslaat? Zijn moeder schenden? Nooit! Zijn mannengeweld, zijn ondeugden van straks zijn thans zijn moeder tôt heil. Moeder "■ Zij heet België. De vuile kinderen uit mijn school zijn 00k haar kinderen. We zullen ;e binnen en buiten reinigen. 't Is een groot genot goed brood te kunnen verbouwen uit vuile aarde. 't Is aangenaam fijne bouwsteenen te beitelen uit vormlooze bonken ; gouderts te kunnen rapen uit waterslijk en dan na-der het goud te kunnen smelten uit het erts. Waar is Berneau, het oude Biernaws van Germaanschen oorsprong? Ik sta op het hoogvlak van de heuvelkô-ten. Zoo met eens \^ekt -me li'\htspel tôt omkeeren. Ik zie een prachtig gloeiende I vooriaarszonsonderj^ang. De heele kim [ rood, kleur als licht roud over Je donkere maashoogten achter Wezet, en c1. m de ruimte vuurrozig, alsof e:* vonkenpoedet fijn los was weggeworpsn. Hoe kan iets zoo schoon worden in oorlogstijd ! Ik weet wel, 't is de zon, die leven aanbrengt; die vorstinlijk groet met heel haar lichtgewaad en ons aankondigt, dat se telkens den voi-genden dag langer zal maken dan heden. Ze zal dé'aarde mooi maken, moo als voor een bruiloft. Ze zal lachen en blekkeren over de puinen en haar wekstralen steken in de spleten van de steenen. Daar zal ze groen van mos en gras scheppeil. Ze zal de gruis-hoopen en de verbrokkelingen doen levend worden en doen lachen. Welk leger sal in Eebruari de patrijzen belettei. te trou-wen en de merels verhinderen zich voor te bereiden op naaste lentezotternijen 1 Welke vorst of veldh&er zal de nachtegaal één dag langer tegenhouden of één zwaluw verhinderen onzen opgang mede te vieren 1 De natuur kent geen oorlog. Wat ! Hoor ik goed ! Luistert toch ! 'k Ge-loof dat het ondergaande licht spreekt. — Vechten ze aan den IJzerî — Ja. —■ Ook de zoon? — J a. — Ook anderen 1 — O, ja, moeder zon, te vechten. Zijn immers menschen. Als ze kind zijn, leeren hun de priesters dat al de lenschen broe-ders zijn. Doch als ze groot zjjn, vechten die broeders onder olkaar, zoo s;:oedig ze wapens genoeg hebben om te moorden. — Doen ze dit allen ? — Zeker ! Ze zeggen iJat dit heldendadig is. — We zullen ze sposdig zomerwarmte brengen na hun winterlijden. Dan Lunnen ze slapen, war^r ze vechten. Zoo zijn ze misschicn ecrder uitgevochten en biijven de moeders minder !ang v/a«hten op hen en weenen om hen. — Zon ! nu moesten er een heelen tijd lang geen moeders zijn. Die moesten nu allen tôt het einde van de schrikkeiijkhe-don ergens verbarraen worden, in een hoo-gen prachthemel. De m:.nnen, die moed en kracht moeten verbouwen en aan rie ivakken ingevea, lijden en ontmannen te zeer. daar waar moeders weenen. Een droom-tot Berneau ! Het dorp zelf krijgt elkeen lief, die na-tuurschoon lief heeft. Mooie ligging in het Berwijndal. doch hangende bijna heel aan de helling van den rechteroever vau het hupsch riviertje ! :k Heb mijn gansch leven bemind, vurig bemind, gehaat, driftig gehaat. 'k Zie ze nog liggen, V6rgaan op ùaar sterfbed, ver-nield in voile levensgenot, een lijk, on-waarde nu, doch nog mooi genoeg om 10 kussen, — zij, die ik liefkreeg, toen mijn kinderziel was overgegroeid tôt het tijd-perk van jongelingschap. Nooit vordween ze uit mij, met geen enkel v„n haar gaven, met geen trek van haar mooiheid, met geen glim van haar deugden, met geen ' schaduw zelfs van gansch het leven dat ze met mij doorbracht. Wanneer thans nog mijn herinaering van haar wordt bezeten tôt verrukking toe, is or geen grooter genot, dan alleen zijn met haar, die geen men-schelijkheid meer heeft. Wanneer ze echter weer uit den lichtkrans van haar ver-schijrdng met haar veel lielderder beeid verdwiint en mijn droomen plaats maken voor de werkelijkhoid, laster ik en ver-vloek geheel mijn geloovig verleden, omdat ik geen enkele gpdheïd meer heb, die 0111 do vernieling varf deze, mijn ongerepte liosa Mystica, verdoemon kan. Zoo staat nu de aenk&nde mensch tegen-over de pumen van een dwepende jeugd, vol goden en hemels, — die is voorbij — en mede tegenover de werkelijî heid van vergane liefde, — deze blijft. Mep voelt zich onmachtig tegenover de onoekende oerliracht, waarvan we maar een gering levensuitingetje, misschien nog minder zijn. Men beklaagt deze menschheid, die onder de bedwelming van druiden, fakirs en ziele-herders leeft, die haar bovenkrachten ver-op&nbaren, nog niet in staat om een ver-molmde deur aan haar verroeste hengsels te houden. (Slot volgt. Steven Boerscn. Wie Zal de fruitkweekers redden ? Het ongeluklrig jaar 1914 was voor den 1 landbouw bijzonder voordeelig. De oogst 1 aan graan, aardappelen en fruit was bui-fc tengewoon overvloedig. Het graan en .Je 6 aardappels zijn dan nog ten gevolge van 1 den oorlog, aan zeer hooge prijzen ver-3 kocht. " Met den fruithandel ging het zooveel te slechter. Het ijzerenwegverkeer was reeds in Augustus zoo goed als stop gezet en 3 onze uitvoerwegen waren dus afgesneden. Vandaar de onmogelijkheid het overvioe-dige fruit aan een aanneembaren prijs te t verkoopen. Er zijn dan ook wel peren en 3 appelen op den boomgaard liggen rotten i.l en dit voor eene waarde van honderd dui-_ zenden frank. Hoe zal het in 1915 zijn 1 De fruitoogst belooft weder zeer overvloedig te zijn, terwijl het meer dan twij-felachtig is of de uitvoerwegen zullen ge-opend zijn. Het ware nochtans eenvoudig dit groot verlies te voorkomen. Inderdaad, terwijl in den herfst voor zulke groote waarde fruit verloren ging, werd er in Gent allein voor duizende franken fruitmoes of confiture gedurende den winter binnenge-bracht. Deze handel ging zoo goed dat er Gentsche burgers waren die gelegenheids-handelaars werden en er zeer goede zaken mede maakten. Hadden de fruitkweekers van de streek van Landegem hunne vruchten verwerkt tôt fruitmoes, ze zouden er dezen winter een aardig sommetje voor ontvangen hebben.Men kan bijna met zekerheid voorzien dat het toekomenden winter weder hetzelf-de zal zijn, want onze veestapel is zeer ge-dund en de boter zal toekomenden winter voor de werklieden niet te ..oopen zijn. Het zal nu de beste gelegenheid zijn voor onze fruitkweekers om zich voor deze far-brikatie in te richten. Eens in zwang, -ou dit voor den fruithandel Je heilzaamste ge-volgen hebben. Immers, deze waarheid is treurig om zeggen, maar op de buitenlandsche mark-ten zijn onze vruchten lager gekwoteerd dan deze die uit Nederland verzonden worden. Daar verzendt men alleen de mooie koopwaar goed getrieerd, terwijl de Vla-mingen niet uitkiezen, maar groot en klein allea gemengd verzenden. Waren wij ingericht om fruitmoes te maken, ze zouden aile jaren al het fruit van mindere hoedanigheid kunnen verwerken en alleen de uitgelezen vruchten verzenden; de vervoerkosten zouden verminde-ren en de prijs van de verzonden vruchtan zou stijgen. Het ware tezelfdertijd, bij jaren van overvloed, eene veiligheidsklen die zou beletten dat het fruit aan spotprijzen moet verkocht worden. Waaiom,als het redmiddel zoo eenvoudig . is, wordt het door de telers niet toegepast? Alleen omdat onze Vlaamsche landbou-wers te weinig ondernemiugsgcest bezitten. Ja, zullen zij beweren, wij zijn daar met voor ingericht, wij heb'oen de werktuigeu niet, het is ons bedrijf niet. Zal men die confituren kunnen verkoopen? Waar moeten wij die intusschentijd in bewaren ? enz. Laten wij antwoorden door eene enkeie vraag: Wat zouden de Fran&chen druiven.-kweekers doen, moesten ze trachten de druiven hunner wijngaarden te verkoopan in plaats van er zelf wijn mede te maken ? Iedere landbouwer heeft daar zijne pers-bakken, drijfkuipen, enz., en als hunne druivenoogst vervormd is tôt lekkeren wijn, wordt deze in vaten gevuld en t»r goeder ure aan kooplieden verkocht. Men zal nu niet beweren dat het maken van fruitmoes ingewikkelder is dan het maken van wijn. Het tegendeel is waar. Ware de zaak niet zoo eenvoudig, ze ware misschien sinds lang toegepast. Over een twintigtal jaren zou de zaàfc niet winstgevend geweest zijn met de toeu-malige wet op de suikers. Dan kostte het suiker, in België gemaakt, hier omtrent 2 fr. de kilo voor de Belgen, maar dit voor den uitvoer bestemd Werd door den fiscus omtrent van rechten ont-, slagen, zoodanig dat de Engelschen onze suiker kochten aan 1 fr. de kilo ; ze koen-ten ook onze vruchten, maakten er fruitmoes mede en zondeo hot zoo terug naar België aan eenen prijs. lager dan wij het zouden kunnen bereiden hebben geziea o-nze suiker ons 2 fr. kostte. Wanneer later in België confituurfabrie-ken ontstonden, zag het gouvernement iii dat het suiker door hun gebruikt,ook moest ontlast worden. En later is door een® nieuwe wet de suiker omtrent gansch vm» lasten ontslagen. Wij kunnen dus tegenwoordig met onze Belgische produkten, fruit en suiker, fruitmoes bereiden in zulke gunstige voorwaar-den dat de vreemde mededinging zoo goed als uitgesloten is. Zullen onze fruitkweekers verstandig genoeg zijn naar onzen welgemeenden raad te luisteren ? Wij durven het niet hopen of, slechter nog : wij zijn van het tegenovergestelde overtuigd. Het is zoo moeilijk in Vlaamd«" ren iets nieuws in te voeren. Daarom vragen wij : Wie zal de fruitkweekers redden? Dat de eigenaars der fruitstreken eeq kapitaal samen brengen en voor de fabri-katie zorgen. Zij hebben er ook aile belang bij, want hoe groot-er de winsten van den pachter, hoe gemakkelijker deze de huar" zal betalen. Als deze heeren voor de zaak niet te vin-i den zijn, zouden de fruittelers zelf eene samenwerkende maatschappij kunnen stich-ten voor het aanschaifen van werktuigen en vaten. Gelukt dit ook niet, dat dan oenc groote samenwerkende maatschappij als «Vooruiti de za>ak aanvatte. Deze zouden gemakkelijlc gelegenheid vinden in haro te.lrijI-3 winkels het sremaakte fruitmoes gedurende gansch' het jaar te verkoopen. Het is ons om 't even wie het doet, maar er is geen tijd te verliezen. Onze fruitteelt moet gered worden. Dit jaasr mogen er, zooals verleden Ja^^,: zoo veel vruchten niet verloren gaan, het is voedsel voor de menschen en er is veel ta kort. ABEL GIE. Europeesche Oorlog In West-Vlaanderen ©sa 8& 1 Noorden van Frankrijk Oifloleeie teleiraraen : ÊJïi SisStseis© Groot ïïoofdkwartier, 11 Juul 1215. Wcstclîjk oorlogsterrela j Vijandelijke aanvallen noordoostelijk der Loretto-hoogte, evenals herhaalde aanvallen tegen onze stellingen noordelijk en zui-delijk van Neuville mislukten. Het handge-meengeveht in de loopgravien noordelijk van Ecurie duurt nog voort. Zuidoostelijk van Hebutherne ea bij Beaumoni werden vijandelijke aanvallen gisteren en heden nacht afgewezen. Slechts aan den weg Serre-Mailly behaalden de Franschen eenen onbeduidenden vooruitgang. De in Champagne op 9 Juni veroverde loopgraven poogden de Franschen ons gisteren avond weer te ontrukken. Met ster-ke krachten en op een breed front vielen zij noordelijk van Le Mesnil tôt noordelijk van Beausejour-Ime aan. De aanval brak onder de zwaarste verliezen voor den vij-and volledig af. Hernieuwde nachtelijke aanvalspogingen werden reeds in de kiem gestikt. Oostclijk oorlogsterrcîn» Aan de benden Dubissa noordwestelijk Eiragola werden iaeerdcre Russische aanvallen afgewezen. De vijand verloor hierbij 300 gevangenen. —-tv Zuidoostelijk oorlogstorrcln : De toestand bij de in GaJicië strijdende Duitsche troepen is onveranderd. OcDorato Leeerbestuur. Hit Fransdife lia*oa PARUS, 9 Juni. (Havas). Offïcieele dedeeling van hedenmiddag 3 uur : In de streek van Notre Dame de Loretta is het artilleriegevecht ieer hevig geweestj Den 8 Juni heeft de Fransche infanterief overal de veroverde stellingen versterkt. Te Neuville-St. Vaest hebben de Franschen het geheele eilandje ten W. van het dorp en ook nieuwe huizen in de Hoofd-stra-at genomen (noordelijk eilandje). In den Doolhof hebben de Franschen een hevigen. "tegenaanval afgeslagen en eenige nieuwe; vordering gemaakt. Ten Z. van Hébutherne hebben de Franschen hun winst van den 7 en van den vol-, genden nacht behouden, ondanks sterkej aanvallen, die twee Duitsche bataljons deJ den, welke haastig in auto's uit de streek t.en W. _van Arinentières waren aangevoerd. De Duitschers hebben de loopgraven he-; vig gebombardeerd die de Franschen hunj den 7 ten N. van de Aisne bij Moulin-sous-i Touvent hadden afgenomeii. Dit bombardement, dat door de Franschei artillerie levendig beantwoord is, is niet ge' volgd door eenigen tegenaanval. PARUS, 9 Juni. (Reuter.) De officieele kennisgeving van hedenavond 11 uur luidt: Het artilleriegevecht ten Noorden van Atrecht is met de grootste hevigheid voort-' gezet. Wij hebben de rest van de huizen van Neuville genomen, het heele dorp is nu in onze handen. Wij zijn in het Doolhof vooruitgekomen. Wij hebben onze winst bij Hébutherne uit-gebreid en hebben ten Noorden van de Aisne een hevigen tegenaanval teruggesla-gen.WTB. PARUS, 12-6-15 : Eerste Bericht : Gedurende heel den nacht zieer hevige ar-tilleriestrijd in 't Loretto gebied. Bij de, suikerfabriek van Souchez ondernam de . .viiand een aanval, die afgeslagen werd. De J518 îaar « N. 163 Prijs per nuinmer : voor België 3 oentiemen, voor dea reemde 5 centiemen Yalafoon i Eladactie 247 - Adminisfraiie 2345 Mondain 13 JUME 1^*1 b

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes