Vooruit: socialistisch dagblad

684069 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 21 Octobre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 16 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/k649p2xd2z/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Het Spiritisme su het Katholicisme Hefc Volk » behandelt dit vraagstuk en na bet mekanisme van die opflesschentrek-kerij te hebben uiteengezet, laat het dom-pe'j'sblad volgender wijze zijn oordeel(?) kennen: De geschiedenis van het spiritisme, het ontmaskerd bedrog van veel medi-ums manen aan tôt groote omzichtig-heid, zouden ons zelfs in verzoeking brengen geheel het spiritisme als een handige kermisvertooning en goochel-toeren te beschouwen. Want verschil-lende médiums, meestal vrouwen met buiteugewoon gevoelig zenuwstelsel, werden op listig bedrog betrapt. Toch kan men niet beweren, dat aile spiriti-sche verschijnselem door de behendig-heid der médiums kunnen verklaard worden. Er komcn zeker diagen voor die de kraehten (1er stoîi'clijkc natuur on van (ien mensch 'c 1;ovcm gaau en door de getuigenis van vcle weten-ftchappelijkc maiancn uit verscMllende fanttea bevestigd zijn. Hoe zijn de verschijnselen van het spiritisme te verklaren? Het draaien \ an tafels door oplegging der ha-nden kan natuurlijk zij;i, ofschoon men tôt hiërtoe nog geen bevredigende verkla-ring gevonden heeft. Het mededeelen van gedachtea sonder .uitwendig tee-ken, wordt door sommige geleerden i shysisch mogelijk geaeht. Integendeel net verstandig kloppen der tafels, P1 a a t s v e r an d e r in g van zintuigen, hel-derziéndheid, zweven van zwaro meu-fcélstukken en andere dergelijke verschijnselen wijzen, indien er geen bedrog in 't spel is, op een buitennatuur-lijka oorzaak, dat is : op do iuwerking van geesten. Met meer reeht geldt dit ailes nog van het vcrseliijncn der gees-toa zelvea, van snmiddellijk geesfen-gehrift, cnz. Vie zijn die geesten?... De spiritisten bswereu dat het de geesten der afge-ttorvenen zijn. Volgens hen bezit de mensch niet alleen een ziel en lichaam, maar o-ok een half stofîelijk, luchtvor-mig omlinlsel (périsprit), dat bij den dood door den geest niet wordt afge-lagd. Door dit omhulsel kan de geest zich zichtbaar maken en do uiterlijke gedaante a&nnemen als vroeger; door dit omhulsel kan hij ook inwerken op de stof, geluid voortbrengen, spreken, ' schrijv&n, enz. Doch dit ailes is verzin-sél l>e v.aarheid is, dat die geesten boeze geesten of ;l ni voira zijii, het geca zfelen van overledenen zijn aan-gezien de feiten. Waarom niet? Omdat de zielen der aîgestorvenen onmogelijk die verschijnselen uit eigen kracht kunnen t-eweeg brengen. Tusschen zuivere geesten (engelen en duivelen), en de zielen,dis het lichaam verlaten hcbfoén, bestaat er w'eï is waar veel overeen-komst doch zij zijn niet aan elkander gelijk. De zuivere geesten kunnen met hunne natuurlijke vermogens invloed uit-oefecen oç de stoffelijke wereld ; zij kunnen' deze bewêgen, ophelfen, licht ca warrrite verwekken, enz. De zielen der menschen hebben sleehts macht over (îa lichameff, waarin zij geschapen zijn. Gaat e'ens na: kan onze ziel een steen 'Erplaatsen 1 Neen, maar zij kan ons lichaam bewegen en besturen om dien steen op te rapen. 1, anneer nu de ziel het lichaam heeft rerlaten, blijft haar macht o-ver de stof iuist aïs vroeger. Door hare natuurlijke kraehten kunnen de zielen der afge-storvenen dus niet het minste stof je bewegen en nog minder de spiritistische '■ erschjjnselen : stemrnen, klanken, kleu-ren, meubclen opheffen, regelmatig kloppen, enz. veroorzaken. Wat derhal-e c p natuurlijke vvijze niet kan uitge-legd v.~ or den, moet. worden toegeschre-ven aan_ de duivelen, vra.nt de engelen zullen niet als speelpoppen op commando van médiums in dienst treden van het- Spiritisme. Het Spiritisme is Aan niets anders daa een duivelsch werk, dg toeîeg van Satan om door vaischo wonderteekenciî en openbaringen den œenseîi te misleidcn. 33e sasp — 2@3 S centiemen per nummer 2î ©ctofeer» 1917 I I, — M ■—!.. .. » VOORUIT Orgaan der Belgîsehe Werkliedenpartij. — Vepschijnende aile dagen. Drv.kster-Uitgeetster Sam. Maatsch. H'El LICHT, Best.: P. De Visch, Ledeberg-Gent. — Rcd.-Adm., Hoogpoort, 29, Gent Wij vragçn vergiffenis aan onze lezers van hen zulko stomniiteiten onder het oog te brengen. Maar het is noodig dat wij allô dwalingen bekampen, die soms, vooral in tijden van ellende en smart, nog ihgang vinden bij de menschen die alreeds door verdriet. zedelijk geslagen zijn. Het VolJc neemt, als naar gewoonte, eeno dubbelzinnige houding aan. Het blad is geneigd het spiritisme een goocheltoer of eeno kermisvertooning te heeten, maar... ja maar, ziet ge, daar zijn toch dinpjen die natuurlijk niet te verklaren zijn, en het spiritisme of de geestesverschij-ningen, met al de kwakzalverij eraan ver-bonden, bestaat wel. Helaas, dio geesten zijn deze niet der af-gestorvenen of deze niet der engelen of andere gelukzaligen, 't zijn eenvoudig geesten van... duivels. En daarmede is het spiritisme natuurlijk uit den booze, uitgevonden door de duivels om do menschen te misleiden. jSTu weten wij waaraan ons te hou den ! Spijtig genoeg ltiert Het Vol'/c ons, dat het spiritisme in de laatste jaren zoozeer toegenomen is dat mon zijne aanhangers op 20,000,000 (zegge twintig millioen) mag sçhatten. Parbleu, Lucifer en Belzcbuth gaan dap-per vooruit, en dat zonder de hulp der so-cialisten, die met geen spiritisme of met gelijk welke tooverijen gediend zijn. Het is te vreezen dat, als de gelukzalige geesten onzijdig blijven toezien en tegenover de kloppende tafels geene echte en wel-doende mirakels stellen, het de booze geesten zullen zijn dio ten slotte triomf zullen kraaien. En zeggen dat wij in de twintigsto eeuw leven na Christus ! AVelke ontgooeheling ! F. H. Brisfeisselsrg uit Duiîsohland SVISJNE HOUDING In eene der laatste nummers van het te Antwerpen verschijnend dagblad « Het Ylaamsche Nieuws », wordt, in een artikel van een Antwerpsch minderheidssocialist, mijn naain genoemd. Dit wordt gedaan naar aanleidmg van cen voordracht die ik in mijn kamp gehquden Ijel? over « Socialisme en Vlaamsche Beweging. » Hoe kwam ik daartoe? Onder mijn krijgsgevangen geestverwan-ten liad het artikel van gezel Hardyns, in het blad «Vooruit» van 2 September ver-schenen, nogal wat opschudding verwekt. Men vroeg me mijn houding klaar uiteen te zetten. Ten titel van inlichtiag zij gezegd, dat Gôttingen het kamp is waar de Ylaamsche krijgsgevangenen samengetrokken zijn. Waar men mij naar mijn houding vroeg, had ik het recht niet te zwijgen, — zoo oordeelde ik. Doch, zooals het altijd gaat, niet al mijn toehoorders hadden dezelfcîe opvatting mijner woorden. Mijn partijgenooten hadden het echter zeer klaar gevonden en dat scheen me voldoende. _Nu echter zie ik, dat mijne voordracht niet in het ware daglicht werd geplaatst in een artikel, dat velen mijner partijgenooten in het vaderland lezen zullen. Ter-wille van de waarheid ben ik dus uitleg verschuldigd. Ziehier het schrijven dat ik aan het hier-boven genoemd blad ter opname stuurde: Gôtt'..^en, den 22 September 193 7 Waarde heeren, In een der laatste nummers van het «Vlaamsche Nieuws» zie ik, in een artikel van den heer Van Extergem, mijn naam vermeld. Mijn houding in zake de aktivistische Vlaamsche beweging is daar-in niet zeer juist weergegeven. Aan de zij-de van den heer Van Extergem sta ik niet. Ik heb inderdaad in mijn kamp een voordracht gehouden over « Socialisme en VI. B. » Dit deed ik op aandringen van ver-schillcnde mijtier geestverwant'en, die gaarne een klare uiteenzetting mijner houding zouden gehoord hebben. Aange-zien ik van klaarheid houd, liet ik me natuurlijk niet plagen. Zonder mij af te vragen welken indruk mijn voordracht zou gelaten hebben, ver-dedigde ik de volgende stelling : 1" eerst soeialist en dan Vlaming; 2° de Vlaamsche strijd is een stuk klassenstrijd ; 3° ik stem niet in met zekere neigingen van het akti. visme. Als dit « radikaal » heet, mij goed. Gedurende de eerste maanden — dus reeds vôor dat er tôt bij ons iets doorge-drongen was van den strijd in Belgie — leverde ik, samen met enkele makkers, een ' bitteren, treurigen strijd t?gen Waalsche onder-officieren, die op schandalige wijze onze Vlaamsche jongens vernederden en vervolgden. Maar ik zou niet minder scherp zijn, moesten Waalsche krijgsgevangenen benadeeligd worden. Ik bid u, waarde heeren, dit schrijven in uw blad te willen plaatsen. Met achting. » Gebruikte men mijn eigen woorden tegen mij alleen, ik zou er zeker niet om geven. Maar waar men ze gebruiken wil tegen mijn partij, met het doel er scheuring te-weeg te brengen, daar kan noch mag ik zwijgend toezien. Gôttingen, 22-9-1917. * G. Balthazar. Daa-r'mede is de houding van onzen jeug-digen vriend G. Balthazar op het ware punt gesteld, wat verdere discussie over heteolfde mitteloos maakt. Iledaktio « Toornit ». ■..■«.un. > u-wum» EEN renHpEwi voor de Yaivereenittinaen Onze vriend Saraijn heeft in verfchillende artikels gewezen op het groote werk dat voor en door de vak-vereenigingen te doen is. Ofschoon de geesten en harten van de menschen gespannen en vervuld zijn met den v/reeden oorlog, tcch zal het goed gedaan hebben de aandacht te vestigen.op die v/erkersorganisatiën die met veel moeite tôt stand gebracht en voor de werklie-den zulk groot belang hebben'. Met uitzôndering van Gent— de stad die het schoone voorbeeld geelt om de vooruitziende werklieden en huûne bonden te steunen —, is over gansch Vlaande-ren meer dan 3 jaren het raderwerk van de vakver-eenigingen stilgeiegd. De crganisatiën zijn van hunne zustervereenigingen der andere steden afgezonderd, daar geene verbinding kan onderhouden worden. Daar zullen de jonge en zwakke vakvereenigingen dubbel onder lijden. Do herstelling, de heropbouw onzer vakvereenigingen zal na den oorlog een groot werk zijn. De alleenstaande werkers (sters) en ook de zwakke vereenigingen zullen onmachtig wezen om de opbruis-schende begeerten van het patronaat in te toomen die het verlies van den werkstilstand in den kortst moge-sijken tijd willen inwinnen. Eene pogieg, waar de werkende kias zich na den oorlog mag aàn verwachten. Terccht wijst de vriead Samijn op het gevaar dat de werklieden bedreigt en een tweede tijdperk der prootsteomberingen voor haar zou wezen. Doch, zullen de patroons in hunne pogingen lukken? Dit zal aihan-gen van het tegensewicht dat de werklieden in de weegsçhaal zullen werp'eo. Gewis zullen de patroons hun doel bereiken wanneer zij 'ïereenigd leger: onver-eenigde en arme uitpeputte Werklieden staan, Wanneer de werkende klas echter zoo verstandig za! wezen zich in groot getal bij hunne wederzijdsche vakvereenigingen aan le sluiten, dan zullen de patroons de mscht der werklieden in overweging neraen en tôt hun spijt tôt hetbesluit komen dat zij met de weikers-organisatiên af te rskenen hebben. Nog meer ! Eens den bioedigen krijg achter den rug, zullen de vernietigde potten van dat breekspel moeten betaald worden. Door wie? Eene vraag die de werklieden niet onverschillig kan laten. Inderdaad! De prijzen van verbruik en levensmid-delen zullen na den oorlog gedurende jaren veel hooger blijven dan voor den oorlog, v, at den loonstandaard noodzakelijkerwijze vervormen moet. De vereenigde werklieden, bewust van hunne rechten en macht, kunnen daar niet onverschillig aan blijven. Het is voldoende te weten dat de vakvereenigingen en hare leden onverpoosd gcijverd en gestreden hebben om den teestand van de werkende klas te verbeteren, om te kunnen verzekeren dat ook nu zij zullen weten wat hun plicht na de vijandelijkheden zijn moet. Maar om dit te kunnen moeten aile arbeidets helpen. In de vakorganisatie is hunne plants. Aalst. S. FHps. fet m il Friiktip! Uit Duitsche brou. Westelijk oorlogsterrein GROOT HOOFDKWARTIER, 19 October (Officieel) : Legergroep van den kroonprins llupprecht von Beieren : De artilleristisch© gevechtsbedrijvigheid in Vlaanderen bereik-te gister weerom aan de kust alsook tusschen den I-Jzer en de Leie groote hevigheid. Bij-zonder geweldig was het vuur aan het Hout-hulsterwoud, bij Passchendaele en tusschen Gheluvelt en Zandvoorde. Legergroep van den duitschen kroonprins: Na regenachtig weder zwol van gister mid-dag af de artillerieslag ten noord-oosten van Soissons weerom tôt vollo hoogto aan en duurde sindsdien bij geweldige munitie-inzct bijno, ononderbroken. 's Morgens dron-gon bij Vauxaillon, 's avonds aan het geheele front tôt Braj-e na trommelvuur sterko Franscho afdeelingen tôt verkcnnersaanval-len vooruit. In plaatselijke gevechten werd do vijand overal teruggeworpen. De nabuur-sektors en het rugterrein van het gevechts-front lagen onder zeer hevig vernielings-vuur, dat door ons krachtig beantwoord werd. In het oostelijk deel van den Chemin der Dames vielen de Franschen opnieuw driemaal onze stellingen ten noorden van den molen van Vauclerc aan. Zij werden blœdig afgewezen. Bij de andere légers belemmerde regen en mist de gevêchtsbedrijvigheid. Onze vijanden verloren gister 12 vliegtui-gen, daarvan zes uit een eskader, dat op Roesselare en Ingelmunster met betrekkelij-ke schade aan huizen bommen neergeworpen had. Oostelij/c oorlogsterrein Onder bevel van den generaal-Iuitenant von Estorff bestreden onze troepen in boo-ten en op den S te on dam door den kleinen Sund overgaande den westoever van het ei-land Moon. In snellon vooruitgang werden de Russen, waar zij weerstand boden, over-rompeld. Rond den middag wai het gansch® eiland in ons bezit. Van noorden en zuid_en. invallende landingsafdeelingen der marine en do kanonhen onzer schepen droegen tôt den snellen uitslag wezenlijk bij. Twee Rus. sische infanterie-regimenten ten sterkte vas 5000 man werden gevangenen. De buit is trekkelijk. Op Ocsel en Moon zijn eene di-visie- en drie brigade staven in onzehan-den gevallen. Onze zeestrijdkrachten hadden in de wa-teren om Moon meermaals gevechten r^et vijandelijke oorlogsschepen. Het Russiseh linieschip « Slava » (13500 ton), werd in brand geschoten en is daii txisschen Mooîî en het naburige sc-hiereiland Schildau ge-zonken.Land- en marinevliegtuigen hielden d© leidin^ over het verblijven van de vijandelijke kraehten goed onderricht. Met he* werpen van bommen en machiengeweervunr vielen zij op land en ter zee den vijand dikwerf met herkenbaren uitslag aan. Aan het Russisch-Roemeensche front en op de Macedonische oorlogsschouwplaats, geene bijzondero gebeurtenissen. De eerste generaal-kv:articrmr'ès1er: LUDENDORFF. (« Slawa » is in 1903 van stapel geloopen": hij was 121.3 m. lang, 23.5 m. breed en had eenen diepgang van 8.2m; zijne vredesbe-manning bedroeg 825 man ; zijne uitrusting bestond uit vier 30.5, twaalf 15, twintig 7.5, vier 4.7 cm. kanonnen, zes machiengeweren en twee onderwater-torpedeerbuizen). GROOT HOOFDKWARTIER, 19 Octo- j ber. — Avondbericht : Langs het zuidelijk deel van het Vlaamsche front en ten N.-Ô. van Soissons, trots slecht weder, sterke ar-tilleriekamp.Uit het Oosten geen nieuws. Uit Fransche bron. PARIJS, 18 October (Officieel): In Belgie hebben onze troepen bij verkennersaan-, vallen voor onze nie'uwe limes ongeveer 30 gevangenen binnengebracht.Wij hebben ver»! J seheidene aanvallen ten zuid-oosten van Ju-vincourt, tegen den CorniJetberg en aan het front ten noorden van het Chaume-bosch af. j gewezen. In dit gebied bereikte de artille-riestrijd tegen het einde van den nacîit. ij groote hevigheid. Gister avond tegen 7 uuri j hebb&n vijandelijke vliegtuigen Nancy heftig | beworpen. Vele slachtoffers uit de burger-lijke bevolking worden gemeld ; 10 dooden1 en ongeveer 50 verwonden. Op 15 October werden 5 duitsche vliegtuigen vernield, 4-door onze vliegers en 1 door vliegtuigaf- | weerkanonnen. Onze bommenvliegers deden verscheidene vluchten. PARIJS, 18 Oktober. (OfficLejel): Leven-diga artilleriebedrijvigheid op verscheidene punten van het front, vooral in de omgeving va.n de hoogvlakte van Ailles en op don rechter Maasoever. In de Argon-n?n miilukten t.weie vijandelijke aanvallen volledig. PARIJS, 18 Oktober. (Off.). Avondb»-, ' richt: Aan het front ten noorden van da j Aisno wezen onze troepen eenen aanval' tegen onze stellingen op de hoogvlakte van; Vauclerc af. Artilleriebedrijvigheid t-eg^n1 1 Maisons de Champagne ten noorden van ' Souainj in de omgeving van den berg en, j op den rechter Maasoever in de omgeving: ' van het Chaume-woud en bij Bézonvaus. • j Van het ovorige front niets te melden. PARIJS, 18 October. — Officieel: Betrek<s i kclijk kalms nacht op het front ten noorden van de Aisne, in de streek der Hoogvlakten en op den rechteroever der Maas, in de sek- : tors van de hoogte 344 en van het Chaume- ^ bosch, waar gister van tijd tôt tijd hevige' -, artillerieakties plaats hebben gehad. Da I Franschen hebben een duitschen overvaî j doen mislukken rond Bezonvaux on eena patroelje verspreid, die poogde d© kleina 1 Fransche posten te genaken in de vallei van. de Aire. 1 , Gister. avond, tegen 6 1/2 uur, deel sa vijandelijke vliegtuigen eenen njeuwten: j aanval op Nancy; zij wierpen. verscheidene: | bommen, dio eenige slachtoffers onder dis burgerlijke bevolking eischten.In den loon LANDBOUWT OESTANDEN IN DUITSCHLAND Onder de maatschappelijke vraagstukken is dat van den landbouw ongetwijfeld een dsr moeilijksten en ingewikkeldsten. W aar het in het domein van het nijver-heidswezen mogelijk is een algemeenen ka-raktertrek op te maken, een algemeene ge-lijkvormige ontwikkeling waar te nemen, moet men in het landbouwwczen op zijn hoede zijn. Men moet er zich van wachten uit écn toestand of toestanden een gevolg-trekking te maken, die men aïs algemeen geldcnd zou willen laten doorgaan. Want wat waar is voor het eene land, voor de éeng streek is het niet meer als men het oog buiten dien bepaalden kring werpt. In de uijverheid, integendeel, kunnen we in den vreernde toestanden vinden dio anders zijn als bij ons, maar het zijn toestanden die we reeds kenden of die we op de baan van de ontwikkeling van do nijverheid van ons eigen land zullen ontmoeten. In den landbouw is dat niet zoo. Hier zal, evenals in do nijverheid, het grondbczit zich concen-treeren in de handen van groot-grondbe-zittèrs en b.v., zooals grootendeels in Vlaanderen, naar een uitgebreid pachtsysteein leiden, elders zal het. privaat grondbezit zieb. integendeel verbrokkelen en weer nieu-v,e toestanden scheppen. Want men kan of mag niet beweren, dat die verbrokkeling het voorspel van de samentrekking is. We kunnen alleen, en dàt met zekerheid, aan de hand van de socialistische ontwik-kelingsleer, vaststellen, dat het landbouw-proces zich in kapitalistischen zin oplost, dat het kapitalistisch producticwezen zijn stempel op den landbouw heeft gedrukt. Het is inderdaad klaar dat, waar de steedsche rujverheid den landbouw als hoofdfactor ' .rd'rong, waar door do ontwikkeling van tet economisch leven, de wisselvalligheden van de markt het bestaan van den boer gin-gen beheerschen, de landbouw onvermijde-lijk op steeptouw moest worden genomen door de steedsche groot-nijverheid. Dit zij genoeg om u te verzekeren, dat het geenszins mijn inzicht zijn kan, in een dag-bladartikel, breedvoerig uit te wijden over de oorzaken en de gevolgen van zekere be-langwekkende landbouwtoestanden in Duitsehland. * * * Het is bemerkenswaardig wat een grondig verschil er bestaat tusschen het landbouw-wezen in de « Lûneburger-Heide » en een streek als het <(Eichsfeld». In de «Luneburger-Heide» heeft de landbouw zich minder ontwikkeld door de ge-1 gesteldheid van den grond. Tal van aarts-vaderlijke vormen vindt men er nog terug. De grond is er zeer goedkoop en het pacht-systeem dus weinig of niet uitgebreid. Zonder dat men hier van groot-grondbezitters in den gewonen zin van het woord spreken kan, is het grondbezit van den landbouwer dik-wijls zeer uitgebreid zonder echter een groote waarde te vertegenwoordigen. In het algemeen zijn in de «Luneburger-Heide» de middelen van verkeer zeer be-perkt, waardoor do macht zich natuurlijk niet ver uitstrekt. Daarmeê zij echter niet gezeid, dat in de «L.-H.» de landbouw niet" afhankelijk is van do wereldmarkt. Maar men kan toch beweren dat hij er niet zoo diep heeft ingegrepen aïs in de andere streken. Ik verklaar me nader: Wat hoofd-zakelijk den ruil, dus de markt schept, is dé behoefte zich waren te verschaffen die men zelf niet voortbrengen kan of die men elders beter en gemakkelijker verkrijgen kan. Daar het verkeerswezen er nog beperkt is valt dus grootendeels dat gemak weg. Zoo zien we dat in de «L.-H.» elko landbouwer zijn stukje grond heeft waarcp hij aan vlasteelt doet voor eigen verbruik. De boer berèidt zelf geheel en al het vlas voor, dat, gedurende de wintermaanden, meestal door de vrouwen, tôt stof wordt verwerkt. De dorpskleermaker maakt er zijn werk-kleèren van en zoo valt u in de «L.H.» de gelijkvormigo arbeiderskleederdracht. op, die bestaat uit een blauw broek en dit kort vestje. Ook het lijnwaad, dat tôt het linnen. goed van zijn huisgezin dienen moet, ver-vaardigd hij zelf. De boer uit de »«L.-H.» koop alleen zijn traditioneele zwarte zon-dagkleeren in laken, alsook de fijnere vrou-wenklcêren.Bij een kort verblijf in do «L.H.» moet het onmiddellijk uw aandaeht treffen, dat de behoeften zich daar veel minder hebben ontwikkeld als in de andere streken. De ou-de zeden en gebruiken leven er nog in hua voile folklorische frischheid voort, terwijl in andere gouwen van Duitsehland enkelen verzwakt of volledig weggestorven zijn. Hoj dient. evenwel gezegd, dat, in het a.lgemeen, de oude volksgebruiken betrekkelijk goed voortleven bij het Duitsche volk. Dat is overigens een algemeene karaktertrek voor het gansche Germanendom. Zien we sleehts naar onze Vlaamsche landelijke bevolking en ook naar Engeland. De boer uit de «L.-H.» eet beter dan onze heideboeren, doch b&riger dan die van andere duitsche gouwen ! We vinden in zijn karakter tal van plooien terug dio ons doen denken aan onze Kempe-naren. 't Zijn ongetwijfeld do hooge ver-eischton, die do dorre heidestreken aan de menschelijke arbeidskraeht stellen, dio daar do oorzaak van zijn. We kunnen noch willen hier onderzweken waaraan het ligfc, dat onze heideboeren het slechter hebben dan de Duitsche. Er zijn zeker tal van redenen die daartoe bijgedragen hebben, maar een der belangrijksten is toch — spijtig genoeg dat wij het moeten beken-nen — dat Duitsehland cen ernstiger land-bouwpolitiek heeft, al is het ook nu geen ideaal. In het «Eichsfeld» hebben we te doen met geheel andere toestanden en verhoudingen, dus ook met een geheel ander volkskarakter. De ontwikkeling van het landbouw wezen dier streek naeaan zou zeker niet zoo gemak- kelijk gaan als in de «L.H.». In de «L.-H.» vindt men inderdaad niet die oude burchten, overblijfsels van vroeger adellijke grootheid op liet platteland. In het «Eichsfeld» moest er dus eens afge-broken worden met oude adellijke en mid-deleeuwsche vormen van bezit. En ongetwijfeld is de invloed van die oude vormen nog in zekere mate geldend, alhoewel niet meer overal even sterk. Ik sprak zelfs eens in een artikel, dat ik in «Vooruit» onder de hoofding Mit de Ki ijgsgevangenschap» aan het «Eichsfeld» wijdde, dat ik een dorp ontmoette dat nog volledig afhankelijk is van de erfgenamen eener oude adellijke burcht. We kunnen toch als algemeene karaktertrek van het « Eichsfeld » aangeven: klein privaat-grondbezit. Hoe dit koml kon-den we niet onderzoeken. Het pachtsysteem is er weinig of niet gekend. Braak-liggende grond is er niet. Naarmate het bevolkings-aantal stijgt kan het grondbezit zich niet, zooals in de «Liineburger-Heide» uitbrei-den. Maar in een streek als het «Eichsfeld» het aantal private landbouwondernemingen zou aangroeien, zou het ten koste zijn van den bestaanden bezitsvornî 'en dus naar een verbrokkeling der ondernemingen leiden. De «Eichsfeld»-er boer leeft goed, zijn behoeften zijn, door een goed ingericht ver-keerswezen, fel ontwikkeld, maar#de toe-stand is zoo, dat hij weliswaar zijn zonen en dochters goed opvoeden, doch ze niet meer bij zich houden kan, indien ze tôt een zekeren ouderdom zijn gekomen. Is het dus te ver-wonderen dat de nijverheid in het «Eichsfeld» een goed terrein vindt tôt de aanwer-ving van arbeidskiachten 1 Er is in het gansche « Eichsfeld » geen dorpje dat niet zijn sigarenfabriek(cn) heeft. Het zijn filialen van groote steedsche nijverheidsondernemingen. Daariii vinden duizenden dorpsvrouwen en -meisjes arbeid, want het zijn uitsluitelijk vrouwelijke ar-beidskraohten die er gebruikt worden. Om u te bewijzen in welke verhouding da vrçu- wen in deze nijverheid gebruikt worden,wil!. ik het voorbeeld aanhalen van het dorpjs ' „ Beuren, waar ik een drietal maanden leef-j de-. In dat dorp van 1000 inwoners zijn niet f minder dan vier fabrieken. Daarin arbei-' i den 25, 50, 70, 90 vrouwen en meisjes of bij- ' na 1/4 van de gansche bevolking van lîéft i dorp. In de andere dorpen is het ongeveer" ! in dezelfde verhouding. De mannen en jon-gelingen wijken uit naar de steden of d» groote nijverheidscentra en ook naar de» vreernde. Do uitwijkelingen naar den vreerB-de zijn echter meestal jongelieden, die na een zeker aantal jaren terugkeeren en da»: een bezigheid in de duitsche nijverheid zob-ken.Wat 111 zekere dorpen van het «Eichsfeld-», de aandacht trekt, is de zucht bij de boerea ' een hunner zonen,te laten stndeeren. Het <(Eichsfeld» heeft zooals men zich met Vlaanderen gemeon, dat de uitwijking u een algemeen en regelmatig verschijnsej i?, En hier als bij ons is het valsch te bewerea, dat de landelijke uitwijking haren oorspronj| en haar voedsel vindt in de aantrekkings-kracht van de btad, waar zo plezieren en esa gemakkelijk (1) leven zouden hebebii. Hi&? als hij ons bemint de boer het stukje grond waar hij opgroeide, het stukje grond da« zijn vader, zijji grootvader besproeiden vneî hun zweet. Er is een grootere, krachtigM wet die den boer en zijn bestaan en zijn lief-i de tôt den geboortegrond regeert, n.l. de le-venswaarden. Deze alleen trekken hem weg van het land en voeren hem naar de steden. En als hij spreokt van het aangenamer ( S) leven in de stad is het dat hiî van den nood een deugd maakt, want een "'mensch breekfc niet af met zijn opvoeding, zijn verleden, met zich-zelf als er geen sterkere wil is dis» hem drijffc tôt die daad» Om de verzuchtingen van een -volk te ba-grijpen moet men dat volk kennen, men moet weten hoe het leeft. Men moet een volk tasten naar zijn ziel en voelen wat het wil< G. Baltha:ar Gôttingen, des 5 September 1917, -i » "ïv --"

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection