Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

555 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 21 Octobre. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Accès à 07 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/sn00z74d7t/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ZONDAGSBLAD Biiblad van " VOORUIT „ ZONDAG 21 OCTOBER 1917 Derde Jaargang Prijs . 5 centiemen Afgedankt 't Was danig vroeg in den morgen. De hemel, zwart nog van den wegtrekkenden nacht, hing zwaar-grauw met dikgestapelde wolken ; maar in 't Oosten was 't hemelgewelf losgescheurd en er gaapte een wijde kloof, goudrood dat eindigde in vuil geel, en van daaruit straalde een nuchtere, onzekere klaarte. Van uit verre diepten kwam een vroeg windje aangewaaid waaronder de boomen aan 't wiegelen en ritselen gingen, tôt een wijle daarna, ailes weer stilde en verlamde. — Maar opeens, halfluide, werden korte roepen door de lucht geschuifeld, heftiger steeds tôt ineens, midden in, de nachtégaal opging. t Waren eerst klare slagen die helmden over 't veld, in de verte wegdruppelden, en dan werd het een scherrelend, rmkelénd rollen van klanken overeen, die opstegen, daalden en weer zich verhieven in prachtig gefloten chro-rnatische klankengolving. Binstdien had de gouden kloof zich wijder uitgerokken met gloeiend rood en daarin blonk ineens het bloed der opgekomen zon. Het licht bibberde nog van nuchterheid, maar plots doorstak de zon de wolken, met haar gouden hoofd, en de somberheid- dreef weg van over de velden vvaar nu het levend licht ging spelen. Te midden dit natuurontwaken lag een man te slapen in den graskant van den weg. Een armzalige tobber scheen het, met blauwen gescheurden kiel, waaronder zijn \ uil hemd uitbuste boven den rood'-flanellen band die zijn broek ophield. Hij sliep nog zooals de aarde daareven voor het uitbreken der blinkende zon... Een lichtpriemken kwam speelsch huppelen over zijn mager aangezicht, en trilde om de zwarte wimpers van zijn geloken oogen. Zijn hand zwaaide even in de ruimte, en hij scheen weer in te slapen ; maar de zon goot nu haar vollen schat van nuch-ter licht naar hem, en hij schoot wakker... Traag zette hij zich overemd, wreef aan zijn oogen, die traanden in de vroege morgenstrahng. Langzaam wrocht hij zich op de beenen, raapte zijn pet op die hij over de ooren trok, en... hij ging... Ja, hij ging zonder te weten waarheen, en zonder eens te denken waarom hij zoo .vroegtijdig op weg trok. Hij ging... Hij voelde 't aan zijn zware beenen die hij moeizaam voortslepen moest, maar 't was al. Hij wist dat hij ergens uitkomen moest, waar de menschen beter waren misschien, en op dat ergens vestigde hij al 't geen hem nog aan hoop overschoot. Ja, ergens elders, al ware 't op 't uiteinde der wereld. En hij stapte altijd maar voort, met zijn traag-trantelenden stap, buiten 't bewustzijn van zich zelf, of 't geen er leefde buiten hem... Vroeger werkte hij in eene fabriek, van 's morgens tôt 's avonds, zweetend' en zwoegend, zich aftobbend, ""t leven uit -zijn lijf beulend ; en hij was tevreden omdat hij geld kreeg en eten. Maar dan had hij, opgezweept door ande-ren, lawaai gemaakt en gevochten voor hooger loon, en z' hadden hem 't werk ontzegd en schandig weggejaagd, hem naroepend : — Leegganger! Nieweerd!... En van dan of was hij weggegaan, had overal rondge- doold, het land door. Hij had om werk gevraagd, overal, maar ze wierpen hem buiten, als waren ze bang voor zijn forsige gestalte, voor zijn kloeke armen. Voort slenterde hij, door regen en sneeuw en zonnebrand, maar nergens geen werk. Overal hamerde 't hem achterna : — Leegganger! Zoo ketste hij de streek op en af! En hoelang liep hij er al? O, hem kon 't niet schelen ; hij had geen begrip meer van den tijd en hij wilde er niet meer aan denken. Alleen beeldde hij zich in, dat het reeds lang, heel lang moest zijn dat hij zoo liep. Maar hij herinnerde zich dat liever niet... Voor hem zag hij den breeden weg, die zacht klom, en langs daar moest hij weg. 't Was ailes wat hij zag. Die weg, met die groote populieren langs weerszijden, dat « kende hij alleen, dat was zijn leven... De eerste dagen van zijn doellooze slentermg, had hij nog wat geld' op zak, — 't laatste dat hij verdiend had. Maar die steeds voortdurende tegenkantingen, dat overal weggejaagd zijn, dat vloog hem in heete vlagen naar 't hoofd, en 't kwaad stookte in hem, om het in een joelende braspartij te vergeten, voor goed kwijt te geraken. Hij ging een herberg binnen, dronk een pinte bier, dan nog eene, en altijd voort met koortsige haast, als vreesde hij niet gedaan te krijgen. Hij dronk, om die zachte doeze-ling in den kop te voelen, die zijn bewustzijn smoren moest; en hij zoop haastig, met voile zwelgen, om die vreesachtigheid in hem dood te nijpen... Hij dronk tôt hij ineen zakte en op den grond rolde, en de baas hem schel-dend buitenstampte omdat hij veel meer gedronken had dan hij betalen kon... Van dan af was hij voort slenteren gegaan, om 't even waar hij ging of waar hij uitkomen zou. Hij had gedoold lijk een hond die buitengeschopt was, en niet wist waar hij belanden zou. Hij had de zon voelen steke-priemen op zijn mager lijf, en de regen kletsen op zijn doorzopen havelooze kleeren. 't Was hem ailes, ailes wat hem maar aan die wereld waarop hij leefde herinnerde, om 't even schoon en walgelijk geworden. Hij wilde niet meer zien wat er hem voor oogen kwam, omdat hij er steeds in ontwaarde dat ellendige leven dat hem zoo tegenging... Hij doolde voort langs eenzame lange wegen, etend van wat hij krijgen of stelen kon. Hij bedelde zelden, omdat hij zijn ellende niet wilde toonen, maar wanneer de honger hem te hard kwelde trok hij rapen of beeten en knabbelde tôt hij die vlijmende pijn ini zijn maag tôt bedaren kreeg... I 't begin van zijn doellooze slentertochten, trok hij 's avonds op d'een of d'ander hofstêe om slaping te vragen. En dan strekte hij zijn moede leden uit op een bundel stroo in de schuur, waardoor de wind loeide en brieschte, of waar hij 's morgens versteven van de kou ontwaakte. Al lang had hij dit laten varen, omdat hij zag dat de boeren bang waren voor hem en hem maar liever buiten wenschten. Hij bleef nu buiten, sliep er een korten slaap in een graskant, ofwel, als 't slecht weer maakte, sloop hij tegen avond lijk een dief in een bosch, doolde er wat rond en liet zich dan, afgemat, ineenzakken en rusten tôt het zonnerood in 't Oosten begon te blozen... En hij ging zonder ergens werk te vinden voor zijn leege armen, die slap langs zijn lijf neerhingen ; en op 't

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Gent du 1915 au 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes